Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Agema, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 24 september 2019, over stand van het zaken van ondermaats presteren van 48 thuiszorgorganisaties
34 767 Regels in verband met de uitbreiding van het toezicht op nieuwe zorgaanbieders (Wet toetreding zorgaanbieders)
Nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 september 2019
Op donderdag 26 september komt aan bod het door de Consumentenbond op 1 augustus 2018
gepubliceerde artikel «Thuiszorg in de knel». De resultaten van dit onderzoek zijn
destijds gepubliceerd in de Gezondgids van de Consumentenbond.
Ondertussen zijn we ruim een jaar verder. U heeft mij gevraagd om een stand van zaken
met betrekking tot het toezicht op de vijftig zorgorganisaties die in het onderzoek
van de Consumentenbond worden genoemd (Handelingen II 2019/20, nr. 4, Regeling van
werkzaamheden).
In deze brief vindt u de stand van zaken over de ontwikkelingen tot nu toe en de toezichtsactiviteiten
die hebben plaatsgevonden voor specifiek deze 50 zorgaanbieders.
Zoals ik in mijn brief aan Uw Kamer op 19 februari 2019 meldde (Kamerstuk 34 767, nr. 12), betrof de analyse van de Consumentenbond op de rapporten voornamelijk nieuwe zorgorganisaties
in de wijkverpleging.
Het toezicht op nieuwe en onbekende zorgorganisaties is domein- en sector overstijgend
en bestrijkt de domeinen maatschappelijke zorg (MZ), medische specialistische zorg
(MSZ) en jeugd. De inspectie heeft in het afgelopen jaar hard verder gewerkt aan de
uitvoering en ontwikkeling van het toezicht. Zorgorganisaties melden zich op dit moment
nog op basis van vrijwilligheid. De inspectie bezoekt deze zorgorganisaties binnen
de ouderenzorg, wijkverpleging, bij particuliere klinieken, gehandicaptenzorg en de
geestelijke gezondheidszorg binnen vier weken tot een half jaar nadat deze nieuwe
zorgorganisatie met het leveren van zorg is gestart.
Het wetsvoorstel Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) (Kamerstuk 34 767) maakt van deze vrijwillige melding een meldplicht voor alle nieuwe zorgaanbieders.
Hierdoor krijgt de inspectie beter zicht op de nieuwe zorgaanbieders en kan de inspectie
vroegtijdig actie ondernemen als het gaat om kwaliteit en veiligheid van zorg. Daarbij
maken we nieuwe zorgaanbieders door de Wtza-meldplicht veel beter bewust van de eisen
waaraan de zorgverlening moet voldoen en de verantwoordelijkheid die zij daarvoor
dragen.
Stappen in het vooruitzicht
Nota’s van wijziging bij de (A)Wtza
Zoals aangekondigd in de brief van 5 maart 20191 ontvangt uw Kamer dit najaar twee nota’s van wijziging bij het Wtza en het daarmee
samenhangende wetsvoorstel Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders. De nota’s
van wijziging regelen:
– Een uitbreiding van de meldplicht naar nieuwe zorgaanbieders die uitsluitend onderaannemer
zijn;
– Een introductie van een meldplicht voor nieuwe jeugdhulpaanbieders in de Jeugdwet;
– Een wijziging in de bepaling over de jaarverantwoordingsplicht, zodat in beginsel
alle Wmg2-zorgaanbieders verantwoordingsplichtig zijn, tenzij bij algemene maatregel van bestuur
uitgezonderd.
Hierna kan uw Kamer de plenaire behandeling van de Wtza inplannen.
Vergunningplicht Wtza
In het wetsvoorstel Wet toetreding zorgaanbieders zit ook een vergunningplicht voor
instellingen die:
– medisch specialistische zorg (doen) verlenen;
– met meer dan tien zorgverleners (inclusief uitbesteding) Zvw- of Wlz-zorg (doen) verlenen.
De vergunningplicht bevat meer weigerings- en intrekkingsgronden dan bij de WTZi-toelating,
bv. voorwaarden uit de Wkkgz, de mogelijkheid om een verklaring omtrent gedrag voor
een bestuurder, eigenaar of toezichthouder op te vragen en de aansluiting op de Wet
bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
Integer bestuur en toekomst vergunningplicht
In de Kamerbrief over Investeringsmogelijkheden voor zorgaanbieders en het bevorderen
van kwaliteit en een transparante, integere en professionele bedrijfsvoering van 9 juli
20193 zijn op vier vlakken maatregelen aangekondigd om te borgen dat geld dat bedoeld is
voor de zorg ook daadwerkelijk bij de zorg terecht komt:
A. Maatregelen gericht op toetreding van nieuwe zorgaanbieders;
B. Maatregelen gericht op de Wet Normering Topinkomens;
C. Maatregelen gericht op transparante, integere en professionele bedrijfsvoering;
D. Aanscherpen publieke randvoorwaarden extramurale zorg.
Wat betreft maatregel A zullen we de vergunningplicht in de Wtza in de toekomst verder
inrichten en uitbreiden. Gezien de complexiteit en impact pakken we dit op in een
apart traject dat moet uitmonden in een nieuw aanvullend wetsvoorstel dat voortbouwt
op de Wtza-vergunningplicht. Bij deze verdere uitbreiding en inrichting is van belang
een goede balans te vinden tussen regeldruk en uitvoeringslasten en de effectiviteit
van de vergunningplicht. Rond de jaarwisseling wordt u hierover verder geïnformeerd.
50 zorgorganisaties
In mijn brief aan Uw Kamer van 25 september 2018 meldde ik dat van de 50 aanbieders,
21 organisaties in september van dat jaar voldeden aan alle betrokken voorwaarden
(Kamerstuk 34 767, nr. 9). Vier organisaties bleken geen zorg (meer) te leveren. De overige 25 stonden nog
voor opvolging, dat ofwel betekent een schriftelijke uitvraag of een inspectiebezoek.
Voor deze 25 zorgorganisaties is per organisatie een toezichtsplan opgesteld en is
een toezichtstraject gestart. Voor 15 zorgorganisaties is het toezichtstraject in
het afgelopen jaar geëindigd. Voor 10 zorgorganisaties hebben er vervolg toezichtactiviteiten
plaatsgevonden en is er nog vervolgtoezicht gaande. Dat betekent dat deze zorgorganisaties
door de inspectie goed in beeld worden gehouden, maar dat de inspectie op basis van
een risico-inschatting oordeelt dat intensief toezicht nu niet aan de orde is.
Ik ga ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport