Brief regering : Beleidsreactie op het rapport Reclassering en resocialisatie in Caribisch Nederland
29 270 Reclasseringsbeleid
Nr. 141 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 augustus 2019
Hierbij bied ik u, conform artikel 30, vijfde lid van de Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving,
het rapport genaamd Reclassering en resocialisatie in Caribisch Nederland – (vervolg)onderzoek
naar het functioneren van de Stichting Reclassering Caribisch Nederland, naar het
proces van resocialisatie in Caribisch Nederland en naar de rol van het project Adelanto
van de stichting Krusada daarbij van de Raad voor de Rechtshandhaving (hierna: de
Raad) aan1.
In 2014 signaleerde de Raad een aantal knelpunten bij de taakuitvoering van de Stichting
Reclassering Caribisch Nederland (SRCN).2 In onderhavig vervolgonderzoek is de Raad nagegaan op welke wijze opvolging is gegeven
aan de aanbeveling uit het onderzoek van 2014. Daarnaast beschrijft de Raad in haar
rapport hoe het resocialisatieproces in Caribisch Nederland verloopt en welke rol
het project Adelanto van de Stichting Krusada daarbij speelt.
Hieronder zal ik eerst op de algemene bevindingen van de Raad ingaan. Vervolgens zal
ik reageren op de aanbevelingen die de Raad doet.
Algemene bevindingen
Uit dit vervolgonderzoek is gebleken dat SRCN inmiddels vrijwel alle aanbevelingen
van de Raad uit 2014 heeft opgevolgd. De succesvolle invoering van de methodiek Werken in gedwongen kader heeft geleid tot een professionalisering van het werk van de SRCN. De Raad beschrijft
dat de SRCN door het invoeren van deze methodiek beschikt over «een stevig fundament
voor haar reclasseringswerk». Slechts drie van de 28 aanbevelingen behoeven nog opvolging,
waarvan er één buiten de invloedsfeer van SRCN ligt (doorlooptijden toezending vonnissen).
De twee openstaande aanbevelingen voor SRCN zien op de veiligheid voor de medewerkers
op de bovenwindse eilanden en het organiseren van een medewerkers- en cliënttevredenheidsonderzoek.
De stand van zaken ten aanzien van deze aanbevelingen licht ik hieronder nader toe,
alsmede de nieuwe aanbeveling aan SRCN, de aanbevelingen aan Adelanto en de aanbevelingen
aan mijn ministerie.
In het rapport wordt beschreven dat de financiering van SRCN via Reclassering Nederland
verloopt. Inmiddels is, in overleg met en op aanraden van alle partijen, het besluit
genomen om met ingang van 1 januari 2020 vanuit mijn ministerie een directe subsidierelatie
aan te gaan met SRCN. Hierdoor worden ervaren knelpunten opgelost en kan SRCN bouwen
aan een professionele en toekomstbestendige organisatie.
Wat betreft het proces van resocialisatie in Caribisch Nederland heeft de Raad vastgesteld
dat geen harde gegevens beschikbaar zijn over recidive in Caribisch Nederland, maar
dat de indruk bestaat dat het recidivepercentage hoog is en dat er nog veel stappen
te zetten zijn voor wat betreft het proces van resocialisatie.
Aanbevelingen
Ten aanzien van SRCN:
1. Creëer een oplossing voor de veiligheidssituatie bij de SRCN-locaties op Sint Eustatius
en Saba.
De Raad beschrijft dat de veiligheid voor de medewerkers op de bovenwindse eilanden
een punt van aandacht is. De medewerkers zitten vaak ongewenst geïsoleerd. Ik onderschrijf
de notie van de Raad dat veiligheid van medewerkers altijd voorop moet staan en dat
zij zich veilig moeten voelen tijdens hun werk. Omdat er niet altijd beschikbaarheid
bij de politie is om hierop te reageren zal een alarmknop of bewakingscamera beperkt
effect hebben op het veiligheidsniveau. Dit probleem speelt bij meerdere organisaties
en SRCN is op dit moment in gesprek met Mental Health Caribbean om de mogelijkheden
van een persoonlijk alarmsysteem te onderzoeken. Ik ben hierover in gesprek met SRCN.
Op Sint Eustatius is recent een start gemaakt met een project rondom gezamenlijke
huisvesting van de Rijksdienst Caribisch Nederland. De verwachting is dat hiermee
het veiligheidsprobleem kan worden opgelost. De ervaringen die worden opgedaan ten
aanzien van gezamenlijke huisvesting op Sint Eustatius kunnen vervolgens gebruikt
worden om een oplossing te vinden voor Saba. Risicovolle gesprekken worden in de tussentijd
op het politiebureau of in aanwezigheid van de politie gehouden.
2. Organiseer een medewerkers- en een cliënttevredenheidsonderzoek.
Het advies om een medewerkers- en cliënttevredenheidsonderzoek te organiseren is inmiddels
opgevolgd. Het medewerkers-tevredenheidsonderzoek kan naar verwachting nog dit jaar
uitgevoerd worden. Voor het cliënttevredenheidsonderzoek wordt samen met de Voogdijraad
opgetrokken en dit zal naar alle waarschijnlijkheid in 2020 uitgevoerd worden.
3. Investeer in de verdere ontwikkeling van het risicotaxatie-instrument GDI
Met het GDI (geïntegreerd diagnostisch instrumentarium) beschikt SRCN over een eenduidig
en transparant risicotaxatie-instrument. Alle reclasseringsmedewerkers van de SRCN
maken gebruik van dit risicotaxatie-instrument. Het ontbreekt de SRCN echter op dit
moment aan middelen om de GDI door te ontwikkelen naar een volwaardig systeem dat
gekoppeld kan worden met het cliëntvolgsysteem. Hierdoor kan er bijvoorbeeld geen
informatie worden gegenereerd over recidivepercentages en effecten van reclasseringsinterventies.
Inmiddels ben ik hierover met SRCN in gesprek en heb ik toegezegd bij te dragen in
de kosten die nodig zijn om dit te realiseren.
Ten aanzien van Adelanto:
4. Zorg voor optimale benutting van de capaciteit van Adelanto
5. Verken de mogelijkheden van uitbreiding van nazorg aan ex-bewoners van Adelanto
Op het terrein van Krusada wonen en werken cliënten van het project Adelanto en hier
wordt ingezet op een goede verbinding tussen straf en terugkeer in de maatschappij.
De meerwaarde van het Adelanto is evident. Ik ben daarom ook positief over de geïntensiveerde
lokale samenwerking binnen de justitiële keten op Bonaire, waardoor de bezetting van
Adelanto in de afgelopen maanden is gegroeid. In het kader van de veranderende sanctietoepassing
wordt bezien hoe de samenwerking tussen Krusada, het ministerie en andere justitiële
partners op Bonaire het beste vormgegeven kan worden. Een verkenning van de kerntaken
van Krusada hoort hierbij, waaronder de mogelijkheden van uitbreiding van nazorg aan
ex-bewoners van Adelanto.
Ten aanzien van het Ministerie van JenV:
6. Onderzoek de mogelijkheden van behandeling van justitiabelen buiten Caribisch Nederland,
indien en voor zover deze binnen Caribisch Nederland niet beschikbaar is.
Hoewel het onderzoek zich niet specifiek heeft gericht op de forensische zorg in Caribisch
Nederland, onderschrijf ik het belang van goede behandeling voor justitiabelen. Behandeling
binnen Caribisch Nederland past binnen het uitgangspunt van resocialisatie en doorzorg/nazorg.
Het is van belang dat dit zoveel mogelijk binnen de eigen omgeving plaatsvindt, waarbij
wordt gewerkt aan een veilige en gefaseerde terugkeer in de maatschappij. Daarom ben
ik op dit moment bezig met een verkenning voor het organiseren van forensische zorg
op Bonaire, binnen de mogelijkheden die de omvang van de eilanden met zich meebrengen.
Hierbij wordt tevens onderzocht wat daarop aanvullend nog nodig is.
7. Verken de mogelijkheden van intensivering van begeleiding van en nazorg aan ex-gedetineerden,
ook in de gevallen waarin geen sprake (meer) is van reclasseringstoezicht.
De resocialisatie en re-integratie van ex-gedetineerden in Caribisch Nederland kan
beter. De veranderende sanctietoepassing is een ingrijpend en complex proces. Daarom
heb ik vorig jaar samen met de lokale ketenpartners, extra lokale beleidsmedewerkers
aangesteld voor een periode van drie jaar. Gezamenlijk met ketenpartners werken zij
aan een stappenplan om zowel voor de lange als de korte termijn de resocialisatie
en re-integratie te verbeteren en hiermee recidive te verminderen. Hierin zal ook
de uitbreiding van nazorg aan ex-gedetineerden terugkomen.
8. Doe onderzoek naar de recidivecijfers in Caribisch Nederland, ook in relatie met reclasseringstoezicht.
In de strafrechtketen BES worden verschillende maatregelen genomen om te zorgen dat
justitiabelen niet terugvallen in delinquent gedrag. In samenwerking met mijn ministerie
is een lokale werkgroep gestart die aan de slag gaat met het in kaart brengen van
recidivecijfers.
9. Houd bij de inzet op preventie vast aan samenwerking met de openbare lichamen.
Het belang van de samenwerking met de openbare lichamen wordt door het ministerie
onderkend. De verschillende (justitie) ketenpartners en de openbare lichamen werken
nauw samen bij het voorkomen van criminaliteit en het terugdringen van recidive. Gezien
de kennis die SRCN in huis heeft ten aanzien van criminogene factoren, verwacht ik
dat zij een actieve rol spelen bij het realiseren van de ambities die zien op preventie.
Indien nodig zal ik uw Kamer nader informeren over de stand van zaken van de reclassering
en resocialisatie in Caribisch Nederland.
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming