Brief regering : Verslag van de (informele) OJCS-Raad van 16 april en 22 en 23 mei 2019
21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Nr. 315
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juli 2019
Hierbij stuur ik u het verslag van de informele Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Raad (OJCS-Raad) voor cultuurministers van 16 april jongstleden. Ook stuur ik u, mede
namens de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, het verslag van het
cultuur- en onderwijsdeel van de Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur- en Sportraad (OJCS-Raad)
van 22 en 23 mei jongstleden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Verslag informele OJCS-Raad 16 april 2019
Tijdens het officiële diner de avond voorafgaand aan de informele Raad kwam het nieuws
over de brand in de Notre Dame in Parijs naar buiten. Vrijwel alle lidstaten startten
de vergadering met het betuigen van sympathie met het Franse volk naar aanleiding
van de brand.
Discussie over toegang tot financiering van de culturele en creatieve sector
Tijdens de informele Raad vond een gedachtewisseling plaats tussen cultuurministers
over het onderwerp «financiering van de culturele en creatieve sector». De voorzitter
lichtte toe dat de vragen daarbij zijn: wat zijn de volgende stappen die we op EU-niveau
zouden moeten zetten om het potentieel van deze sectoren beter te benutten? Welke
maatregelen kunnen het ondernemerschap en innovatie-potentieel versterken? Hoe kunnen
we duurzame financiering garanderen en hoe kunnen we de ontwikkeling van de culturele
en creatieve sector versterken op nationaal niveau?
Eurocommissaris Navracsics lichtte verschillende EU-instrumenten toe die een link
hebben met cultuur en/of erfgoed. Het bekendste instrument is het Creative Europe-programma,
maar daarnaast bestaat sinds een aantal jaar ook de Europese garantiefaciliteit. Bovendien
zijn er mogelijkheden binnen het Horizon-programma en ook de herziene Auteursrecht
richtlijn is belangrijk voor de sector.
Vervolgens gaf Carmen Croitoru, directeur-generaal van het Roemeense nationale instituut
voor cultuuronderzoek en training, een introductie op de Culturele en Creatieve sectoren
(CCs). De CCs hebben een link naar allerlei sectoren, zoals toerisme en handel. Zij
zegt dat nog te weinig inzicht is in de totale bijdrage van de CCs op de economie
in al zijn facetten is. De data die we wel hebben, is veelal economisch van aard.
Nederland gaf aan dat de CCs de laatste jaren nieuwe financieringsmogelijkheden en
samenwerkingen hebben gevonden. De Nederlandse overheid wil dit graag versterken met
de sector, onder andere door de zogenaamde Arbeidsmarktagenda. De CCs kunnen een rol
spelen in het oplossen van problemen in de samenleving en innovatie in andere sectoren
stimuleren. Deze toegevoegde, menselijke waarde moeten we beter zichtbaar maken, ook
op EU-niveau. Dit kan bijvoorbeeld door kennisuitwisseling, samenwerking en synergie
tussen het Creative Europe en andere programma’s zoals het Horizon Europe-programma.
Vrijwel alle lidstaten pleitten voor een integrale, sector-overstijgende benadering
van het cultuur- en creatieve industriebeleid. EU-programma’s als Horizon Europe en
de structuurfondsen spelen hierin een belangrijke rol. Enkele lidstaten wezen in dit
verband nog op de onlangs herziene Auteursrecht richtlijn en de herziene Audiovisuele
Mediadiensten richtlijn. Er werd ook geconstateerd dat de CCs op heel veel manieren
kunnen bijdragen aan economische en sociale groei, maar deze functie blijft vaak onderbelicht.
Als thema’s voor de toekomst werden innovatie, ondernemerschap en omgaan met nieuwe
technologieën genoemd.
Discussie over cultureel erfgoed
Het tweede agendapunt was een discussie over cultureel erfgoed, om een vervolg te
geven aan het succesvolle Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed (2018). De Roemeense
Minister introduceerde de vragen bij dit discussiethema: Wat zijn nationaal de belangrijkste
prioriteiten in het cultureel erfgoedbeleid voor de komende jaren? Hoe kunnen we op
basis van het Europese Actiekader voor cultureel erfgoed de Europese samenwerking
op dit gebied versterken?
Eurocommissaris Navracsics zei dat het Erfgoedjaar een succes was dankzij de inzet
van alle lidstaten. Het bracht lidstaten en mensen bijeen en zorgde voor nieuw elan.
Nu is het belangrijk dat dit een goed vervolg krijgt. Daarom heeft de Europese Commissie
een Actiekader opgesteld met daarin vijf uitgangspunten: sociale cohesie, duurzaamheid,
weerbaarheid, innovatie en sterke wereldwijde samenwerking. Daarnaast wordt er een
Erfgoedforum opgezet waar de lidstaten aan gaan deelnemen, net als relevante stakeholders.
De Commissaris roept ook op om voldoende budget uit te trekken, vandaar dat de Europese
Commissie ook een verhoging van het Creative Europe-programma voorstelt.
Stefan Balici, directeur-generaal van het Nationale Erfgoedinstituut in Roemenië gaf
een inleiding op het thema. Hij refereerde aan de erfgoedconferentie die een paar
dagen voor de Raad plaatsvond in Sighisoara. Daar is onder andere gesproken over kwaliteitsstandaarden
voor erfgoed- en architectuurprojecten die door de EU gefinancierd worden.
Nederland gaf aan dat het Erfgoedjaar in Nederland vooral heeft bijgedragen aan (betere)
samenwerking binnen en buiten de erfgoedsector. Een goed voorbeeld daarvan was het
initiatief van drie Nederlandse provincies samen met Europa Nostra dat leidde tot
een Youth Summit in Berlijn. In Nederland zijn we al langer bezig met een geïntegreerde
aanpak van erfgoed, dat willen we ook graag op EU-niveau voortzetten door middel van
mainstreaming binnen het Europees beleid en samenwerking en kennisuitwisseling met de lidstaten.
De inbreng van andere lidstaten richtte zich voornamelijk op bewustwording van het
belang van cultureel erfgoed en internationale samenwerking, waar op EU-niveau meer
op ingezet kan worden. Het Actiekader van de Europese Commissie werd door veel lidstaten
verwelkomd en meerdere lidstaten gaven aan bezig te zijn met het ontwikkelen van een
nationaal erfgoedplan. Een van de uitdagingen van de komende tijd is digitalisering.
Enkele lidstaten noemden nog het belang van het actuele thema van koloniaal erfgoed.
Ten slotte werd door vrijwel alle lidstaten de slotverklaring gesteund, ook door Nederland.
In deze verklaring wordt het belang van Europees cultureel erfgoed en financiering
van de culturele en creatieve sector nogmaals onderstreept. Naar aanleiding van de
recente gebeurtenis in Parijs en alle steunbetuigingen die tijdens de vergadering
werden geuit is het document aangevuld met een solidariteitsverklaring aan Frankrijk.
Verslag OJCS-Raad 22 en 23 mei 2019
Onderwijs 22 mei
Raadsaanbeveling over een alomvattende aanpak voor talenonderwijs
De Raad heeft de Raadsaanbeveling over een alomvattende aanpak voor talenonderwijs
aangenomen. Deze aanbeveling betreft één van de voorstellen die de Europese Commissie
op 22 mei 2018 heeft uitgebracht in het kader van het werken aan een Europese onderwijsruimte.
Raadsaanbeveling over stelsels voor onderwijs en opvang van hoge kwaliteit voor jonge
kinderen
De Raad heeft de Raadsaanbeveling over stelsels voor onderwijs en opvang van hoge
kwaliteit voor jonge kinderen aangenomen. Deze aanbeveling betreft één van de voorstellen
die de Europese Commissie op 22 mei 2018 heeft uitgebracht. De Raadsaanbeveling is
bedoeld om lidstaten te ondersteunen bij hun inspanningen om de toegang tot en de
kwaliteit van hun stelsels voor onderwijs en opvang voor jonge kinderen te verbeteren.
Raadsconclusies over bijscholingstrajecten
De Raad heeft Raadsconclusies over bijscholingstrajecten aangenomen. In deze Raadsconclusies
wordt gereageerd op de inhoudelijke resultaten van een onderzoek over de voortgang
aangaande om- en bijscholingstrajecten voor laagopgeleide volwassenen en volwassenen
met lage basisvaardigheden. Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van de Raadaanbeveling
«Upskilling Pathways» uit 20161.
Beleidsdebat over het bouwen aan de toekomst van Europa: de bijdrage van onderwijs
en opleiding aan het versterken van de sociale cohesie.
Het Roemeense voorzitterschap leidde het debat in met een bijdrage van de Roemeense
vertegenwoordiger van het «Junior Ambassador to the EU»-programma, die verwees naar
de Bucharest EU Children’s Declaration van 7 mei jl., over participatie van kinderen.
Gepleit werd voor het actief laten meedenken en meepraten door kinderen in relevante
gremia, waarbij werd verwezen naar het Kinderrechtenverdrag, geratificeerd door de
lidstaten. Voorts pleitte deze jeugdambassadeur ervoor dat er een duidelijke route
moet komen voor participatie van kinderen: hiervoor moet een duidelijk monitoringsinstrument
worden ontwikkeld, op lokaal, regionaal, nationaal en EU-niveau. De betreffende Children’s
Declaration moet geformaliseerd worden en in praktijk worden gebracht: onderwijs staat
hierbij centraal.
Vervolgens werden de twee vragen uit het discussiepaper door het voorzitterschap toegelicht.
In de eerste vraag werden lidstaten uitgenodigd toe te lichten wat volgens hen de
noodzakelijke vervolgstappen zijn in de Europese onderwijssamenwerking met het oog
op het creëren van de Europese onderwijsruimte in 2025. De tweede discussievraag richtte
zich op de meest succesvolle projecten gericht op het creëren van gemeenschappelijke
waarden en het versterken van sociale cohesie en de manier waarop dit op Europees
niveau versterkt kan worden.
Eurocommissaris Thyssen (Werk, Sociale Zaken, Vaardigheden en Arbeidsmobiliteit) gaf
in haar bijdrage aan dat er werk wordt gemaakt van beroepsonderwijs en excellentie,
om jonge mensen kansen te geven op de arbeidsmarkt én werkenden om- en bij te scholen.
Digitale en financiële vaardigheden, en vaardigheden op het gebied van duurzaamheid, zijn voor iedereen belangrijk, net als leven lang leren en samenleven in een
diverse maatschappij. Vooral laaggeschoolde mensen hebben vaak banen die mogelijk
gedigitaliseerd worden. In het kader van «leven lang leren» voor laagopgeleide mensen
is armoedebestrijding ook een belangrijk aandachtspunt.
Eurocommissaris Navracsics (Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport) benadrukte dat sociale
inclusie een van de doelstellingen is van de Europese onderwijsruimte. Armoede en
uitsluiting, en gebrek aan vaardigheden zijn een risico voor veel Europeanen. Gemeenten
spelen vaak een grote rol, aldus de eurocommissaris.
Sociale inclusie kan onder meer bewerkstelligd worden door het beroep van leraar aantrekkelijker
te maken. Voorts moeten leermethoden worden bijgewerkt. Leerlingen moeten voldoende
vaardigheden krijgen en «leven lang leren» aangeleerd krijgen. Daarnaast moet mobiliteit
de norm worden. De Europese onderwijsruimte kan aan al deze uitdagingen een bijdrage
leveren.
Nederland gaf aan dat voor de toekomstige EU-samenwerking op het gebied van onderwijs
met name mobiliteit in het beroepsonderwijs en hoger onderwijs, het stimuleren van
leven lang leren en het ontwikkelen van vaardigheden van belang zijn. Voor de maatschappij
hebben we actieve en kritische burgers nodig. Sociale samenhang, democratie en diversiteit
zijn actuele thema’s in onder meer de curriculumherziening. Voorts is door Nederland
het werk van de Gelijke Kansen Alliantie uiteengezet, waarbij rijk, gemeenten en scholen
samen werken aan de ontwikkelingskansen voor kinderen. De Europese pijler voor sociale
rechten is belangrijk in dit verband.
Het Roemeense voorzitterschap rondde de discussie af met het benoemen van het belang
van de rol van onderwijs voor het overdragen van waarden, voor cohesie, integratie,
en eerbied voor culturele tradities. Dit onderschrijft het belang van de positie van
onderwijs op de Europese agenda. Er zijn hoge verwachtingen van de netwerken van Europese
universiteiten; met gemeenschappelijke programma’s en EU-financiering hebben die meerwaarde,
ook met het oog op sociale cohesie. Ten slotte zijn de positie van leraren, talenkennis
en kwaliteit van onderwijs als aandachtspunten benoemd.
Overige zaken
Frankrijk vroeg aandacht voor de World Skills Competition, die een mooie kans kan
zijn om beroepsopleidingen en excellentie onder de aandacht te brengen. Frankrijk
vroeg steun voor zijn kandidaatstelling voor de volgende editie. De verkiezing voor
het volgende gastland zal plaatsvinden in Kazan, aankomende augustus.
De Commissie lichtte de tweede Onderwijstop toe, die plaatsvindt op 26 september aanstaande.
De eerste editie vond plaats in januari 2018. De top heeft als doel het politiek profiel
van onderwijs als sturende kracht voor de arbeidsmarkt en sociale cohesie te versterken.
De focus van de top is leraren: hoe kunnen we het beroep een boost geven, lerarenopleidingen
verbeteren en innovatieve onderwijsmethoden generen?
Verder gaf de Commissie aan dat er een recente survey is geweest van het Europees
bureau voor de grondrechten, waaruit blijkt dat antisemitisme in opmars is. In dit
verband bracht de Commissie twee initiatieven op. Het eerste is een initiatief van
Unesco. In het kaderprogramma om mondiaal burgerschapsonderwijs te verbeteren heeft
Unesco een aantal activiteiten ontwikkeld om antisemitisme te bestrijden. Het tweede
initiatief is van een Hongaarse vereniging. Doel is door het lesprogramma in het onderwijs
antisemitisme aan te pakken.
Ten slotte gaf het inkomende Finse voorzitterschap een presentatie over zijn prioriteiten
voor de tweede helft van 2019. De breed strategische onderwerpen zijn:
• Duurzame bijeenkomsten (minder CO2-uitstoot; minder reisbewegingen Brussel-Helsinki);
• Transparantie en actieve communicatie (Raadsdebatten zoveel mogelijk openbaar; gebruik
digitale mogelijkheden om het aantal vergaderingen te verminderen, bijvoorbeeld vergaderen
via videoconferentie).
Specifiek voor onderwijs werden de volgende onderwerpen genoemd:
• Trioloog onderhandelingen Erasmus+;
• Aandacht voor «continuous learning» (leven lang leren);
• Aandacht voor toekomstgericht onderwijs;
• Versterken van kansengelijkheid;
• Samenwerking tussen onderwijs en onderzoek;
• Belang van investeren in menselijk kapitaal.
Cultuur en AV 23 mei
Raadsconclusies over jonge creatieve generaties
De Raad heeft Raadsconclusies over jonge creatieve generaties vastgesteld. Hiermee
wordt beoogd de deelname van jongeren aan cultuur te stimuleren door middel van vijf
prioriteiten, waaronder bevorderen van ondernemerschap, digitale vaardigheden en mediawijsheid.
Raadsconclusies over de verbetering van grensoverschrijdend verkeer van Europese audiovisuele
werken, met de nadruk op coproducties
De Raad heeft Raadsconclusies over de verbetering van grensoverschrijdend verkeer
van Europese audiovisuele werken, met de nadruk op coproducties, vastgesteld. Deze
Raadsconclusies vloeien voort uit het Werkplan Cultuur 2019–2022 en de aanbeveling
van de Open Coördinatie (OCM)-werkgroep «on the circulation of European films» onder
het Werkplan Cultuur 2015–2018 om investeringen in coproducties aan te moedigen.
Beleidsdebat desinformatie
De Roemeense Minister leidde het debat in met een referentie aan het feit dat de Europese
Parlementsverkiezingen die dag waren begonnen en dat dit debat dan ook op het goede
moment komt. De voorzitter vond de EU Code of Practice (COP) een goede eerste stap bij bestrijding van desinformatie. Ook is de ondersteuning
vanuit de EU van factcheckers volgens hem belangrijk, net als de ondersteuning van mediawijsheid. De voorzitter
opende het debat met de vraag aan de lidstaten welke andere maatregelen zij graag
zouden zien.
Nederland heeft gewezen op het belang van de journalistiek, niet alleen voor de rechtstaat,
maar ook voor allerlei andere besluiten moeten burgers kunnen vertrouwen op de media.
Hierin zijn de verschillen tussen lidstaten groot. Nederland ziet meerwaarde in gezamenlijke
actie, zowel als het gaat om aanspreken van mediabedrijven op hun verantwoordelijkheid
als het uitwisselen van goede praktijken wat betreft mediawijsheid.
Als het gaat om het bestrijden van desinformatie zagen vrijwel alle lidstaten het
meeste heil in de bevordering van mediawijsheid, zowel op nationaal als Europees niveau.
Sommige lidstaten pleitten voor zelfregulering van platforms en andere voor een combinatie
met co-regulering. Slechts twee lidstaten pleitten expliciet voor nieuwe Europese
wetgeving op dit gebied. Verschillende lidstaten wezen op potentiële ondermijning
van persvrijheid en vrijheid van meningsuiting wanneer verder gaande acties worden
ondernomen door de EU. Er moet een goede balans zijn.
Overige zaken
Portugal en Spanje informeerden over de viering van de eerste reis om de wereld die
500 jaar geleden vertrok vanuit Zuid-Spanje onder leiding van Magellaan.
Hongarije vroeg aandacht voor Vészprém, dat in 2023 Europese Culturele Hoofdstad zal
zijn.
De Roemeense voorzitter gaf een korte terugkoppeling van de uitkomsten van de bijeenkomst
van Ministers in Parijs op 3 mei jl. naar aanleiding van de brand in de Notre Dame.
Ten slotte gaf het inkomende Finse voorzitterschap een presentatie over zijn prioriteiten
voor cultuur en media voor de tweede helft van 2019:
• Trioloog onderhandelingen Creative Europe;
• Cultuur en duurzame ontwikkeling, democratie en onderwijs;
• Het vergroten concurrentiekracht van de AV-sector;
• Implementatie van het Werkplan Cultuur 2019–2022.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap