Brief regering : Monitor exportkredietverzekeringen 2018
26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Nr. 314 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2019
Mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking bied ik u hierbij de eerste monitor exportkredietverzekeringen (ekv)
aan1 waarin nader wordt ingegaan op de ontwikkelingen aangaande de ekv in 2018.
Algemeen overzicht
De staat heeft met het exportkredietverzekeringsinstrumentarium in totaal voor ruim
16 miljard euro aan risico’s verzekerd. Alle verzekeringen en garanties die worden
afgegeven hebben als doel het stimuleren van de Nederlandse export tegen de achtergrond
van een internationaal gelijkwaardig speelveld. Uit berekeningen van het CBS blijkt
dat de ekv-inzet resultaat heeft: de afgelopen jaren waren met de ekv-gedekte transacties
gemiddeld 0,21% van het bbp en zeventienduizend arbeidsjaren gemoeid. Daarnaast levert
de ekv al lange tijd een positieve bijdrage aan de schatkist. In 2018 was het saldo
van ontvangsten en uitgaven iets meer dan tweehonderd miljoen euro. Daar staan echter
navenante risico’s tegenover. In 2019 zal bijvoorbeeld een grote schade-uitkering
van meer dan honderdvijftig miljoen euro plaatsvinden. Hiervan zullen naar verwachting
nog enkele tientallen miljoenen euro’s kunnen worden gerecupereerd (zie paragraaf
2.3, «Schades»).
Beleidsontwikkelingen
In de monitor wordt behalve op de financiële kant van de ekv ook ingegaan op de belangrijkste
beleidswijzigingen die in 2018 zijn doorgevoerd en op de beleidsvoornemens voor 2019.
Recent heb ik uw Kamer geïnformeerd over het nieuwe, aangescherpte anti-omkopingsbeleid
(Kamerstuk 35 000 IX, nr. 21) en in 2018 over het vernieuwde mvo-beleid (Kamerstuk 26 485, nr. 255). Beide aspecten van het ekv-beleid zal ik in 2020 wanneer voldoende ervaring is
opgedaan extern laten evalueren. Bovendien houd ik in 2019 het dierenwelzijnsbeleid
tegen het licht om te bezien of aanscherping wenselijk is. Als onderdeel van dit proces
zal ik bedrijven en ngo’s consulteren.
2019 zal verder voor een belangrijk deel in het teken staan van twee zaken waarover
ik eerder met uw Kamer heb gesproken: ten eerste het internationale speelveld en ten
tweede de vergroening van de ekv en het in kaart brengen van de effecten van de ekv
op het bereiken van de Sustainable Development Goals (SDG’s).
Het internationale speelveld van de ekv
Sinds de jaren zeventig is het internationale speelveld op het gebied van exportkredietverzekeringen
in belangrijke mate strikt gereguleerd. In de zogeheten Arrangement on Officially
Supported Export Credits («de Arrangement») zijn gedetailleerde afspraken vastgelegd.
De meeste exporterende landen hebben zich hieraan gecommitteerd. Dat speelveld is
door diverse internationale ontwikkelingen – niet alleen maar zeker ook door het opkomen
van concurrentie uit niet bij de Arrangement aangesloten landen – van karakter aan
het veranderen. De Arrangement in de bestaande vorm is daarom niet meer toereikend.
In het ideale scenario komt er een opvolger voor de Arrangement waarbij ook opkomende
economieën zijn aangesloten. Hierover wordt al enige tijd onderhandeld in de zogeheten
International Working Group (IWG), waarin de Europese Commissie onderhandelt namens
de EU-lidstaten. Nederland is zeer actief in de voorbereidende internationale overleggen
van de IWG. Nederland heeft bij uitstek belang bij goede en duidelijke internationale
regels. De voortgang in dat overleg is echter moeizaam. Daarom wordt door een aantal
landen die aangesloten zijn bij de Arrangement, waaronder Nederland, ook nagedacht
over alternatieven. Zo zou de soms erg gedetailleerde Arrangement kunnen worden vereenvoudigd,
waardoor de eigen concurrentiepositie kan worden verstevigd ongeacht de uitkomst van
de IWG.
Vergroening van de ekv
Nationaal zal 2019 op ekv-gebied onder andere in het teken staan van vergroening van
de ekv-portefeuille. Deze bestaat zoals bekend voor een belangrijk deel uit transacties
aan afnemers uit de olie- en gaswereld, aangezien Nederlandse exporteurs van kapitaalgoederen
en van aannemerijwerkzaamheden hiervoor bij uitstek geëquipeerd zijn. In 2018 is het
percentage in deze sector gedaald van 39% in 2017 naar 31% doordat geen grote nieuwe
verplichtingen zijn aangegaan, waardoor ook de portefeuille iets is gekrompen.
Ik wil het ekv-instrumentarium ook in toenemende mate inzetten voor transacties die
een bijdrage leveren aan het realiseren van de doelstellingen van het Akkoord van
Parijs of die anderszins milieuwinst helpen realiseren. Een belangrijke eerste stap
daartoe is het in gebruik nemen van een methode om transacties te kunnen kwalificeren
als «groen». Ik heb uitvoerder Atradius Dutch State Business (ADSB) daarom recent
opdracht gegeven om net als FMO een methode hiertoe te gaan hanteren die is gebaseerd
op de richtlijnen van de International Finance Corporation (IFC), onderdeel van de
Wereldbankgroep. Daarnaast is ADSB in 2019 begonnen met het in kaart brengen van de
effecten van verzekerde transacties op de SDG’s.
Nadat ADSB groene transacties goed kan identificeren kan ik gericht inzetten op de
vergroening van de portefeuille, bijvoorbeeld door voor groene transacties een specifiek
risicokader te ontwikkelen dat de andersoortige risico’s beter inschat. In 2020 zal
ik in de monitor over 2019 de resultaten van de inventarisaties presenteren en de
samenstelling van portefeuille nader toelichten.
Mkb
In 2018 is op een aantal manieren de toegang tot de ekv voor het mkb verbeterd. Zo
zijn er eenvoudigere en duidelijkere aanvraagformulieren ontwikkeld, evenals een snellere
procedure voor het toekennen van bijvoorbeeld contragaranties aan klanten die eerder
van dit product gebruik hebben gemaakt.
In 2019 zal ik een pilot starten voor een nieuw product waarvan mkb’ers kunnen profiteren:
de Omzetpolis Opkomende Markten (OOM). Dit product is bedoeld voor de verzekering
van kortlopende betalingsrisico’s – doorgaans voor de levering van consumentengoederen
– op landen die een zogeheten non-investment grade rating hebben (vaak opkomende economieën).
Dergelijke risico’s kunnen niet of beperkt op de markt verzekerd worden, zodat de
OOM aanvullend aan de markt is en past bij de activiteiten van de staat. In omliggende
landen kunnen exporteurs deze risico’s reeds bij de staat of een door de staat gesteunde
instelling verzekeren. Dat maak ik nu ook in een anderhalf jaar durende pilot in Nederland
mogelijk. Tijdens de pilot zal ik het gebruik en de financiële resultaten van de OOM
nauwkeurig monitoren, zodat ik na de pilot een besluit kan nemen over de eventuele
continuering van het product.
Ik vertrouw erop dat ik uw Kamer met de bijgaande monitor een overzicht over het gebruik
van de ekv en over alle relevante beleidswijzigingen en -voornemens heb gegeven.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.