Brief regering : Voorhangbrief prestatie ‘coördinatiefunctie verblijf’
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 452
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Ontvangen ter Griffie op 14 oktober 2019.
Het besluit tot het doen van een aanwijzing kan niet eerder worden genomen dan op
14 november 2019.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 oktober 2019
In april 2018 heb ik de Tweede Kamer der Staten-Generaal geïnformeerd over de stand
van zaken inzake regionale coördinatiefuncties tijdelijk verblijf en aangegeven de
mogelijkheden voor een andere bekostiging te laten verkennen door de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa) (Kamerstuk 31 765, nr. 316). Met deze brief informeer ik u over de verkenning en daaruit voortgekomen ontwikkelingen
in het afgelopen jaar. Hiermee voldoe ik aan de toezegging van mijn collega Minister
van VWS, gedaan tijdens het Algemeen Overleg Wijkverpleging op 11 september 2019 (Kamerstuk
23 235, nr. 185), uw Kamer te informeren over de financiering van de regionale coördinatiefuncties
tijdelijk verblijf.
Daarnaast bevat deze brief de zakelijke inhoud van de aanwijzing die ik van plan ben
aan de NZa te geven om de coördinatiefunctie verblijf ook in rekening te kunnen laten
brengen als afzonderlijke prestatie naast de bestaande prestaties voor eerstelijnsverblijf.
Over de werking en inhoudelijke doorontwikkeling van de regionale coördinatiefuncties
heeft mijn collega Minister van VWS u geïnformeerd in de voortgangsrapportage van
het Programma Langer Thuis1.
Verkenning bekostiging regionale coördinatiefunctie tijdelijk verblijf
De aanleiding voor de verkenning is dat veldpartijen de bekostiging van de regionale
coördinatiefuncties tijdelijk verblijf enkel via de tarieven en bestaande prestaties
eerstelijnsverblijf (ELV) als te complex en versnipperd in de uitvoering ervaren.
Daarnaast is het op dit moment niet inzichtelijk welk deel van de vergoeding binnen
het tarief specifiek is afgesproken voor de regionale coördinatiefunctie, omdat er
tot nu toe geen aparte prestatie is voor de coördinatiefunctie verblijf. Veldpartijen
geven de voorkeur aan domeinoverstijgende lumpsumbekostiging.
De NZa heeft in juni 2018 de resultaten van de verkenning gepubliceerd2. De NZa geeft daarin aan dat de plaatsbepaling van de coördinatiefuncties voor tijdelijk
verblijf in het geheel van zorgverlening onvoldoende duidelijk is. Daarnaast ontbrak
een afbakening van de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van coördinatiefuncties
voor tijdelijk verblijf. De NZa stelt dat eerst de functionaliteiten van een coördinatiefunctie
duidelijk moeten zijn, voordat tot een passende bekostiging voor de coördinatiefunctie
tijdelijk verblijf gekomen kan worden. Door de onduidelijke plaatsbepaling en het
ontbreken van duidelijke functionaliteiten op het moment van de verkenning, kon namelijk
niet bepaald worden in welke mate er sprake is van zorgverlening door de coördinatiefunctie
en hoe bekostiging van de coördinatiefuncties in de systematiek van de Wmg-bekostiging
kan worden geplaatst. De NZa heeft daarom alleen op hoofdlijnen bekostigingsopties
geschetst.
VWS heeft daarop met Zorgverzekeraars Nederland (ZN) overleg georganiseerd met alle
betrokken brancheorganisaties (ActiZ, Verenso, LHV, InEen, V&VN, NVZ, ZorgthuisNL
en VNG) met als doel consensus te bereiken over de functionaliteiten van de regionale
coördinatiefuncties tijdelijk verblijf en het pad hoe daar te komen. Partijen waren
het eens over de volgende functionaliteiten waarover een coördinatiefunctie zou moeten
beschikken: beoordeling van de zorgbehoefte (triage), inzicht in beschikbare capaciteit
(24/7), afspraken over bereikbaarheid en toeleiding van zorg, evaluatie en monitoring.
Vervolgens hebben ZN en ActiZ het voortouw genomen de minimaal gewenste invulling
van de functionaliteiten te beschrijven, inclusief bevoegdheden en verantwoordelijkheden,
in afstemming met LHV en Verenso. Medio april 2019 is de beschrijving van de functionaliteiten3 naar alle betrokken partijen verstuurd.
Er zijn vier functionaliteiten beschreven waaraan de functie minimaal moet voldoen:
1. Triage conform de omschrijving van het afwegingsinstrument voor opname eerstelijnsverblijf
2.04, waarbij relevante kennis en vaardigheden beschikbaar moeten zijn en er minimaal
7 dagen per week tot 22.00 uur toegang is tot intercollegiaal consult van de specialist
ouderengeneeskunde;
2. 24/7 bereikbaarheid en inzicht in beschikbare capaciteit, waarbij er 3 opties gegeven
worden voor de invulling hiervan en met de notie dat de gekozen regionale infrastructuur
geschikt moet zijn voor toekomstige verbreding naar andere zorgvormen;
3. Monitoring en evaluatie functioneren regionale coördinatiefunctie, op gestructureerde
wijze met betrokkenheid van verwijzers en andere gebruikers en periodieke communicatie
over de ontwikkeling en voortgang van de coördinatiefunctie;
4. Kwaliteit- en effectmeting regionale coördinatiefunctie, onder verantwoordelijkheid
van betreffende zorgaanbieder en zorgverzekeraar en met deelname van verwijzers.
Met deze beschrijving wordt transparant en uniform wat de samenhangende taken en verantwoordelijkheden
van de regionale coördinatiefuncties zijn. Het Zorginstituut ziet de beschreven functionaliteiten
van de regionale coördinatiefunctie als verzekerde zorg. Hiermee wordt het mogelijk
een prestatiebeschrijving te maken ten behoeve van de bekostiging van de coördinatiefunctie
verblijf, waardoor een uitvoerder van de coördinatiefunctie de geleverde prestatie
in rekening kan brengen bij een zorgverzekeraar. Veldpartijen geven de voorkeur aan
lumpsumbekostiging (zonder directe toerekening van de kosten naar de verzekerde).
Een verkenning naar de mogelijkheden daartoe is nog niet afgerond. Veldpartijen hebben
aangegeven graag een tussenoplossing voor de korte termijn te willen, dus per 2020.
Ik geef hier graag gehoor aan.
Prestatie coördinatiefunctie verblijf
Door onderscheid te maken in de te declareren prestaties tussen de directe zorg ten
behoeve van de patiënt binnen het eerstelijnsverblijf en de coördinatie ervan ten
behoeve van zorgverleners wordt de transparantie bevorderd en is het voor zorgverzekeraars
mogelijk congruent te handelen bij de inkoop en bekostiging van die coördinatiefunctie.
De organisatie en inrichting van de coördinatiefuncties tijdelijk verblijf in de verschillende
regio’s is zo divers en nog in ontwikkeling dat er thans geen mogelijkheid bestaat
om een kostenberekening te maken voor een uniform tarief dat dekking geeft aan redelijke
kosten van een coördinatiefunctie. De prestatie kent daarom een vrij tarief, waardoor
recht kan worden gedaan aan de regionale verschillen.
De prestatie kent een contractvereiste tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar, aangezien
het hier geen directe toegang van de patiënt tot de coördinatiefunctie betreft en
de prestatie alleen aan een zorgverzekeraar in rekening wordt gebracht. De coördinatiefunctie
is een dienst ten behoeve van betrokken zorgverleners en zorgaanbieders in het belang
van goede zorg voor de patiënt, ingebed in de regionale afspraken tussen betrokken
zorgpartijen.
Met deze oplossing wordt transparante bekostiging van de coördinatiefunctie verblijf
beoogd, waarbij voldoende ruimte is om recht te doen aan de regionaal overeengekomen
vorm en inhoud van de gemaakte afspraken. De coördinatiefunctie tijdelijk verblijf
wordt nu nog bekostigd met een opslag op het tarief van de prestaties eerstelijnsverblijf.
Als er door de NZa op grond van de voorgenomen aanwijzing een prestatiebeschrijving
is vastgesteld voor de coördinatiefunctie verblijf, kan de functie ook worden bekostigd
uit de inkomsten uit de voor die prestatie in rekening gebrachte tarieven.
Met de vaststelling van een prestatiebeschrijving voor de coördinatiefunctie verblijf
op basis van de veldnorm ontstaat duidelijkheid over de inhoud van die functie voor
zorgaanbieder, zorgverzekeraar, verzekerde en coördinatiefunctie. Dit betekent dat
de bestaande afspraken aan die uniformiteit moeten worden aangepast. De zorgverzekeraars
en uitvoerders kunnen daar in 2020 naar toe werken.
Doorontwikkeling
De voorgenomen aanwijzing richt zich in eerste instantie op het in rekening brengen
van een prestatie voor de coördinatiefunctie verblijf naast de bestaande prestaties
voor eerstelijnsverblijf. Afhankelijk van bovengenoemde verkenning wordt op termijn
geanalyseerd of de prestatie coördinatiefunctie verblijf in de bekostiging ook tot
andere vormen van verblijf, bijvoorbeeld geriatrische revalidatiezorg of Wlz-crisiszorg,
kan worden uitgebreid. In de aanwijzing zal daar rekening mee gehouden worden.
Zakelijke inhoud van de aanwijzing
Deze paragraaf bevat de zakelijke inhoud van de voorgenomen aanwijzing, die op grond
van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) aan de NZa gegeven wordt.
Met deze aanwijzing zal ik de NZa opdragen om een of meer prestaties vast te stellen
ten behoeve van het in rekening brengen van tarieven voor de uitvoering van de coördinatiefunctie
verblijf. Voor deze prestaties geldt een vrij tarief met een contractvereiste. De
aanwijzing beperkt zich in eerste instantie tot de bekostiging van coördinatie via
de regelgeving van het eerstelijnsverblijf. De aanwijzing zal erin voorzien dat de
coördinatiefunctie bij brief ook tot andere vormen van verblijf in de bekostiging
kan worden uitgebreid.
Overeenkomst artikel 8 van die wet zal tot het geven van de aanwijzing niet eerder
worden overgegaan dan nadat dertig dagen zijn verstreken na verzending van deze brief.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg