Brief regering : Reactie op verzoek commissie over het rapport ‘Kind van de rekening?’ van de Nationale ombudsman
26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Nr. 628
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 oktober 2019
In de brief van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 maart
jl. heeft u mij verzocht om, voorafgaand aan het algemeen overleg over de kinderbijslag
en het kindgebonden budget, een reactie te geven op het rapport «Kind van de rekening?».
Dit is een onderzoek naar de toegang van co-ouders tot het kindgebonden budget uitgevoerd
door de Nationale ombudsman.1 Hierbij treft u mede namens de Staatssecretaris van Financiën mijn reactie aan.
In het rapport gaat de Nationale ombudsman in op de problematiek rond kinderbijslag
en toeslagen waarmee co-ouders te maken kunnen hebben. De Nationale ombudsman concludeert
dat de toegang tot het kindgebonden budget onvoldoende wordt gegarandeerd voor co-ouders
en dat de regeling niet de maatschappelijke ontwikkeling volgt dat steeds meer ouders
co-ouderschap aangaan. Deze bevinding komt overeen met één van de conclusies van de
beleidsdoorlichting van artikel 10 «Tegemoetkoming ouders».2 Daarin is aangegeven dat het voor ouders lastig is te achterhalen wat de gevolgen
van echtscheiding en co-ouderschap zijn voor de kinderbijslag en het kindgebonden
budget. In het rapport doet de Nationale ombudsman twee aanbevelingen. De eerste aanbeveling
is het verbeteren van de informatieverstrekking over de koppeling tussen de kinderbijslag
en het kindgebonden budget aan bestaande co-ouders en scheidende ouders. De Nationale
ombudsman heeft daarnaast de aanbeveling gedaan de voorwaarden voor het met terugwerkende
kracht omzetten van de aanvrager van de kinderbijslag (waaraan het kindgebonden budget
is gekoppeld) zo te formuleren, dat de co-ouders krijgen waar zij recht op hebben.
Dit is van belang in situaties waarin later blijkt dat de andere co-ouder recht had
kunnen hebben op kindgebonden budget. De Nationale ombudsman acht één jaar terugwerkende
kracht in veel gevallen redelijk.
Aanbeveling een: verbetering van de informatieverstrekking
Bij de beantwoording van de Kamervragen van het lid Bruins (ChristenUnie) hieromtrent3, heb ik aangegeven dat de Belastingdienst/Toeslagen en de Sociale verzekeringsbank
(SVB) met de aanbevelingen aan de slag zijn gegaan en werken aan een betere voorlichting
voor co-ouders en scheidende ouders.
De algemene informatievoorziening via de websites van de Belastingdienst/Toeslagen
en de SVB is verbeterd, de laatste aanpassingen worden dit najaar doorgevoerd. De
Belastingdienst/Toeslagen is gestart met een landelijke campagne rondom scheiden waarin
aandacht is voor toegang tot het kindgebonden budget. Er is een specifieke website
gerealiseerd over scheiden en er verschenen advertenties in landelijke bladen en kranten
hierover.
Daarnaast onderzoeken de Belastingdienst/Toeslagen en de SVB de optie om een persoonlijke
brief aan co-ouders te versturen met uitleg over de gevolgen voor het kindgebonden
budget. Zowel de SVB als de Belastingdienst hebben aangegeven dat het met hun huidige
systemen niet mogelijk is om tot een volledig bestand van co-ouders te komen. De Belastingdienst/Toeslagen
en de SVB voeren daarop momenteel een uitvoeringstoets uit. Tot slot zullen echtscheidingsadvocaten
en mediators worden geïnformeerd over de toegang tot het kindgebonden budget zodat
zij scheidende ouders goed kunnen informeren over de te maken keuzes.
Aanbeveling twee: met terugwerkende kracht kindgebonden budget ontvangen
De SVB concludeert dat het in de uitvoeringspraktijk van de SVB onder voorwaarden
mogelijk is om het recht op kinderbijslag met één jaar terugwerkende kracht vast te
stellen waardoor ook het recht op het kindgebonden budget met één jaar terugwerkende
kracht wordt toegekend.
De praktijk laat zien dat het wisselen van aanvrager met terugwerkende kracht niet
vaak plaatsvindt. Voor de SVB is deze bevinding aanleiding om opnieuw te kijken naar
de huidige beleidsregels omtrent terugwerkende kracht van de kinderbijslag, met daarbij
oog voor de effecten op het kindgebonden budget en de uitvoering. De uitkomst kan
mogelijk een verdere verbetering opleveren voor de mogelijkheid om de kinderbijslag
van aanvrager te wisselen waarmee de Belastingdienst/Toeslagen het kindgebonden budget
met terugwerkende kracht kan toekennen. Deze heroverweging wordt zo mogelijk dit jaar
afgerond. De verbeterde informatievoorziening maakt het voor ouders makkelijker om
direct bij de aanvang van het co-ouderschap de juiste keuze te maken. Het zal hierdoor
naar verwachting minder vaak nodig zijn om met terugwerkende kracht van aanvrager
te wisselen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid