Brief regering : Toezeggingen naar aanleiding van het Algemeen Overleg Spoedzorg LUMC/Bronovo van 26 juni 2019
29 247 Acute zorg
Nr. 289 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2019
Tijdens het Algemeen Overleg van 26 juni jl. over spoedzorg LUMC/Bronovo heb ik u
toegezegd u te informeren over:
a. de gegevens en cijfers die door het regionaal overleg acute zorg (ROAZ) zijn gebruikt
voor de scenario’s en de besluitvorming rondom het sluiten van de SEH van het Haaglanden
Medische Centrum (HMC) op locatie Bronovo;
b. of er in de scenario’s voor sluiting van de SEH op locatie Bronovo voldoende rekening
is gehouden met crises, zoals een plotselinge griepepidemie en of de griep- en crisisscenario’s
up to date zijn; en
c. of er gespreksverslagen zijn tussen raad van bestuur en de ondernemingsraad van het
Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en of deze gedeeld kunnen worden.
Ik heb bij de raad van bestuur van het LUMC, tevens voorzitter van het ROAZ, en het
HMC hierover informatie opgevraagd. Hieronder stel ik u per toezegging op de hoogte
van de informatie die ik heb ontvangen.
a. Gebruikte gegevens en cijfers door het ROAZ
Ik heb navraag gedaan bij het ROAZ over de gegevens en cijfers die zijn gebruikt voor
de scenario’s en de besluitvorming rond het Bronovo. Het ROAZ laat mij weten dat bij
een wijziging van het acute zorgaanbod, het een taak van de individuele zorgaanbieder
is om dit te melden in het ROAZ middels het meldingsformulier «melding wijziging acute
zorgaanbod». Het HMC heeft dit formulier met relevante gegevens en cijfers tijdig
ingediend bij het ROAZ. Dit document is besproken tijdens het bestuurlijke ROAZ op
25 maart 2019 (zie bijlage)1. Het HMC heeft verschillende analyses uitgevoerd. Ook is het onderzoek door het RIVM
over of er een witte vlek in de spoedeisende zorgverlening zou ontstaan betrokken.
Verder heeft het HMC analyses gedaan op de herkomst van unieke patiënten naar postcodegebieden,
het aantal opnames per specialisme per SEH-bezoek en naar hoog- en laagcomplexe instroom
per tijdstip van de dag.
Vlak voor het bestuurlijke ROAZ van 25 maart 2019 heeft op initiatief van het HMC
eerst nog een bestuurlijk vooroverleg plaatsgevonden met de ziekenhuizen uit de ROAZ-regio
West, de huisartsenposten (HAP) in Den Haag en de Regionale Ambulancevoorziening Haaglanden
(RAVH). Ook hier zijn een aantal van deze cijfers en scenario’s geschetst door het
HMC.
In bestuurlijk ROAZ-verband is gemeld dat het HMC individueel gesprekken heeft gehad
met drie ziekenhuizen die deel uitmaken van de Reinier HAGA groep, het Alrijne Ziekenhuis
en het LUMC. Met deze individuele ziekenhuizen zijn specifieke scenario’s gedeeld
met het mogelijke aantal patiënten (min-max) die na afschaling HMC locatie Bronovo
te verwachten zouden kunnen zijn.
b. Scenario’s bij verplaatsing zorg Bronovo
Ik heb het ROAZ eveneens gevraagd naar of er in de scenario’s voor sluiting van de
SEH op locatie Bronovo voldoende rekening is gehouden met crises, zoals een plotselinge
griepepidemie en of deze scenario’s up to date zijn.
Het ROAZ heeft mij laten weten dat het GHOR op ambtelijk niveau de impact verkend
heeft van de verplaatsing van de acute zorg van HMC locatie Bronovo naar HMC locatie
Westeinde. De GHOR heeft in samenwerking met de RAV en het ROAZ een nieuw gewondenspreidingsplan
gemaakt. Feitelijke weergave is dat door de sluiting van verschillende SEH’s de opvangcapaciteit
(T1 tot en met T3) bij grote calamiteiten minder wordt. Daarbij wordt opgemerkt dat
dit ten opzichte van de totale opvangcapaciteit in de regio een beperkte reductie
is. Onderscheid in de discussie moet, aldus het ROAZ, nadrukkelijk gemaakt worden:
in het ROAZ gaat het in het bijzonder over de individuele patiëntenstromen. Bij rampen,
crises en opschaling gaat het over groepsoverleving en groepszorg. De GHOR bereidt
samen met het ROAZ scenario’s voor waarbij er vele slachtoffers zijn in complexe situaties.
Bijvoorbeeld terrorismegevolgbestrijding en pandemieën.
Daarnaast laat het ROAZ mij weten dat vorige winter ook in deze regio een griepplan
is vastgesteld. Deze voorziet in afstemming/communicatie en te nemen acties bij toenemende
drukte. Het griepplan voorziet in een escalatiemodel waarbij, als de afgesproken maatregelen
niet afdoende zijn, over kan worden gegaan naar een opschaling waarbij de GHOR uitvoering
geeft aan leiding en coördinatie zoals beschreven in de Wet veiligheidsregio’s. Dit
plan hoeft, aldus het ROAZ, niet gewijzigd te worden na afschaling van HMC locatie
Bronovo. Dit regionale griepplan geeft weer wat er van de individuele zorgorganisaties
wordt verwacht (o.a. in afstemming/communicatie en te nemen acties, zoals afschaling
electieve zorg). Het is de primaire verantwoordelijkheid van de ketenpartners om de
zorgcontinuïteit in de reguliere acute zorg in de eigen organisaties te borgen en
onderlinge afspraken te maken over ketencontinuïteit. Op basis van de vigerende wetgeving
is een ieder verantwoordelijk voor eigen taken en afspraken over aansluiting van processen
onderling. De leden van het bestuurlijk ROAZ zijn eindverantwoordelijk voor de uitvoering
van dit regionaal griepplan.
c. Gespreksverslagen ondernemingsraad
Tot slot heb ik tijdens het Algemeen Overleg van 26 juni toegezegd na te gaan bij
het LUMC of er gespreksverslagen zijn van overleg tussen de raad van bestuur en de
ondernemingsraad van het LUMC. De raad van bestuur van het LUMC laat weten dat de
gespreksverslagen tussen raad van bestuur en ondernemingsraad van het LUMC bedoeld
zijn voor interne communicatie. De raad van bestuur van het LUMC heeft laten weten
dat zij de notulen van de overlegvergaderingen van de raad van bestuur en de ondernemingsraad
(onderwerp SEH) ter beschikking heeft gesteld aan de IGJ.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg