Brief regering : Taken en budgetontwikkelling Autoriteit Persoonsgegevens (AP)
32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens
Nr. 149 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 september 2019
Tijdens het algemeen overleg van 13 juni jongstleden sprak ik met uw Kamer over de
                  bescherming van persoonsgegevens. Ik heb toegezegd u – zoals de motie van het lid
                  Van Nispen verzoekt – inzicht te bieden in de taakuitbreiding en groeiscenario’s van
                  de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), het voorziene groeipad te schetsen en zo nodig
                  een verklaring te geven voor dit eventuele verschil.1 Tevens geef ik hiermee uitvoering aan de motie van het lid Verhoeven c.s. over de
                  capaciteit en middelen voor de privacytoezichthouder, mede in het licht van de scenario’s
                  AEF, ingediend tijdens de behandeling van de Uitvoeringswet algemene verordening gegevensbescherming
                  (UAVG).2
Privacybescherming is belangrijk, omdat bedrijven en overheden grote hoeveelheden
                  gegevens verwerken die te herleiden zijn tot personen, zoals medische of financiële
                  gegevens. In een vrije, democratische samenleving moeten mensen erop kunnen vertrouwen
                  dat organisaties zorgvuldig omgaan met hun gegevens. Samen met de AP werk ik aan deze
                  opgave.
               
De AP in transitie
De AVG heeft ertoe geleid dat er veranderingen zijn opgetreden in de bescherming van
                  persoonsgegevens en het toezicht daarop. Met de invoering van de AVG heeft de AP een
                  toename in taken gekregen. Het jaar 2018 betekende voor de AP een jaar van transitie.
                  Niet alleen wettelijk, maar ook organisatorisch heeft dit veranderingen gebracht.
                  De AP heeft eigen rechtspersoonlijkheid verworven, diverse interne ontwikkelingen
                  ingezet en een stevige personele groei doorgemaakt.
               
Het toezicht van de AP omvat zowel multinationals, als overheden, bedrijven, ZZP’ers
                  en verenigingen. In de kern is het werk van de AP terug te brengen tot een twintigtal
                  wettelijke taken. Deze lopen uiteen van het behandelen van klachten, datalekmeldingen,
                  tot het geven van voorlichting, wetgevingsadviezen, onderzoek, handhavend optreden
                  en internationaal werk als gevolg van taken van de European Dataprotection Board.
               
In 2017, voorafgaand aan de inwerkingtreding van de AVG, heeft adviesbureau Andersson
                  Elffers Felix (AEF) in opdracht van de AP de consequenties van de AVG voor het budget
                  en de capaciteit van de AP onderzocht. AEF heeft op basis van verschillende aannames
                  de consequenties van de verordening uitgewerkt in drie scenario’s voor het benodigde
                  budget, te weten: een scenario laag (€ 19,6 miljoen) een scenario midden (€ 23,7 miljoen)
                  en een scenario hoog (€ 29,4 miljoen). AP heeft die prognose recent laten herijken,
                  waarbij de consequenties van de AVG voor het benodigde budget en capaciteit van de
                  AP zijn geraamd op € 21,6 miljoen in 2019 oplopend naar € 27,8 miljoen in 2022. De
                  in opdracht van de AP ontwikkelde scenario’s gaan logischerwijs uit van verschillende
                  aannames en veronderstellingen en het is van belang te bezien hoe een en ander in
                  de praktijk uitwerkt en of ontwikkelingen al dan niet bestendigen.
               
Eerste ervaringen met AVG positief, maar ook nog uitdagingen
Inmiddels heeft de AP ruim een jaar ervaring met de AVG. Het toezicht van de AP is
                  goed op stoom gekomen, evenals de bekendheid van de AP in Nederland. Op 9 september
                  2019 heeft de AP cijfers over het eerste halfjaar 2019 naar buiten gebracht, waaruit
                  blijkt dat het aantal privacyklachten toeneemt: ruim 15.000 mensen hebben in de eerste
                  zes maanden van 2019 een klacht ingediend bij de AP.3 Daarnaast blijkt de AP een voorloper in Europees verband. Zo is de AP relatief vaak
                  de leidende toezichthouder voor klachten en neemt ze veelal een eerste, tweede of
                  derde positie in binnen de EU als het gaat om het bevorderen van bekendheid met de
                  AVG en de toezichthouder.4
De AP ervaart knelpunten en risico’s in deze fase van de implementatie van de AVG.
                  Mogelijk zal blijken dat een aantal knelpunten incidenteel is. Indicaties daarvoor
                  kunnen zijn een verwachte afname van de werkdruk door goed opgeleide nieuwe werknemers
                  en een dalend ziekteverzuim. Knelpunten kunnen echter ook langduriger aanhouden of
                  structureel blijken.
               
De klachteninstroom blijft bijvoorbeeld aanzienlijk hoger dan voorzien: de AP verwacht
                  28.000 klachten in 2019 ten opzichte van 15.600 klachten in 2018. Hierdoor is er sprake
                  van een verder oplopende werkvoorraad van nu ruim 3.000 klachten. Ook stijgt het aantal
                  datalekmeldingen ten opzichte van 2018 (van 20.000 naar 24.000).5
Een derde knelpunt dat de AP ervaart is dat met het van kracht worden van de AVG het
                  aantal aanvragen voor goedkeuring van zogenaamde Binding Corporate Rules (BCR’s) is
                  gestegen. De toestroom is zodanig dat een wachttijd is ontstaan van 3 tot 5 jaar,
                  die als gevolg van de Brexit nog verder kan toenemen. Een toename van wachttijden
                  geldt ook voor voorafgaande raadplegingen, gedragscodes en goedkeuring van certificeringsschema’s.
               
Op het gebied van sanctionering, Europese samenwerking en systeemtoezicht heeft de
                  AP minder capaciteit ingezet.
               
Budget AP
Om de taken uit de AVG te kunnen uitvoeren is bij de implementatie van de AVG in de
                  Uitvoeringswet AVG voor 2018 en volgende jaren € 7 miljoen structureel toegevoegd
                  aan het budget van de AP. Tijdens de behandeling van de wet heb ik aan uw Kamer aangegeven
                  de ontwikkelingen rondom de AVG en de gevolgen voor de capaciteit en het budget van
                  de AP nauwlettend te volgen en hierover het gesprek met de AP te voeren.6Uitkomst van de gesprekken daarover is voor 2019 geweest dat ik bij Voorjaarsnota
                  2019 heb besloten de AP een extra budget van € 3,4 miljoen, inclusief loonbijstelling,
                  toe te kennen. Daarmee bedraagt het budget van de AP voor 2019 en volgende jaren € 18,6 miljoen.
                  Het budget van de AP is daarmee hoger dan dat van landen als Frankrijk en Spanje.7
Bij de toekenning van het budget voor de AP is er rekening mee gehouden dat het eerste
                  jaar na de invoering van de AVG onvoldoende representatief is als basis voor de bepaling
                  van structurele financiering. Enerzijds is de instroom aan zaken nog niet uitgekristalliseerd.
                  Anderzijds is een deel van de lasten incidenteel als gevolg van de forse groei van
                  de organisatie in korte tijd en het nog niet optimaal ingericht zijn van de werkprocessen.
                  Daarnaast moet rekening worden gehouden met het absorptievermogen van de AP. De AP
                  kan niet alles tegelijk oppakken en moet – net als overigens alle andere organisaties
                  in het domein van Justitie en Veiligheid – prioriteiten stellen bij de bestemming
                  van schaarse middelen.
               
Verder onderzoek noodzakelijk
Inmiddels beschikken we over cijfers en ervaringen van het eerste jaar na de invoering
                  van de AVG. De organisatie van de AP heeft het afgelopen jaar ervaring opgedaan met
                  de nieuwe werkprocessen en een groot aantal nieuwe medewerkers kunnen inwerken. Daardoor
                  ontstaat een steeds beter beeld van wat de AP nodig heeft voor een goede taakvervulling.
                  De AP en ik hebben dan ook afgesproken dat we een gezamenlijk extern onderzoek starten
                  naar de grondslagen van de financiering van de AP, de omvang van het budget en de
                  risico’s behorende bij de verschillende scenario’s. Daarbij wordt ook gekeken naar
                  efficiencyverbetering die mogelijk nog kan worden behaald, bijvoorbeeld door verdere
                  stroomlijning van werkprocessen, de inzet van technologie en innovatiemogelijkheden.
                  Ook kijken we naar mogelijke alternatieve wijzen van financiering, zoals het heffen
                  van leges voor de behandeling van BCR’s. Met dit onderzoek willen we komen tot een
                  gedeeld beeld van een gezonde financiële basis voor de uitoefening door de AP van
                  haar wettelijke taken. Daarbij betrekken we ook een vergelijking met de toerusting
                  van collega-privacytoezichthouders in Europa.
               
Over de uitkomsten van dit onderzoek verwacht ik u begin 2020 te kunnen berichten.
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker
Indieners
- 
              
                  Indiener
 S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
