Brief regering : Onderzoeksopzet beleidsdoorlichting artikel 5 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
30 985 Beleidsdoorlichting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Nr. 35 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 september 2019
Met deze brief licht u ik in over de opzet en vraagstelling van de beleidsdoorlichting
van artikel 5 «Ruimtelijke ordening en omgevingswet» van de begroting van het Ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 die in 2020 naar uw Kamer zal worden gestuurd. Hiermee voldoe ik aan de motie van
het lid Harbers c.s. (Kamerstuk 34 000, nr. 36) om de Kamer voorafgaand aan de uitvoering van beleidsdoorlichtingen te informeren
over de opzet en vraagstelling.
Het doel van de beleidsdoorlichting van artikel 5 is een beeld te krijgen van de doelmatigheid
en doeltreffendheid van het gevoerde beleid in de periode 2014–2019. De beleidsdoorlichting
van artikel 5 zal voldoen aan de kwaliteitseisen die zijn opgenomen in de Regeling
Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE). Dit is terug te zien in de onderzoeksopzet en
vraagstelling, waarvoor ik u verwijs naar de bijlage2.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties