Brief regering : Resultaten Team Bestrijding Ondermijning (TBO) in het Caribisch deel van het Koninkrijk sinds 2016
35 300 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2020
29 911
Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 14
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2019
Op 17 juni 2019 heb ik uw Kamer per brief1 toegezegd u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, te informeren over
de geleverde inzet en de resultaten van de aanpak van ondermijning, bekend als Team
Bestrijding Ondermijning (TBO) in het Caribisch deel van het Koninkrijk sinds 2016.
Met deze brief doe ik u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, deze
informatie toekomen. Ik baseer mij daarbij op de aan mij beschikbaar gestelde jaarverslagen
en openbare informatie van het Recherche Samenwerkingsteam (RST), het Parket van de
procureur-generaal (hierna: OM) en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (hierna:
Hof).
Inleiding
In het Justitieel Vierpartijen Overleg (JVO) van januari 2015 is besproken dat een
meerjarige, fundamentele, ketenbrede aanpak voor verbetering van de rechtshandhavingsketen
in het Caribisch gebied noodzakelijk is. Onderdeel daarvan was een gedeelde zorg van
de Ministers onder meer naar aanleiding van drie rapporten2
3
4 die een zorgwekkend beeld schetsten over de ondermijningsproblematiek in Sint Maarten.
Ondermijningsproblematiek is een wereldwijd actueel probleem waar ook in Nederland
veel in wordt geïnvesteerd. Mijn ambtsvoorganger heeft hierop, mede naar aanleiding
van de motie van de leden Van Raak en Bosman5, vanuit hoofdstuk IV Koninkrijksrelaties, artikel 1 versterken rechtsstaat, € 22
miljoen voor twee jaar vrijgemaakt waarmee capaciteit werd toegevoegd aan het RST,
het OM en het Hof om deze aanpak mogelijk te maken. Deze operationele samenwerking
op basis van projectfinanciering is bekend komen staan als het TBO en is op 1 januari
2016 operationeel gestart.6
De onderzoeken worden uitgevoerd binnen de autonome bevoegdheden7 van de landen en binnen het gezagsgebied van de procureur-generaal van Curaçao, van
Sint Maarten, en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: PG). Vanwege het onderkende
belang om door te pakken op deze ingeslagen koers is in 2017 gezamenlijk besloten
tot continuering van de inzet tot en met ten minste 2021. Hiervoor is door mijn ambtsvoorganger
vanaf 2018 jaarlijks € 12 miljoen beschikbaar gesteld. Daarmee komt de totale investering
in de ondermijningsaanpak over de jaren 2016–2021 in totaal op € 70 miljoen.
Sinds de start in 2016 zijn enkele tientallen opsporingsonderzoeken verricht naar
de signalen van corruptie en andere vormen van ondermijnende criminaliteit. Hierbij
is geput uit reeds beschikbare informatie van het RST en de lokale diensten.
Algemeen beeld
De onderzoeksresultaten tot nu bevestigen de noodzaak van deze aanpak – en de vermoedens
van verwevenheid tussen boven- en onderwereld. Zo kwamen er snel onderzoeken op gang
naar onder meer politically exposed persons (PEP’s) en naar omvangrijke wederrechtelijk verkregen vermogens. In de onderzoeken
tot op heden zijn verdenkingen van criminele betrokkenheid van onder meer politici,
ambtenaren, belangrijke overheids-NV’s, organisaties in de (semi-)collectieve sector
en private ondernemingen. Het gaat dan om onder meer corruptie, belastingfraude, witwassen,
valsheid in geschrifte, oplichting of verduistering. Door de versterkte inzet is beter
zicht gekregen op corruptie en witwassen in het Caribisch gebied. Daardoor kan er
effectiever worden samengewerkt in het bestrijden van deze vormen van criminaliteit.
De onderzoeken hebben doorgaans een (zware) financieel-economische component en een
grensoverschrijdend karakter. Dat maakt samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk
noodzakelijk. Verbindingen van ondermijnende criminaliteit zijn vastgesteld tussen
de eilanden en tussen het Caribisch deel van het Koninkrijk en Europees Nederland.
De aanwezigheid van de beschikbaar gestelde capaciteit en expertise in de regio wordt
bijvoorbeeld ook door het OM Nederland benut om deze grensoverschrijdende netwerken
op te sporen.
Naast een beter zicht op criminaliteitsstromen, ontsluit deze samenwerking binnen
het Koninkrijk ook wederzijdse toegang tot schaarse expertise en voor de opsporing
waardevolle internationale contacten en samenwerkingsverbanden. De extra capaciteit
wordt ook ingezet om verzoeken om rechtshulp van andere landen uit te voeren. Daarvan
profiteert het Koninkrijk als geheel. In de afgelopen jaren zijn rechtshulpverzoeken
van Europees Nederland, Italië, de VS, El Salvador, Frankrijk, Ecuador, Zwitserland
en Georgië uitgevoerd of in uitvoering.
Resultaten gepleegde inzet
Een groot deel van de opgestarte opsporingsonderzoeken is nog gaande of onder de rechter.
Deze onderzoeken kennen doorgaans ook een lange doorlooptijd. Vanuit het opsporingsbelang
is er daarom voor gekozen in deze uiteenzetting een algemeen beeld te geven van de
gepleegde inzet en de resultaten van de ondermijningsaanpak. Hieronder worden enkele
resultaten uiteengezet, zoals deze zijn op te maken uit de verstrekte jaarverslagen
die tevens in de (regionale) media zijn genoemd.
Sint Maarten
In de haven van Sint Maarten is onderzoek gedaan naar grootschalige fraude. Hierin
zijn voor meerdere miljoenen US dollars aan valse facturen ontdekt. Zeven rechtspersonen
en vijftien natuurlijke personen, waaronder de voormalige CEO van de haven en een
voormalig Statenlid zijn als verdachte aangemerkt en hebben tot veroordelingen in
eerste aanleg geleid.
Er is onderzoek gedaan naar de verdenking dat een voormalig Statenlid betrokken is
geweest bij het verhullen van crimineel vermogen door het weg te sluizen naar Roemenië.
Betrokkene is in de loop van 2019 aangehouden en er is beslag gelegd op vermogensbestanddelen
in zowel Sint Maarten als Roemenië.
Ook is onderzoek gedaan naar de verdenking dat bouwbedrijven via een tussenpersoon
steekpenningen hebben betaald aan een Statenlid. Daarbij zijn meerdere personen en
een rechtspersoon aangemerkt als verdachte. Met de rechtspersoon is een transactie
gesloten; het betreffende bedrijf zal uit eigen vermogen ten bate van de samenleving
van Sint Maarten openbare werken opleveren met een waarde van twee miljoen US dollar.
Tegen de natuurlijke personen, daaronder begrepen een Statenlid, is vervolging ingesteld.
Daarbij is bij elk van hen conservatoir beslag gelegd, dat een waarde heeft van meerdere
miljoenen US dollars.
Bij het Bureau Telecom en Post is onderzoek gedaan naar vastgoedfraude, corruptie
en fraude met verzekeringsuitkeringen, naar aanleiding van schadeclaims als gevolg
van de passage van orkanen Irma en Maria in september 2017. Conservatoir beslag is
gelegd met een waarde van meerdere miljoenen US dollars.
Op de luchthaven van Sint Maarten is vastgesteld dat het hoofd beveiliging van de
luchthaven betrokken was bij het smokkelen van contrabande. De persoon is aangehouden
en in het voorjaar van 2019 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien
maanden en betaling van een bedrag USD 10.000,- aan wederrechtelijk verkregen voordeel
aan het Land Sint Maarten. Het vonnis is inmiddels onherroepelijk. De opsporingsinformatie
is beschikbaar gesteld aan lokale partners ter verbetering van de veiligheid op de
luchthaven van Sint Maarten.
Vermeldenswaardig is het onderzoek dat is voortgekomen uit een rechtshulpverzoek van
de Italiaanse autoriteiten. In 2016 is in dat kader een natuurlijke persoon in Sint
Maarten aangehouden. Deze persoon is in 2017 uitgeleverd aan de Italiaanse autoriteiten
en op verzoek van de Italiaanse autoriteiten is beslag gelegd op goederen, met een
geschatte beslagwaarde van USD 90 miljoen. De gerechtelijke procedure in Italië is
gaande.
Curaçao
Een Nederlands opsporingsonderzoek heeft geresulteerd in het vervolgen van meerdere
natuurlijke personen voor betrokkenheid bij het illegaal «dollar swipen» in Curaçao.
Deze methode van witwassen is in het bijzonder aantrekkelijk op Curaçao vanwege de
nabijheid van Venezuela. Uit deze onderzoeken ontstond het beeld dat instanties met
een toezichts- of poortwachtersfunctie hun verantwoordelijkheid niet namen in het
tegengaan van dergelijke vormen van witwassen. Hierop is door het OM Carib een aanvullend
onderzoek gestart, dat zich richtte op één van deze poortwachters. Deze rechtspersoon
is vervolgd en veroordeeld voor het niet melden van ongebruikelijke transacties. Een
beoogd bijeffect hiervan is de verbetering van registratie en meldgedrag van de poortwachtersfunctie
ten behoeve van het financiële stelsel als geheel.
Tot slot is er door het OM vervolging ingesteld naar aanleiding van informatie uit
een eerder onderzoek in Nederland, die in 2012 leidde tot een veroordeling van de
First Curaçao International Bank (FCIB). Dit Nederlandse onderzoek was gericht op
de grootschalige internationale witwaspraktijken door de FCIB.
Integrale aanpak
De ondermijningsaanpak is er ook op gericht om het maatschappelijk bewustzijn en de
weerbaarheid van de samenleving tegen corruptie te vergroten. In dat kader is er bijvoorbeeld
voor de wederopbouw van Sint Maarten, na orkanen Irma en Maria, extra aandacht geweest
voor signalen van corruptie en fraude, waarmee wordt beoogd barrières op te werpen
voor misbruik van noodhulp- of Wereldbankgelden. Daarnaast is een beoogd bijeffect
van de ondermijningsaanpak het teweegbrengen van een maatschappelijk bewustzijn bij
de bevolking dat deze criminaliteit niet geaccepteerd mag worden. Het afgeven van
het signaal dat misdaad niet mag lonen is hierbij een essentieel element. Zo zijn
ontnemingsmaatregelen een integraal onderdeel van de aanpak en beheert het OM inmiddels
een omvangrijke beslagportefeuille.
De eerste tekenen van dit maatschappelijk bewustzijn worden zichtbaar. Zo is er een
toenemende weerstand in de samenleving ten aanzien van corruptie en neemt mede daardoor
de bereidheid toe om met de politie samen te werken. Hiermee verbetert de informatiepositie
van de politiediensten en dat biedt kansen om opsporingsmiddelen effectiever in te
zetten en zorgt ook voor een versterking van de lokale diensten en de ketensamenwerking.
Tevens draagt het bij aan versterking van de weerbaarheid van het openbaar bestuur,
het financiële stelsel en daarmee aan het versterken van de rechtsstaat in zijn geheel.
Concluderend
De resultaten van de onderzoeken laten zien dat het Caribisch deel van het Koninkrijk
bloot staat aan grote (internationale) criminele invloeden en dat de uitdagingen nog
steeds groot zijn. De geografische ligging en de kleinschaligheid van de eilanden
maakt de situatie niet eenvoudiger. Deze criminele invloeden ondermijnen bestuurlijke-
en economische systemen. Ook in Europees Nederland zien we een continue noodzaak om
ondermijning aan te pakken. Criminaliteit houdt zich niet aan grenzen en vormt een
bedreiging voor het Koninkrijk als geheel.
De resultaten laten zien dat de criminele verbanden tussen de verschillende delen
van het Koninkrijk bevestigen dat samenwerking ook op dit vlak essentieel is. Daarom
beschouw ik deze aanpak niet alleen als succesvol, maar ook noodzakelijk. Hoewel er
in korte tijd reeds veel is bereikt, is het van belang om gezamenlijk barrières tegen
nieuwe en bestaande uitdagingen op het gebied van grensoverschrijdende criminaliteit
te blijven opwerpen. Daarvoor is nauwe samenwerking binnen het Koninkrijk, met daarin
respect voor ieders verantwoordelijkheid, een cruciale voorwaarde.
Het herziene protocol inzake recherchesamenwerking dat de Ministers van Justitie (en
Veiligheid) en ik afgelopen januari tijdens het JVO op Aruba tekenden8, biedt daarvoor een goede basis. Dat protocol bepaalt onder andere dat op basis van
regionale criminaliteitsbeeldanalyse de vier Justitie Ministers de meerjarige gezamenlijke,
beleidsinzet zullen vaststellen. Die wordt vervolgens jaarlijks geconcretiseerd, middels
een jaarplan. In die plannen zal ook een programmatisch overzicht gegeven worden van
de RST inzet binnen de recherchesamenwerking in de regio. Met hen en ook met uw Kamer
blijf ik graag in gesprek hoe deze uitdagingen blijvend het hoofd te bieden. Zoals
toegezegd in mijn brief9 van 30 september 2019 wordt de Kamer daarover geïnformeerd na het aanstaande JVO
welke in januari 2020 gehouden zal worden.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties