Brief regering : Nederlandse Internationale Waterambitie (NIWA)
32 605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking
Nr. 217
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, VOOR BUITENLANDSE HANDEL
EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING, VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT EN DE STAATSSECRETARIS
VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2019
Tussen 2016 en 2019 is interministerieel1 intensief samengewerkt om de Internationale Waterambitie (IWA) te realiseren2. De ministeries hebben geïnvesteerd in partnerschappen die bijdragen aan waterzekerheid
en -veiligheid voor miljoenen mensen in de wereld. Hiervoor is de capaciteit versterkt
van waterbeheersorganisaties, zijn investeringen voorbereid, is financiering gemobiliseerd
en zijn werken uitgevoerd. Dit bevordert duurzame ontwikkeling, positioneert Nederlandse
bedrijven, kennisinstellingen, NGO’s en Nederlandse overheden in buitenlandse markten,
en draagt bij aan positieve beeldvorming in het buitenland. De ervaring leert dat
water internationaal deuren opent voor Nederland. Dit benutten we in onze (economische)
diplomatie, die weer bijdraagt aan het verdienvermogen tot ver buiten de watersector.
Ontwikkelingen sinds het aanbieden van de IWA in 2016 vragen om actualisering van
de Nederlandse internationale waterambitie. Zo is er nieuw kabinetsbeleid, waaronder
de BHOS Beleidsnota3, dat onder andere beter aansluit op de mondiale Duurzame Ontwikkelingsdoelen (Sustainable
Development Goals – SDG’s) en de LNV-visie (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 5), welke inzet op circulaire landbouw gericht op een duurzaam voedselsysteem en behoud
van natuur en biodiversiteit benoemt. Ook is er een evaluatie gedaan van het Nederlandse
internationale waterbeleid4. Er zijn nieuwe analyses van de internationale waterproblematiek5 gemaakt. Het High Level Panel on Water (HLPW)6 heeft een rapport uitgebracht dat de urgentie van handelen onderstreept. Het Global
Centre on Adaptation is daarom in het leven geroepen. En er zijn diverse programma’s
ontwikkeld met een lange termijnbenadering (2030)7. In 2018 heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een zogenoemde
gateway review uitgevoerd van de IWA, die u in de bijlage bij deze brief aantreft8. Deze brief zet uiteen hoe het kabinet het werk op het thema water, in samenwerking
met de Nederlandse watersector, voortzet in de Nederlandse Internationale Waterambitie (NIWA).
De Internationale Context
Water is essentieel voor voedsel, energie, gezondheid, industriële ontwikkeling, leefbare
steden, natuur en biodiversiteit en ecosystemen rondom ons. Toegang tot veilig water
en sanitatie is een van de hoekstenen van onze sociaaleconomische ontwikkeling. Daarmee
is water, zoals ook het HLPW-rapport onderschrijft, letterlijk een kwestie van leven
en dood. De druk op water neemt alsmaar toe. Grote wereldwijde ontwikkelingen, zoals
bevolkingsgroei, intensieve landbouw, urbanisatie, industriële productie, vervuiling
en klimaatverandering, overstijgen langzaamaan de draagkracht van het natuurlijk ecosysteem
op aarde9 en bedreigen de mondiale biodiversiteit. Dit is onlangs weer bevestigd in het IPBES7
rapport10. Schattingen geven aan dat als huidige trends in waterzekerheid doorzetten, dat dan
in 2050 45% van het wereldwijde inkomen, 52% van de wereldbevolking en 40% van de
wereldwijde graanproductie in gevaar zijn11. Landbouw – nodig om de voedselzekerheid te borgen – blijft (met 70%) de grootste
gebruiker van zoet water. Tegelijkertijd bedreigt het excessieve gebruik van water
en de degradatie van waterbronnen lokale gemeenschappen, die afhankelijk zijn van
water en landbouw12. Op dit moment leven al meer dan 2 miljard mensen in landen waar water onder druk
staat, en in 2030 zal de vraag naar water wereldwijd 40% groter zijn dan de beschikbaarheid13. Tegen 2050 leeft twee-derde van de wereldbevolking naar verwachting in steden, waarvan
800 miljoen in steden die kwetsbaar zijn voor zeespiegelstijging14. Arme, kwetsbare en gemarginaliseerde bevolkingsgroepen worden door deze ontwikkelingen
onevenredig hard geraakt. Dat versterkt de al toenemende ongelijkheid nog verder.
Het is duidelijk dat de uitdagingen groot zijn en dat de water-gerelateerde SDG’s
onder druk staan15. De gevolgen zijn in onze sterk verbonden wereld voelbaar op alle niveaus, maar komen
het sterkst tot uiting in droge gebieden, kustzones en delta’s, steden en grensoverschrijdende
riviersystemen16. De watercrisis is in veel opzichten een kwestie van zwak en versnipperd bestuur17 en inconsistenties in beleid. Het beter organiseren en coördineren van kennis, middelen
en mensen om deze crisis op te lossen wordt steeds urgenter. Mondiale agendering,
mobilisering en kennisverspreiding zijn noodzakelijk. Water is de dealmaker waarmee
het tij kan worden gekeerd. Maar het kan ook de dealbreaker zijn in gebieden met droogte,
of daar waar door verstedelijking en klimaatverandering miljarden mensen risico lopen
en grote investeringen op het spel staan.
Van IWA naar NIWA – een platform voor samenwerking
De samenwerking in de NIWA draagt bij aan het bereiken van onze gezamenlijke doelen:
het vergroten van de waterzekerheid en waterveiligheid van ruim honderd miljoen mensen
wereldwijd per 2030. De NIWA is een middel om het Nederlandse water-gerelateerde internationale
beleidsinstrumentarium coherenter in te zetten, en een platform voor samenwerking
tussen publieke, private, maatschappelijke en kennispartners. De NIWA draagt bij aan
het bereiken van de SDG-agenda. Klimaatadaptatie – een van de grootste wateruitdagingen
voor de komende decennia – staat centraal. Lange termijn partnerschappen zijn hierbij
instrumenteel, want het verbeteren van waterzekerheid is een kwestie van lange adem.
De NIWA bevordert de aansluiting tussen bilaterale en multilaterale initiatieven,
en beoogt te verduidelijken hoe wateronzekerheid, slecht bestuur en instabiliteit
verband houden met elkaar. Blootstelling aan te weinig, te veel of te vies water speelt
hierbij een rol. Maar vaker is het een kwestie van ongelijkheid in bescherming tegen,
of toegang tot water tussen verschillende groepen – een kwestie van bestuur, politieke
keuzes, en sociaal contract. De NIWA zet sterker in op de nexus water, voedsel en
klimaat. De landbouw vertegenwoordigt wereldwijd het grootste waterverbruik. Voedselproductie
kan niet zonder, maar wel met minder water en kringlooplandbouw biedt oplossingen
dit significant te verminderen18. In de NIWA zal met het MKB, meer dan voorheen aandacht worden gegeven aan watertechnologie
met specifieke aandacht voor Europa.
Onder de NIWA draagt elk betrokken ministerie met eigen inbreng en verantwoordelijkheid
bij aan het grotere gezamenlijke doel; de waterzekerheid en waterveiligheid in de wereld van mens, plant en dier vergroten,
en de Nederlandse bijdrage daaraan en het Nederlandse verdienvermogen optimaliseren. Het netwerk, de waterkennis en de publieke middelen van de rijksoverheid worden
gekoppeld aan de internationale inzet, expertise, innovatiekracht, ervaring en het
investeringsvermogen van de brede watersector. Met de publieke waterbeheerders, drinkwaterbedrijven,
kennisinstellingen, de private sector, niet-gouvernementele organisaties (NGOs) en
financiële instellingen wordt op reguliere basis een strategische en programmatische
dialoog gevoerd.
De relatie tussen de NIWA en de SDG 2030 agenda
Waterzekerheid en -veiligheid (SDG 6) is een doel in de SDG 2030 agenda, maar is ook
een middel om veel van de andere SDG-doelen te bereiken (zie ook Annex 1). In deze
context draagt de NIWA, naast SDG 6, primair ook bij aan het bereiken van SDG 2 (voedselzekerheid),
SDG 11 (weerbare steden) en SDG 13 (klimaat). SDG 6 staat centraal voor de wateropgave. Het gaat om universele toegang tot drinkwater-
en sanitaire voorzieningen, integraal waterbeheer, betere waterkwaliteit, efficiënter
watergebruik, maar ook beter waterbestuur en investering in menselijk kapitaal. Landbouw
is mondiaal de grootste (70%) watergebruiker. Waterzekerheid is dan ook randvoorwaarde
voor voedselzekerheid (SDG 2), zoals ook benoemd in de Kamerbrief over voedselzekerheid19. Ook voor de weerbare en duurzame stad (SDG 11), zijn waterzekerheid en -veiligheid een belangrijke randvoorwaarde. Klimaatadaptatie
(onderdeel van SDG 13) is vooral een kwestie van aanpassing aan grotere extremen in de watercyclus, zoals
frequentere en extremere droogte, neerslag, stormen en temperatuurstijging. Het in
Nederland gevestigde Global Center on Adaptation speelt hierin een centrale rol. Daarom
beoogt de NIWA de inzet op klimaatadaptatie te versterken en op te schalen, in relatie
tot voedselzekerheid, integraal waterbeheer en weerbare steden.
Daarnaast draagt de samenwerking in de NIWA ook bij aan het behalen van andere SDG’s:
SDG 5 (gendergelijkheid), SDG 14 (leven in oceanen), SDG 15 (behoud van ecosystemen),
SDG 16 (goed bestuur) en SDG 17 (partnerschappen en coalities). SDG 5 streeft naar een gelijkwaardige rol voor vrouwen en achtergestelde groepen en waarborgt
daarmee inclusiviteit. Rivieren die uitmonden in de oceanen leveren een link met SDG 14. SDG 15 richt zich op ecosystemen waarin water een van de basisvereisten is, en bijdraagt
aan een robuust en veerkrachtig ecosysteem. SDG 16 gaat over vrede, rechtvaardigheid en goed bestuur, met als inzet: effectieve, transparante
instituties en versterking van het sociaal contract tussen overheden en burgers. Partnerschappen
en coalities (SDG 17) met internationale partijen zijn essentieel voor het behalen van de gestelde doelen.
De Nederlandse kennis en kunde op waterbestuur, deltatechnologie, watertechnologie,
maritieme technologie en voedsel-/irrigatietechnologie zijn de basis voor deze inzet.
Water als verbindend thema
De NIWA beschouwt waterzekerheid als een verbindend thema, dat essentieel is voor
het bereiken van veel van de SDG-doelstellingen. Of het nu gaat om een klimaat adaptieve
aanpak, voedselzekerheid, duurzame stedelijke ontwikkeling of toegang tot (drink)water,
waterzekerheid speelt steeds een rol (bestuurlijk, institutioneel, beleidsmatig, technisch,
sociaal, milieu en maatschappelijk). In al onze acties in het kader van de NIWA bevorderen
we dat de volgende verbindende concepten worden toegepast:
1) Institutionaliseren van een preventieve aanpak van watercrises, met name waar economische,
ecologische en sociale risico’s het grootst zijn.
2) Duurzaam en adaptief beheren en beheersen van water, waarbij we een eerlijke verdeling
nastreven evenals een duurzame inrichting van de ruimte.
3) Een gelijkwaardige rol voor vrouwen en achtergestelde groepen in waterbeheer om inclusiviteit
te waarborgen.
4) Effectieve en inclusieve levering van irrigatie-, drinkwater- en riolering/afvalwaterdiensten.
5) Bekostiging via betaalbare gebruikstarieven, belastingen en subsidies; financiering
met een mix van publieke en private middelen.
Belangrijke voorwaarde om integrerend te kunnen werken is goed (water-)bestuur, waarvoor
de OESO en UNDP principes een internationaal afgesproken kader en houvast bieden20. Onder andere via de Wereldbank en in OESO-verband draagt Nederland bij aan internationale
kennisontwikkeling op het gebied van waterbestuur, water-data en waterfinanciering.
Het toepassen van kennis staat centraal in de NIWA; om het operationele waterbeheer
te verbeteren, de effectiviteit van waterbedrijven te vergroten en de kwaliteit van
nieuwe investeringen te stimuleren. Ervaring leert21 dat het tijd vergt om samen met partners lange termijnvisies te ontwikkelen en die
samenwerking in te zetten voor wederzijds resultaat. De SDG-agenda met tijdslijn tot
2030, is hiervoor het internationaal afgesproken en doelgerichte kader. Onze publiek-private
partnerschappen in stedelijke delta’s in Bangladesh en Mali, met stedelijke waterbedrijven
in Indonesië en Mozambique en met regionale waterbeheerders in Ethiopië zijn hier
voorbeelden van.
De Doelstellingen
In het bredere kader van de SDG 2030 agenda heeft de NIWA als hoofddoel «de waterzekerheid en waterveiligheid in de wereld van mens, plant en dier vergroten,
en de Nederlandse bijdrage daaraan en het Nederlandse verdienvermogen optimaliseren».
Het Nederlandse aandeel in de mondiale wateragenda en het verdienvermogen worden gemeten
aan de hand van de verbeterde waterreputatie en een stijging van de Nederlandse omzet
in het buitenland per 2030 (t.o.v. 2019).
– De verbeterde waterreputatie wordt inzichtelijk gemaakt aan de hand van reputatie
onderzoeken;
– De stijging van de Nederlandse omzet wordt afgeleid van de Watersector Export Index
(WEX)22.
De bijdragen van de NIWA aan de SDG 2030 agenda, zijn de optelsom van de diverse programma’s
die de ministeries die voor de NIWA tekenen uitvoeren, zijnde BHOS programma’s en
Partners voor Water:
– 30 miljoen mensen met verbeterde drinkwatervoorziening (primair BHOS);
– 50 miljoen mensen met verbeterde sanitaire voorzieningen (primair BHOS);
– 40 miljoen mensen en hun omgeving met een verbeterd stroomgebied beheer en geoptimaliseerd
watergebruik in de landbouw (BHOS, IenW en LNV);
– 15 miljoen mensen in 8 deltasteden met verbeterde waterveiligheid en waterzekerheid
(primair IenW).
Ruim 100 miljoen mensen23 en hun omgeving tot 2030 worden daarmee onder de NIWA bereikt. Kwetsbare groepen
zijn hierbij een belangrijke doelgroep.
NIWA Pijlers
De strategie om de hoofddoelstelling te realiseren heeft drie pijlers:
1) Versterken lokale realisatiekracht
– toepassing van de water-gerelateerde SDG-agenda in partnerschappen;
2) Toepassen integrale benadering voor waterveiligheid en waterzekerheid
– verbinding van de water-gerelateerde elementen binnen de brede SDG-agenda;
3) Inzetten van Nederland als Centre of Excellence
– innovatie- en kennisontwikkeling van de water-gerelateerde SDG-agenda.
Pijler 1: Lokale realisatiekracht
Of het nou grotere weerbaarheid betreft tegen overstromingen, efficiënter watergebruik
in droge gebieden, betere verdeling van water tussen gebruikersgroepen, beter presterende
waterleidingbedrijven of betrouwbare waarschuwings- en responssystemen voor extreme
situaties: het vergt veel tijd. Ook in Nederland denken we al gauw in termen van tientallen
jaren. Lokaal leider- en eigenaarschap zijn belangrijke randvoorwaarden voor succes,
niet alleen binnen overheden maar tevens bij sectorpartijen, net als de vroegtijdige
participatie van alle belanghebbenden in plan-, besluitvorming en realisatie. Tenslotte
is dit één van de meest onderscheidende krachten van het Nederlands waterbeheer. Naast
Nederland zijn ook andere invloedrijke internationale partners actief. Met betere
onderlinge coördinatie is een wereld te winnen. Capaciteits- en institutionele ontwikkeling
creëren de noodzakelijke basis voor lokale realisatiekracht. Beter bestuur, samenwerking
binnen coalities van lokale en internationale partijen, politiek en maatschappelijk
draagvlak, gendergelijkheid en publiek-private financiering zijn elementen van realisatiekracht
waaraan onder de NIWA wordt gewerkt. Bijvoorbeeld door het aanbieden van Nederlandse
experts, het vroegtijdig betrekken van multilaterale ontwikkelingsbanken bij een integrale
benadering en door lokaal ondernemerschap te stimuleren en het aangaan van publiek-private
partnerschappen.
Het Nederlandse diplomatieke netwerk speelt een aanjagende rol in de samenwerking
tussen overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties.
Bewustmaking van de urgentie van handelen, bevordering van politiek draagvlak voor
lange termijn investeringen in waterveiligheid en waterzekerheid, en prioritering
van duurzaam beheer en onderhoud, staan hierbij centraal. Resultaatgerichtheid staat
voorop: meer mensen die beter zijn beveiligd tegen overstromingen, toegang hebben
tot betrouwbare watervoorziening in de landbouw of betere drinkwater en sanitaire
voorzieningen. Daarbij passen kennis en innovatieve oplossingen op grotere schaal
toe en bevorderen we dat vrouwen en achtergestelde groepen in alle fases van interventies
een actieve rol spelen. Onze inspanningen zijn erop gericht de Nederlandse inzet meer
te verbinden met die van internationale partijen.
Pijler 2: Integrale benadering voor waterveiligheid en waterzekerheid
Om met de Nederlandse kennis en ervaring het verschil te kunnen maken, blijft Nederland
met buitenlandse partners de integrale, inclusieve en preventieve aanpak door ontwikkelen,
aanpassen aan de specifieke context, uitdragen en verder innoveren. Zo investeren
we in het mondiale draagvlak voor de preventieve aanpak, bijvoorbeeld door de inzet
van de Watergezant. Daarnaast investeren we vraaggestuurd in concrete programma’s
of projecten (duurzame havens, inclusieve deltaplannen, bouwen met de natuur, klimaat
adaptieve landbouw, etc.) waarin die aanpak in praktijk wordt gebracht. Vaak zijn
deze gedreven door kennisuitwisseling en vaak leiden deze tot samenwerking met het
Nederlandse bedrijfsleven, overheden, kennisinstellingen en NGO’s. Ook zetten we sterker
in op innovatie en de samenwerking met (multilaterale en private) financiers waarmee
onze eigen (beperkte) middelen een hefboom worden voor hun investeringen. Deze programma’s
worden ontwikkeld in samenwerking met de Topsector Water en Maritiem en de Topsector
Agri en Food, als onderdeel van het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid24. We dragen deze programma’s – onder meer via de EU en VN – uit in allerlei fora,
bij uitgaande en inkomende missies, en werken aan verankering van de aanpak in internationale
afspraken en instrumenten. Frequente deelname aan internationale partnerschappen helpt
deze inzet vorm te geven en te versterken.
Water speelt in toenemende mate een destabiliserende rol. De aandacht die Nederland
vraagt voor de relatie van waterzekerheid met veiligheid, vrede en stabiliteit, zoals
tijdens het Nederlandse lidmaatschap van de VN Veiligheidsraad in 2018, wekt internationale/multilaterale
verwachtingen over verdere inzet op dit terrein. De Nederlandse diplomatieke delegaties
bij onder andere de VN en de EU in samenwerking met de Watergezant, hebben een belangrijke
rol bij het agenderen hiervan. De Nederlandse waterkennis en -reputatie wordt hiermee
ingezet als diplomatiek instrument ten behoeve van hulp-, handels- en vrede en veiligheidsrelaties.
Pijler 3: Nederland als Centre of Excellence
Om onze reputatie als internationale voorloper op het gebied van water in de wereld
te behouden moet Nederland blijven investeren in de eigen ontwikkeling, kennis en
innovatief vermogen, verjonging van de sector, talentontwikkeling, en spraakmakende,
vernieuwende publieke en private partnerschappen laten zien. Nederland ontwikkelt
nieuwe technologie voor integrale oplossingen met partners uit andere sectoren, mede
door gebruik te maken van EU (subsidie) programma’s. De wijze waarop Nederland snel
kan inspelen op nieuwe uitdagingen met kennis, data, menskracht en financiële oplossingen,
biedt een positie waardoor buitenlandse partijen Nederland (blijven) zien als een
preferente waterpartner.
De NIWA bevordert daarom innovatie en kennisuitwisseling met buitenlandse partijen,
aanwas van jonge waterdeskundigen25 met onderscheidende specialisaties, vestiging van internationale (multilaterale)
waterorganisaties in Nederland en biedt ruimte voor ondernemerschap. De NIWA houdt
de Nederlandse watersector ook de spiegel van de SDG-2030 agenda voor de eigen duurzame
ontwikkeling voor. We blijven erin investeren dat kennis, oplossingsgerichtheid, coördinerend
vermogen, waterdiplomatie en leiderschap in Nederland bijeenkomen. Hierbij werken
we bijvoorbeeld nauw samen met relevante mondiale (VN) fora en het Global Center on
Adaptation. We streven ernaar dat Nederlandse voorbeelden multilaterale organisaties
inspireren om meer in te zetten op preventief, adaptief, integraal en inclusief waterbeheer
en bouwen met de natuur. Door kennisuitwisseling leert Nederland ook van de buitenlandse
uitdagingen, zoals bijvoorbeeld bodemdaling en droogte.
Bijdrage en Focus per ministerie
De NIWA verbindt als platform het huidige Nederlandse beleidsinstrumentarium en streeft
ernaar de internationale interventies op water zoveel mogelijk gecoördineerd en complementair
in te zetten. De NIWA brengt focus aan binnen programma’s in de landen van uitvoering
(zie ook de voetnoten). Zo wordt per programma de landenkeuze vastgesteld. Binnen
de NIWA-samenwerking behouden ministeries hun bestaande verantwoordelijkheden. Dit
leidt tot de volgende aandachtspunten:
▪ Het Ministerie van Buitenlandse Zaken richt zich op Ontwikkelingssamenwerking, Handelsbevordering,
Economische-, Vrede- en Veiligheidsdiplomatie en Water in Multilaterale context26;
▪ Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat richt zich op Water, Klimaatadaptatie,
Water in Multilaterale context en Economische Diplomatie27;
▪ Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit richt zich op de samenhang
tussen Water en de productie van Voedsel en behoud van natuur en biodiversiteit, waarbij
met kringlooplandbouw gewerkt wordt aan optimaal gebruik van grondstoffen en reststromen28;
▪ Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat richt zich op het Topsectorenbeleid
en Innovatie29.
Operationalisering
De NIWA wordt interdepartementaal uitgevoerd en geregisseerd. De verschillende departementen
dragen bij vanuit hun eigen kennis, rol, verantwoordelijkheid en bestaande programma’s30 met de sectorpartijen. Samenwerking met andere overheden, kennisinstellingen, bedrijfsleven
en maatschappelijke organisaties, direct en via netwerkorganisaties en de verschillende
gerelateerde topsectoren, staat hierbij centraal. Via reguliere beleidsoverleggen
geven we structuur aan deze samenwerking. Ten opzichte van de IWA, streeft de NIWA
niet alleen naar meer coherentie en complementariteit tussen Nederlandse beleidsinstrumenten
en interventies, maar vooral naar meer resultaatbereiking en impact. De NIWA heeft
een looptijd tot 2030, in lijn met de SDG-agenda. Een inhoudelijke evaluatie zal na
het vijfde jaar (in 2024) plaatsvinden. De conclusies uit deze evaluatie worden aan
de Tweede Kamer aangeboden.
Financiering van de NIWA-verbonden activiteiten geschiedt voornamelijk uit bestaande
budgetten die zijn belegd binnen de deelnemende departementen. Het programma Partners
voor Water fungeert (net als bij de IWA) als het primaire instrument voor de NIWA
en zal in lijn met de NIWA worden geactualiseerd. Verder wordt ingezet op uitvoeringsvormen
waarbij publieke en private financiering worden gecombineerd en tracht Nederland invloed
uit te oefenen op de strategie, projectformulering en financiering van multilaterale
ontwikkelingsbanken. Waar relevant worden ingezette publieke middelen en gemobiliseerde
private middelen gerapporteerd als klimaatfinanciering.
Met deze Nederlandse Internationale Waterambitie committeren wij ons aan het verder
bijeenbrengen van Nederlandse netwerken en partners met het oog op een effectieve
internationale inzet voor het vergroten van waterzekerheid en -veiligheid wereldwijd.
Tijdens de gevoerde consultaties met de watersector kwam naar voren dat er een breed
draagvlak is voor deze ambitie, waarbij de private sector, kennisinstellingen, maatschappelijk
middenveld en overheid nauw samenwerken aan gemeenschappelijke doelen met betrekking
tot waterveiligheid en waterzekerheid in de wereld.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Annex 1
Focus NIWA op specifieke onderdelen van de volgende SDG’s
Relevante beleidsnota’s
SDG 2
Voedselzekerheid
Bijdragen aan voedselzekerheid en efficiënter watergebruik ter bevordering van duurzame
en klimaatbestendige voedselproductie. Het betreft innovatieve landbouw, klimaatresistente
gewassen (zout en droogte), duurzame voedselproductie en watergebruik.
BHOS-nota «Investeren in Perspectief» (Kamerstuk 34 952, nr. 1); BHOS-LNV Kamerbrief Voedselzekerheid (Kamerstukken 34 124 en 31 104, nr. 15);
LNV-visie «Waardevol en verbonden» (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 5)
SDG 6
Drinkwater, sanitaire voorzieningen en integraal waterbeheer
Universele toegang tot schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen (zie BHOS inzet).
Bijdragen aan waterveiligheid en waterzekerheid op basis van een integrale aanpak
in stroomgebieden, met accent op delta’s en kustgebieden (focuslanden IWA), gebaseerd
op water governance principes. Meer aandacht voor samenwerking met het MKB gericht
op watertechnologie in Europa.
BHOS-nota;
Kamerbrief Convergerende stromen (bijlage bij Kamerstuk 32 605, nr. 177);
Water Gover-
nance (OECD)
SDG 11
Duurzame steden
Vergroten van de weerbaarheid van steden tav waterzekerheid en -veiligheid. Steden
zijn kwetsbaar door bevolkingsdichtheid, hoge economische investeringen, en goede
(water)infrastructuur en goed waterbeheer verminderen die kwetsbaarheid.
Kamerbrief Convergerende Stromen (bijlage bij Kamerstuk 32 605, nr. 177);
UN New Urban Agenda 2016; Pact van Amsterdam (Urban Agenda EU) (Kamerstuk 34 139, nr. 14)
SDG 13
Klimaatadaptatie
Duurzame en integrale maatregelen die adaptief zijn aan het veranderende klimaat,
primair gericht op SDG 2, 6 en 11. De inzet wordt gevoed door de «Action Tracks» van
het Global Center on Adaptation (GCA), de actie-agenda van het High Level Panel on
Water (HLPW), Geography of Water Challenges (PBL) en prioriteiten van Disaster Risk
Reduction (DRR) Team.
Klimaatverdrag Parijs 2015;
GCA Synthesis Report/Action Tracks
Integrale thema’s in de NIWA:
SDG 5
Gendergelijkheid
Bevordering van gendergelijkheid zet niet alleen in op de belangen van vrouwen als
begunstigden, maar juist ook op vrouwen als drijvende kracht voor verandering. Hun
stem bij besluitvorming en invloed op vormgeving van interventies, dragen bij aan
beter bestuur en betere resultaten. Bij elke activiteit moet expliciet worden aangegeven
hoe gendergelijkheid wordt bevorderd.
BHOS-nota
SDG 14
Leven in oceanen
Riviersystemen, delta’s en deltasteden dragen onevenredig veel bij aan de vervuiling
van het mariene milieu. Interventies vanuit de NIWA voor verbeterde waterkwaliteit
of met natuurlijke waterveiligheidsconcepten die dragen bijvoorbeeld bij aan gezondere
oceanen.
Kamerbrief Plastic zwerfafval in rivieren (Kamerstuk 30 872, nr. 222);
UN IPBES7
SDG 15
Leven op het land
Bevorderen van het duurzaam gebruik van ecosystemen voor robuust en attractieve landinrichting
en het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen. Deze aanpak is onderdeel
van de integrale aanpak voor het bereiken van SDG’s 2, 6 en 11.
Kamerbrief Convergerende stromen (bijlage bij Kamerstuk 32 605, nr. 177); BHOS-LNV Kamerbrief voedselzekerheid(Kamerstukken 34 124 en 31 104, nr. 15);
UN IPBES7
SDG 16
Vrede, justitie en sterke publieke diensten
Bevorderen van vrede en stabiliteit door betere waarschuwingssystemen te ontwikkelen
die waterzekerheids en -veiligheidsrisico’s tijdig signaleren en mitigerende maatregelen
in gang zetten. Inzet van waterdiplomatie, advisering over context specifieke toepassing
van Water Governance principes. Dit kan grensoverschrijdend waterbeheer betreffen,
kennisuitwisseling op het gebied van de bestuurlijke organisatie van water, of betrouwbare
levering van irrigatie, of drinkwaterdiensten die bijdragen aan vertrouwen van burgers
in hun overheid.
OECD Principles on Water Governance
SDG 17
Partnerschap om doelstellingen te halen
Om de bovenstaande doelen te halen is het essentieel om partnerschappen en coalities
te vormen met internationale partijen. Coalities die dienen voor kennisuitwisseling,
innovatie, verdienvermogen, financieringsvraagstukken of van strategische aard zijn.
Draagvlak, commitment en coherente aanpak zijn essentieel om efficiënt te werk te
gaan.
Strategie Topsector Water;
BHOS-nota
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat