Brief regering : Ontwikkelingen en perspectieven bij het erkennen van producenten- en brancheorganisaties en het algemeen verbindend verklaren van hun regelingen
28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
Nr. 274 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2019
De Europese Gemeenschappelijke Marktordeningsverordening (GMO)1 biedt de lidstaten de mogelijkheid om producentenorganisaties (PO’s), unies van producentenorganisaties
en brancheorganisaties (BO’s) in de land- en tuinbouwsector te erkennen. De GMO maakt
het voorts mogelijk om voorschriften van, of financiële bijdragen aan, erkende organisaties
onder bepaalde voorwaarden verbindend te verklaren (AVV) voor niet bij die erkende
organisaties aangesloten marktdeelnemers. In Nederland is ten behoeve van de werking
van de GMO de Regeling producenten- en brancheorganisatie vastgesteld.
Graag informeer ik uw Kamer over ontwikkelingen en perspectieven bij het erkennen
van producenten- en brancheorganisaties en het algemeen verbindend verklaren van hun
regelingen.
Erkenningen
Producentenorganisaties kunnen de samenwerking tussen landbouwers bevorderen ten aanzien
van in de verordening genoemde doelen en activiteiten in die specifieke sector, zoals
het verrichten van onderzoek naar duurzame productiemethoden of het verbeteren van
de concurrentiekracht van de landbouwers. In 2014 is de Producentenorganisatie Varkenshouderij
erkend. In 2018 heb ik de Producentenorganisatie Vereniging Nederlandse Wijn Producenten
erkend.
Daarnaast zijn er brancheorganisaties om de samenwerking tussen beroepsgroepen in
de verschillende schakels van de voedselketen te bevorderen, bijvoorbeeld door het
verrichten van marktstudies of het verbeteren van de afzetmogelijkheden. In 2014,
2015 en 2016 zijn de volgende brancheorganisaties erkend: Stichting Brancheorganisatie
Kalversector (SBK), Zuivel NL, Stichting OVONED, Stichting PLUIMNED, BO Granen, BO
Suiker, BO Aardappelen en overige producten, BO G&F Nederland en BO Sierteeltproducten.
AVV’s
Op verzoek van de BO Granen, BO Suiker en BO Aardappelen en overige akkerbouwgewassen
is op 29 april 2016 voor de akkerbouw het Gezamenlijk programma Onderzoek en Innovatie
algemeen verbindend verklaard. Met de wijziging van de Regeling producenten- en brancheorganisatie
per 1 juli 20172 is geregeld dat de aanwezigheid van een wettelijke grondslag voor het verrichten
van onderzoek of voor de financiering daarvan geen aanleiding meer vormt om een AVV-verzoek
af te wijzen. Deze wijziging maakte de vrij weg om op 4 april 2018 op de verzoeken
van OVONED, PLUIMNED en SBK enkele onderzoeksprogramma’s in die sectoren en de financiering
ervan algemeen verbindend te verklaren3.
Op dit moment zijn drie verzoeken tot algemeenverbindendverklaring van sectorale onderzoeksprogramma’s
en de financiering ervan in behandeling. Dit betreft verzoeken van de Producenten
Organisatie Varkenshouderij, de Brancheorganisatie G&F Nederland en de Brancheorganisatie
Sierteeltproducten.
Perspectieven
De erkenningen van producentenorganisaties en brancheorganisaties en algemeenverbindendverklaringen
van de onderzoeksregelingen zijn tot en met 31 december 2020 van kracht. Dat is in
lijn met de looptijd van de GMO.
Het is thans nog niet duidelijk wat de precieze strekking is van de Europese regelgeving
in de nieuwe programmaperiode, die op 1 januari 2021 moet starten. De datum van inwerkingtreding
van de nieuwe regelgeving staat nog niet vast. Ik streef er naar om eind 2019 te kunnen
bepalen of en op welke wijze ten behoeve van erkenningen en algemeenverbindendverklaringen
een overbruggingsregeling tot stand moet komen.
Op dit moment onderzoek ik de ruimte om bredere toepassing van AVV in de land- en
tuinbouwsector mogelijk te maken. Hiermee geef ik uitvoering aan het regeerakkoord,
waarin niet alleen wordt gewezen op de bestaande mogelijkheden om sectorale afspraken
in de land- en tuinbouw met betrekking tot de financiering van onderzoek algemeen
verbindend te verklaren, maar waar datzelfde instrument ook wordt geopperd voor het
algemeen verbindend verklaren van duurzame standaarden. Laatstgenoemde zou een verruiming
van de regelgeving op het gebied van AVV vergen. Een dergelijke verruiming roept vragen
op vanuit bestuurlijk-juridisch perspectief, onder meer met betrekking tot de wijze
waarop AVV zich verhoudt tot bestaande wet- en regelgeving en in verband daarmee over
wat een passende reikwijdte zou zijn van een verruimde AVV-regeling. Om die reden
heb ik de Afdeling advisering van de Raad van State verzocht mij voorlichting te verlenen
over in welke gevallen AVV een aanvaardbaar alternatief kan zijn voor normstelling
door de overheid. Dit verzoek heb ik gedaan ten behoeve van een afgewogen oordeelsvorming
over een mogelijk ruimere toepassing van AVV in de land- en tuinbouw.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit