Brief regering : Reactie op brief met betrekking tot de postvoorziening in Caribisch Nederland
29 502 Toekomstige ontwikkeling van de Nederlandse postsector
Nr. 172 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2019
Op 25 april heeft u mij een schrijven doorgestuurd van de heer Sneek (oud-lid eilandsraad
Sint Eustatius) aan uw Kamer over de postvoorziening in Caribisch Nederland (CN).
U heeft mij om een reactie op deze brief verzocht. Vanwege noodzakelijke afstemming
met diverse externe partijen heb ik eerder te kennen gegeven dat de beantwoording
niet binnen de gebruikelijke termijn kon plaatsvinden. De beantwoording treft u hierbij
alsnog aan. De heer Sneek stelt in zijn schrijven dat de overkomstduur van briefpost
vanuit Nederland onaanvaardbaar lang is en dat ook de kwaliteit van de postvoorziening
tussen de eilanden onderling en tussen de eilanden en de rest van de wereld te wensen
overlaat.
Er zijn geen recente gegevens beschikbaar over het percentage brieven dat een langere
overkomstduur heeft dan normaal en of dit binnen de gebruikelijke afwijkingsmarges
valt. De Autoriteit Consument en Markt is voornemens in de loop van 2019 nieuwe metingen
te verrichten. Ook zal het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) in samenwerking
met andere overheidsinstanties de komende tijd een aantal testzendingen sturen waarbij
het logistieke proces wordt gevolgd. Dit levert mogelijk nauwkeuriger informatie op
over waar de grootste knelpunten zitten. Omdat de klachten van de heer Sneek evenwel
niet nieuw zijn, heeft EZK de gehele keten nogmaals in beeld gebracht. Daarbij is
van belang erop te wijzen dat er een reeks partijen betrokken is die primair beleidsmatig
of commercieel verantwoordelijk zijn voor verschillende onderdelen van deze keten.
Factoren bij mogelijke vertraging
Uit de analyse van het Ministerie van EZK van de logistieke keten van de postvoorziening
tussen de eilanden en de rest van de wereld (waaronder Nederland) en het intereilandelijke
postverkeer komt naar voren dat de vertragingen zich voordoen in het traject ná aflevering
door KLM van postzendingen aan de grondafhandelaar op Bonaire. Een belangrijke constatering
daarbij is dat momenteel alle post voor de drie eilanden gebundeld naar Bonaire wordt
vervoerd. Daar wordt het overgedragen aan de postvervoerder in CN (FXDC), gesorteerd
en vervolgens moet post voor Saba en Sint Eustatius opnieuw op het vliegtuig om via
Sint Maarten naar die eilanden te worden vervoerd. De tijd die is gemoeid met het
grensoverschrijdende vervoer vanuit Europees Nederland naar de luchthaven van Bonaire
(zie hieronder) komt overeen met de kwaliteitsnormen die PostNL hiervoor hanteert.
Voor Caribisch Nederland hanteert PostNL in haar voorwaarden een indicatieve overkomstduur
van vier tot acht dagen. Er gaat vier keer per week post mee op vluchten van KLM naar
Bonaire. De gemiddelde doorlooptijd van poststukken die door PostNL kunnen worden
gemeten (track en trace) bedraagt momenteel zes dagen (van registratie in Nederland
tot aflevering op de bestemming). Deze overkomstduur wijkt niet af van post naar andere
landen in de regio. Voor normale briefpost (zonder track en trace) zijn er geen specifieke
kwaliteitsgegevens, maar het traject dat pakketten en brieven afleggen is vrijwel
identiek en derhalve stelt PostNL dat daar geen significante verschillen in kunnen
optreden.
Het lijkt erop dat de klachten over een lange overkomstduur vooral betrekking hebben
op buitenlandse post van en naar Saba en Sint Eustatius en op de intereilandelijke
post. Een aantal factoren draagt bij aan een langere overkomstduur:
– het ontbreken van rechtstreeks luchtverbindingen met deze eilanden vanuit Bonaire;
– post uit Nederland wordt gebundeld naar Bonaire gestuurd; post voor Saba en Sint Eustatius
moet daar worden gesorteerd en moet dan via Sint Maarten worden doorgestuurd;
– het ontbreken van capaciteit voor luchtvervoer van goederen op vluchten die voor passagiers
zijn bestemd;
– het ontbreken van screeningsapparatuur bij de grondafhandeling op Bonaire;
– douaneafhandeling op Sint Maarten.
Voor wat betreft de post die vanuit Caribisch Nederland naar Europees Nederland gaat
is van belang te vermelden dat vliegtuigmaatschappijen gehouden zijn aan verschillende
veiligheidsvoorschriften. Deze veiligheidsvoorschriften houden onder meer in dat goederen
(zoals poststukken) die ter vervoer worden aangeboden eerst gescreend moeten worden.
Naar ik begrijp beschikt de lokale grondafhandelaar op het vliegveld van Bonaire waar
KLM zaken mee doet niet over de vereiste screeningsfaciliteiten (de inrichting van
afhandelingsfaciliteiten op vliegvelden en de keuze voor een grondafhandelaar is een
commerciële beslissing van betrokken marktpartijen). KLM weigert op legitieme gronden
om niet-gecontroleerde post mee te nemen. Daarom moet post voor Nederland eerst op
een andere manier naar Curaçao of Sint Maarten worden gestuurd en vandaar door naar
andere bestemmingen. Voorts hanteert de douane in Nederland reeds enige tijd een streng
controlebeleid van personen en goederen die vanuit de landen van het Koninkrijk op
Schiphol arriveren. Het is goed mogelijk dat de totale overkomstduur door deze factoren
oploopt.
Mogelijke oplossingen
Het ontbreken van voldoende en frequente luchtverbindingen naar Saba en Eustatius
wordt bevestigd in de brief van de Minister van Infrastructuur & Waterstaat (I&W)
aan de Tweede Kamer van 5 maart 2019.1 Ten aanzien van het intereilandelijke vervoer hebben eerdere inspanningen van EZK
ertoe geleid dat FXDC (de postvervoerder in Caribisch Nederland) de post mee kon geven
met de CN Express (een tijdelijk door RCN gecharterd vliegtuig). Dit had een positief
effect op de overkomstduur, maar de CN Express was een gesubsidieerde vliegverbinding
van tijdelijke aard. FXDC is daarom nu bezig met het contracteren van een andere luchtvaartmaatschappij
die op een vergelijkbare manier post van en naar de bovenwinden brengt. FXDC heeft
thans een contract met Winair voor het vervoeren van post. Deze vluchten zijn echter
in beginsel primair voor passagiersvervoer en derhalve is er slechts beperkte capaciteit
beschikbaar. De Minister van I&W heeft in de brief van 5 maart 2019 toegezegd om dit
jaar in samenspraak met Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius opties te zullen verkennen
om de mate van connectiviteit tussen Sint Maarten met Saba en Sint Eustatius alsmede
tussen Bonaire en Curaçao te verbeteren. Indien deze verbetering tot stand zou komen
biedt dat ook aan FXDC meer ruimte om de kwaliteit van de postvoorziening naar deze
eilanden te verhogen.
Een tweede mogelijke oplossing die momenteel wordt verkend in afstemming met PostNL,
FXDC, PostSintMaarten en Winair is de optie om postzendingen voor de drie afzonderlijke
eilanden reeds in Amsterdam te splitsen. Dat zou betekenen dat post voor Saba en Sint
Eustatius vanuit Nederland direct naar Sint Maarten wordt verstuurd en van daaruit
naar de eilanden (in plaats van eerst via Bonaire naar Sint Maarten). Vragen daarbij
zijn onder meer hoeveel tijdwinst dat oplevert, wat de logistieke vereisten zijn en
of de kosten daarvan opwegen tegen de baten gezien het zeer geringe volume post die
het hier betreft. Het overleg hierover is nog gaande en moet na de zomer meer duidelijkheid
bieden.
Digitale alternatieven
Naast blijvende aandacht voor mogelijke verbetering van de reguliere postbezorging
zou ik ook aandacht willen vragen voor reeds beschikbare alternatieve opties voor
communicatie.
• De Belastingdienst CN verstuurt aanslagen nu reeds voornamelijk digitaal aan bewoners van de eilanden.
Verder heeft de Belastingdienst CN fysieke faciliteiten ingericht op de eilanden voor
bewoners die niet over een Internetverbinding of een computer beschikken of die anderszins
hulp nodig hebben voor het invullen van hun aanslag. De dienst zegt geen noemenswaardige
problemen in dit kader te ervaren.
• Verder zou ik er op willen wijzen dat de Nederlandse overheid sinds meerdere jaren
het gebruik van de digitale postbus «mijnoverheid.nl» faciliteert. Dat stelt burgers in staat belangrijke post van aangesloten instanties
digitaal te ontvangen. Een aantal voorbeelden die in de klachten worden genoemd betreft
instanties die hierbij zijn aangesloten (bijvoorbeeld Belastingdienst, SVB, ABP, CJIB,
gemeenten). Bewoners van Caribisch Nederland die post verwachten van deze instanties
kunnen zich aanmelden bij de digitale loketten van deze instanties of op «mijnoverheid.nl»,
zodat ze deze post rechtstreeks en digitaal ontvangen. Deze mogelijkheid is recent
beschikbaar gekomen voor bewoners van de BES-eilanden die beschikken over een BSN.
Bewoners van Saba en Sint Eustatius kunnen een voor digitale toegang vereiste DigiD-code
verkrijgen op Sint Maarten. Ik begrijp dat dit laatste een barrière kan vormen. Van
het CJIB heeft EZK begrepen dat een overzicht van openstaande boetes ook via mijnoverheid.nl
of telefonisch beschikbaar is.
• Een andere mogelijkheid voor ontvangers op de BES-eilanden is het inschakelen van de diensten van commerciële partijen in Nederland die fysieke post in opdracht van de ontvanger scannen en digitaal versturen.
Er zijn verschillende van dergelijke partijen actief.
Daar waar dit raakt aan de agenda Digitale Overheid van het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) om de toegang tot digitale dienstverlening van
de overheid te verbeteren heb ik mijn collega van BZK gevraagd om in dit kader bij
andere betrokken departementen en uitvoeringsinstanties zoals het Ministerie van Justitie
en Veiligheid, Financiën, DUO, Justis, SVB en het CJIB aandacht te vragen voor mogelijke
maatregelen of verbeteringen van het digitale correspondentieverkeer tussen overheid
en burgers op de BES-eilanden.
In een beperkt aantal gevallen is digitale communicatie geen alternatief. Een verklaring
omtrent gedrag kan bijvoorbeeld weliswaar digitaal worden aangevraagd maar wordt alleen
fysiek verstuurd vanwege fraudegevoeligheid. De optie van aangetekend versturen in situaties waarbij tijdige ontvangst van formele stukken cruciaal is zou een oplossing
kunnen zijn om een spoedige overkomstduur te waarborgen.
Tenslotte zou regelmatig optredende vertraging bij de bezorging van poststukken en
klachten daarover bij ontvangers naar mijn mening ook een zorg van de oorspronkelijke
verzendende organisatie moeten zijn. Het lijkt daarom gewenst dat klachten over te
late bezorging in ieder geval ook daar gemeld worden, voor zover dat nog niet is gebeurd.
De verzender kan in dat geval zo mogelijk maatregelen nemen om adequate communicatie
met zijn klanten te verzekeren.
Ik ga ervan uit dat ik hiermee afdoende antwoord heb gegeven op uw vragen.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat