Brief regering : Voorhang ontwerp Loodsplichtbesluit 2021

A/ Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op
2 juli 2019.

De wens dat het in de maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld kan
door of namens een van beide Kamers of door tenminste vijftien leden van de Eerste
Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk
op 27 september 2019.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2019

Hierbij bied ik u het ontwerp Loodsplichtbesluit 2021 aan1. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting2.

Deze voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure,
op grond van artikel 52, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet en biedt uw Kamer
de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling
advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd. Gezien het zomerreces wordt
de termijn om u uit te spreken over het ontwerpbesluit, verlengd naar 27 september
2019.

Ter voldoening aan artikel 52, eerste en tweede lid, van de Scheepvaartverkeerswet
is het ontwerpbesluit in de Staatscourant bekend gemaakt om eenieder de gelegenheid
te geven om binnen vier weken zijn zienswijze naar voren te brengen.

Het ontwerp Loodsplichtbesluit 2021 is nauw verweven met de ontwerp Loodsplichtregeling
2021. Om uw Kamer een zo volledig mogelijk beeld te geven van de nadere uitwerking,
is deze ontwerpregeling ter informatie bijgevoegd3. Het wetsvoorstel ter wijziging van de Scheepvaartverkeerswet in verband met de herziening
van de loodsplicht is tevens voor behandeling aan uw Kamer aangeboden (Kamerstuk 35 248).

Eenzelfde brief heb ik verzonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga