Brief regering : Beleidsreactie verkenning 13-wekenecho
29 323 Prenatale screening
Nr. 127 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2019
Op 24 mei jl. bood ik uw Kamer de verkenning van het RIVM aan over de 13-wekenecho
(Kamerstuk 29 323, nr. 125). Daarbij heb ik aangegeven uw Kamer voor de zomer nader te zullen informeren over
het vervolg dat ik aan de verkenning geef en over de voortgang ten aanzien van de
vervroeging van de 20-wekenecho. In onderstaande brief ga ik in op de belangrijkste
stappen die moeten worden gezet voordat een landelijk wetenschappelijk onderzoek naar
een structureel echoscopisch onderzoek (SEO) in het eerste trimester, rond 13 weken,
kan worden opgestart. Met dit onderzoek wordt een zogenaamde 13-wekenecho aan alle
zwangere vrouwen aangeboden, maar wel in onderzoeksverband, zodat inzichten over de
uitvoering die worden opgedaan meegenomen kunnen worden bij de besluitvorming over
en de eventuele implementatie in het programma prenatale screening. Ik sluit af met
de stand van zaken ten aanzien van het bestaande SEO in het tweede trimester (20-weken
echo).
Uitkomsten verkenning
In de verkenning van het RIVM is uitgezocht wat nodig is om een landelijk wetenschappelijk
onderzoek naar de invoering van een echo rond de 13e week van de zwangerschap vorm te geven. Als eerste moet een onderzoeksvraag worden
vastgesteld als opstap naar de verdere uitwerking van de onderzoeksopzet, de kwaliteitsstandaard
en de informatiehuishouding. Verder moet gewerkt worden aan de kwaliteitsborging,
opleiding en deskundigheidsbevordering, monitoring en evaluatie en communicatie en
voorlichting. Het RIVM heeft in overleg met de betrokken veldpartijen een planning
hiervoor uitgewerkt en op basis hiervan blijkt dat het onderzoek op zijn vroegst eind
2020 kan starten.
Proces van verdere besluitvorming
Voordat ik een definitief besluit kan nemen over de uitvoering van het onderzoek moet
duidelijk zijn wat de financiële gevolgen zijn en of de uitvoering hiervan inpasbaar
is in de bredere geboortezorg. Mits het onderzoek kan worden uitgevoerd tegen aanvaardbare
kosten en zonder onwenselijke afwenteling binnen de geboortezorg, ben ik van plan
om ZonMw een aanvullende opdracht te verstrekken binnen het programma Zwangerschap
en geboorte voor het faciliteren van landelijke wetenschappelijk onderzoek naar het
eerstetrimester-SEO ter opsporing van structurele afwijkingen rond 13 weken zwangerschap.
Voor het uitvoeren van het onderzoek is een vergunning nodig op grond van de Wet op
het bevolkingsonderzoek, waarover ik de Gezondheidsraad te zijner tijd advies zal
vragen. Het RIVM zorgt dat de voorbereidingen voor de uitvoering aansluiten bij de
aanpak van het onderzoek.
Overleg met veldpartijen en kostenraming
Voordat ik besluit het onderzoek in gang te zetten wil ik eerst overleg plegen met
veldpartijen over de eventuele gevolgen voor de bredere geboortezorg. In een gezamenlijke
reactie op de verkenning uitten de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen
(KNOV) en de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) hun zorgen
over de doelmatigheid van een eerstetrimester-SEO, gelet op de te verwachten opbrengst
versus de middelen die dit vergt. Zij pleiten voor een bredere discussie over het
eerstetrimester-SEO in het licht van hun zorgen dat hiermee zorgverleners, inspanning
en middelen worden onttrokken aan de reguliere geboortezorg. Ik ga graag met betrokken
beroepsgroepen en patiëntenverenigingen in gesprek over de vraag hoe we dit op een
goede manier een plek kunnen geven. De eerste stappen zijn al gezet om nader te onderzoeken
of er voldoende capaciteit is onder de echoscopisten. Vanuit andere betrokken partijen
zijn ook enkele kanttekeningen geplaatst. Ik vind het belangrijk om aandacht te hebben
voor de punten die de beroepsgroepen en patiëntenverenigingen aandragen en ga hierover
graag met hen in gesprek. Daarbij heb ik oog voor de eventuele gevolgen voor de bredere
geboortezorg. Overigens heeft de verkenning behalve kritische kanttekeningen ook veel
positieve waardering opgeroepen bij betrokken veldpartijen, waaronder de Beroepsvereniging
Echoscopisten Nederland en de Vereniging Samenwerkende Ouder- en Patiëntenorganisaties.
Bovengenoemde gesprekken wil ik nog dit jaar afronden.
Daarnaast zullen de gevolgen van het onderzoek voor de Rijksbegroting duidelijk moeten
zijn om hierover een besluit te kunnen nemen. Ik zal daartoe het RIVM vragen de kosten
in beeld te brengen. Uitgangspunten daarbij is dat het eerstetrimester-SEO kosteloos
wordt aangeboden. Aangenomen wordt dat de deelname ongeveer even hoog is als bij het
tweedetrimester-SEO. Over de conclusies van de gesprekken en van de kostenraming wil
ik zo snel mogelijk duidelijkheid kunnen bieden, om de vaart in het besluitvormingsproces
te houden. Gelet op de noodzakelijke zorgvuldigheid wil ik hier nogmaals benadrukken
dat het opstarten van een structurele 13-wekenecho op zijn vroegst eind 2020 mogelijk
is.
Uitwerking onderzoeksvraagstelling en voorbereidingen uitvoering
Een landelijk wetenschappelijk onderzoek zoals de Gezondheidsraad adviseerde betekent
in de praktijk dat alle zwangere vrouwen die dit willen in het eerste trimester een
echo wordt aangeboden. Om dit te realiseren is een aantal stappen nodig, waarbij de
invulling deels afhangt van de vraagstelling van het landelijk wetenschappelijk onderzoek.
De verkenning noemt onder andere het formuleren van een kwaliteitsstandaard, scholing
voor counselors en echoscopisten, aanpassingen in de voorlichting en communicatie,
monitoring en evaluatie en de informatiehuishouding. Ik zal daarom op korte termijn
zorgen dat in overleg met ZonMw en het RIVM de hoofdvraagstelling van het onderzoek
wordt verkend.
Het onderzoek impliceert dat zwangere vrouwen een eerstetrimester-SEO aangeboden krijgen,
en daarbij is mijn uitgangspunt dat zwangeren verzekerd zijn van dezelfde kwaliteitswaarborgen
als bij een medisch onderzoek in een programmatische screeningssetting. In de verkenning
zijn diverse voorbereidingen genoemd die nodig zijn voordat een eerstetrimester-SEO
aan vrouwen kan worden aangeboden, waaronder het opleiden van counselors en echoscopisten
en het aanpassen van de voorlichting en communicatie. De verkenning onderstreept dat
vertraging van deze voorbereidingen gevolgen heeft voor de planning van de start van
het onderzoek. Om die reden, maar zonder vooruit te willen lopen op de daadwerkelijke
uitvoering van het onderzoek, vraag ik het RIVM daarom de voorbereidingen nu in gang
zetten. Daarbij wordt zo veel mogelijk voortgebouwd op de voorzieningen die in het
verleden al zijn opgezet voor het tweedetrimester-SEO. Ook wordt zo mogelijk bestaande
capaciteit in de echoscopie ingezet.
Omdat met de introductie van het eerstetrimester-SEO de counselors straks meer informatie
en hulp bij besluitvorming aan de zwangeren moeten geven, sluit ik niet uit dat het
consequenties heeft voor de kosten van de counseling. Ik vraag het RIVM om bij het
inrichten van de deskundigheidsbevordering voor professionals ook in gesprek te gaan
over de financiële consequenties, en parallel na te denken over een communicatieplan
richting zwangeren en het bredere publiek.
Structureel echoscopisch onderzoek (SEO) in het tweede trimester
Vrouwen die dat willen kunnen op dit moment in het tweede trimester een SEO laten
doen. Dit staat bekend als de 20-wekenecho. In het advies over prenatale screening
van 22 december 2016 adviseert de Gezondheidsraad om het tweedetrimester-SEO te vervroegen
naar vanaf 18 weken en uiterlijk met 20 weken. In de programmacommissie prenatale
screening is veel draagvlak voor het vervroegen van de tweedetrimester-SEO. Tegelijkertijd
gaf men aan dat 18 weken wat vroeg is. De verwachting is namelijk dat vrouwen dan
relatief vaak nog een keer moeten terugkomen, omdat bij die termijn niet altijd alles
al goed zichtbaar is. Daarom is de uitvoering van de tweedetrimester-SEO nu vervroegd
naar tussen 18 en 21 weken, en bij voorkeur in de 19e week. Gezien de huidige uitvoeringspraktijk is een uitvoeringstoets niet meer aan
de orde.
In mijn brief van 24 mei 2019 bood ik uw Kamer de verkenning aan waarbij ik heb toegezegd
voor de zomer hierop te reageren. Met deze brief kom ik deze toezegging na. Tijdens
het schrijven van deze brief heeft uw Kamer mij vragen gesteld in een schriftelijk
overleg over de 13-wekenecho. Mijn reactie op deze vragen ontvangt u zo snel mogelijk
na het zomerreces. Ik hoop uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Ik zal
uw Kamer tevens voor de zomer van 2020 verder informeren over de voortgang van de
voorbereidingen die ik in deze brief beschrijf.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis
Indieners
-
Indiener
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport