Brief regering : Verslag van de formele EU Gezondheidsraad van 14 juni 2019
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 537
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 september 2019
Hierbij bied ik u het verslag aan van de formele EU Gezondheidsraad die op 14 juni
2019 plaatsvond in Luxemburg.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Verslag formele EU-Gezondheidsraad 14 juni 2019, Luxemburg
Op 14 juni vond in Luxemburg de formele EU-gezondheidsraad plaats. Deze raad werd
georganiseerd door het Roemeense EU-voorzitterschap. Er werd gesproken over antibioticaresistentie
(AMR), Europese fondsen voor gezondheidszorg en het voorstel tot verordening voor
samenwerking op health technology assessment (HTA).
Raadsconclusies AMR
Het Roemeens voorzitterschap gaf een toelichting op de Raadsconclusies, welke vervolgens
met unanimiteit werden aangenomen. De Raadsconclusies vragen aandacht voor de voorbeeldrol
van Europa op het mondiale toneel ten aanzien van het bestrijden van antibioticaresistentie.
Diverse lidstaten benadrukten het belang van een multidisciplinaire «one health» benadering
en gaven aan hoe zij zich nationaal inzetten om het Europese actieplan antibioticaresistentie
in de praktijk te brengen. Daarbij wordt ingezet op de ontwikkeling van nieuwe antibiotica,
terugdringen van het gebruik van antibiotica en voorlichting aan professionals en
publiek over antibioticaresistentie. Er werd door lidstaten voor gepleit dit thema
zowel Europees als nationaal bovenaan de agenda te houden. Enkele lidstaten vroegen
daarbij tevens aandacht voor de zorgelijke situatie van een teruglopende vaccinatiegraad
in de Europese lidstaten.
Ook Nederland vroeg aandacht voor het internationaal hoog op de agenda houden van
het grensoverschrijdende thema van antibioticaresistentie en wees in dit verband ook
op de mondiale conferentie die op 19–20 juni jl. in Noordwijk werd georganiseerd.
Beleidsdebat Europese fondsen voor gezondheidszorg
Het Roemeens voorzitterschap agendeerde een debat over hoe de synergie tussen de besteding
van de Europese fondsen en de nationale prioriteiten voor gezondheidszorg kan worden
verbeterd.
De Europese Commissie introduceerde de discussie en gaf aan gezamenlijk op zoek te
willen naar een meer doeltreffende, toegankelijke en veerkrachtige zorg in Europa.
Hiervoor is onder andere lokale zorg, maar ook digitale zorg essentieel. Met het nieuwe
Meerjarig Financieel Kader (MFK) en het toekomstige Horizon Europe programma moeten
de prioriteiten vastgelegd worden. De Commissie gaf aan de ambitie te hebben de coördinatie
op het volgende MFK op het terrein van publieke gezondheid steviger vorm geven.
Lidstaten gaven aan te hechten aan beschikbaarheid van Europese middelen voor de gezondheidszorgsector.
Er werd aandacht gevraagd voor meer synergie tussen de verschillende Europese programma’s,
met name ook ten aanzien van de administratieve lasten. Ook communicatie naar belanghebbenden
over de beschikbaarheid van fondsen werd als een belangrijk aandachts- en verbeterpunt
genoemd. Diverse lidstaten benadrukten het belang van inhoudelijke sturing op de verschillende
programma’s via de door de Commissie ingestelde daartoe bestemde stuurgroep. Ook waren
er lidstaten die verzochten een platform in te stellen waar alle financieringsinstrumenten
samengebracht worden en gekoppeld kunnen worden aan de specifieke behoeften van lidstaten
op nationaal, lokaal en regionaal niveau. Dit zou de toegang tot de verschillende
financieringsbronnen moeten vergemakkelijken en de kwaliteit en toegankelijkheid van
zorg verbeteren.
Nederland benadrukte dat zij ten aanzien van het MFK hecht aan neerwaartse bijstelling
en daarbinnen een sterkere focus op prioritaire beleidsterreinen. Nederland heeft
goede ervaringen met de inzet van Europese fondsen op het terrein van innovatie en
blijft hier graag aandacht voor houden, in het belang van de beschikbaarheid van zorg
voor de Europese patiënt. De doelmatige inzet van Europese middelen acht Nederland
cruciaal. Nederland vindt dat de besteding van de fondsen op basis van inhoudelijke
prioriteiten als toegang tot innovatieve geneesmiddelen, bestrijden van antimicrobiële
resistentie en de digitale gezondheidszorg moet plaatsvinden.
Het Roemeens Voorzitterschap concludeerde dat Europese middelen onmisbaar zijn om
gezondheidsstelsels verder te ontwikkelen en versterken. Zij riep de Europese Commissie
op om de interventies van de lidstaten in het oog te houden bij verdere activiteiten.
Voortgangsrapportage over verordening Health Technology Assessment
Op 31 januari 2018 heeft de Europese Commissie een voorstel gepresenteerd voor een
verordening over Health Technology Assessment (HTA). De rechtsbasis wordt gevormd
door Artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU),
besluitvorming Raad met gekwalificeerde meerderheid en het Europees Parlement is medewetgever.
Het voorstel gaat over de gezamenlijke beoordeling van de meerwaarde van geneesmiddelen
en medische hulpmiddelen ten opzichte van bestaande behandelingen via een HTA-assessment,
waarbij op EU-niveau wel de klinische beoordeling van de effectiviteit van producten
gezamenlijk wordt uitgevoerd, maar nadrukkelijk niet de kosten-baten analyse.
Het Roemeens voorzitterschap presenteerde een voortgangsrapportage van de onderhandelingen.
Er is onder Roemeens voorzitterschap voornamelijk gesproken over technische aspecten
van het wetgevingsvoorstel. Het voorzitterschap is er niet in geslaagd een algemene
oriëntatie van de Raad te bereiken. Het Fins voorzitterschap zal in de tweede helft
van 2019 het vervolg van de onderhandelingen in de Raad voortvarend ter hand nemen,
en ook de politiek gevoeligere onderwerpen weer op tafel leggen.
Nederland blijft zich in de discussie over het wetsvoorstel actief opstellen en sterk
de nadruk leggen op het belang van borging van kwaliteit, transparantie en onafhankelijkheid
van de gezamenlijke EU-beoordeling.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg