Brief regering : Voortgang maatschappelijk verantwoord inkopen
26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Nr. 315
                   BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2019
Met deze brief wil ik uw Kamer informeren over wat de afgelopen jaren is bereikt met
                  maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI). Om MVI op de kaart te zetten, is in 2015
                  is een gezamenlijk plan van aanpak1 opgesteld, dat inmiddels grotendeels is uitgevoerd. Ik stuur u deze brief mede namens
                  de andere betrokken bewindslieden bij dit plan: de Staatssecretaris van Economische
                  Zaken en Klimaat, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister
                  voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Sociale Zaken
                  en Werkgelegenheid.
               
Ons doel is om met MVI meters te maken in het versnellen van een aantal belangrijke
                     maatschappelijke transities. We willen onder meer toe naar een circulaire en klimaatneutrale
                     economie. Het kabinet heeft daarbij de ambitie uitgesproken om in 2021 een reductie
                     van 1 Mton CO2 te realiseren met name met circulair inkopen als onderdeel van MVI2. Hiertoe is MVI ook als belangrijk instrument opgenomen in het Uitvoeringsprogramma
                     Circulaire Economie3.
                  
We willen ook naar een inclusieve arbeidsmarkt en een eerlijke internationale markt
                     met een leefbaar loon en zonder dwangarbeid, kinderarbeid en discriminatie. Aan deze
                     laatste doelstelling is de afgelopen jaren een bijdrage geleverd met de inzet van
                     internationale sociale voorwaarden (ISV) bij rijksinkopen. Om aan deze voorwaarden
                     te voldoen, moeten leveranciers inzichtelijk maken welke risico’s in hun toeleveringsketen
                     aanwezig kunnen zijn en hoe deze risico’s worden aangepakt. Leveranciers moeten hier
                     ook transparant over zijn (due diligence). Op deze manier stimuleert MVI bedrijven
                     om maatschappelijk verantwoord te ondernemen.
                  
De uitdaging van het MVI-beleid is om zoveel mogelijk overheden en andere organisaties
                  hierin mee te nemen. Daarom werken we samen met andere overheden, maatschappelijke
                  organisaties en marktpartijen. Het Rijk geeft daarbij het goede voorbeeld door zelf
                  steeds meer maatschappelijk verantwoord in te kopen.
               
De Europese Unie concludeert in haar tweejaarlijkse Evaluatie Uitvoering EU-Milieubeleid
                     20194 dat Nederland een koppositie inneemt op het gebied van MVI. De Nederlandse benadering
                     is één van de meest ambitieuze en succesvolle in de EU. Ondanks dit mooie compliment
                     realiseer ik me al te goed dat we er nog niet zijn. Het is mijn bedoeling dat MVI
                     steeds meer een normaal onderdeel wordt van overheidsinkoop. Om daar te komen, voeren
                     de vijf betrokken departementen acties uit langs drie hoofdlijnen.
                  
1. Meer maatschappelijk verantwoorde opdrachtgevers: We willen organisaties aan de slag
                           krijgen en houden met MVI, ook internationaal. Vaak begint dat met het uitspreken
                           van een ambitie of met een pilot. Het Manifest MVI5 en de Green Deal Circulair Inkopen 2.06 zijn belangrijke instrumenten hierbij. De ervaring leert dat het niet voldoende is
                           om alleen de inkoopafdelingen aan te haken. Duurzaamheid en sociale ambities moeten
                           nadrukkelijk worden verankerd in de gehele organisatie om te komen tot ambitieuze
                           opdrachtverlening met effect.
                        
2. Kennis en instrumenten: We bieden inkopende organisaties de benodigde tools om hun
                           ambities met inkoop te kunnen verwezenlijken. Hierin zijn de afgelopen periode grote
                           stappen gezet. Onder meer is een forse impuls gegeven aan klimaatneutraal en circulair
                           inkopen (onder andere aan pilots), en aan ondersteuning bij de toepassing van internationale
                           sociale voorwaarden.
                        
3. Monitoring: We maken het mogelijk om de inzet, resultaten en effecten van MVI te meten,
                           waardoor MVI voor organisaties beter zichtbaar en stuurbaar wordt. Hiertoe is onder
                           meer de MVI-zelfevaluatietool beschikbaar gesteld en meet RIVM de effecten van MVI.
                           Ik zal u in deze brief ook informeren over de (eerste) resultaten uit deze monitoring.
                        
1. Meer maatschappelijk verantwoorde opdrachtgevers
               
Manifest MVI
De afgelopen jaren zijn steeds meer overheden en andere organisaties concreet aan
                     de slag gegaan met MVI. Ik kon in de vorige voortgangsbrief in 20177 60 ondertekenaars van het Manifest MVI melden, inmiddels zijn dat er meer dan 1608. Op basis hiervan hebben al 100 organisaties een actieplan gepubliceerd, waarmee
                     ze concrete stappen zetten met MVI.
                  
Dit helpt hen écht, horen we op congressen en in regiobijeenkomsten. Het succes van
                     een actieplan ligt in het vertalen van de beleidsambities naar inkoop en in het verbinden
                     van bestuur, opdrachtgevers en inkopers in de organisatie om te komen tot ambitieuze
                     opdrachten, zo blijkt uit evaluatie door CE Delft9.
                  
De komende tijd ga ik door met het werven van nieuwe ondertekenaars. Daarbij onderzoek
                     ik de mogelijkheden om het Manifest MVI ook na 2020 een vervolg te geven.
                  
Green Deals
Een tweede manier om organisaties aan de slag te krijgen met MVI is via Green Deals.
                  De eerste Green Deal Circulair Inkopen was succesvol10 en heeft inmiddels een vervolg gekregen. De deelnemers – ruim 50 private en publieke
                  organisaties – voeren elk minimaal twee circulaire inkooptrajecten uit of schalen
                  een eerder uitgevoerde circulaire pilot op. Ze delen de opgedane kennis en ervaring
                  in een community of practice. Uit de eerste Green Deal is ook een breed beschikbare
                  Wegwijzer Circulair Inkopen11 voortgekomen.
               
Ik vind het belangrijk dat Nederland deze beweging niet alleen maakt, maar juist ook
                  in Europees en breder verband. Onze economie houdt immers niet op bij de grens. De
                  Nederlandse aanpak van de Green Deal Circulair Inkopen heeft inmiddels ook Europees
                  navolging gekregen. Met steun vanuit Rijkswaterstaat zijn al vergelijkbare initiatieven
                  opgezet in Vlaanderen, Finland, Portugal en de regio Parijs. Hiermee ontstaan concrete
                  startpunten voor de transitie naar een circulaire economie in Europa, wat weer bijdraagt
                  aan de afzetmarkt voor Nederlandse koplopende bedrijven (o.a. via Holland Circular
                  Hotspot)).
               
Op 10 oktober 2018 is ook de Green Deal «Duurzame zorg voor een gezonde toekomst»
                  ondertekend onder auspiciën van het Ministerie van VWS. In de zorg liggen nog veel
                  kansen voor verduurzaming. Aangezien circulair inkopen hiervan een belangrijk onderdeel
                  uitmaakt, ondersteun ik deze Green Deal vanuit de Klimaatenveloppe. Dankzij deze impuls
                  kunnen stappen worden gezet, zowel op het vastleggen van ambities, het vergaren en
                  verspreiden van kennis, als op het meten van de voortgang.
               
Op 11 april 2019 was de slotbijeenkomst van de Green Deal «Biobased producten voor
                  de openbare ruimte». Er zijn goede resultaten bereikt. Bij aanvang van de Green Deal
                  streefde men ernaar om vier biobased pilotprojecten te starten. Dat zijn er ruim vijftig
                  geworden, waarin ervaring is opgedaan met de kansen en mogelijkheden van biobased
                  toepassingen in de buitenruimte. Bekeken wordt of de Green Deal een vervolg krijgt
                  of kan aansluiten op het interdepartementale programma circulaire economie.
               
Pilots Klimaatenveloppe
Het kabinet heeft deze regeerperiode extra budget uitgetrokken voor het klimaat en
                     de circulaire economie. In 2018 (€ 5 mln) en 2019 (€ 7,5 mln) is een deel van dit
                     budget gebruikt om klimaatneutraal en circulair inkopen een grote impuls te geven.
                     Hierbij onder meer sterk ingezet op pilots en leernetwerken om de kennis en ervaring
                     bij overheden te vergroten.
                  
In 2018 zijn 104 inkoop-pilots ondersteund met concrete kennis en advies: 80 pilots
                     bij decentrale overheden en 24 bij de rijksoverheid. Pilots liepen daarbij uiteen
                     van de bouw van een circulair zwembad tot de inkoop van warme drankenautomaten of
                     doelgroepenvervoer. Ook in 2019 is weer ruimte om 100 pilots bij decentrale overheden
                     te ondersteunen met expertise over klimaatneutraal en circulair inkopen.
                  
Alle resultaten worden na afloop openbaar gemaakt. Het belangrijkste resultaat uit
                  de pilots is het positieve leereffect bij deelnemende overheden. Daarnaast meet het
                  RIVM ook de verwachte besparing aan CO2 en grondstoffen. Nog niet alle pilots uit 2018 zijn al ver genoeg afgerond om de
                  effecten te bepalen. Acht pilots leverden samen al een verwachte reductie op van 0,042
                  Mton, met name door de inkoop van nieuwe windenergie uit Nederland. Daarnaast leidt
                  de inkoop van duurzaam vervoer tot minder gebruik van fossiele brandstoffen (14.500
                  ton olie-equivalenten per jaar). Bij een deel van de pilots was het effect op de CO2-uitstoot niet in te schatten. Deze pilots waren gericht op stappen eerder in het
                  inkoopproces, zoals het formuleren van een visie of het verkennen van circulaire opties
                  bij leveranciers. De resultaten van de overige pilots worden gecombineerd met de meetgegevens
                  die over 2019 worden gerapporteerd.
               
MVI bij het Rijk
Bij de uitrol van het MVI-beleid in Nederland kijken we nadrukkelijk ook naar de inkoop
                     van het Rijk zelf. Uit een quick scan door KPMG12 blijkt dat de producten en diensten die de rijksoverheid jaarlijks inkoopt een gezamenlijke
                     milieu-impact hebben van naar schatting zo'n 1,8 Mt CO2-eq. en 3 Mton materiaalgebruik. Het Rijk heeft zelf ook een actieplan MVI Rijksinkoopstelsel13 opgesteld voor de generieke inkoop en verschillende departementen hebben daaraan
                     hun eigen specifieke actieplan toegevoegd. Daarmee wordt resultaat geboekt in een
                     reeks grote rijksbrede aanbestedingen met duurzame impact op mens en milieu. Zo werkt
                     het Rijk bijvoorbeeld aan 100.000 circulaire werkplekken en het verduurzamen van alle
                     rijkskantoren in het centrumgebied van Den Haag. Ook werkte de rijksoverheid aan 24
                     pilots klimaatneutraal en circulair inkopen in het kader van de hierboven genoemde
                     impuls vanuit de klimaatenveloppe 2018.
                  
Met deze pilots is invulling gegeven aan de gewijzigde motie van lid Paternotte14 om vanuit meerdere departementen relevante proeven te starten met aanbestedingen
                     waarin meetbare duurzaamheidscriteria met een vast en substantieel wegingspercentage
                     in de procedure en gunning zijn opgenomen en de geleerde lessen van deze procedures
                     onder de aandacht te brengen van decentrale overheden.
                  
Sinds 1 april 2017 is het toepassen van het Rijksinkoopkader internationale sociale
                  voorwaarden (ISV) verplicht voor rijksaanbestedingen in tien risicocategorieën boven
                  de Europese aanbestedingsdrempel. Hierin zijn de voorwaarden in lijn gebracht met
                  de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen (een internationaal raamwerk
                  voor maatschappelijk verantwoord ondernemen). Dit betekent dat leveranciers ketenonderzoek
                  uitvoeren, daarbij de risico’s voor mens en milieu identificeren, maatregelen treffen
                  om deze aan te pakken en te voorkomen, en transparant zijn hierover. Dit draagt bij
                  aan het uitbannen van misstanden in de inkoopketen, zoals kinderarbeid en dwangarbeid.
                  Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de ambitie om ISV toe te passen in alle
                  aanbestedingen, dus ook buiten de risicocategorieën.
               
Het kabinet wil mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt helpen om een arbeidsplaats
                     te vinden. Het Rijk zet zich daarom in op het creëren van extra arbeidsplekken, werkervaringsplekken
                     of stageplekken voor deze groep mensen via de eigen inkoop. Hiervoor geldt al sinds
                     2011 dat social return on investment (SROI) wordt meegenomen als voorwaarde bij alle
                     rijksopdrachten boven de Europese aanbestedingsdrempel van € 250.000.
                  
Sinds 1 januari 2018 werkt het Rijk ook samen met leveranciers en dienstverleners
                     aan nieuwe, creatieve manieren om mensen via inkoopcontracten en SROI naar werk te
                     begeleiden. Dit is Maatwerk voor Mensen. De kern van deze aanpak is een lerende manier
                     van werken. De opgedane praktijkervaring wordt gebruikt voor de doorontwikkeling van
                     beleid. Rijksoverheidsprofessionals en leveranciers krijgen in deze fase van doorontwikkeling
                     extra ruimte om in proeftuinen te verkennen wat mogelijk is. In 2018 werkte het Rijk
                     aan 21 proeftuinen social return, waarmee circa 60 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt
                     naar werk begeleid. Zo zijn onder meer jeugdjustitiabelen geholpen bij het behalen
                     van een mbo-diploma en ICT-ers met een uitkering zijn omgeschoold en geholpen aan
                     een baan als inkoopadviseur15. In 2019 zijn inmiddels 24 nieuwe proeftuinen in voorbereiding.
                  
Via de jaarrapportage bedrijfsvoering Rijk wordt uw Kamer jaarlijks geïnformeerd over
                  de duurzaamheid van de Rijksbedrijfsvoering, waaronder de inzet en resultaten van
                  MVI door het Rijk. Ervaringen en lessen van het Rijk worden onder meer via PIANOo
                  gedeeld met andere overheden. In aanvulling hierop deelt Maatwerk voor Mensen ervaringen
                  via de website16 en bijeenkomsten. Ook is het jaarverslag Maatwerk voor Mensen gepubliceerd.
               
Met de in deze hele paragraaf beschreven activiteiten geeft het Rijk invulling aan
                  de motie van het lid Özütok17 die oproept tot evalueren van de proeftuinen en het delen van de resultaten en ervaringen.
               
Ondanks de vele goede stappen, ligt er nog een flinke uitdaging op weg naar een rijksoverheid
                  die volledig maatschappelijk verantwoord inkoopt. ABDTOPConsult heeft onderzocht hoe
                  opdrachtgevers binnen het Rijk beter kunnen bijdragen aan de versnelling van de duurzame
                  transitie van Nederland18. Op basis hiervan wordt momenteel een ambitieuze Rijksinkoopstrategie uitgewerkt,
                  gericht op het structureler verankeren van MVI binnen de inkoop en het opdrachtgeverschap
                  van het Rijk. Mijn collega van BZK zal u hierover nader informeren.
               
2. Kennis en instrumenten
               
Kennis en goede voorbeelden
Om maatschappelijk verantwoord te kunnen inkopen hebben organisaties kennis nodig
                     en goede voorbeelden om te volgen. Voor veel inkopers en opdrachtgevers is het kopen
                     van een circulair product of het rekening houden met ISV nog grotendeels onbekend
                     gebied. Daarom is de afgelopen jaren veel kennis vergaard door met name het expertisecentrum
                     PIANOo en verspreid naar inkopende overheden. PIANOo biedt onder meer een uitgebreide
                     website, een helpdesk, praktijkvoorbeelden, handreikingen, leernetwerken, regiobijeenkomsten
                     en congressen.
                  
Het kabinet zet vanuit de actieagenda Beter Aanbesteden ook in op professionalisering
                     van aanbestedende diensten. Dit stelt partijen beter in staat om de beleidsdoelen
                     op een goede manier te betrekken in het inkoopproces en draagt daarmee bij aan MVI.
                  
Overheden vragen vaak om goede voorbeelden. Sinds dit voorjaar worden daarom alle
                  voorbeelden door het MVI-loket van PIANOo verzameld en ontsloten op de MVI-kaart van
                  Nederland19 waarop voorbeelden te vinden zijn per regio, per thema en per productgroep.
               
Ook internationaal wordt veel kennis ontwikkeld op het gebied van MVI. Daarom onderhoud
                  ik een goed internationaal netwerk. Via verschillende Europese projecten werken we
                  als Nederland bijvoorbeeld samen aan het verder leren over en versterken van circulair
                  inkopen. Afgelopen jaar is ook het jaarlijkse MVI-congres gecombineerd met de prestigieuze
                  Ecoprocura conference in «European Green Capital» Nijmegen. Hierdoor kon Nederland
                  zich nogmaals op de kaart zetten als voortrekker op gebied van MVI.
               
KoopWijsPrijs
Ik ben blij dat ik u kan melden dat de KoopWijsPrijs MVI voor overheden, mede dankzij
                  de oproep uit uw Kamer, inmiddels al twee keer is uitgereikt. In 2017 ontving Helmond
                  de prijs voor hun uitstekende MVI-actieplan, dat ambitie uitstraalt en MVI in de organisatie
                  verankert. In 2018 heeft de gemeente Zevenaar de prijs gewonnen voor hun circulaire
                  fietspad, waarbij gebruik is gemaakt van grasfalt en grasbeton, en dat tot stand is
                  gekomen via innovatieve samenwerking. Ook de andere genomineerden konden fraaie projecten
                  laten zien. De KoopWijsPrijs is een goede manier om mooie voorbeelden op een positieve
                  manier naar buiten te brengen en zo MVI verder te stimuleren.
               
Academies
Een goede manier voor overheidsinkopers en -opdrachtgevers om actief on-the-job te
                  leren is de academy-vorm. PIANOo organiseert al enige tijd een Circulair inkopen academy.
                  Deelnemers (inkoper en opdrachtgever samen) combineren leren in groepsvorm met het
                  uitvoeren van een eigen project. Deelnemers zijn afkomstig uit een brede groep aanbestedende
                  diensten. Het enthousiasme van de deelnemers blijkt wel uit het feit dat de academies
                  steeds snel zijn volgeboekt.
               
In november vorig jaar is ook de eerste ISV academy gestart. Het doel van de ISV academy
                  is om kennis over te brengen, om de obstakels te bespreken waar de deelnemers tegen
                  aan lopen en om hier gezamenlijk oplossingen voor te vinden. Er zijn pilots gestart
                  om de opgedane kennis in de praktijk te brengen, onder andere op gebied van ICT, bedrijfskleding,
                  natuursteen en energie. Ook dit jaar zal weer een ISV academy starten. Eén van de
                  doelstellingen is om betrokkenen uit iedere risicocategorie in het Rijksinkoopstelsel
                  deel te laten nemen, om te borgen dat ISV goed wordt toegepast.
               
Leernetwerken Klimaatenveloppe
Een krachtige manier van kennis opdoen, is het samen leren en ervaringen delen in
                     een leernetwerk. Vanuit de Klimaatenveloppes 2018 en 2019 zijn naast pilots daarom
                     ook leernetwerken opgezet. In 2018 hebben meer dan 500 personen deelgenomen aan tien
                     leernetwerken. Deze gingen over grote thema's als de bouw, de gww-sector, ICT, energie
                     en vervoer. De deelnemers waren positief en veel gaven aan in 2019 weer te willen
                     meedoen. Bij evaluatie door het RIVM geeft driekwart van de deelnemers aan nu beter
                     in staat te zijn om bijvoorbeeld het draagvlak voor circulair inkopen te vergroten
                     of om in gesprek te gaan met leveranciers.
                  
Alle leernetwerken hebben daarnaast ook geleid tot breed beschikbare producten, zodat
                     het leereffect niet alleen beperkt blijft tot de deelnemers. In 2019 wordt een groot
                     deel van de leernetwerken voortgezet.
                  
MVI criteria
De rijksoverheid en veel andere overheden hebben zich gecommitteerd om bij 45 impactvolle
                     productgroepen MVI-eisen toe te passen. Het Rijk stelt daarvoor criteria beschikbaar
                     via een gebruiksvriendelijke MVI-criteriatool20. Deze tool helpt om ambities concreet te maken en draagt bij aan een uniforme uitvraag
                     richting de markt. De tool geeft MVI-criteria op drie ambitieniveaus, zodat inkopers
                     en opdrachtgevers zo goed mogelijk, zo duurzaam mogelijk kunnen inkopen. De tool,
                     die het gebruik van losse pdfs vervangt, wordt veel gebruikt (de site is al ruim 17.500
                     keer bezocht sinds de lancering in november 2018).
                  
Om de MVI-criteria actueel te houden en te verbeteren, worden deze jaarlijks beoordeeld
                     en waar nodig aangepast. Bij de actualisatie van dit jaar zijn onder meer criteria
                     voor social return en ISV toegevoegd. Ook zijn scherpere eisen toegevoegd voor het
                     reduceren van CO2-uitstoot door transport, kan er met een nieuw gunningscriterium gestuurd worden op
                     meer hernieuwbare energie productie en zijn er vernieuwde criteria voor catering gepubliceerd.
                  
In het kader van het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie worden de MVI criteria
                  uitgebreid met kunstgras. Hierdoor gaan deze ook een specifiek thema dekken vanuit
                  het beleidsveld sport. Ook in de zorg wordt nagedacht over nieuwe inkoopcriteria in
                  het kader van de Green Deal Duurzame Zorg.
               
Inbedding in de organisatie
Ook wereldwijd is er aandacht voor ontwikkeling van MVI-tools. In mei 2017 is onder
                     leiding van de Nederlandse vereniging van inkopers (NEVI), de wereldwijde richtlijn
                     ISO 20400 voor MVI van kracht geworden. De richtlijn helpt organisaties om de vertaalslag
                     te maken van maatschappelijk verantwoord ondernemen naar MVI-beleid, naar inkoopstrategie
                     en uiteindelijk naar het inkoopproces. Hiermee kunnen organisaties de duurzaamheid
                     van hun inkoop continu verbeteren.
                  
Om organisaties te ondersteunen bij het toepassen van de richtlijn, hebben NEN en
                     NEVI vorig jaar met mijn steun een webtool ISO 20400 ontwikkeld. Deze geeft ook de
                     mogelijkheid om resultaten te benchmarken en via een zelfverklaring te publiceren
                     in een register. Meer dan 120 organisaties hebben de tool tot nu toe toegepast. Negen
                     hebben ook een zelfverklaring gepubliceerd.
                  
Specifieke activiteiten
Op verschillende onderwerpen lopen specifieke activiteiten, zoals rondom de inkoop
                  van natuursteen, ICT, MKB-vriendelijk inkopen en inkopen met behulp van CO2-schaduwbeprijzing.
               
Het IMVO-convenant voor de natuursteensector is een gezamenlijk initiatief van Nederlandse
                  en Vlaamse partijen. Parallel hieraan is een pilotprogramma opgezet. Doelstelling
                  is om concrete handvatten te ontwikkelen voor de inkoop van verantwoorde natuursteen
                  en zo actief bij te dragen aan het terugdringen van MVO-risico’s in de keten, met
                  name kinderarbeid. De geleerde lessen zullen ook van toepassing zijn op andere productgroepen.
                  Aan de pilots doen diverse gemeenten mee, waaronder Amsterdam, Breda, Den Haag, Leusden,
                  Rotterdam en Utrecht.
               
Voor de ICT-sector is dit jaar met Finland en een groep betrokken ngo's een traject
                  gestart om te komen tot een internationale samenwerking. We willen landen en grote
                  inkopers gaan samenbrengen in een eenduidige veranderopgave richting de ICT-branche.
                  Daarbij mik ik op echte verduurzaming, zowel voor grondstoffengebruik als voor sociale
                  omstandigheden in de keten. De bedoeling is om het partnership uit te voeren onder
                  de vlag van het VN-Milieuprogramma. Daarna kan opschaling mogelijk plaatsvinden in
                  de context van het Platform for Accelerating the Circular Economy (PACE). Dit sluit
                  ook aan op de inzet van de circulaire maakindustrie op ICT in het Nationale uitvoeringsprogramma
                  Circulaire Economie.
               
Kansen bieden aan het mkb levert maatschappelijke impact op, zowel qua economie als
                  qua innovatie. Het Ministerie van EZK werkt daarom in brede zin aan de versterking
                  van het mkb via het mkb-actieplan21. Mkb-vriendelijk inkopen krijgt aandacht binnen het traject Beter Aanbesteden. Eén
                  van de acties die uit dit traject is voortgekomen, is een advies over clusteren22. Het samenvoegen van opdrachten kan het met name voor mkb-bedrijven en starters moeilijk
                  of zelfs onmogelijk maken om zelfstandig mee te doen aan aanbestedingen. Met deze
                  en andere acties wordt gewerkt aan het toegankelijker maken van aanbestedingstrajecten
                  voor het mkb.
               
In 2018 is een leernetwerk aan de slag geweest met CO2-schaduwbeprijzing. Dit is een manier van inkopen waarbij de CO2-effecten fictief worden meegerekend in de inkoopprijs, zodat beter kan worden gestuurd
                  op klimaatvriendelijke alternatieven. Ingekochte producten en werken kunnen een aanzienlijk
                  effect hebben de uitstoot van CO2. Denk bijvoorbeeld aan asfaltwegen, staal en beton. In vervolg hierop verkennen de
                  bestuurlijke koepels VNG, IPO en de Unie van Waterschappen deze aanpak dit jaar verder
                  in pilots en door te werken aan randvoorwaarden. Hiervoor heb ik hen subsidie verstrekt
                  vanuit de Klimaatenveloppe 2019. Binnen het Rijk werkt onder meer Rijkswaterstaat
                  aan het breder meewegen van milieukosten (waaronder CO2-kosten) in werken.
               
Innovatiegericht inkopen
De overheid kan met haar inkoopkracht ook innovaties aanjagen. Bij innovatiegericht
                  inkopen gaat het om het bieden van ruimte aan de markt, het formuleren van een ambitieuze
                  vraag en het gezamenlijk met de markt uitwerken van deze vraag. Door innovatiegericht
                  in te kopen, neemt de overheid bewust risico’s om te komen tot nieuwe of aanmerkelijke
                  verbeterde oplossingen.
               
PIANOo en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ondersteunen overheden bij de
                  verschillende manieren van innovatiegericht inkopen. Hiervoor is onder meer eind 2018
                  het Innovatiegericht Inkopen congres georganiseerd en tussentijdse kennis- en netwerkbijeenkomsten.
                  Overheden kunnen gebruik maken van aanbestedingsprocedures als een concurrentiegerichte
                  dialoog, een prijsvraag, een small business innovation research (SBIR)-competitie
                  of een innovatiepartnerschap.
               
Bij een SBIR-competitie daagt de overheid de markt uit om innovatieve oplossingen
                  te ontwikkelen voor een specifiek maatschappelijk vraagstuk. Na een succesvol ontwikkelingstraject
                  kan de overheid als launching customer de ontwikkelde oplossing kopen via een nieuwe
                  aanbesteding. Sinds 2004 zijn er 72 SBIR-trajecten gedaan door verschillende ministeries,
                  provincies en uitvoeringsorganisaties. Zo heeft de Provincie Zuid-Holland de markt
                  uitgedaagd oplossingen te ontwikkelen voor de opwekking van energie uit de kades en
                  oevers van provinciale vaarwegen. Tot 2017 was 89% van de ondernemingen die aan een
                  SBIR-competitie hebben deelgenomen mkb.
               
Een variant van de SBIR-competitie is het innovatiepartnerschap. In deze aanbestedingsprocedure
                  geeft de overheid aan de voorkant van het ontwikkeltraject de randvoorwaarden mee,
                  waaronder zij de ontwikkelde innovaties zal inkopen. Er is dan geen nieuwe aanbesteding
                  nodig. Zo heeft de gemeente Almere de markt verzocht om van het ingezamelde huisafval
                  innovatieve oplossingen te ontwikkelen voor de openbare ruimte van onder de eigen
                  gemeente.
               
3. Monitoring
               
MVI Effectmonitoring
Een belangrijke graadmeter voor MVI is welke impact we bereiken in termen van grondstoffenbesparing,
                     CO2-emissies, milieueffecten en werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
                     RIVM heeft een relatief eenvoudige methode ontwikkeld om de effecten van MVI waar
                     mogelijk in kaart te brengen op landelijke schaal met behulp van gewogen steekproeven.
                  
Het RIVM heeft hierover begin 2018 een eerste rapportage gemaakt, waarin de methodiek
                     is uitgewerkt en toegepast op de eerste acht productgroepen in de periode 2015–1623. Inmiddels worden elke twee jaar zestien relevante productgroepen met deze methode
                     gevolgd, die samen een groot deel van de mogelijke impact van MVI vertegenwoordigen.
                     Deze effecten worden steeds bepaald ten opzichte van de meest gangbare niet-MVI inkoopopties
                     die in dat jaar beschikbaar waren (bijvoorbeeld een dieselauto bij de inkoop van personenauto's).
                  
De toepassing van MVI in de zestien gekozen productgroepen heeft in 2015–16 geleid
                     tot goede effecten. Gedurende de looptijd van de meerjarige contractperiode gaat het
                     opgeteld om de volgende effecten:
                  
– 5 Mton CO2-uitstootreductie
– 1,7 ton minder uitstoot fijnstof
– 28 ton minder emissie van NOx
– 13.000 ton vermeden olie-equivalenten door biobased inkopen
– 1.600 fte aan werk voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt.
Uit de rapportage van RIVM blijkt dat MVI een groot effect heeft op onder meer de
                     CO2-uitstoot. Dit gemeten effect is voor een belangrijk deel gerealiseerd door de inkoop
                     van duurzame energie. Een beperking in de monitoring is dat veel basis inkoopgegevens
                     zoals ingekochte aantallen niet standaard worden geregistreerd door organisaties.
                     Vooral het effect van circulair inkopen bleek hierdoor nog moeilijk te bepalen en
                     ook de belangrijke productgroep bouw kon nog niet worden meegenomen. Bovengenoemde
                     effecten zijn daarom waarschijnlijk een onderschatting. Ik verwacht dat volgende metingen
                     beter aan informatie zullen komen als gevolg van toenemende aandacht voor meten, de
                     geboden ondersteuning en het gebruik van de MVI-ZET.
                  
Het is nog te vroeg om het effect van de internationale sociale voorwaarden te meten.
                     Het is nu belangrijk om eerst zicht te krijgen op aanbestedingen waarbij deze voorwaarden
                     zijn toegepast. Daarna worden concrete stappen gezet om wel effecten te kunnen gaan
                     bepalen.
                  
MVI Zelfevaluatietool (MVI ZET)
Steeds meer overheden gaan aan de slag met MVI en stellen ambities op die ze mede
                     met inkoop willen verwezenlijken. In Manifest MVI heeft het Rijk afgesproken een instrument
                     beschikbaar te stellen waarmee organisaties inzicht krijgen in de eigen prestaties
                     en vorderingen. Dat is belangrijk om te kunnen sturen op het halen van de eigen ambities.
                     Het instrument moet daarnaast cumulatief (niet naar individuele organisaties herleidbaar)
                     inzicht geven op landelijk niveau. Dit instrument is de MVI ZET geworden.
                  
De MVI ZET is halverwege 2018 breed beschikbaar gekomen en wordt door steeds meer
                     organisaties actief gebruikt, ook door partijen die het Manifest niet hebben ondertekend.
                     Ruim de helft van de gebruikers zijn gemeenten. Ook binnen de rijksoverheid wordt
                     de tool momenteel uitgerold. De eerste reacties en resultaten zijn positief. De onderstaande
                     grafiek geeft een beeld wat de inzet is geweest op MVI aan de hand van ruim tweeduizend
                     aanbestedingen bij 89 organisaties.
                  
De grafiek laat zien dat er al veel gebeurt. In 61% van alle ingevoerde aanbestedingen
                  wordt MVI meegenomen. Daarbij wordt door deze partijen stevig ingezet op met name
                  social return (41%), MKB-vriendelijk inkopen (29%) en milieuvriendelijk inkopen (27%),
                  maar ook op nieuwere thema's als ISV (16%) en circulair inkopen (11%). Het getal van
                  61% is overigens niet te vergelijken met het oude doel van 100% duurzaam inkopen.
                  Dat doel was beperkt tot het 100% gebruik van de minimumeisen van de productgroepen
                  waarvoor milieucriteria beschikbaar waren. Het gemeten getal kijkt breder. Het is
                  een percentage van alle inkopen en sluit aan op het beleid om inkoop strategisch in
                  te zetten waar deze het beste tot effect leidt.
               
In de meeste gevallen blijken inkopende organisaties te kiezen voor een focus op één
                  of twee MVI-thema's per inkoop. Dit is in lijn met de aanbeveling aan overheden om
                  focus aan te brengen en te kiezen voor productgroepen en thema’s waar het meeste effect
                  te verwachten is om hun eigen beleid te realiseren. Het weerspreekt ook de eerdere
                  vrees van het bedrijfsleven dat overheden bedrijven zouden gaan overvragen met teveel
                  MVI-thema's per inkoop.
               
Gekozen is om de tool zo eenvoudig mogelijk te houden om administratieve lasten te
                  beperken. Op dit moment wordt deze op onderdelen verder doorontwikkeld, op basis van
                  gebruikersvragen. Er is een module toegevoegd die naast de inzet op MVI ook kijkt
                  naar de realisatie in contracten. Daarnaast loopt momenteel een experiment om een
                  module toe te voegen, waarmee organisaties zelf op onderdelen het CO2-effect van hun inkoop kunnen inschatten. Hiervoor zijn twee relatief eenvoudig te
                  bepalen onderdelen uitgekozen: de inkoop van energie en van mobiliteit (transportdiensten
                  en inkoop eigen wagenpark).
               
Vooruitblik
Het plan van aanpak MVI 2015–2020 loopt door tot en met 2020. Met de uitvoering van
                     dit plan zijn goede resultaten geboekt en voortgang gemaakt in de uitrol van MVI naar
                     alle overheden. Tegelijkertijd moet er ook nog veel gebeuren om maatschappelijk verantwoord
                     inkopen tot de standaard te maken. Het blijft daarom belangrijk om hier aandacht voor
                     te hebben.
                  
Ik verwacht dat dit ook na 2020 nog nodig zal zijn. Daarom ga ik de komende periode
                     met mijn collega-bewindspersonen, overheden, koepels, marktpartijen en maatschappelijke
                     organisaties in overleg om invulling te geven aan dit vervolg. Ik zal uw Kamer hierover
                     informeren in de loop van volgend jaar.
                  
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
                  S. van Veldhoven-van der Meer
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
