Brief regering : Monitor inzet stroomstootwapen pilot 1 februari 2018 tot 1 februari 2019
29 628 Politie
Nr. 897 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2019
Vorig jaar heeft de politieacademie de pilot met het stroomstootwapen in de basispolitiezorg
geƫvalueerd. De evaluatie had betrekking op de periode van februari 2017 tot februari
2018.1 Hieruit bleek een frequent gebruik van de schokmodus en de beperkte effectiviteit
daarvan evenals het gebruik van het stroomstootwapen in gesloten setting of tegen
mensen die reeds (deels) onder controle zijn. De korpschef en ik achtten dit ongewenst.
De korpschef heeft na de zomer het handelingskader van de pilot teams dienovereenkomstig
aangepast. Zoals ik uw Kamer in november 20182 berichtte, heb ik in de evaluatie aanleiding gezien om de bepaling voor het stroomstootwapen
in de tweede tranche wijziging ambtsinstructie, strikter te gaan formuleren.
Op verzoek van de korpschef heeft de politieacademie ook voor het tweede jaar van
de pilot teams het gebruik van het stroomstootwapen geanalyseerd. Dit heeft betrekking
op de periode februari 2018 tot februari 2019. Bijgaand treft u deze rapportage aan3. De analyse laat zien dat conform de interne instructie, het gebruik van de schokmodus
na september 2018 sterk is afgenomen en het gebruik tegen personen die al waren geboeid
of zich in een gesloten ruimte bevonden, na de wijziging niet meer plaatsvond.
Proces tot voorgenomen besluit.
Zoals ik eerder al aan uw Kamer meldde, werk ik toe naar een voorgenomen besluit voor
dit najaar. Een belangrijke bouwsteen daarbij is het WODC rapport over mogelijke gezondheidseffecten
van het stroomstootwapen. Nadat het rapport gereed is, stuur ik het naar uw Kamer.
De inhoud van dit rapport betrek ik deze zomer bij de verdere voorbereiding van mijn
besluitvorming.
In de tweede helft van dit jaar consulteer ik mijn voorgenomen besluit bij de politievakbonden
en het gezag.4 Ik verwacht mijn standpunt hierna rond november aan uw Kamer te kunnen doen toekomen
zodat wij hierover met elkaar in debat kunnen gaan.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid