Brief regering : Verslag Raad voor Concurrentievermogen 26 en 27 september 2019
21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen
Nr. 467
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 oktober 2019
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW),
het verslag aan van de Raad voor Concurrentievermogen van 26 en 27 september 2019.
De Raad bestond uit de onderdelen interne markt en industrie, en onderzoek.
Op 26 september is gesproken over de interne markt en industrie. Er is tijdens de
Competitiveness check-up en het daaropvolgende beleidsdebat gesproken over een rapport met als titel «Ontwikkeling
van onze economische basis: een visie voor een langetermijnstrategie voor duurzame
groei». Onder de diversenpunten heeft de Commissie een update gegeven over de batterij-alliantie,
het voorzitterschap heeft de stand van zaken rondom het dossier Real Drive Emissions
(RDE) gemeld en Tsjechië en Duitsland hebben gesproken over de SME-Envoy bijeenkomst
die in september plaatsvond in Tsjechië. Tijdens de besloten informele lunch is in
aanwezigheid van vice-president Katainen en vice-president van de Europese Investeringsbank
(EIB) Alexander Stubb gesproken over de financiering van duurzame innovatie en het
belang van een goede mix van publiek-private financiering voor de energietransitie.
Op 27 september is ook tijdens het onderzoeksdeel gesproken over het rapport van het
Voorzitterschap. Daarnaast is gesproken over Horizon Europe en synergiën met andere
Europese programma’s. Tijdens de besloten informele lunch is gesproken over de vanuit
Horizon Europe beoogde bijdrage aan Klimaat (35%). Ministers en de Europese Commissie
beaamden alom het belang van onderzoek en innovatie voor het behalen van de Parijsdoelstellingen
en de voorziene Green Deal-portefeuille van vicevoorzitter Timmermans van de Europese
Commissie.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Verslag Raad voor Concurrentievermogen 26 en 27 september 2019
Op 26 september is tijdens het onderdeel interne markt en industrie gesproken over
het rapport «Ontwikkeling van onze economische basis: een visie voor een langetermijnstrategie
voor duurzame groei» dat het Finse voorzitterschap heeft opgesteld. Commissaris Bieńkowska
gaf onder de «Competitiveness check-up» een korte presentatie over het concurrentievermogen
van de EU. In haar interventie legde ze de nadruk op internationale concurrentiekracht
in het licht van digitalisering en de klimaattransitie. Commissaris Bieńkowska gaf
aan dat de EU voor grote uitdagingen staat, zoals technologische ontwikkelingen, de
omschakeling naar klimaatneutrale economie, handelsconflicten en onzekere toegang
tot strategische grondstoffen. Ze ziet oplossingen in een beter functionerende interne
markt, de nieuwe strategie voor het industriebeleid, het sluiten van handelsverdragen
en de hervorming van de Wereldhandelsorganisatie (WTO).
Alle lidstaten spraken steun uit voor het rapport van het voorzitterschap. Het rapport
wordt gezien als een goede basis voor een ambitieuze industriestrategie die de EU
leidend kan maken in de digitalisering- en klimaattransitie waar we voor staan. De
integrale aanpak, waarbij de thema’s interne markt, industrie, digitalisering, duurzaamheid,
klimaat en de externe dimensie in samenhang worden behandeld, wordt gesteund. Het
rapport zal naar de Commissie worden gestuurd en moet richting geven aan de agenda
van de nieuwe Commissie voor de komende vijf jaar. De premier van Finland zal tijdens
de Europese Raad op 17 en 18 oktober zijn collega’s informeren over dit rapport.
Veel lidstaten spraken over internationale handel, een gelijk speelveld en mededinging.
Een aantal lidstaten vroeg om nieuwe regels en verruiming van de staatsteunkaders
om meer subsidies aan bedrijven te kunnen geven. De meeste lidstaten pleitten ervoor
om de WTO te hervormen. Andere lidstaten gaven aan dat dit te lang gaat duren en willen
meer handelsdefensieve maatregelen inzetten. Een groot aantal lidstaten gaf aan uit
te kijken naar de nieuwe langetermijnstrategie voor het industriebeleid die de Commissie
zal presenteren. Lidstaten gaven aan dat in die strategie innovatie, strategische
waardeketens en grondstoffen moeten worden opgenomen. De lidstaten spraken over het
belang van een raamwerk voor kunstmatige intelligentie, investeren in digitale innovatie
en in vaardigheden. Dit is van belang voor de digitale transitie. Een aantal lidstaten
wil dat er rekening wordt gehouden met economische, sociale en geografische omstandigheden
bij de klimaattransitie. Ze willen toegang tot financiële instrumenten om de transitie
te faciliteren. Lidstaten gaven aan dat de interne markt integraal onderdeel moet
zijn van een duurzame groeiagenda. De interne markt moet worden versterkt en lidstaten
gaven aan dat inzet van het Europees Semester, monitoring, uniforme handhaving en
implementatie, betere regelgeving op basis van feitelijke behoefte van ondernemers,
toegang tot financiering voor het mkb en verder in te zetten op diensten daarvoor
belangrijk zijn.
Nederland heeft het belang van open markten benadrukt en onderstreept dat hervorming
van mededingingsregels op basis van feiten moet plaatsvinden. Een gelijk speelveld
is belangrijk, mondiaal en in Europa, en staatssteun mag niet verstorend werken in
de interne markt. Nederland heeft onder andere het belang benadrukt van een krachtige
agenda ter verbetering van de interne markt en om oneerlijke concurrentie op de interne
markt aan te pakken, bijvoorbeeld als die wordt veroorzaakt door bedrijven die staatssteun
uit derde landen ontvangen. Nederland ziet mogelijkheden dit laatste te adresseren
door voort te bouwen op het huidige onafhankelijke mededingings- en staatssteunkader
en zal hierover het gesprek met de Europese Commissie en diverse lidstaten voortzetten.
Nederland heeft aangegeven dat de nieuwe industriestrategie missiegedreven moet zijn.
Ten aanzien van digitaal beleid heeft Nederland benadrukt dat datadelen tussen bedrijven
moet plaatsvinden op vrijwillige basis, maar dat het moet kunnen worden verplicht
als dat nodig is. Tot slot heeft Nederland aangegeven dat het in het voorzitterschapsrapport
graag wat meer concrete voorstellen had gezien om de interne markt verder te verbeteren.
Dan kan door het concreet en ambitieus opvolgen van de Raadsconclusies interne markt
die tijdens de Raad voor Concurrentievermogen van 27 en 28 mei 2019 zijn aangenomen
(Kamerstuk 21 501-30, nr. 461).
Op 27 september is tijdens het eerste beleidsdebat van het onderdeel onderzoek ook
gesproken over het voorzitterschapsrapport. Met betrekking tot onderzoek en innovatie
gaf de Europese Commissie aan dat dit de basis is voor het versterken van het concurrentievermogen
en duurzame groei. Onderzoek en innovatie, met als leidraad excellentie en impact,
staan daarmee ook aan de basis van de EU Green Deal die de aanstaande Commissievoorzitter
Ursula von der Leyen voor ogen staat. Veel lidstaten refereerden aan de maatschappelijke
uitdagingen met expliciete aandacht voor de klimaat en energie transities en digitalisering
waar onderzoek en innovatie een bijdrage aan leveren.
Het belang van onderzoek en innovatie om de doelstellingen van Parijs en de nog vorm
te geven EU Green Deal te bereiken werd door alle lidstaten onderstreept. Een deel
van de lidstaten steunde expliciet het belang van excellentie en impact, en aandacht
voor alle wetenschappelijke disciplines. Er waren ook enkele lidstaten die daarin
het belang van geografische spreiding van financiële middelen wederom naar voren brachten.
Verder werd breed aandacht gevraagd om naast top-down sturing ook aandacht te hebben voor bottom-up fundamenteel onderzoek, voor sectoroverschrijdend onderzoek en voor sociale- en geesteswetenschappen.
Hierbij is samenwerking over lands-en regiogrenzen heen belangrijk, alsmede aandacht
voor het circuleren van kennis om op die manier een breed gedragen onderzoeks-en innovatie
inzet te hebben. Naast samenwerking tussen lidstaten dient er ook voldoende ruimte
te zijn voor publiek-private samenwerking, zowel met grote bedrijven als met het mkb.
Tijdens het debat werd duidelijk dat de aandacht die Horizon Europe geeft aan klimaat-gerelateerd
onderzoek en innovatie belangrijk is voor duurzame groei.1 Ook Nederland onderschreef deze lijn.
Horizon Europe: synergiën met andere programma’s
Beleidsdebat
Het tweede beleidsdebat op 27 september, onderdeel onderzoek, ging over synergie tussen
Horizon Europe en andere EU-programma’s. In de Horizon Europe verordening wordt op
hoofdlijnen opgenomen wat de mogelijke synergiën zijn met andere programma’s. De tekst
daarvoor is, zoals ook is beschreven in de appreciatie van het Horizon Europe akkoord,
nog niet opgenomen in dat akkoord, omdat de discussie over synergiën samenhangt met
de (destijds) nog lopende onderhandelingen over de andere EU-programma’s.2 Dit beleidsdebat gaf richting aan de onderhandelingen over de nog vast te leggen
tekst van de Verordening over synergiën. De discussievragen richtten zich voornamelijk
op welke Europese mechanismen nodig zijn om synergie mogelijk te maken, en hoe lidstaten
daar aan kunnen bijdragen. Beide vragen hadden een specifieke focus op de Europese
Structuur- en Investeringsfondsen (ESI-fondsen).
Eurocommissaris Carlos Moedas opende het debat door aan te geven dat er belangrijke
stappen zijn gezet om synergie mogelijk te maken. De Seal of Excellence, waarbij projecten
die in Horizon 2020 zijn geëvalueerd als excellent, maar waar geen financiering voor
beschikbaar is, kunnen alsnog gefinancierd worden via nationale middelen of de ESI-fondsen.
Dit is een belangrijke stap geweest om synergie mogelijk te maken. Een volgende stap
is om het combineren van fondsen beter mogelijk te maken.
De lidstaten richtten zich in hun bijdragen op een aantal thema’s. Het belang van
informatievoorziening over mogelijkheden voor synergie werd door verschillende lidstaten
benadrukt. Op Europees niveau is het nodig dat de administratieve lasten zo laag mogelijk
zijn en regels voor deelname van verschillende programma’s goed op elkaar zijn afgestemd.
De staatssteunregels belemmeren nu nog de mogelijkheden voor synergie door middel
van de Seal of Excellence. Het wordt daarom als positief ervaren dat de Commissie
dat nu aanpakt in de herziening van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening voor
Staatssteun. De Seal of Excellence zelf wordt gezien als een goed middel voor synergie.
Daarnaast vinden lidstaten het van belang dat er gekeken wordt naar synergie met Erasmus+,
om zo onderzoek, innovatie en onderwijs beter met elkaar te verbinden. De Europese
Universiteitsnetwerken kunnen hier een rol in spelen.
Nederland heeft geïntervenieerd langs de lijnen in de Geannoteerde Agenda, het belang
van synergie tussen EU-programma’s benadrukt, en aandacht gevraagd voor goede implementatie.
Naast synergie met de Europese Structuur-en Investeringsfondsen en de bijdrage die
deze synergiën kunnen leveren aan het verkleinen van de innovatiekloof, heeft Nederland
benadrukt dat ook programma’s als Erasmus+, Digital Europe en het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid complementair kunnen zijn aan Horizon Europe, en daarom potentie hebben
voor synergie.
Diversenpunten
Verordening voor typegoedkeuring van voertuigen (Euro 5 en 6)
Het voorzitterschap informeerde lidstaten over de stand van zaken rondom het voorstel
tot herziening van de verordening voor typegoedkeuringseisen3, dat door een Hofuitspraak in februari van dit jaar opnieuw wordt behandeld via de
gewone wetgevingsprocedure. De Commissie benadrukte dat het belangrijk is om dit voorstel
zo snel mogelijk af te ronden om te zorgen voor juridische zekerheid voor de industrie.
De Commissie gaf daarbij aan dat het Hof geen uitspraak heeft gedaan over de onderbouwing
van de conformiteitsfactoren.
Lidstaten onderstreepten het belang om het voorstel zo snel mogelijk af te ronden,
waarbij een aantal lidstaten aangaf de huidige conformiteitsfactorrente te willen
behouden om de industrie meer tijd te geven om zich aan te passen. Nederland heeft
aangegeven dat de laatste wetenschappelijke gegevens aantonen dat de conformiteitsfactoren
omlaag kunnen. De gezondheid van burgers is prioriteit voor het kabinet en de kans
om te zorgen dat we voertuigemissies dichter bij de huidige limietwaarden komen kunnen
we niet laten liggen. Een aantal lidstaten heeft Nederland daarin gesteund. Dit voorstel
is als diversenpunt ook op de Milieuraad van 4 oktober jl. geagendeerd.
SME Envoy Network
Een aantal lidstaten vroeg om een herziening van het mkb-beleid en om de verschillende
Europese mkb-definities die nu bestaan te stroomlijnen. De verschillen in definities
zorgen volgens die lidstaten momenteel voor verwarring en problemen voor ondernemers
en het mkb. Hierover is gesproken tijdens de laatste vergadering van het SME Envoy network. De Commissie gaf tijdens de RvC aan bezig te zijn met een analyse en zal dit meenemen
in de nieuwe mkb-strategie.
European Battery Alliance
Commissaris Šefčovič heeft een toelichting gegeven van het belang van batterijen voor
de energietransitie, de noodzakelijke omschakeling van de industrie en goede initiatieven
die er al zijn in lidstaten op het gebied van samenwerking en onderzoek. De Commissie
gaf aan dat de European Battery Alliance (EBA) een succes is en dat ze hierop zal blijven inzetten. Duitsland zal tijdens
haar voorzitterschap in de tweede helft van 2020 een congres over batterijen organiseren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat