Brief regering : Stand van zaken droogte
27 625 Waterbeleid
Nr. 482 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 september 2019
Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken rond de droogte die in sommige
delen van het land nog steeds actueel is, en de maatregelen die zijn genomen om de
gevolgen hiervan te beperken.
Algemeen beeld
Deze zomer is er wat betreft de droogte een opvallend onderscheid ontstaan in de gebieden
die wel vanuit de grote rivieren en het IJsselmeer van water kunnen worden voorzien
(met name de lager gelegen gebieden in het noorden, midden en westen van het land),
en de gebieden waar dat niet kan (hoge zandgronden in het oosten en zuiden van het
land en delen van Zeeland).
Daar waar water aangevoerd kan worden, is ook relatief veel neerslag gevallen. In
deze gebieden zijn deze zomer, in tegenstelling tot 2018, vrijwel geen problemen geweest
met droogte of verzilting. Daar waar geen water kan worden aangevoerd, en waar men
dus voor de watervoorziening volledig afhankelijk is van regen, is relatief weinig
neerslag gevallen. Hierdoor is in deze gebieden een situatie ontstaan waarbij het
neerslagtekort vergelijkbaar is met 2018. Als gevolg van deze twee droge zomers achter
elkaar, stonden in deze gebieden met name de natuur en de landbouw onder druk. In
haar brief van 3 juli 2019 heeft mijn collega van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
aangegeven met welke voorbereidingen hierop is ingespeeld.
Grondwater
Ondanks de neerslag van de afgelopen weken blijven de grondwaterstanden op de hoge
zandgronden in het oosten en zuiden van het land en delen van Zeeland op veel plaatsen
te laag. Door de neerslag die af en toe valt stabiliseert de situatie, maar van herstel
van grondwaterstanden is nog geen sprake. Daarvoor is langdurige neerslag nodig. Deze
gebieden kunnen niet uit de grote rivieren en kanalen van water worden voorzien. Alle
mogelijke maatregelen om de neerslag die er valt zoveel mogelijk vast te houden, zijn
al in de zomer van 2018 ingezet door de waterschappen en Rijkswaterstaat. Deze maatregelen,
zoals het inzetten van schotbalken op stuwen, blijven voorlopig van kracht.
Maas
De afvoer van de Maas is langzaam aan het dalen. Op dit moment is de afvoer ongeveer
20 m3/s. De verwachting is dat de afvoer zich de komende week zal stabiliseren rond dit
niveau. In een gemiddeld jaar is de afvoer van de Maas in september ruim 60 m3/s. Bij een afvoer van minder dan 25 m3/s kunnen in de zomer watertekorten optreden omdat dan de watervraag voor onder andere
de landbouw en de natuur hoog is. In september is de watervraag een stuk lager, waardoor
de gevolgen van de lage Maasafvoer op dit moment beperkter zijn.
De gevolgen van de lage waterstand van de Maas zijn vooral merkbaar voor de scheepvaart.
Door Rijkswaterstaat en de waterschappen worden maatregelen getroffen om de gevolgen
zoveel mogelijk te beperken, onder andere door zoveel mogelijk met volle sluiskolken
te schutten en door water dat bij het schutproces wegstroomt terug te pompen. Zo wordt
de bevaarbaarheid van de Maas en de Brabantse kanalen zo goed mogelijk gehouden. Om
sluiskolken vol te krijgen moet soms worden gewacht op schepen en kunnen wachttijden
dus wel oplopen.
In de Droogtemonitor van 3 september 2019 (zie bijlage)1 wordt uitgebreider ingegaan op de situatie in het Maasstroomgebied en de genomen
maatregelen.
Rijn
De afvoer van de Rijn bij Lobith is al de gehele zomer iets lager dan normaal, maar ruim voldoende om in de watervraag
te voorzien. Hierdoor kon de watervoorraad in het IJsselmeer goed op peil worden gehouden,
kon de verzilting efficiënt worden bestreden, en was er daarmee voldoende wateraanvoer
mogelijk naar het noorden, midden en westen van het land. De komende week zal de afvoer
van de Rijn geleidelijk dalen, hetgeen gebruikelijk is in deze tijd van het jaar.
Van watertekorten is in dit deel van het land echter geen sprake.
Leren van de zomers van 2018 en 2019
Afgelopen zomer waren er wat betreft de droogte dus grote verschillen in het land.
Op de hoge zandgronden en delen van Zeeland is de droogte nog steeds actueel. De waterbeheerders
hebben alle beschikbare maatregelen ingezet om de gevolgen van de droogte zoveel mogelijk
te beperken, en het beschikbare water zoveel mogelijk vast te houden en zo efficiënt
mogelijk te verdelen.
Om de gevolgen van de droogte zoveel mogelijk te beperken hebben de waterbeheerders
in 2019 direct gebruik gemaakt van de leerervaringen in 2018 en enkele van de aanbevelingen
zoals die in de Evaluatie crisisbeheersing watertekort 2018 (zie mijn brief van 25 april
2019) en de Beleidstafel droogte (zie mijn van brief 4 april 2019) zijn gegeven.
Om een paar voorbeelden te noemen:
– Het beter vasthouden van het beschikbare water.
– Betere monitoring van het zoutgehalte van het IJsselmeer, waardoor direct kan worden
ingegrepen bij de eerste tekenen van verzilting.
– Betere data-uitwisseling tussen waterbeheerders (via o.a. Slim Watermanagement), met
een aantoonbaar efficiënter gebruik van het beschikbare (schaarse) water tot gevolg.
– Meer samenwerking tussen overheden en watergebruikers.
– Meer communicatie, zoals de mediacampagne van de drinkwaterbedrijven om zuinig te
zijn met drinkwater. Tijdens warme periodes kon die direct worden ingezet.
De campagne van de drinkwaterbedrijven past ook goed bij mijn eigen doelstellingen
om het waterbewustzijn te vergroten. Want ook bedrijven en bewoners kunnen iets doen.
In de eerste plaats door met z’n allen zuiniger met water om te gaan. Ook een groen,
begroeid dak dat water vasthoudt, is een goed idee. Het geeft ook verkoeling, evenals
een groene achtertuin of plantsoen in plaats van tegels.
Zowel de Evaluatie van de crisisbeheersing in 2018 als de Beleidstafel Droogte hebben
hun waarde dus al bewezen. Verdere implementatie van de aanbevelingen wordt voortvarend
opgepakt, zowel in de crisisorganisatie als onder andere het Deltaprogramma.
In het Deltaprogramma zijn we met alle partijen bezig met de uitvoering van het Deltaplan
Zoetwater om Nederland weerbaarder te maken tegen watertekort. De waterbeheerders
en watergebruikers voeren maatregelen uit om zuiniger te zijn met water, om water
beter vast te houden en om water slimmer te verdelen. De genoemde leerervaringen zijn
ook de kapstok voor de uitwerking van nieuwe maatregelen om Nederland ook voor de
langere termijn voor te bereiden op langere en vaker voorkomende periodes van droogte.
Daarnaast werken alle betrokken partners hard aan het eindrapport van de Beleidstafel
Droogte dat ik eind dit jaar naar uw Kamer zal sturen.
Tot slot
Aangezien het droogteseizoen nog niet is afgelopen, houd ik, samen met de waterschappen
en Rijkswaterstaat, ook de komende periode de situatie nauwlettend in de gaten. Als
daar aanleiding voor is, zal ik u opnieuw informeren.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat