Brief regering : Beantwoording vragen commissie over de fundamentele kennisbasis van Van Swindenlaboratorium (VSL) en de wijze waarop de onafhankelijkheid van het beheer van standaarden is geborgd
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 384
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 oktober 2019
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door de vaste commissie
van Economische Zaken en Klimaat, ingezonden op 9 augustus 2019. Ik streef ernaar
uw Kamer voor de begrotingsbehandeling nader te informeren over het borgen van de
fundamentele kennisbasis bij VSL.
Daarnaast heeft uw Kamer verzocht om een afschrift van de reactie op de brief van
de Technische Commissie Temperatuur en Vocht (TCTV). Dit afschrift ontvangt u hierbij1. In het antwoord op vraag 3 wordt nader ingegaan op de problematiek zoals door TCTV
aangekaart.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
1
Welke interne en externe borging zijn sinds de verkoop van het VSL aan de nieuwe eigenaar/investeerder
werkzaam (gebleven) om te garanderen dat de kwaliteit van het metrologische werk niet
minder belangrijk wordt dan de winstgevendheid van het instituut?
Antwoord
Het nationale meetstandaardenbeheer is op verschillende manieren geborgd:
• Ten eerste biedt de Metrologiewet het kader voor het aanwijzen van een nationaal meetstandaardeninstituut.
De Metrologiewet bepaalt dat een dergelijk instituut in staat moet zijn om de diensten
te leveren zoals deze onder de Meterconventie internationaal zijn afgesproken en borgt
daarmee dat de inhoudelijke kwaliteit gegarandeerd is door internationale controles
en ringonderzoeken (waarin laboratoria hun resultaten onderling vergelijken). Ook
stelt de Metrologiewet eisen aan de onafhankelijkheid van het instituut en geeft zij
de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) de mogelijkheid om aanwijzingen
aan het instituut te geven. VSL is aangewezen als nationaal meetstandaardeninstituut
en dient derhalve aan de bepalingen in de Metrologiewet te voldoen.
• Ten tweede bestaat er tussen de Staat en de eigenaar van VSL, FDI2, een overeenkomst waarin is vastgelegd voor welke rechtshandelingen instemming van
de Staat vereist is. Ook de aandeelhouders van FDI, First Dutch3 en TNO, hebben zich gecommitteerd aan voornoemde overeenkomst tussen de Staat en
FDI.
• Ten derde bestaat er een privaatrechtelijke overeenkomst tussen VSL en de Staat, waarin
de wettelijke taakuitoefening nader wordt uitgewerkt. Op grond daarvan beslis ik jaarlijks
over het budget dat aan VSL ter beschikking wordt gesteld en daarmee ook over het
pakket aan nationale meetstandaarden dat door VSL wordt beheerd en ontwikkeld.
• Ten vierde worden alle werkzaamheden van VSL in het kader van het nationale meetstandaardenbeheer
uitgevoerd onder passende accreditaties van de Raad voor Accreditatie. In het kader
daarvan worden regelmatig interne en externe audits uitgevoerd.
• Ten slotte is er, omdat het aansturen van een organisatie als VSL veel inhoudelijke
expertise vereist, op grond van de Metrologiewet een adviescollege in het leven geroepen:
de Raad van deskundigen voor de nationale meetstandaarden. Deze Raad adviseert mij
over de jaarlijkse werkplannen, de halfjaarlijkse rapportages en over keuzes in het
al dan niet continueren van meetstandaarden.
2
Welke meetbare grootheden kunnen sinds de verkoop van het VSL aan de nieuwe eigenaar
niet meer gekalibreerd worden, die eerst wel tot het repertoire van het VSL behoorden?
Indien van toepassing, waarom is de keuze gemaakt hiermee te stoppen?
Antwoord
Sinds medio 2018 is het niet meer mogelijk kalibraties op het gebied van elektrische
en magnetische veldsterkte bij VSL te laten uitvoeren.
Het al dan niet continueren van meetstandaarden is het resultaat van een afweging
die minimaal jaarlijks wordt gemaakt in het kader van het opstellen van werkplannen
voor het komende jaar. Daarnaast kan er een specifieke aanleiding zijn om gedurende
het jaar tot een afweging te komen. Een voorbeeld daarvan is het stoppen met stralingsthermometrie
per 1 april 2015, een jaar voor de toetreding van First Dutch als nieuwe meerderheidsaandeelhouder
van FDI. De afweging betreft over het algemeen de beschikbare middelen en eventueel
noodzakelijke investeringen in verhouding tot een beperkte vraag naar kalibraties.
Procesmatig komt VSL met een voorstel tot discontinuering en ik beslis daarover, gehoord
hebbende de Raad van deskundigen voor de nationale meetstandaarden.
De aanleiding voor VSL om het al dan niet continueren van elektrische en magnetische
veldsterkte metingen ter discussie te stellen was het vertrek van de betreffende specialist,
die moeilijk vervangbaar bleek, in combinatie met noodzakelijke investeringen en een
geringe marktvraag. De Raad van deskundigen voor de nationale meetstandaarden is op
dit punt geconsulteerd en heeft geconstateerd dat in de gegeven omstandigheden het
niet continueren van deze standaarden weliswaar betreurenswaardig was, maar dat er,
in de gegeven omstandigheden, geen realistisch alternatief bestond. Op basis daarvan
heb ik VSL toestemming gegeven deze activiteiten te beëindigen. De beslissing om te
stoppen met de elektrische en magnetische veldsterkte metingen is in hoge mate vergelijkbaar
met eerder genomen beslissingen, zoals die voor stralingsthermometrie. Er is dan ook
geen aanleiding om een oorzakelijk verband te veronderstellen met de toetreding van
de nieuwe meerderheidsaandeelhouder.
3
Kunnen kalibraties voor luchttemperatuur en luchtvochtigheid nog steeds uitgevoerd
worden? Kunnen andere kalibratielaboratoria hun meetstandaarden voor luchttemperatuur
en luchtvochtigheid nog door het VSL laten kalibreren, zodat zij op hun beurt hun
klanten (op tijd) kunnen voorzien van
gekalibreerde meetmiddelen? Indien van toepassing, waarom is de keuze gemaakt hiermee
te stoppen? Welke geaccrediteerde kalibratielaboratoria (en welke van hun klanten)
worden geraakt door deze keuze?
Antwoord
Ik heb van VSL vernomen dat er na een interne verhuizing binnen het pand van VSL een
toename is geregistreerd van tot op heden onverklaarbare gezondheidsklachten bij medewerkers
die in het temperatuurlaboratorium werkzaam zijn. Gestructureerde onderzoeken naar
onder andere de aanwezigheid van chemische stoffen en de luchtbehandeling hebben tot
op heden de oorzaak van deze klachten niet kunnen blootleggen. Als gevolg daarvan
is de dienstverlening op het gebied van temperatuurkalibraties tijdelijk opgeschort.
Inmiddels is de dienstverlening voor het temperatuurgebied van – 38 tot 156 graden
weer hervat, zij het dat de medewerkers de werkzaamheden met persoonlijke beschermingsmiddelen
moeten uitvoeren. VSL heeft aangegeven te verwachten dat eind november de dienstverlening
in het temperatuurgebied van – 189 tot 660 graden zal zijn hervat. Hiermee kan het
grootste deel van de klanten van VSL worden bediend. Het hoge gebied tot 961 graden
zal nog iets langer op zich laten wachten. Het onderzoek naar de oorzaak van de problemen
in de werkomgeving heeft bij VSL de hoogste prioriteit, waarbij er naar wordt gestreefd
om eventuele oorzaken weg te nemen en terug te keren naar een situatie waarbij aanvullende
persoonlijke beschermingsmiddelen niet nodig zijn. De temperatuurkalibraties zijn
ook voor VSL intern van groot belang. VSL heeft mij laten weten geen enkele intentie
te hebben om met temperatuurkalibraties te stoppen.
De kalibraties voor luchtvochtigheid kunnen momenteel niet worden uitgevoerd doordat
de betreffende expert bij VSL is vertrokken. De beperkte schaalgrootte van VSL maakt
dat niet bij alle technologieën een volledige back-up kan worden aangehouden. Op dit
moment wordt een interne medewerker opgeleid voor luchtvochtigheidskalibraties. De
verwachting is dat de dienstverlening in het tweede kwartaal van 2020 kan worden hervat.
In de tussentijd worden klanten doorverwezen naar de nationale instituten van de ons
omringende landen. Ook op het gebied van luchtvochtigheid is er geen intentie om te
stoppen met het aanbieden van kalibraties.
VSL houdt mij op de hoogte van de ontwikkelingen op beide gebieden. Ik heb er bij
VSL op aangedrongen om de communicatie met klanten op deze gebieden te intensiveren.
4
Is het ministerie nog steeds van mening dat de eigenaar/investeerder en directie van
VSL voldoende doordrongen zijn van het maatschappelijk en economisch belang voor Nederland
van het VSL als referentie-meetinstituut van Nederland?
Antwoord
Ja. In mijn contacten met zowel FDI als de directie van VSL geven deze er blijk van
goed te beseffen dat VSL een kritische rol speelt in de Nederlandse economie en maatschappij.
In gesprekken over de strategie wordt expliciet gesteld dat deze is gericht op een
goede aansluiting bij de behoeften van het bedrijfsleven en bij maatschappelijke thema’s
zoals klimaatverandering, energietransitie en gezondheidszorg.
FDI heeft aangegeven VSL als een kernparticipatie te zien en een breed standaardenpakket
van strategisch belang te vinden, vanwege de onderlinge afhankelijkheid van meetstandaarden
maar ook omdat nooit van te voren kan worden voorspeld waar nieuwe behoeftes zich
zullen ontwikkelen.
5
Zijn er aanvullende maatregelen nodig om de taak van VSL als onafhankelijk referentie
meetinstituut van Nederland te borgen?
Antwoord
Daar kijk ik op dit moment naar. Het door de Raad van deskundigen voor de nationale
meetstandaarden uitgebrachte Strategisch Advies 2019–2023 neem ik daarbij mee. Ik
streef ernaar uw Kamer voor de begrotingsbehandeling mijn reactie op het strategisch
advies te doen toekomen en zal uw Kamer informeren over eventueel te nemen aanvullende
maatregelen ter borging van het nationale meetstandaarden-beheer.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat