Brief regering : Maatschappelijk verantwoorde incasso
24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting
Nr. 496
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2019
Zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde incasso is belangrijk om te voorkomen
dat mensen met (problematische) schulden verder in de problemen raken. Het kabinet
geeft hier in het verlengde van de Rijksincassovisie met de «Brede Schuldenaanpak»
prioriteit aan. Waar het gaat om boetes zet ik mij hiervoor in. Het is essentieel
dat de tenuitvoerlegging van sancties snel, zeker en persoonsgericht wordt uitgevoerd.
Een element van de persoonsgerichte tenuitvoerlegging is dat de inning van de geldelijke
sancties op een maatschappelijk verantwoorde manier gebeurt. Voor de geloofwaardigheid
van de sanctietoepassing is het van belang dat boetes daadwerkelijk betaald worden,
maar een onverkorte inning van geldelijke sancties moet niet tot schrijnende situaties
leiden. Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) heeft deze belangen verenigd
en verankerd in zijn inning- en incassopraktijk. Dat heeft inmiddels de eerste vruchten
afgeworpen. In deze brief informeer ik u hierover.
Stijging betalingsregelingen
Een betalingsregeling maakt het mogelijk dat mensen niet in één keer een groot bedrag
hoeven te betalen, waarmee verhogingen kunnen worden voorkomen.
De mogelijkheid voor betalingsregelingen voor verkeersboetes op grond van de Wet Administratiefrechtelijke
handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) is sinds begin 2018 bij wet geregeld. De ondergrens
voor het betalen in termijnen voor geldboetes (zowel Wahv-sancties als strafrechtelijke
boetes) is dit jaar verder verlaagd van 225,– euro naar 75,– euro. Dit heeft sindsdien
geleid tot een behoorlijke stijging van het aantal getroffen betalingsregelingen.
De verwachting is dat in 2019 het aantal betalingsregelingen ten opzichte van 2017
fors zal toenemen met circa 42% (van 165.000 naar 235.000 zaken). Het betalingsregelingenbeleid
lijkt daarmee in een behoefte te voorzien.
Afname inzet gerechtsdeurwaarder
Naast de toename van het aantal getroffen betalingsregelingen constateer ik tegelijkertijd
dat het aantal Wahv-zaken dat het CJIB ter incasso aan de gerechtsdeurwaarder aanbiedt
fors is afgenomen, terwijl het aantal opgelegde verkeersboetes hoger is dan in 2015.1 Het betreft in de jaren 2014 tot 2018 een afname van circa 37% (van ruim 258.000
naar ruim 162.000). Voor de schuldenaar betekent dit dat zijn verkeersboete niet verder
wordt verhoogd met de kosten die zijn verbonden aan de inzet van een gerechtsdeurwaarder.
Ik vind dit een positieve ontwikkeling en zal deze trend verder monitoren en analyseren.
Onderzoek naar betaalprofielen
Het CJIB werkt momenteel met het zogenoemde kwadrantenmodel. Dit is een denkmodel
op basis waarvan verschillende groepen debiteuren op een effectieve en maatschappelijk
verantwoorde wijze benaderd en gestimuleerd kunnen worden om tot betaling van de vordering
over te gaan. Aan uw Kamer is de toezegging gedaan om nader onderzoek te doen naar
een bredere toepassing van het kwadrantenmodel.2 Hiervoor heb ik onderzoek laten doen naar het gebruik van betaalprofielen in zowel
de publieke als private sector.3 Dit onderzoek is afgerond en treft u als bijlage bij deze brief4.
De onderzoekers constateren dat het breder inzetten van betaalprofielen een belangrijke
stap is in zowel resultaatgericht als maatschappelijk verantwoord innen van uitstaande
vorderingen. Een betaalprofiel kan een nuttig instrument zijn om een schuldenaar met
bijvoorbeeld financiële problemen te identificeren en te voorkomen dat zijn schulden
door de inning onnodig oplopen. Daarbij kan het tegelijk ook een bijdrage leveren
aan een beter inningsresultaat.
Ik ben verheugd over het positieve beeld dat uit de rapportage naar voren komt. Ik
ben van mening dat de vertaling van een betaalprofiel naar een maatschappelijk verantwoorde
incasso bevorderd moet worden. Zo is het CJIB bezig met de ontwikkeling van betaalprofielen
door middel van pilots. In de pilot Debt Alert wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt
van data-analytics om meerdere vroegsignalen van schulden te herkennen.5 Over de uitkomsten van deze pilots zal ik uw Kamer begin 2020 informeren.
Onderzoek «Innen van verkeersboetes op basis van de Wahv»
Ik heb uw Kamer eerder bericht dat ik het WODC heb gevraagd onderzoek te verrichten
naar de effectiviteit van verhogingen van boetes en betalingsregelingen.6 Het onderzoek neemt meer tijd in beslag dan is voorzien. Het WODC streeft ernaar
het onderzoek begin 2020 te voltooien. Ik wacht dit onderzoek met belangstelling af.
Zodra dit onderzoek gereed is zal ik uw Kamer hierover informeren.
Minnelijke regelingen
In de huidige situatie kan een schuldhulpverlener namens de schuldenaar bij het CJIB
een schuldenregeling aanvragen voor deelname aan een minnelijke schuldenregeling (MSNP).7 Verkeersboetes en andere justitiële vorderingen worden in dit traject meegenomen
zolang deze niet binnen de looptijd van het traject verjaren. Een minnelijke regeling
houdt in dat de schuldenaar een overeenkomst aangaat met zijn verschillende schuldeisers.
Voor de reguliere schulden wordt doorgaans na afloop van de regeling de restschuld
kwijt gescholden.
Een schadevergoedingsmaatregel is tot heden uitgesloten van een minnelijk traject.
Wanneer één van de schuldeisers niet meewerkt komt een regeling niet tot stand. Dit
kan leiden tot volledige betalingsonmacht bij de schuldenaar, waardoor er ook minder
tot niks geïnd wordt voor het slachtoffer. Daarnaast kunnen schulden voor de schuldenaar
onnodig oplopen. Om die reden verken ik de mogelijkheid om het CJIB op dit punt meer
beleidsruimte te geven, onder de voorwaarde dat de restschuld van de strafrechtelijke
sancties blijft staan. Daarmee houd ik oog voor specifieke karakter van de strafrechtelijke
sancties en maatregelen. Ik verwacht uw Kamer hier in het voorjaar van 2020 nader
over te informeren.
Financieel toezicht
Naar aanleiding van de motie Van Nispen (SP) en Van Oosten (VVD) worden de mogelijkheden
van verplicht financieel toezicht in het (jeugd)strafrecht verkend.8
Financieel toezicht draagt eraan bij dat veroordeelden verplichtingen zoals het betalen
van een geldboete of schadevergoeding aan de ene kant nakomen, maar ook beter met
geld leren omgaan om in de toekomst schulden en mogelijk crimineel gedrag te verminderen
dan wel te voorkomen.
Ik heb het WODC gevraagd de mogelijkheden van «financieel toezicht» binnen de huidige
wet- en regelgeving te onderzoeken. In de motie wordt onderbewindstelling als voorwaarde
in een strafrechtelijk kader aangehaald als voorbeeld van financieel toezicht. Over
deze mogelijkheid brengt de Raad voor de Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming
(RSJ) op mijn verzoek advies uit. Daarnaast wordt er in een pilot praktijkervaring
opgedaan met een vorm van financieel toezicht in het kader van schuldhulpverlening.
Deze pilot is 1 juli jongstleden gestart. Ik zal uw Kamer medio 2020 informeren over
de onderzoeksresultaten en de voortgang van de pilot.
Tot slot
Ik geef hoge prioriteit aan een maatschappelijk verantwoorde inning en incasso van
geldelijke sancties. Het CJIB heeft daarin een positieve ontwikkeling doorgemaakt
en gaat daar onverkort mee door.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Indieners
-
Indiener
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming