Brief regering : Reactie op de gewijzigde motie van het lid Raemakers over het beleid inzake de bestrijding van chronische pijn (Kamerstuk 29689-1007)
29 689 Herziening Zorgstelsel
Nr. 1027
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2019
Uw Kamer heeft mij met de aangenomen gewijzigde motie van 4 juli 2019 (Kamerstuk 29 689, nr. 1014) gevraagd uw Kamer te informeren over het beleid en de visie van de regering inzake
de bestrijding van chronische pijn, met daarin onder andere beschreven welke onderzoeksprogramma’s
naar pijn er lopen of gelopen hebben, wat de resultaten zijn, hoe de ontwikkeling
van pijnkenniscentra verloopt en wat de actuele voortgang is van de kwaliteitsstandaard
voor goede zorg rondom chronische pijn. Onderstaand geef ik hierop mijn reactie.
Algemeen
Pijn kan enorme impact op iemands leven hebben. Het is daarom van groot belang dat
een «state of the art» behandeling van pijn kan plaatsvinden. Begin jaren 90 van de
vorige eeuw werd geconstateerd dat de pijnbehandeling duidelijk te wensen over liet.
De multidisciplinaire aard van pijnbehandeling zonder dominante disciplines die als
trekker konden optreden en het gegeven dat pijnbehandeling meestal een onderdeel was
van een andere behandeling, maakte het geven van een langdurige kennisimpuls aan pijnbehandeling
destijds noodzakelijk. Hoewel het nu niet meer zichtbaar is in een afgebakend initiatief,
zoals een onderzoeksprogramma pijn, wordt er vanuit de verschillende onderzoeksprogramma’s
aan gewerkt om de geconstateerde kennislacunes op te heffen.
Pijnkenniscentra (PKC's)
Sinds 1994 heeft Nederland vier pijnkenniscentra die bij de universitair medische
centra van Rotterdam, Maastricht, Nijmegen en Groningen ondergebracht zijn. Die pijnkenniscentra
hebben globaal een tweetal taken: wetenschappelijk onderzoek naar pijn en implementatie
van ontwikkelde kennis. De reden van de oprichting van de pijnkenniscentra was dat
pijn destijds een onderbelicht fenomeen was.
Huidige rol umc’s
Zoals ik in mijn recente brief over de maatschappelijke rol van umc’s heb aangegeven
(Kamerstuk 33 278, nr. 8), mag van hen verwacht worden dat zij een voortrekkende rol nemen, ook als het gaat
om het onderwerp pijn. Het veilig stellen van de opbrengst van ruim een decennium
ondersteuning van pijnkenniscentra reken ik daartoe. De specifieke financiering door
middel van de Beschikbaarheidbijdrage Academische Zorg (BBAZ) stel ik voor het uitvoeren
van deze publieke functies beschikbaar.
Ontwikkelcentra pijnrevalidatie
Begin 2004 is op grond van artikel 8 Wet op bijzondere medische verrichtingen (WBMV)
de «Beleidsvisie inzake pijnrevalidatie en revalidatietechnologie» gepubliceerd. Op
grond van deze beleidsvisie zijn in eerste instantie 3 revalidatiecentra als ontwikkelcentrum
voor pijnrevalidatie aangewezen, later gevolgd door een vierde centrum. De oorspronkelijke
aanwijzing gold voor de periode 2004–2005 en is tot tweemaal toe met een jaar verlengd.
Doel van deze aanwijzing was het versneld opbouwen van kennis en ervaring met betrekking
tot complexe pijnklachten en de overdracht van deze kennis naar andere revalidatiecentra,
en naar de eerste- en tweedelijns gezondheidszorg.
Zorgstandaard Chronische Pijn
De Zorgstandaard Chronische Pijn beschrijft vanuit het perspectief van de patiënt
wat goede zorg is bij chronische pijn, hoe deze zorg het beste georganiseerd kan worden
en hoe te voorkomen dat acute pijn chronische pijn wordt. Zorginstituut Nederland
heeft deze zorgstandaard op de meerjarenagenda geplaatst met het doel dit kwaliteitsinstrument
door te ontwikkelen en autorisatie na te streven.1 In juli 2014 is de projectgroep Zorgstandaard Chronische Pijn gestart. De zorgstandaard
Chronische Pijn zit in de fase van goedkeuring door de deelnemende wetenschappelijke
verenigingen (autorisatiefase). De zorgstandaard Chronische Pijn is niet geautoriseerd
door de NHG en Nederlandse Vereniging van Anesthesiologie. Het Zorginstituut helpt
momenteel bij het alsnog autoriseren van de zorgstandaard en kan zo nodig met doorzettingsmacht
interveniëren.
Health Deal chronische pijn
Binnen deze Health Deal willen de aangesloten partijen zinnige, zuinige en excellente
pijnzorg aan chronische pijnpatiënten leveren. Dit doen zij door het invoeren van
een nieuwe aanpak waarmee de kwaliteit en efficiëntie van de behandeling van chronische
pijnpatiënten verbetert. De Health Deal2 is ondertekend door Samenwerkingsverband Pijnpatiënten naar één stem, CIR, de Vogellanden,
Realhealth, Sint Maartenskliniek, Radboudumc, Pijncentrum UMCG, Aratame Health, Diakonessenhuis,
Landelijk Netwerk Oefentherapeuten Chronische Pijn, VUmc, Zilveren Kruis, HINQ, Happy
Motion, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Economische
Zaken en Klimaat. Om het doel van deze Health Deal te realiseren wordt door deze partijen
samengewerkt aan de hand van de volgende drie actielijnen: a) Regionale living labs
(proeftuinen); b) E-health toepassingen; c) Wetenschappelijk onderzoek.
Pijn in eerder en lopend onderzoek van ZonMW
Na publicatie van het advies «Stimulering van pijnonderzoek» door de Raad voor Gezondheidsonderzoek
(RGO) in 1991 zijn bij de voorganger van ZonMw (MW-NWO) verschillende onderzoeksprogramma’s
rond pijn gestart.
Het Programma Pijn 1 liep van 1993 tot 1999 en het Programma Pijn 2 liep van 2000–2001.
Na publicatie van het advies «Pijnonderzoek» door de RGO in 2001 is het programma
Pijn 3 gestart dat van 2002 tot 2004 liep.
Op dit moment is er geen onderzoeksprogramma dat zich exclusief richt op pijn. Binnen
de onderzoeksprogramma’s van ZonMw zijn er echter vele onderzoeken gestart met pijn
als centraal onderwerp. Ik noem enkele voorbeelden ter illustratie.
Binnen het onderzoeksprogramma Kennisbeleid Kwaliteit Curatieve Zorg (KKCZ); het onderzoeksprogramma
Kennisbeleid Kwaliteit Curatieve Zorg (KKCZ) liep van 2006–2011 en had een budget
van € 13,5 miljoen.
• Herkenning en behandeling van pijn bij kwetsbare ouderen3
Binnen het Innovatieprogramma Revalidatie; het Innovatieprogramma Revalidatie liep
van 2009–2011 en had een budget van € 6 miljoen:
• Behandeling van neuropatische pijn bij dwarslaesie patiënten: een haalbaarheidsstudie
naar het gebruik van percutane (elektrische) neurostimulatie4
• Acceptance & Commitment Therapie (ACT) op afstand5
Binnen het onderzoeksprogramma Palliantie; het onderzoeksprogramma Palliantie loopt
van 2014 tot 2020 en heeft een budget van € 51 miljoen:
• Onderzoek «Vermindering van pijn bij kinderen met kanker door gebruik van een pijnmonitor
via het internet»6
• Opioïdrotatie ter vermindering van bijwerkingen en verbetering van pijn bij individuele
patiënten met kanker: onderbouwing van omrekenfactoren en bestudering van de rol van
farmacogenetische heterogeniteit7
Binnen het onderzoeksprogramma Doelmatigheidsonderzoek; het onderzoekprogramma Doelmatigheidsonderzoek
loopt van 2000 tot 2021; in 2017 heeft het Ministerie van VWS ruim 30 miljoen euro
beschikbaar gesteld om dit programma te verlengen voor de periode 2019 tot en met
2021:
• Exercise therapy for patellofemoral pain syndrome: a randomised clinical trial in
general practice and sports medicine8
• PINE: Prevention by epidural Injection of postherpetic Neuralgia in the Elderly9
Binnen het onderzoeksprogramma «Goed gebruik geneesmiddelen»; het onderzoeksprogramma
«Goed gebruik geneesmiddelen» loopt van 2011 tot 2021 en heeft een budget van € 91
miljoen.
• Onderzoek «Optimalisatie van de zorg voor verpleeghuisbewoners met pijn»10;
• Duloxetine for chronic osteoarthritis pain; an important alternative11
Binnen het internationale onderzoeksprogramma «Active and Assisted Living (AAL2)»;
het internationale onderzoeksprogramma «Active and Assisted Living (AAL2) loopt van
2014 tot 2024 en heeft een budget van € 21,5 miljoen:
• Onderzoek «ActiVITAE – Vibro-tactile VNS to alleviate geriatric chronic pain»12;
Bovengenoemde voorbeelden illustreren dat het onderwerp pijn binnen het onderzoekslandschap
nog steeds een belangrijk onderwerp is.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg