Brief regering : Schadeafhandeling containercalamiteit Msc Zoe
29 684 Waddenzeebeleid
Nr. 186 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2019
Tijdens het algemeen overleg Wadden op 26 juni 2019 heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de manier waarop de
schadeafhandeling van de calamiteit met containers van de Msc Zoe plaatsvindt en wanneer
de betalingen door de reder van de Msc Zoe, de Mediterranean Shipping Company (MSC),
zijn uitgevoerd. Met deze brief geef ik invulling aan deze toezegging.
Schadeloket bij Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat heeft, zoals eerder gemeld, aangeboden het proces van de schadeafhandeling
voor andere publieke partijen te coördineren. Hiervoor heeft Rijkswaterstaat een schadeloket
ingericht. Overheidspartijen en terreinbeherende natuurorganisaties kunnen via dit
schadeloket hun schadeclaim bij MSC indienen. Het loket biedt ondersteuning bij de
voorbereiding van claims en treedt daarnaast op als penvoerder in de contacten met
(de verzekeraar van) MSC.
Gebruikmaking van de diensten van het schadeloket is facultatief. Het staat overheidspartijen
en terreinbeherende natuurorganisaties met andere woorden vrij om zelf rechtstreeks
– dus zonder tussenkomst van het schadeloket – een claim bij (de verzekeraar van)
MSC in te dienen. In een aantal gevallen is dit ook gebeurd en hebben partijen rechtstreeks
een claim ingediend. Van de afwikkeling van deze rechtstreeks ingediende claims heb
ik geen overzicht beschikbaar.
Er hebben zich in totaal 26 partijen bij RWS gemeld om gebruik te maken van de diensten
van het schadeloket. Twintig partijen hebben een overzicht van de door hen gemaakte
kosten tot 15 april jl. ingeleverd. Zes partijen hebben aangegeven (nog) geen kosten
te hebben gemaakt.
De claims betreffen zowel gemaakte kosten voor het inschakelen van derden, materiaalhuur
etc., alsook de inzet van het eigen personeel van die organisaties. Alle 20 partijen
hebben hun claim medio mei – via het schadeloket – ingediend bij MSC. Door Rijkswaterstaat
wordt er sinds dat moment bij MSC steeds sterk op aangedrongen om de ingediende claims
snel af te handelen.
Stand van zaken betalingen door MSC
Op of omstreeks 26 juni 2019 is namens MSC circa € 600.000,– betaald. Hierbij is door
MSC aangegeven dat dit een eerste betaling betreft, waarbij versneld is overgegaan
tot een vergoeding van schadeposten van verschillende claims waarover bij (de verzekeraar
van) MSC geen vragen bestonden. Met betrekking tot andere schadeposten heeft (de verzekeraar
van) MSC nog aanvullende vragen die beantwoording behoeven, alvorens tot vergoeding
kan worden overgegaan. De vragen gaan bijvoorbeeld over de vergoeding van BTW, over
declaraties die mogelijk abusievelijk dubbel zijn ingediend of waarom bepaalde kosten
zijn opgevoerd. Deze vragen zijn op 2 juli jl. door MSC bij het RWS schadeloket aangeleverd.
RWS is voor de beantwoording van een deel van deze vragen afhankelijk van informatie
van de claimende partijen. In overleg met de verschillende claimanten worden deze
vragen zo snel als mogelijk beantwoord en door RWS bij (de verzekeraar van) MSC teruggelegd.
Nog niet alle individuele claimanten hebben nu al een vergoeding ontvangen, maar de
recent namens MSC uitgekeerde € 600.000,– kan globaal als volgt worden onderverdeeld.
Een bedrag van circa € 400.000,– is bestemd voor de Staat (voor de inzet van de Kustwacht
en Rijkswaterstaat) en ongeveer € 200.000,– gaat naar de andere partijen. Van het
laatstgenoemde bedrag is circa € 100.000,– specifiek bestemd voor de eilandgemeenten.
Op basis van de bij Rijkswaterstaat aangeleverde overzichten bedraagt het totaal aan
geclaimde kosten via het schadeloket tot nu toe bijna € 3,35 miljoen. De totale claim
van de gemeenten en terrein beherende natuurorganisaties, ingediend via het schadeloket,
bedraagt circa € 700.000,–. Van dit laatstgenoemde bedrag is tot nu toe een bedrag
van circa € 280.000,– ingediend door de vijf eilandgemeenten. Het aandeel van het
Rijk in de totale claim van circa € 3,35 miljoen bedraagt, vanwege onder meer de inzet
van groot materieel (schepen), € 2,64 miljoen.
Hoewel deze eerste betaling van MSC te beschouwen is als een stap in de goede richting,
stel ik wel vast dat dit nog slechts een relatief klein deel van het totale geclaimde
schadebedrag betreft. De vragen die bestaan bij (de verzekeraar van) MSC moeten uiteraard
worden beantwoord, als onderdeel van een ordentelijke afhandeling van deze schadeclaims.
Ik blijf hierbij wel inzetten op snelheid. Rijkswaterstaat zal in overleg met de verschillende
claimanten de antwoorden op de gestelde vragen naar (de verzekeraar van) MSC sturen.
Ik ga ervan uit dat daarna het overige deel van de schadeclaims dat daadwerkelijk
voor vergoeding in aanmerking komt snel door (de verzekeraar van) MSC wordt uitgekeerd.
De voortgang zal ik nauwgezet volgen. In dit verband herhaal ik mijn eerdere mededeling dat, indien de verdere afhandeling onvoldoende voortvarend verloopt, ik mij
in de richting van MSC genoodzaakt zal zien om andere wegen te bewandelen om te bewerkstelligen
dat de gerechtvaardigde claims worden betaald.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat