Brief regering : Uitkomsten Situation Analysis en stand van zaken kinderrechten Caribisch Nederland
31 839 Jeugdzorg
Nr. 695
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2019
Bijgaand treft u aan de uitkomsten en de aanbevelingen van het onderzoek dat UNICEF
heeft uitgevoerd in Caribisch Nederland: De Situation Analysis1. Mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Sport,
de Minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, de Minister van Justitie
en Veiligheid en de Minister van Rechtsbescherming informeer ik u in deze brief op
de afzonderlijke beleidsterreinen over de reactie op deze Situation Analysis. Conform
de toezegging in mijn brief van 12 juli jl.2 informeer ik u tevens over de voortgang van de kinderrechtenmiddelen. Dit naar aanleiding
van de motie van het lid Van der Graaf c.s.3 Tenslotte heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over het nieuwe programma dat UNICEF,
mede op basis van dit onderzoek, de komende jaren gaat uitrollen.
Inleiding
Het verbeteren van de kinderrechten in Caribisch Nederland is een proces van de lange
adem. Samen met de openbare lichamen en de verantwoordelijke ministeries zijn we stappen
aan het zetten: de verantwoordelijkheden worden erkend en betrokken partijen zetten
zich in om problemen aan te pakken. Ook de besteding van de kinderrechtenmiddelen
is een proces van de lange adem. Gebrek aan uitvoeringskracht heeft ertoe geleid dat
het langer duurt dan verwacht maar uiteindelijk zijn zowel door de openbare lichamen
als door UNICEF waardevolle projecten opgeleverd. De ondersteuning van UNICEF in Caribisch
Nederland zullen we voortzetten in een nieuw programma voor 2019–2021.
Hieronder zal ik als eerste ingaan op de besteding van de kinderrechtenmiddelen. Vervolgens
zal ik ingaan op de uitkomsten van de Situation Analysis en de aanbevelingen. Tenslotte
zal ik het nieuwe programma van UNICEF voor 2019–2021 toelichten.
Stand van zaken besteding kinderrechtenmiddelen
Terugblik
In mei 2013 bracht UNICEF Nederland de rapporten «Kind op Bonaire», «Kind op Sint
Eustatius,» en «Kind op Saba» uit. In deze rapporten werd door UNICEF Nederland geconcludeerd
dat de situatie waarin de kinderen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba opgroeien, niet
voldoet aan de eisen die het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK)
stelt.
Over deze rapporten en de kabinetsreactie hierop bent u per brief geïnformeerd.4
Naar aanleiding van deze rapporten is bij de vaststelling van de begrotingsstaat van
Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2015 door de leden Van Laar en Segers een amendement
aangenomen om voor de jaren 2015 tot en met 2017 € 3 miljoen vrij te maken «voor de
verbetering van de positie van kinderen in Caribisch Nederland door de bestrijding
van (de oorzaken en gevolgen van) armoede en geweld en het verbeteren van participatie
van jongeren».5 U bent vervolgens in 2015 en 2016 per brief geïnformeerd over de voortgang van de
programma’s.6 In 2018 heeft u, na afloop van de drie jaar waarvoor de middelen bedoeld waren, de
«Evaluatie amendementsgelden kinderrechtenmiddelen» (hierna: Evaluatie kinderrechten)
ontvangen.7 Uit deze evaluatie kwam naar voren dat de eilanden moeite hebben met de besteding
van de kinderrechtenmiddelen. Om die reden is ook de hulp van UNICEF Nederland ingeschakeld
om de eilanden te helpen met programma’s om de kinderrechten te versterken.
Bonaire
Zoals ik in de Evaluatie kinderrechten heb beschreven is Bonaire in 2016 begonnen
met vier projecten zoals beschreven in het «Plan van aanpak kinderrechten Bonaire»:
– Het instellen van een centraal dataregistratiesysteem (inclusief meldpunt kindermishandeling
en huiselijk geweld);
– Het ontwikkelen van een pedagogische visie;
– Invoeren van het brede school concept met de nadruk op naschoolse activiteiten op
school en het versterken van de kinderopvang.
De uitvoering van deze vier projecten worden hieronder afzonderlijk toegelicht:
Ad. 1 Voor de professionele uitvoering van het Algemeen Maatschappelijk Werk is een
beleidskader gericht op maatschappelijke begeleiding ten behoeve van de ontwikkeling
van kinderen ontwikkeld en een sociale kaart uitgewerkt. Ook is een kindgericht armoedebeleid
opgesteld en zijn «kind pakketten» ontwikkeld. Op basis hiervan zal nog dit jaar de
kindpas worden ingevoerd.
Ad. 2 De aanschaf van de software en de implementatie van de centrale registratie
was voorzien in 2018. Dit project is niet tot een afronding gekomen. Wel wordt de
noodzaak van centrale registratie blijvend onderkend. Het sociaal wijkteam van de
directie Samenleving en Zorg zal de centrale registratie in samenwerking met de ketenpartners
huiselijk geweld en kindermishandeling en het centrum voor jeugd en gezin gaan ontwikkelen.
U wordt hierover nader geïnformeerd door de Staatssecretaris van VWS (zie pagina 6:
Aanbevelingen met betrekking tot bescherming).
Ad. 3 Het uitwerken van de eilandelijke pedagogische visie heeft Bonaire opgepakt
door een procesbegeleider aan te stellen die dit heeft uitgewerkt. De visie richt
zich op de professionalisering en het werken langs een gelijkgerichte methodiek. Er
is een werkgroep Pedagogische visie Bonaire ingesteld bestaande uit leden uit het
werkveld van zowel de preventieve als de curatieve jeugdketen. Ook heeft er een filmproductie
plaatsgevonden: «Un focus differente». De film is vertoond op de basisscholen. Doel
is kinderen te inspireren en te motiveren door voorbeeldgedrag te laten zien via rolmodellen
in de samenleving.
Ad. 4 Het brede school concept is goed van de grond gekomen. In 2018 is het rapport
implementatie beleidsplan Integraal Kindcentrum (hierna IKC) gepresenteerd aan de
eilandsraad en vastgesteld. Dit plan is gericht op een planmatige aanpak voor de scholen
en kinderopvanginstellingen die gekozen hebben een IKC te worden. Alle basisscholen
op Bonaire hebben deze keuze gemaakt. Momenteel wordt ook, in samenwerking met het
bestuurscollege van Bonaire, bezien hoe de IKC’s in het programma Bes(t)4 kids kunnen
worden opgenomen.
De resterende amendementsmiddelen worden in onderling overleg door Bonaire het komende
jaar besteed aan een kookfaciliteit in het IKC San Luis Bertran, een tekenwedstrijd,
kindveiligheid in het verkeer, invoering van de kindpas: «Diamond pass Bonaire» en
een activiteiten- en hulpverleningskaart.
Saba
Zoals in de Evaluatie kinderrechten valt te lezen is Saba voortvarend aan de slag
gegaan: de kinderopvang is versterkt en er zijn een tiental kindplaatsen gesubsidieerd.
Ook zijn de speeltuinen opgeknapt en voorzien van nieuw speelmateriaal. De buurtsportcoach
VWS heeft verschillende activiteiten georganiseerd specifiek voor kinderen en gericht
op sport, die zijn gefinancierd via de amendementsgelden. In 2019 heeft Saba voor
het eerst een interlandelijk Sport festival georganiseerd voor kinderen van 10–12
jaar. Kinderen van de buureilanden (Anguilla, Sint Maarten, Sint Barth, Sint Eustatius
en St. Kitts) zijn in juni voor twee dagen naar Saba afgereisd voor dit sportevenement.
Het is de ambitie om dit evenement jaarlijks te herhalen. Saba heeft voor 2020 nog
voldoende middelen om dit uit de amendementsgelden te financieren.
De Saba Comprehensive School biedt vanaf 1 september 2018 clubs aan voor jongeren
vanaf 12 jaar. Onderwerpen zijn kunst, cultuur, dans, sport, zeilen, huiswerk, etc.
Per semester schrijven scholieren zich in voor twee clubs. Iedere club komt twee keer
per week na school samen. De clubs worden geleid door gediplomeerde leeraren, die
een bescheiden toelage krijgen voor het extra werk. In de zomer van 2019 is het project
geëvalueerd en heeft Saba besloten de subsidie te verlengen met nog een jaar. De clubs
worden deels via de amendementsgelden gefinancierd.
De amendementsgelden hebben Saba in staat gesteld om beter te investeren in het welzijn
van de kinderen op Saba en ontwikkelingen tot stand gebracht die nodig waren voor
betere borging van kinderrechten. Waar nodig zijn of worden taken structureel belegd,
onder andere programma’s of financieringsstromen.
Sint Eustatius
Ik heb in de Evaluatie kinderrechten aangegeven dat vanwege de bestuurlijke situatie
op Sint Eustatius het enige tijd heeft geduurd voordat er daadwerkelijk aan de slag
is gegaan met de kinderrechtenmiddelen. Sint Eustatius zet actief in op participatie
van kinderen en deelname aan sociale en culturele activiteiten. Ik heb tijdens mijn
bezoek aan Sint Eustatius op 23 september jl. de aftrap van de nieuwe Raden van kinderen
mogen geven. Een mooi voorbeeld hoe Sint Eustatius, in samenwerking met UNICEF en
de Missing Chapter foundation, participatie van kinderen stimuleert door hen een stem
te geven in het oplossen van een dilemma voor een bedrijf of het openbaar lichaam.
Vijf basisscholen en een middelbare school zijn hier op 23 september jl. weer mee
van start gegaan.
Een groot deel van de middelen is uitgegeven aan de aanschaf van speeltoestellen voor
basisscholen en naschoolse organisaties. De Golden Rock School, de Lynch Plantation
SDA School en de Bethel Methodist School maakten elk hun eigen keus voor nieuwe speeltoestellen.
Bij de Governor de Graaff School wordt de speelplaats uitgebreid. Bij Daugthers of
the King, Statia Earth Farm & Garden Foundation en Mega D Youth Foundation zijn ook
nieuwe faciliteiten voor de kinderen geplaatst. Op het sportveld zijn de gloeilampen
vervangen zodat jongeren ook in de avonduren softbal kunnen spelen. Tijdens mijn reis
in september heb ik de nieuwe speeltoestellen van de Buzzy Bees kinderopvang bezocht.
Goed te zien hoe de kinderen genieten van deze nieuwe faciliteiten. Eind dit jaar
zal een start worden gemaakt met de verbouwing van het jongerenhuis op het Sportcomplex.
Dit zal naar verwachting eind 2020 zijn afgerond.
Samenvattend kan er geconcludeerd worden dat de amendementsgelden op alle drie de
eilanden zinvol zijn ingezet. En gelet op alle inspanningen van de verantwoordelijke
ministeries met bijbehorend budget zijn er voldoende middelen beschikbaar om knelpunten
op te lossen. De al eerder genoemde beperkte uitvoeringskracht en het feit dat er
soms andere prioriteiten worden gesteld heeft ertoe geleid dat de middelen nog niet
tot volle besteding zijn gekomen. Ik verwacht dat dit eind 2020 wel het geval zal
zijn.
Uitkomsten en aanbevelingen Situation Analysis
Tijdens de vorige begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties heb ik u gemeld dat ik,
vijf jaar na het eerste onderzoek dat UNICEF heeft uitgevoerd, een subsidie aan UNICEF
heb verleend voor een Situation Analysis, een kwalitatief onderzoek om de situatie
van kinderen tegen het licht te houden. Naast de beoordeling van de vooruitgang was
het doel van dit onderzoek ook om met de verschillende betrokken partijen consensus
te bereiken over de nog bestaande of nieuwe uitdagingen bij het realiseren van kinderrechten
en om gezamenlijk aanbevelingen voor acties te formuleren. Het rapport analyseert
de rechten van kinderen waarbij specifiek wordt ingegaan op bescherming, armoede en
ongelijkheid, onderwijs en participatie en gezondheid.
UNICEF concludeert dat de inspanningen van alle betrokken personen die belast zijn
met taken op het gebied van kinderrechten duidelijk zijn: betrokken partijen zetten
zich in om de problemen aan te pakken en worden gesteund met aanmerkelijke financiële
investeringen. Wel is het noodzakelijk dat deze inspanningen worden voortgezet, met
als belangrijk fundament een wettelijk kader en een beleidsomgeving waarin de resultaten
van de inspanningen ook meetbaar zijn. In het onderzoek zijn 30 aanbevelingen geformuleerd,
specifiek gericht aan de Nederlandse regering als eerstverantwoordelijke voor de bescherming
van kinderrechten, de drie Openbare Lichamen en andere betrokkenen. Deze aanbevelingen
hebben betrekking op de volgende drie prioriteitsgebieden die UNICEF aanmerkt als
de belangrijkste knelpunten voor de vooruitgang van kinderrechten in Caribisch Nederland:
– Voer noodzakelijke wetgeving in, met name op het gebied van kindermishandeling en
huiselijk geweld;
– Versterk de coördinatie in de hele jeugdketen tussen ministeries onderling en tussen
ministeries en het openbaar lichaam;
– Verbeter het toezicht op de voortgang van nieuwe programma’s door het formuleren van
meetbare indicatoren en zorg dat er gegevens en data beschikbaar zijn om de voortgang
te meten.
De eerste 22 aanbevelingen richten zich met name op de meest betrokken departementen
voor het jeugddomein: SZW, VWS, OCW en JenV.
Aanbevelingen op het terrein van bescherming (VWS, JenV)
UNICEF concludeert dat huiselijk geweld en kindermishandeling nog steeds een bedreiging
vormen voor het veilig opgroeien van kinderen in Caribisch Nederland. Het Ministerie
van VWS werkt continue aan het versterken en verbeteren van de zorg- en jeugdketen.
De basis voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling in Caribisch Nederland,
is het in 2017 afgesloten Bestuursakkoord Aanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
tussen het Ministerie van VWS en de drie openbare lichamen. Samen met lokale partners
wordt er gestaag gewerkt aan de overeengekomen prioritaire doelstellingen: preventie,
deskundigheidsbevordering, versterken van de hulpverlening en van de keten, inrichten
van een laagdrempelige meldstructuur en een juridisch kader. Het doel van het bestuursakkoord
is om de aanpak in Caribisch Nederland in overeenstemming te brengen met het Verdrag
van Istanbul. UNICEF beschrijft in haar rapportage meerdere reeds ingezette acties
zoals het intensief trainen van professionals om de hulp aan slachtoffers van huiselijk
geweld en kindermishandeling te verbeteren en de juridische handreiking die voor professionals
is opgesteld met daarin een beschrijving van de bevoegdheden binnen geldende wetgeving.
UNICEF geeft in haar rapport aan waar in wetgeving, beleid en praktijk leemtes zitten
en stelt vast dat het ontbreken van een alomvattend wettelijk kader, een belangrijk
knelpunt in de aanpak is. De aanbevelingen zullen naast de prioriteiten van het bestuursakkoord
worden gelegd en bij de op te stellen werkplannen voor 2020, dat tevens het laatste
jaar van het bestuursakkoord is, worden betrokken. U zult in het eerste kwartaal van
2020 nader worden geïnformeerd over de voortgang van het bestuursakkoord door de Staatssecretaris
van VWS. Hij zal in voornoemde brief ook een doorkijk geven voor de aanpak vanaf 2021
en verder.
JenV treft momenteel voorbereidingen voor de invoering van het jeugdstrafrecht op
de BES-eilanden. De aanbevelingen die UNICEF op dit terrein doet, sluiten aan bij
de uitgangspunten en voorziene wijze van invulling van het jeugdstrafrecht. Streven
is invoering bij algemene maatregel van bestuur per 1 januari 2020.
Aanbevelingen met betrekking tot levensstandaard (SZW)
UNICEF concludeert in haar rapport dat informatie over het aantal kinderen dat opgroeit
in armoede beperkt is. In de brief van 27 juni 2019 «Voortgangsrapportage ijkpunt
bestaanszekerheid Caribisch Nederland» heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid aangegeven met de openbare lichamen in gesprek te gaan over de
verdere invulling van de reductiedoestelling voor kinderen in Caribisch Nederland
die opgroeien in armoede.8 De aanbeveling van UNICEF om een multidisciplinair onderzoek naar armoede onder kinderen
in Caribisch Nederland en de onderliggende oorzaken te doen zal hierbij betrokken
worden. Hetzelfde geldt voor de aanbeveling om meer zicht te krijgen op het aantal
kinderen dat opgroeit in armoede.
Een van de andere aanbevelingen van UNICEF is om ervoor te zorgen dat de openbare
lichamen voldoende capaciteit hebben voor het implementeren van beleid om armoede
te verminderen. Armoedebeleid is een eilandelijke taak. In het bestuursakkoord met
het openbaar lichaam Bonaire (OLB) is dan ook afgesproken dat het OLB zorg draagt
voor professionalisering van de eilandelijke armoede- en schuldenaanpak en het beleid
vastlegt in een verordening of algemeen kenbare beleidsregels. Tegelijkertijd is hierbij
ook afgesproken dat het Ministerie van SZW hierbij desgevraagd ondersteuning kan leveren
of helpen die ondersteuning te organiseren. Een soortgelijke afspraak is opgenomen
in de Saba Package en is ook van toepassing voor Sint Eustatius.
Aanbevelingen met betrekking tot onderwijs (OCW, SZW)
UNICEF bevestigt dat de grote investeringen in het onderwijs in Caribisch Nederland
in combinatie met de voortdurende focus op het verbeteren van de onderwijskwaliteit,
veel heeft opgeleverd. Het onderwijs heeft zich sedert het bezoek van UNICEF in 2013
goed ontwikkeld. Een aantal van de destijds gesignaleerde uitdagingen zoals taalonderwijs
en onderwijszorg, zijn complex en weerbarstig en vragen daarom ook thans de aandacht.
Deze en andere uitdagingen worden door OCW en de stakeholders in Caribisch Nederland
(h)erkend en zijn in de lopende Onderwijsagenda 2017–2020 als centrale beleidsprioriteiten
aangemerkt.9
Voor wat betreft onderwijszorg heeft OCW recent een opdracht verstrekt voor een onafhankelijke
evaluatie om zicht te krijgen op hoe de onderwijszorg in Caribisch Nederland functioneert
en meer specifiek, hoe de inhoudelijke toereikendheid van de onderwijszorg is en waar
knelpunten worden ervaren en oplossingen worden gezien.10 Op basis van deze evaluatie kunnen er, waar nodig, verbeteringen worden doorgevoerd.
Daarnaast adviseert UNICEF om in afstemming met de Inspectie de ontwikkeling van een
visie en een actieplan inzake het meten en interpreteren van leeropbrengsten te versnellen.
Momenteel zet OCW al extra in op het verbeteren van opbrengstgericht werken en het
volgen van de leerlingen (voor rekenen, taal en andere vakken) o.a. door meer mogelijkheden
te creëren om leerlingen methode-onafhankelijk te kunnen volgen. Het één en ander
vindt plaats in afstemming met de Inspectie en in samenwerking met en deels door de
scholen zelf.
UNICEF moedigt de openbare lichamen aan om een systeem voor verplichte onderwijsregistratie
te hanteren. OCW is met de openbare lichamen in gesprek over verdere stappen die ze
op het gebied van hun rol inzake handhaving van de leerplicht willen zetten. Registratie
is daarin ook onderwerp van gesprek. Verder wordt OCW gevraagd de scholen te ondersteunen
in hun beleid inzake het integreren van kinderrechten en participatieactiviteiten
in het curriculum en het opschalen van de voorbereiding van leerlingen op vervolgonderwijs.
OCW biedt reeds ondersteuning, maar zonder inbreuk te maken op de autonomie en eigen
verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. Zo is integratie van kinderrechten en
participatieactiviteiten in het curriculum een keuze van de school binnen de beleidsvrije
ruimte in het curriculum. Kinderrechteneducatie en participatie is één van de onderdelen
van het programma van UNICEF 2019–2021. Samen met en rekening houdend met het beleid
van de scholen, zal met UNICEF per school worden bezien hoe dit kan worden vormgegeven.
Voorop staat dat scholen vrij zijn om binnen de toepasselijke wet- en regelgeving
zelf invulling te geven aan loopbaan- en beroepsoriëntatie passend bij de visie en
het beleid van de eigen school. Het expertisepunt Landelijk onderwijs bureau biedt,
ook aan de scholen in Caribisch Nederland, desgewenst diverse instrumenten om hen
daarbij te helpen. OCW heeft de scholen op de eilanden hier ook op geattendeerd. De
voorbereiding van de leerlingen op vervolgonderwijs wordt verder als aandachtspunt
meegenomen in een onafhankelijk onderzoek naar de doorstroming- en aansluitingsproblematiek
van leerlingen uit de Caribische delen van het Koninkrijk. Over dit onderzoek vindt
binnen het kader van de ambtelijke werkgroep «doorstroom», die in februari 2019 door
het Vierlandenoverleg Onderwijs en Cultuur is ingesteld, nauw overleg met Aruba, Curaçao
en Sint Maarten plaats.11
Op het gebied van kinderopvang is de aanbeveling van UNICEF voor zowel de openbare
lichamen als het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om te bevorderen
dat er in de thuissituatie aandacht is voor vroege stimulering voor de ontwikkeling
van het kind als aanvulling op wat er gebeurt op de kinderopvang. UNICEF doet daarnaast
de aanbeveling om een campagne te starten gericht op ouders om het belang daarvan
te benadrukken
Het stimuleren van kinderen in hun ontwikkelen begint in de thuissituatie. Ouders
dienen zich van het belang van vroegtijdige stimulering bewust te zijn. Ouders zullen
op het belang daarvan worden gewezen. Dat kan op verschillende manieren via bijvoorbeeld
consultatiebureaus, kinderopvangorganisaties en scholen. Het programma BES(t) 4 kids
richt zich op het breder toegankelijk maken van de kinderopvang en het verbeteren
van de kwaliteit daarvan. Daarin trekken de Ministeries van OCW, SZW, VWS en BZK en
de openbare lichamen samen op. Kinderopvangorganisaties krijgen de verplichting om
ouders te betrekken bij de opvang. In het kader van BES(t) 4 kids zal een campagne
gericht op het beter bekend maken van het nut van het zo tijdig mogelijk stimuleren
van jonge kinderen worden gestart. Het belang van een goede ontwikkeling van het kind
in de thuissituatie wordt hierin meegenomen.
Aanbevelingen met betrekking tot gezondheidszorg (VWS)
Op het terrein van gezondheid van kinderen en jongvolwassenen doet UNICEF de aanbeveling
om de verzameling en analyse van de data uit de health study van 2017 verder te versterken. De health study betreft een uitgebreid onderzoek dat in opdracht van het Ministerie van VWS is uitgevoerd
door het RIVM, het CBS en de lokale afdelingen publieke gezondheid van de Openbare
Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De resultaten van deze health study hebben als basis gediend voor de doelstellingen van de in mei dit jaar met de eilanden
gesloten Sport- en preventieakkoorden.12 De akkoorden zijn, wat jeugd betreft, gericht op meer seksuele voorlichting op scholen,
lesprogramma’s over alcohol, tabak en drugs, structureel beweeg- en sportaanbod en
een ketenaanpak om overgewicht te voorkomen. Het Ministerie van VWS bezint zich nog
op de vraag of er een vervolg komt op de health study en de frequentie ervan. Het
uiteindelijke besluit hierover wordt met de openbare lichamen genomen.
UNICEF doet daarnaast de aanbeveling om een licht onderzoek te starten naar het welzijn,
het gedrag en de geestelijke gezondheid van adolescenten. De fase van adolescentie
is ontzettend belangrijk in de groei naar volwassenheid. De belangrijkste aanbieder
van geestelijke gezondheidszorg in Caribisch Nederland is Mental Health Caribbean (MHC). Met de reeds beschikbare gegevens uit de health study zal het Ministerie van VWS in samenwerking met MHC het middelengebruik en de geestelijke
gezondheid van deze groep verder in kaart brengen.
Aanbevelingen op het terrein van coördinatie en samenwerking (Rijk)
De laatste acht aanbevelingen richten zich met name op afstemming en samenwerking
tussen overheden, zowel tussen ministeries onderling als tussen ministeries en de
openbare lichamen. Ik zie het als mijn taak als coördinerend bewindspersoon om alle
goede initiatieven op het gebied van kinderen en jeugd blijvend te stroomlijnen en
de samenwerking waar nodig verder te bevorderen. Dit ligt ook in lijn met kabinetsreactie
op het advies van de Raad van State die uw Kamer nog toekomt. Een gestructureerde
en vooral pragmatische manier van werken is hierbij essentieel. Want er zijn zeer
veel goede initiatieven maar het absorptievermogen is beperkt en ook de uitvoeringskracht
van de openbare lichamen blijft een uitdaging.
Daar waar het gaat om gegevensverzameling, monitoring en evaluatie van effectief beleid
zal ik de betrokken bewindspersonen verzoeken om daar in nieuw beleid en wetgeving
meer aandacht aan te besteden. Bij nieuw onderzoek en gegevensverzameling kan worden
gekeken hoe we dat beter kunnen combineren zodat de bevolking niet overspoeld wordt
met nieuwe onderzoekers die langs de deur komen. In het nieuwe programma UNICEF 2019–2021
zal ook expliciet aandacht worden besteed aan gegevensverzameling en monitoring.
Nieuw programma UNICEF 2019–2021
UNICEF Nederland heeft zich in het vorige programma gericht op drie pijlers: kinderrechteneducatie,
dialoog over opvoeding en participatie, met als doel het stimuleren van normen en
waarden van en jegens kinderen (houding en gedrag) in de samenleving. In al deze activiteiten
zet UNICEF in op capaciteitsversterking van lokale bestuurders, beleidsmedewerkers,
NGO’s en leerkrachten en wordt nauw samengewerkt met het regiokantoor van UNICEF in
Barbados.
Door de beperkte capaciteit op de eilanden heeft UNICEF Nederland ook voor het nieuwe
programma een meer uitvoerende rol dan zij gewoon is in de regio.
De focus van het programma is bepaald op basis van de volgende inzichten: de bevindingen
van de Situation Analysis; de geleerde lessen van het programma dat UNICEF Nederland
van 2016–2018 in Caribisch Nederland heeft uitgevoerd; en verwachtingen en behoeften
van de lokale overheden, zoals met UNICEF besproken in diverse consultaties in 2019.
Het doel van het programma is onder andere dat kinderen, leerkrachten, religieus leiders
en professionals meer kennis hebben over kinderrechten en beter toegerust zijn om
deze rechten toe te passen in de dagelijkse praktijk, vanuit het belang van het kind.
Dit draagt er mede toe bij dat kinderrechten op de eilanden worden nageleefd en dat
kinderen zich in een veilige omgeving optimaal kunnen ontwikkelen.
Het programma richt zich op de volgende drie domeinen met een gedifferentieerde aanpak
per eiland:
1. Kinderrechteneducatie en -participatie
UNICEF organiseert kinderrechtenworkshops met de scholen, naschoolse opvang, en dagopvang.
Op basis van feedback van de scholen, naschoolse opvangen, en dagopvang bieden ze
vervolgens op maat gemaakt methodes, materialen en trainingen aan scholen om hen te
helpen hun reguliere onderwijs en programma’s kinderrechtenvriendelijk te maken en
vanuit een kinderrechtenbenadering vorm te geven. UNICEF organiseert samen met de
lokale partners het Kinderrechten Filmfestival op de Cariben waarbij kinderen, ouders
en de gemeenschap spelenderwijs over kinderrechten en participatie leren.
2. Communicatiecampagnes voor positief ouderschap
In samenwerking met o.a. het BES(t) 4 kids programma en de Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
projectleiders organiseert UNICEF op maat gemaakte communicatie trainingen per eiland
die focussen op veranderen van houding en gedrag van ouders, verzorgers en professionals
door het ontwikkelen van meetbare communicatie initiatieven die gebaseerd zijn op
lokale normen en waarden. Per eiland worden discussies georganiseerd over de pedagogische
visie die kan functioneren als een model voor ouders en verzorgers in hun interactie
met kinderen. De religieus leiders worden betrokken bij het stimuleren van positief
ouderschap, door het organiseren van dialoogsessies.
3. Monitoring en evaluatie ten behoeve van effectief beleid en programma’s voor kinderrechten
UNICEF draagt bij aan de ontwikkeling van de uitbreiding van de Caribisch Nederland
Jeugdmonitor door CBS. In samenwerking met o.a. het BES(t) 4 kids programma organiseert
UNICEF daarnaast een training op het gebied van RBM (results based management) met
als doel professionals toe te rusten met de vaardigheden en gereedschappen die ze
nodig hebben om de effectiviteit van hun programma's te monitoren.
De komende maanden wordt het programma per eiland besproken met de Bestuurscolleges
van Saba en Bonaire en de regeringscommissaris van Sint Eustatius, zodat er een op
maat gemaakt programma per eiland kan worden ontwikkeld.
Conclusie
De kinderen op de eilanden verdienen de beste kansen. Dat is ook van belang voor de
ontwikkeling van de eilanden. De kinderen zijn immers de toekomst. Met de aanbevelingen
van UNICEF kunnen we gericht verder werken aan het verbeteren van de kinderrechten
in Caribisch Nederland. Samen met OCW, VWS, SZW en JenV hebben we hierin al goede
stappen gezet. Het programma BES(t)4 kids wordt in dit verband al vaker genoemd. Een
gestructureerde en vooral pragmatische manier van werken is hierbij essentieel. Vanuit
mijn coördinerende rol zal ik hier, samen met Staatssecretaris Blokhuis, beleidsverantwoordelijk
voor kinderrechten, de benodigde stappen in zetten.
Dit kabinet heeft een duidelijk doel voor ogen: een verbeterde levensstandaard voor
alle inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit geldt niet in de minste plaats
voor de kinderen van de eilanden.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties