Brief regering : Advies Gezondheidsraad inzake Goede vertegenwoordiging
31 476 Patiënten- en cliëntenrechten
Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2019
Hierbij bied ik u het advies van de Gezondheidsraad aan inzake vertegenwoordiging1. De raad heeft mij gevraagd een reactie te geven op het adviesrapport, waarin de
knelpunten die worden ervaren bij de vertegenwoordiging van patiënten worden beschreven
en waarin nader wordt ingegaan op wat goede vertegenwoordiging is en hoe het zich
verhoudt tot goed hulpverlenerschap.
Ieder mens heeft het recht om zelf te beslissen over zorg en behandeling. Toch zijn
er situaties waarin iemand zijn eigen belangen niet goed kan behartigen. In die gevallen
treedt een vertegenwoordiger op namens of naast de patiënt. Dit kan een familielid
zijn of iemand die door de patiënt is aangewezen (gemachtigde), of een door de rechter
benoemde curator. In de praktijk blijkt het niet altijd duidelijk te zijn aan welke
(kwaliteits)eisen een goede vertegenwoordiger moet voldoen. Ook kan goede vertegenwoordiging
botsen met goed hulpverlenerschap. Hierdoor kunnen spanningen ontstaan die een ongunstige
invloed kunnen hebben op de zorg en behandeling van de patiënt. Daarnaast lijkt het
aantal (tucht)klachten over de relatie tussen vertegenwoordiger, zorgverlener en vertegenwoordigde
toe te nemen.
De Gezondheidsraad adviseert de wetgever om de terminologie en de bevoegdheden en
taken van de vertegenwoordigers in de verschillende wetten zo veel mogelijk overeen
te laten komen of op elkaar af te stemmen. Daarnaast adviseert de Gezondheidsraad
dat zorgverleners tijdig, bij het begin van de behandelrelatie, bespreken wie de patiënt
vertegenwoordigt, of wie dit bij eventuele toekomstige wilsonbekwaamheid gaat doen
en dit aan te tekenen in het dossier. Ook adviseert de Gezondheidsraad minimale kwaliteitseisen
en uitgangspunten van goede vertegenwoordiging op te stellen waaraan zorgverleners
bij twijfel het handelen van vertegenwoordigers kunnen toetsen.
Ik ga over de adviezen in dit rapport in gesprek met de koepels van patiëntenverenigingen
en beroepsorganisaties en verwacht dit najaar met een inhoudelijke reactie te komen.
De Minister van Volksgezondheid,Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport