Brief regering : Uitkomsten G20-top, gehouden te Osaka op 28 en 29 juni 2019
32 429 G-20
Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juli 2019
Op 28 en 29 juni jl. vond in Osaka de jaarlijkse G20-top plaats, waaraan Nederland
op uitnodiging van het Japanse G20-voorzitterschap heeft deelgenomen. Tijdens de top
werd Nederland vertegenwoordigd door de Minister-President en de Minister van Financiën.
Hare Majesteit de Koningin was in haar hoedanigheid van Speciaal Pleitbezorger van
de VN Secretaris-Generaal voor inclusieve financiering voor ontwikkeling aanwezig.
De Nederlandse inzet met betrekking tot de G20-agenda en de G20-top kwam uw Kamer
eerder toe (Kamerstukken 32 429, nr. 12 en 13). In deze brief wordt uw Kamer, mede namens de Minister-President, geïnformeerd over
de uitkomsten van de G20-top.
Japan heeft een vrije en open, inclusieve en duurzame «human-centered future society» tot hoofdthema van haar voorzitterschap benoemd. Wereldwijde economische groei door
het bevorderen van handel en innovatie staat hierbij centraal, waarbij Japan inzet
op zowel het bereiken van economische groei als het terugdringen van ongelijkheid.
Dit was dan ook de rode draad tijdens de bijeenkomst van leiders op 28 en 29 juni
jl., waar in verschillende inhoudelijke sessies van gedachten is gewisseld over thema’s
als de mondiale economie, handel, innovatie, duurzame ontwikkeling en klimaat en energie.
De prioriteiten van het Japanse voorzitterschap vormden hierbij de basis voor de discussies,
evenals het thema «vergrijzende samenlevingen» dat als rode draad door de brede agenda
van het Japanse G20-voorzitterschap loopt. De Minister-President heeft namens Nederland
tijdens de top gepleit voor het belang van een op en regels gebaseerd multilateraal
handelssysteem. Daarbij heeft de Minister-President opgeroepen tot medewerking aan
WTO-hervorming en de noodzaak van behoud van een functioneel geschillenbeslechtingsmechanisme
benadrukt.
In de aanloop naar en tijdens de top is gebleken dat de vertegenwoordigers van de
belangrijkste economieën ter wereld, waaronder Nederland, het streven naar eerlijke
en duurzame ontwikkeling delen. De G20 vervult als overlegforum een nuttige rol in
het bespreken van de verschillende perspectieven die de grote mondiale spelers hierbij
hebben. Voor Nederland is de handhaving van een wereldwijd en op duidelijke regels
gebaseerd handelssysteem, waarin de WHO een centrale rol speelt en protectionisme
wordt tegengegaan, van groot belang. Ook acht het kabinet het van belang dat de G20
in gesprek blijft over de situatie op de mondiale staalmarkt. Datzelfde geldt voor
een blijvend commitment van de G20-leden ten aanzien van het Klimaatakkoord van Parijs
en de gezamenlijke doelen om onze energiehuishouding te verduurzamen. In dat licht
is het kabinet verheugd dat de top heeft geresulteerd in overeenstemming over een
gezamenlijke verklaring die de volledige breedte van de G20-agenda bestrijkt. Deze
(Engelstalige) verklaring, de G20 Leaders’ Declaration, is bij deze brief gevoegd1.
Wat Nederland betreft zijn de huidige spanningen in het wereldhandelssysteem schadelijk
voor het vertrouwen in de economie, in de handel en voor het systeem zelf. Het multilaterale
handelssysteem werkt in het voordeel van landen die geen economisch overwicht hebben
en zorgt voor stabiliteit en vertrouwen in de wereldhandel. De WTO is daarin onmisbaar
als forum voor onderhandelingen, als monitoringssysteem om transparantie over nationale
maatregelen te vergroten en als enige partij die een rechtsgang kan voorzien voor
geschillen. Het kabinet vindt het daarom positief dat de G20 bereidheid uit heeft
gestraald om samenwerking te zoeken om de spanningen in het handelssysteem te de-escaleren
om de markten open te houden. Mogelijke oplossingen hiervoor, zoals bilaterale overeenkomsten,
moeten daarbij passen binnen het WTO-kader en non-discriminatoir van aard zijn. Tegelijkertijd
heeft de G20 de noodzaak van WTO-hervorming nogmaals onderstreept, inclusief de noodzaak
van actie met betrekking tot het functioneren van het geschillenbeslechtingsmechanisme
in de WTO.
Nederland heeft daarnaast gepleit voor aandacht voor schuldhoudbaarheid en -transparantie
in zowel ontwikkelingslanden als in de context van infrastructuurinvesteringen. Op
dit onderwerp is significante vooruitgang geboekt; onder andere zijn de in G20-verband
opgestelde principes voor kwalitatief hoogwaardige infrastructuurinvesteringen en
het werk van het International Institute of Finance (IFF) ten aanzien van principes rondom schuldentransparantie en -houdbaarheid onderschreven.
De IIF-principes richten zich op crediteuren uit de private sector en zijn een belangrijke
stap vooruit in het inzichtelijk maken van schulden op project- en macroniveau. Een
ander belangrijk positief punt is dat in de slottekst een oproep is opgenomen tot
verder onderzoek naar het gebruik van onderpand in kredietverstrekking aan overheden.
Voorts is het van belang dat de G20 leiderschap toont op klimaat, zeker in aanloop
naar UN Climate Action Summit (september 2019). De G20 bestaat uit de grootste vervuilers, en is collectief verantwoordelijk
voor zo’n 80 procent van de mondiale emissies. Zoals ook in Hamburg (2017) en Buenos
Aires (2018) hielden de VS zich op klimaat afzijdig vanwege het besluit om zich terug
te trekken uit het Parijsakkoord. De G20-leden kwamen, mede door inzet van de EU en
de Europese G20-leden waaronder Nederland, om die reden wederom een tweedelige verklaring
overeen. Negentien landen benadrukten daarbij nogmaals hun commitment aan de klimaatdoelstellingen
van Parijs. Wel hebben de VS aangegeven te streven naar economische groei, die gepaard
gaat met inzet voor de ontwikkeling en toepassing van geavanceerde technologieën om
de CO2-uitstoot verder te verminderen en te zorgen voor een schoner milieu. Het kabinet
betreurt de terugtrekking van de VS uit het Parijs-akkoord, maar stelt met tevredenheid
vast dat de overige G20-leden hun verplichtingen onder het genoemde akkoord onverkort
van toepassing achten. Nederland heeft hierbij benadrukt dat het realiseren van de
doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs internationale samenwerking vereist
en verhoging van ambitie in nationaal bepaalde bijdragen en lange termijn strategieën.
Een ander belangrijk onderwerp waarover in Osaka eveneens overeenstemming is bereikt,
betreft het tegengaan van de vervuiling van de oceanen met plastic, inclusief microplastics.
(Plastic) zwerfvuil in zee, ook bekend als plastic soep, is een groeiend probleem
met negatieve gevolgen voor het mariene ecosysteem maar kent ook sociale, veiligheids-,
economische en gezondheidsimplicaties. Bovendien zijn de bronnen en plaatsen van herkomst
van zwerfvuil in zee divers en diffuus. Een internationale aanpak is noodzakelijk,
want de verspreiding van zwerfvuil in zeeën en oceanen blijft niet beperkt tot nationale
grenzen. Met de «Osaka Blue Ocean Vision» willen de G20 tegen 2050 de toenemende verontreiniging van de oceanen stoppen, onder
meer door een beter afvalbeheer, toepassing van innovatieve oplossingen en een circulaire
economie benadering.
Verder valt de brede aandacht voor digitalisering op. Japan heeft een ambitieuze agenda
neergelegd voor de G20 op het gebied van digitalisering en de toepassing van nieuwe
technologie. De Japanse ambitie kan daarbij worden samengevat onder de noemer society 5.0: een inclusieve benadering van technologie, waarbij de mens centraal staat. In een
wereld waarin digitalisering steeds meer doordringt in alle economische en maatschappelijke
sectoren, streeft Japan naar betere bevordering van maatschappelijke toepassing van
nieuwe technologie, in het bijzonder kunstmatige intelligentie (AI), en verbinding
met de Sustainable Development Goals (SDG’s). Daarbij heeft Japan ook de nuttige verbinding tussen digitale economie en
handel gelegd. In de Osaka Declaration on Digital Economy2 wordt de «Osaka track» gelanceerd in relatie tot de WTO e-commerce onderhandelingen.
Japan beoogt hiermee met een groep van landen leiderschap en initiatief te tonen in
die onderhandelingen en daarbij nadruk te leggen op het onderwerp grensoverschrijdende
datastromen. Dit is voor premier Abe een belangrijke deliverable van de G20 Top waar hij in Davos 2019 al op zinspeelde. Nederland heeft in lijn met
de EU deze aanvullende verklaring gesteund.
Naar aanleiding van de aanslagen in Christchurch in Nieuw-Zeeland op 15 maart 2019,
heeft Australië in de G20 een gezamenlijk statement geïnitieerd over «Preventing Exploitation of the Internet for Terrorism and Violent Extremism Conducive
to Terrorism (VECT)»3. Dit separate statement bouwt voort op het Hamburg G20 Leader’s Statement on Countering Terrorism (2017). Het Hamburg statement richt zich op versterken van internationale samenwerking
op terrorismebestrijding, het tegengaan van terrorismefinanciering en het tegengaan
van radicalisering en het gebruik van internet voor terroristische doeleinden. Met
betrekking tot het laatste punt wordt onder meer samenwerking met de private sector
genoemd. Voor Nederland is van belang hierbij een balans te vinden tussen het tegengaan
van terroristische propaganda enerzijds en het waarborgen van mensenrechten en fundamentele
vrijheden, waaronder vrijheid van meningsuiting op het internet, anderzijds. Deze
balans is geborgd in het statement.
De tekst van de slotverklaring is de uitkomst van een op consensus gericht proces
en is dientengevolge een weerslag van verschillende perspectieven en ambitieniveaus
van de G20-leden. Meer dan ooit heeft de wereld oplossingen nodig die gemeenschappelijkheid
vergen. Tegelijkertijd staat internationale samenwerking onder druk. Naast het stabiliseren
van de wereldeconomie en de financiële markten, waar de G20 mee begon, bevat de agenda
tegenwoordig gericht op tal van andere mondiale uitdagingen. Kwesties als terrorisme,
handel, duurzame ontwikkeling, klimaatverandering en energiezekerheid vragen om een
gezamenlijke aanpak. De G20 moet daarbij het goede voorbeeld geven. Het kabinet verwelkomt
dan ook dat de G20, bestaande uit een groep zeer uiteenlopende landen, wederom op
zoveel onderwerpen tot overeenstemming is gekomen.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken