Brief regering : SCoPAFF gewasbeschermingsmiddelen 16 en 17 juli 2019
27 858 Gewasbeschermingsbeleid
Nr. 482 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juli 2019
Hierbij informeer ik uw Kamer over de voorgenomen Nederlandse standpunten inzake de
onderwerpen die ter stemming worden voorgelegd aan het eerstvolgende Standing Committee
on Plants, Animals, Food and Feed (SCoPAFF) over regelgeving voor gewasbescherming.
Het overleg vindt plaats op 16 en 17 juli 2019. De standpunten zijn ambtelijk voorbereid
met de Ministeries van IenW, SZW en VWS, op basis van advisering door het College
voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).
Het SCoPAFF is een permanent comité onder voorzitterschap van de Europese Commissie
(EC). Het comité ondersteunt de EC bij de uitvoering van EU-regelgeving waarbij de
EC de besluitvormende bevoegdheid heeft. Het SCoPAFF over regelgeving voor gewasbescherming
gaat over technisch-wetenschappelijke of procedurele besluiten over de (hernieuwing
van) goedkeuring van werkzame stoffen in de EU of de criteria waarlangs ze worden
beoordeeld. Conform EU-regelgeving (Verordening EG 1107/2009) betreft het hoofdzakelijk
besluiten op basis van de risico’s voor mens, dier en milieu, en niet de landbouwkundige
noodzaak.
De onderstaande punten staan op de agenda ter (mogelijke) stemming (de zogenaamde
B-punten).
De werkzame stof Bacillus subtilis strain IAB/BS03
De EC stelt voor om deze stof goed te keuren als laag-risico stof. Deze stof kan ingezet
worden ter bestrijding van schimmelziekten. Het Ctgb adviseert positief over het voorstel
om de stof goed te keuren. De Nederlandse delegatie is voornemens in te stemmen met
het voorstel van de EC.
De werkzame stof Thiofanaat-methyl
De EC stelt voor de goedkeuring van deze stof niet te hernieuwen omdat de stof momenteel
mutageen categorie 2 is en EFSA voorstelt de stof te classificeren als mutageen 1B.
Bovendien heeft de stof hormoonverstoorde eigenschappen en is er een lange-termijn
risico voor zoogdieren. Het Ctgb adviseert positief over het voorstel om de goedkeuring
van de stof niet te hernieuwen. De Nederlandse delegatie is voornemens in te stemmen
met het voorstel van de EC.
De werkzame stof Verticillium albo-atrum WCS850
De EC stelt voor de goedkeuring van deze stof te hernieuwen. Dit micro-organisme kan
gebruikt worden ter bestrijding van schimmelziektes in iepen.
Het Ctgb adviseert positief over het voorstel om de goedkeuring van de stof te hernieuwen.
De Nederlandse delegatie is voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC.
De werkzame stof Alpha-cypermethrin
De EC stelt voor de goedkeuring van deze stof te hernieuwen. De stof wordt daarnaast
aangemerkt als kandidaatstof om te worden vervangen omdat de gezondheidskundige grenswaarden
lager liggen dan de meeste goedgekeurde werkzame stoffen. Deze stof wordt gebruikt
als insecticide en heeft momenteel geen toelatingen in Nederland. Het Ctgb adviseert
positief over het voorstel om de goedkeuring van de stof te hernieuwen. De Nederlandse
delegatie is voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC.
De werkzame stof Methiocarb
De EC stelt voor om de goedkeuring van deze stof niet te hernieuwen vanwege onacceptabele
risico’s voor werkers, vogels, zoogdieren en regenwormen. Deze stof wordt gebruikt
als insecticide en heeft in Nederland toelatingen in de teelt van mais. Het Ctgb adviseert
positief over het voorstel om de goedkeuring van de stof niet te hernieuwen. De Nederlandse
delegatie is voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC.
Tijdelijke verlenging goedkeuringsperiode van 29 werkzame stoffen in verband met herbeoordeling
De EC stelt voor om de goedkeuring van 29 werkzame stoffen procedureel te verlengen
met één jaar omdat de besluitvorming buiten de schuld van de aanvrager niet tijdig
is afgerond. Deze procedure is vastgelegd in verordening EG 1107/2009 (artikel 17).
In het pakket van 29 stoffen bevindt zich de werkzame stof difenoconazool. Dit is
één van de vijf azolen waarover de uw Kamer in 2013 een motie heeft aangenomen om
deze stoffen van de markt te weren (Kamerstuk 27 858, nr. 222). De Nederlandse delegatie is daarom voornemens om, in lijn met mijn reactie op de
aangenomen motie Ouwehand (Kamerstuk 21501–32, nr. 1181), het voorstel van de EC te steunen maar zich met een stemverklaring te verzetten
tegen de tijdelijke verlenging van de werkzame stof difenoconazool. De Nederlandse
delegatie zal er daarnaast nogmaals voor pleiten dat in het SCoPAFF de mogelijkheid
komt om separaat over stoffen te stemmen in plaats van alleen in brede pakketten.
Wijziging Uniforme Beginselen inzake honingbijen
Zoals aangegeven in mijn brieven aan uw Kamer van 1 en 4 juli jl. (Kamerstuk 27 858, nrs. 462 en 479) zal de implementatie van het bijenrichtsnoer deze SCoPAFF-vergadering nog niet ter
besluitvorming aan de lidstaten worden voorgelegd omdat eerst zal worden besloten
over de wijziging van de Uniforme Beginselen (Regulation (EU) 546/2011) en dit besluit
vervolgens zal worden voorgelegd aan het Europees Parlement en de Europese Raad.
Het voorstel van de Europese Commissie betreft een wijziging van uitvoeringsverordening
(EU) 546/2011 die ziet op de uniforme beginselen voor de evaluatie en de toelating
van gewasbeschermingsmiddelen. Met de wijziging worden nieuwe normen voor de risicobeoordeling
voor honingbijen geïmplementeerd. De normen zijn direct afkomstig uit het EFSA-bijenrichtsnoer
en betreffen de acute toxiciteit van stoffen via directe blootstelling (contact) en
de inname via voeding (oraal). De nieuwe normen gaan per 1 januari 2020 in en gaan
gelden voor aanvragen ingediend vanaf die datum. Ik heb uw Kamer op 4 juli 2019 (Kamerstuk
27 858, nr. 479) reeds geïnformeerd over dit agendapunt, het positieve advies van het Ctgb over het
voorstel van de EC en mijn voornemen om in te stemmen met dit voorstel.
Commissiebesluit voor het niet herhalen van vrijstellingen door Roemenië voor twee
middelen op basis van neonicotinoiden
De EC stelt voor dat Roemenië de tijdelijke vrijstelling van 2 middelen op basis van
neonicotinoiden niet mag herhalen. Naar aanleiding van een landbouwkundige analyse
van EFSA concludeert de EC dat er voldoende alternatieven beschikbaar waren voor de
tijdelijke vrijstellingen en dat deze daarom niet voldeden aan de voorwaarden uit
artikel 53 van Verordening (EC) 1107/2009. De Nederlandse delegatie is voornemens
in te stemmen met het voorstel van de EC.
Commissiebesluit voor het niet herhalen van een vrijstelling door Litouwen voor een
middel op basis van een neonicotinoide
De EC stelt voor dat Litouwen de tijdelijke vrijstelling van een middel op basis van
een neonicotinoide niet mag herhalen. Naar aanleiding van een landbouwkundige analyse
van EFSA concludeert de EC dat er voldoende alternatieven beschikbaar waren voor de
tijdelijke vrijstelling en dat deze daarom niet voldeed aan de voorwaarden uit artikel 53
van Verordening (EC) 1107/2009. De Nederlandse delegatie is voornemens in te stemmen
met het voorstel van de EC.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit