Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Van der Linde, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 26 september 2019, over het bericht dat het OM onderzoek doet bij ABN AMRO naar witwassen
31 477 Bestrijden witwassen en terrorismefinanciering
Nr. 42
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2019
Op donderdag 26 september jongstleden heeft ABN AMRO bekend gemaakt dat het Openbaar
Ministerie een onderzoek is gestart naar de bank in verband met de naleving van de
Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Uw Kamer heeft
in de regeling van werkzaamheden van 26 september jongstleden verzocht om een brief
hierover (Handelingen II 2018/19, nr. 5, Regeling van werkzaamheden). Hierbij is verzocht
in te gaan op wat zich nu voordoet bij ABN AMRO, mijn betrokkenheid hierbij, wat de
banken nog meer kunnen doen om witwassen tegen te gaan en wat deze ontwikkeling betekent
voor het verkopen van de aandelen van ABN AMRO. Hieronder ga ik op deze zaken in.
Onderzoek door het Openbaar Ministerie
Op maandag 23 september jongstleden ben ik door de ambtelijke top op de hoogte gesteld
dat er door het Openbaar Ministerie een onderzoek is gestart naar ABN AMRO. Nadat
ABN AMRO op donderdagochtend 26 september naar buiten bracht dat dit onderzoek loopt,
heb ik diezelfde dag de voorzitters van het bestuur en de raad van commissarissen
van ABN AMRO in een gesprek om een toelichting gevraagd. NLFI was eveneens bij dit
gesprek aanwezig. ABN AMRO heeft publiekelijk aangegeven volledig mee te werken aan
het onderzoek van het Openbaar Ministerie. Het is aan het Openbaar Ministerie om het
onderzoek te verrichten. Ik kan geen uitspraken doen over dit onderzoek. De Nederlandsche
Bank heeft aangegeven dat zij vanwege toezichtvertrouwelijkheid geen informatie kan
verstrekken over dit individuele geval.
Vervulling poortwachtersfunctie
Ik heb samen met de Minister van Justitie en Veiligheid op 30 juni van dit jaar een
plan van aanpak witwassen aan uw Kamer gezonden (Kamerstuk 31 477, nr. 41). Dit plan is in samenspraak met de betrokken publieke en private partijen tot stand
gekomen en deze partijen onderschrijven dit plan. Samen met publieke en private partijen
gaan we deze opgave aan vanuit ieders rol en verantwoordelijkheid. Private partijen
hebben als poortwachter een verantwoordelijkheid om te voorkomen dat hun dienstverlening
wordt gebruikt voor witwassen en financieren van terrorisme. Het voorkomen van witwassen
en financieren van terrorisme is een belangrijke maatschappelijke en wettelijke taak
die banken adequaat behoren te vervullen. De instellingen moeten hiertoe verbeteringen
doorvoeren en investeringen plegen. Het is daarbij van belang dat bestuurders van
financiële instellingen hun verantwoordelijkheid nemen en integriteit boven commercie
stellen. Wij blijven hiervoor aandacht vragen van bestuurders.
Tegelijkertijd hebben wij bekeken hoe we de instellingen kunnen helpen bij de vervulling
van hun taak. Expertise en kennis is essentieel voor een effectieve vervulling van
de poortwachtersfunctie. Daarom is het van belang dat publieke en private partijen,
en private partijen onderling, elkaar vinden en samenwerken bij het maken van beleid
en delen van kennis. Informatie-uitwisseling kan een belangrijke bijdrage leveren
om de vervulling van de rol van poortwachter effectiever te maken, zeker als het fenomenen
betreffen die een individuele instelling overstijgen. Binnen de publiek-private samenwerking
worden verschillende goede initiatieven ontwikkeld, waaronder de Serious Crime Task
Force. Daarnaast kunnen banken zowel op het verrichten van klantonderzoek als transactiemonitoring
samenwerken. Hier lopen voorbereidingen voor. Uit het onderzoek naar gegevensuitwisseling
dat ik samen met de Minister van Justitie en Veiligheid heb gedaan, blijkt dat hier
nog enkele wettelijke belemmeringen voor bestaan. Wij hebben een wetsvoorstel in voorbereiding
om deze belemmeringen weg te nemen. Daarnaast zijn er door de banken enkele suggesties
gedaan voor toegang tot informatie. Dit betreft gebruik van het BSN, toegang tot gegevens
in de basisregistratie personen en tot gegevens in het afgesloten gedeelte van het
UBO-register. Gezien het feit dat dit persoonsgegevens betreft en hier nadrukkelijk
vragen omtrent proportionaliteit en subsidiariteit spelen, leggen wij deze zaken voor
aan de Autoriteit Persoonsgegevens alvorens hierover een besluit te nemen. De adviesaanvraag
hiervoor is onlangs verzonden.
Belang in ABN AMRO
Op dit moment heeft de Nederlandse staat, via NLFI, een belang van 56,3% in ABN AMRO.
Als certificaathouder sta ik op afstand van ABN AMRO. Het bestuur van ABN AMRO bestuurt
onder toezicht van de raad van commissarissen. De aandeelhouder is niet betrokken
bij de dagelijkse bedrijfsvoering van de vennootschap.
In het regeerakkoord is opgenomen dat ABN AMRO zo snel als verantwoord mogelijk is,
volledig naar de markt wordt gebracht. Dit geldt nog steeds. De timing van dergelijke
transacties wordt bepaald op basis van verschillende factoren, zoals de ontwikkeling
van de aandelenprijs, open en gesloten periodes, interesse bij investeerders en de
marktomstandigheden. NLFI weegt deze factoren voordat zij mij adviseert om aandelen
te verkopen. Ik kan geen verdere mededelingen doen over de rationale van de timing
of de omvang van de verkoop van het aandelenbelang in ABN AMRO. Deze informatie zou
koersgevoelig kunnen zijn en openbaarmaking daarvan zou een negatief effect op voorgenomen
transacties kunnen hebben.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën