Brief regering : Groen in de Stad
35 000 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2019
Nr. 100 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 september 2019
Tijdens de begrotingsbehandeling van november jongstleden (Handelingen II 2018/19,
nr. 18, item 10) heeft uw Kamer twee moties aangenomen (Handelingen II 2018/19, nr. 19, item 19) die vragen om met voorstellen te komen voor meer natuur in steden (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 25 en Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 32). Aansluitend is er in juli 2019 een derde motie aangenomen (Handelingen II 2018/19,
nr. 102, item 10) over uitdagingen in het groenbeheer (Kamerstuk 34 985, nr. 26). Hierbij informeer ik de Kamer over de wijze waarop ik uitvoering geef aan deze
moties.
Natuur in de stad
Het vergroenen van het stedelijk gebied levert een belangrijke bijdrage aan verschillende
maatschappelijke en ruimtelijke opgaven die in de stad samen komen. Natuur in de stad
brengt voordelen met zich mee op ecologisch, sociaal en economisch gebied. Het vermindert
de gevolgen van klimaatverandering voor stedelingen, zoals wateroverlast en hittestress,
die in toenemende mate voelbaar zijn in het stedelijk gebied. Daarnaast gaan mensen
in een groene omgeving eerder naar buiten, krijgen meer beweging en komen elkaar vaker
tegen. Op die manier draagt het bij aan een betere gezondheid, meer sociale cohesie
en een groter welzijn. Meer natuur is ook gunstig voor het vestigingsklimaat. Het
trekt bedrijven aan en verhoogt de waarde van vastgoed. Vanuit ecologisch perspectief
draagt een groene omgeving bij aan het behoud en herstel van biodiversiteit die zorgelijk
is afgenomen. Omdat bepaalde soorten specifiek afhankelijk zijn van het stedelijk
gebied is het van belang dat deze leefgebieden verbeterd worden. Door natuur in de
stad te versterken kunnen ook nieuwe leefgebieden ontstaan en verbonden worden.
Bij het realiseren van natuur in de stad zijn veel stakeholders betrokken, zoals burgers,
gemeenten, projectontwikkelaars, aannemers, architecten, woningcorporaties, bouwbedrijven,
investeerders. Ieder met eigen doelstellingen, verantwoordelijkheden en middelen.
Gemeenten zijn sleutelspelers bij het realiseren van groen in de stad vanwege hun
verantwoordelijkheid voor ruimtelijke ordening, groenbeheer en een gezonde leefomgeving.
De provincies richten zich op de inrichting van de omgeving van de steden. Op Rijksniveau
raakt het vergroenen van steden opgaven van verschillende ministeries.
Inzet LNV
De verscheidenheid aan opgaven in het stedelijk gebied, de variëteit aan stakeholders
die daarbij betrokken zijn en de rol die natuur kan spelen bij de invulling van deze
opgaven vragen om een integrale aanpak. Mijn inzet richt zich op kennisontwikkeling,
het verbinden van sleutelspelers, het stimuleren van koplopers en het verbinden van
natuur met andere stedelijke opgaven (zoals klimaatadaptatie, leefbaarheid en woningbouw).
Mijn doel is om het belang van natuur te verankeren in de besluitvorming over deze
stedelijke opgaven.
In de afgelopen periode heeft mijn ministerie vooral een faciliterende rol gespeeld.
Ik noem bijvoorbeeld de verschillende Green Deals en een City Deal die door het Ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) zijn ondersteund, en de opstart van
het kennis- en innovatieprogramma DuurzaamDoor bij de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO.nl). Deze inzet heeft geleid tot het opzetten van actieve netwerken,
kennisverspreiding en het verkennen van verschillende beleidsinstrumenten. In de City
Deal Waarden van Groen en Blauw in de stad is er bijvoorbeeld een instrument ontwikkeld
om de waarde van natuur uit te drukken in financiële termen. Deze zogenoemde Groene
Baten Planner is toegepast in Amsterdam. Voor Amsterdam zijn de baten van het uitbreiden
van de groene infrastructuur in vier scenario’s inzichtelijk gemaakt. Hiermee wordt
de besluitvorming van de gemeente ondersteund.
De opgaven in het stedelijk gebied worden groter, en de gevolgen van bijvoorbeeld
de warme zomers voor de leefbaarheid in de steden steeds duidelijker. Daarom heb ik
een impuls gegeven aan de inzet van mijn departement op het domein van natuur in de
stad. De strekking van de moties sluit hier goed bij aan. Bij de uitvoering van de
moties streef ik naar een integrale benadering van verstedelijking waarbij het behoud
en de ontwikkeling van natuur en biodiversiteit in stedelijk gebied goed wordt meegenomen.
Concreet krijgt dit vorm via de volgende activiteiten:
Innovatie via topsectoren aanpak
Samen met de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en Volksgezondheid, Welzijn
en Sport en de drie topsectoren Agri & Food, Tuinbouw & Uitgangsmaterialen en Water
& Maritiem heb ik het missiegedreven kennis- en innovatiebeleid uitgewerkt voor het
thema «Landbouw, Water, Voedsel». Ik heb opgeroepen tot projecten waarin nieuwe concepten
worden ontwikkeld voor groen aan en op gebouwen en groen in de gebouwde omgeving.
Dit najaar is de toewijzing van een eerste tranche kennisprojecten. De kennis die
in deze projecten wordt opgedaan zal door gemeenten en projectontwikkelaars toegepast
kunnen worden bij zowel de bouw van nieuwe wijken als aanpassing van bestaande wijken.
Participatietafel Natuurinclusief Bouwen
Ik ondersteun via het kennis- en innovatieprogramma DuurzaamDoor bij RVO.nl de participatietafel
natuurinclusief bouwen. Overheden, wetenschappers, bouwbedrijven, architecten, natuurorganisaties
en jonge professionals werken in deze tafel samen om de transitie naar natuurinclusief
bouwen te versnellen.
In februari jongstleden is geëxperimenteerd met een nieuwe werkwijze op het congres
«Groen is Poen». Dit congres was een initiatief van onder andere NL Greenlabel en
DuurzaamDoor. Partijen uit de vastgoed-, natuur- en onderwijssector zijn met behulp
van een «Serious Game» op zoek gegaan naar nieuwe businessmodellen waarin vastgoed
op slimme wijze met natuur gecombineerd wordt. De partijen hebben geconstateerd dat
dit een goede en leuke manier is om over en weer begrip te krijgen voor elkaars belang,
zodat er een basis ontstaat voor vruchtbare samenwerking.
In april jongstleden heb ik het Nationaal Debat Natuurinclusief Bouwen mede-georganiseerd.
Hier is de prijs uitgereikt voor de opdrachtgever die op innovatieve wijze natuurinclusief
bouwen onderdeel maakt van hun planproces. De wijk Kerckebosch uit Zeist won deze
prijs omdat zij natuur en wonen naast elkaar heeft staan bij de integrale gebiedsontwikkeling.
Doordat natuur vanaf het begin van het planproces is meegenomen, wordt natuurinclusieve
stedelijke ontwikkeling in dit gebied gerealiseerd. Dit is een voorbeeld van hoe het
belang van natuur in de besluitvorming van de gemeente Zeist en de betrokken woningcorporatie
is verankerd. Door de prijsvraag heeft deze werkwijze op de bijeenkomst van Building
Holland een podium gekregen en daarmee bekendheid in onder andere de bouw- en vastgoedsector
gekregen.
Deze activiteiten hebben energie gegenereerd en netwerken bij elkaar gebracht. Er
is in toenemende mate interesse in natuurinclusief bouwen. Verschillende partijen
hebben aangegeven dat kennisuitwisseling belangrijk is om natuurinclusief bouwen verder
te brengen. Er is behoefte aan sessies waarbij gemeenten of regio’s een casus kunnen
inbrengen om natuurinclusief bouwen integraal onderdeel te maken van hun specifieke
situatie. Daarom is met de partijen van de tafel afgesproken om «On Tour» te gaan
in regio’s en gemeenten waar partijen iets willen, kunnen of moeten met het onderwerp
natuurinclusief. Dit zal dit najaar van start gaan.
Nationaal Daken Plan
De Green Deal Groene Daken Fase II is in mei 2019 afgerond. De partners van de green
deal gaan door in de vorm van een Nationaal Daken Plan. Hiermee zetten ze een volgende
stap bij het verankeren van groene daken in de stedelijke planvorming en de uitvoering
daarvan. Ik ondersteun de uitwerking van dit plan dat eind dit jaar gereed zal komen.
Nationale Adaptatie Strategie (NAS)
In de NAS is de relatie tussen natuur en klimaatadaptatie een van de kernpunten. Ik
faciliteer een adaptatiedialoog met sleutelspelers op dit thema. In samenwerking met
verschillende partijen werk ik aan een actieprogramma om tot een natuurinclusieve
en klimaatadaptieve stad te komen. Hierbij zoek ik de samenwerking en verbinding met
de adaptatiedialoog Gebouwde Omgeving die vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties wordt getrokken. Naar verwachting wordt het actieprogramma
eind dit jaar vastgesteld.
Nationale Omgevingsvisie (NOVI)
Gezonde en groene steden zijn in de ontwerp-NOVI benoemd als prioritaire opgave. Natuurinclusieve
ontwikkeling voor nieuwe bouw- en ontwikkelopgaven is hierin aangewezen als een goed
uitgangspunt voor de toekomst. De NOVI wordt begin 2020 vastgesteld.
In de ontwerp-NOVI is een programma Verstedelijking en Wonen aangekondigd waarin een
verstedelijkingsstrategie met IPO, VNG en de Unie van Waterschappen zal worden uitgewerkt.
In het programma zoekt het kabinet actief de samenwerking met alle partijen om natuur
in de stad een goede plek te geven en een integraal onderdeel te maken van de verdere
verstedelijking.
Panorama Lokaal
Het College van Rijksadviseurs heeft in samenwerking met mijn ministerie de prijsvraag
Panorama Lokaal opgezet. Panorama Lokaal roept lokale partijen op om gezamenlijk wijken
uit de tweede helft van de vorige eeuw aan de randen van de stad toekomstbestendig
te maken. Hierbij liggen er kansen voor het verbeteren van de beleving en diversiteit
van natuur. Bijvoorbeeld gaat het om natuurinclusief bouwen, opwaarderen van de groenstructuur
en het verbinden daarvan met de natuur en het platteland.
Regio Deals
Ook binnen de Regio Deals werk ik aan mogelijkheden om natuurinclusief ontwerpen,
bouwen en beheren te integreren in de gebouwde omgeving. In dit kader werk ik samen
met de Regio Deal Parkstad Limburg en Regio Deal ZaanIJ.
Groenbeheer
Naast de ontwikkeling van meer groen in steden is goed groenbeheer van belang voor
biodiversiteit. Ik ben met gemeenten in gesprek over uitdagingen in het groenbeheer
en daar waar grote uitdagingen zitten worden al stappen gezet. Zo is deze zomer gestart
met het Kennisplatform Processierups (i.o.) waarin organisaties gaan samenwerken aan
een betere kennis- en informatie uitwisseling. Op deze manier geef ik invulling aan
de motie-Von Martels (Kamerstuk 34 985, nr. 26), die ik hiermee als afgedaan beschouw.
Tot slot
Ik ben niet de enige die zich inzet voor een groene, natuurinclusieve stad. Er is
een groeiend aantal initiatieven dat stedelijke opgaven met natuur combineert. Verschillende
gemeenten experimenteren met puntensystemen om architecten en ontwikkelaars aan te
moedigen groen en natuurinclusief te bouwen. Ook zetten steeds meer burgers zich via
groene burgerinitiatieven in voor meer natuur in de stad. Daarnaast verkennen private
en financiële partijen in toenemende mate hoe het maatschappelijk rendement van stedelijke
natuur ook financieel gewaardeerd kan worden.
De opgaven in de stad zijn groot en raken verschillende partijen. Door een bewuste
koppeling met natuur tot stand te brengen is het mogelijk om urgente maatschappelijke
opgaven te helpen realiseren. Met de inzet van bovenstaande activiteiten ben ik ervan
overtuigd bij te dragen aan een groene, klimaatbestendige, aantrekkelijke en gezonde
stedelijke omgeving die de biodiversiteit versterkt. Hiermee beschouw ik de motie-Weverling
(Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 25) en motie-Geurts (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 32) als uitgevoerd. In het kader van de uitvoering van de Nationale Adaptatiestrategie
en de Nationale Omgevingsvisie wordt uw Kamer geïnformeerd over het verdere verloop
en de resultaten van de in deze brief gepresenteerde acties en trajecten.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit