Brief regering : Voortgangsrapportages mestbeleid
33 037 Mestbeleid
Nr. 358
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 juni 2019
Hierbij informeer ik uw Kamer over een aantal rapportages over het mestbeleid. Het
gaat om:
• Het rapport «Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor
derogatie 2017», door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en
Wageningen Economic Research (bijlage 1)1;
• De «Voortgangsrapportage Handhaving en Uitvoering Mestbeleid 2018» (voortgangsrapportage)
door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) en de Nederlandse Voedsel-
en Warenautoriteit (NVWA) (bijlage 2)2. De voortgangsrapportage bestaat uit vier monitoren: de Derogatiemonitor 2018, de
Monitor Versterkte Handhavingsstrategie Mest 2018, de Monitor Handhaving Overige Onderdelen
Mestbeleid 2018 en de Monitor Fosfaatrechtenstelsel 2018;
• Het artikel van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de definitieve fosfaat-
en stikstofexcretiecijfers over 2018 (bijlage 3)3.
Met deze stukken geef ik uw Kamer een zo compleet mogelijk beeld van de uitvoering
en handhaving van het mestbeleid en geef ik invulling aan verplichtingen uit de derogatiebeschikking
en de staatssteunbeschikking van het fosfaatrechtenstelsel.
Derogatierapportage 2018
Jaarlijks stelt Nederland de zogenoemde derogatierapportage op, waarmee aan de Europese Commissie (EC) gerapporteerd wordt conform de voorwaarden in de
Nederlandse derogatiebeschikking. Deze bestaat uit twee delen: het RIVM-rapport «landbouwpraktijk
en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie 2017» en de derogatiemonitor
2018.
Het RIVM-rapport laat onder meer zien dat de gemiddelde nitraatconcentratie op derogatiebedrijven
in alle regio’s onder de 50 milligram nitraat per liter ligt. De hoogste nitraatconcentraties
zijn in 2017 aangetroffen in de Lössregio (38 mg/l) en in dat deel van de Zandregio
waar de derogatienorm van 230 kg N/ha (Zand 230) geldt (31 mg/l). In deze regio's
komen veel (drogere) gronden voor, waar nitraat in mindere mate in de bodem wordt
afgebroken en daardoor meer kan uitspoelen naar het grondwater. In de Veenregio is
de nitraatconcentratie in het uitspoelingswater over de gehele meetperiode stabiel
en laag. In alle andere regio’s zijn de nitraatconcentraties gedaald over de gehele
meetperiode.
De derogatiemonitor 2018 van RVO.nl en NVWA geeft weer dat voldaan is aan de verplichting
van 5% administratieve en fysieke controles op de derogatiebedrijven in 2018. In 2018
is aan 17.986 bedrijven een derogatievergunning verleend. Het landelijk areaal landbouwgrond
op derogatiebedrijven is het afgelopen jaar met 5% afgenomen naar 779.022 hectare.
De naleving van de derogatievoorwaarden door bedrijven was met 99,8% hoog. Naar aanleiding
van zowel de fysieke als administratieve controles zijn 32 derogatievergunningen ingetrokken.
Monitor Versterkte Handhavingsstrategie Mest 2018
Op 28 september 2018 heb ik de versterkte handhavingsstrategie mest aangeboden aan
uw Kamer (Kamerstuk 33 037, nr. 311). Deze strategie is erop gericht om de naleving van de regelgeving bij de aanwending,
transport en verwerking van mest te verbeteren. Kernelementen van de strategie zijn
intensivering van samenwerking tussen verschillende toezichthouders en slimmer gebruik
maken van moderne technologie. Er wordt ingezet op repressieve maatregelen, preventieve
maatregelen en automatisering. De monitor versterkte handhavingsstrategie mest 2018
rapporteert de resultaten en voortgang op de versterkte handhavingsstrategie mest
in 2018 en geeft tevens een kwalitatief beeld van de voortgang in de eerste helft
van 2019.
Sinds september 2018 is er veel capaciteit ingezet om de activiteiten van dit verandertraject
in gang te zetten. De risicogerichte aanpak binnen de drie aangewezen gebieden en
op intermediairs en covergisters heeft in deze korte periode al successen opgeleverd.
De individuele controles van RVO.nl en de NVWA hebben in de drie risicogebieden geleid
tot 937 bestuurlijke sanctiemaatregelen. Daarnaast zijn in 2018 32 gezamenlijke controles
door multidisciplinaire teams uitgevoerd.
Op het gebied van automatisering en digitalisering zijn ook stappen gezet. RVO.nl
en de NVWA voeren data-analyses uit die gericht zijn op ondersteuning van handhaving
en toezicht. Gegevens worden gekoppeld en risico’s worden in beeld gebracht om handhaving
en toezicht gerichter in te zetten.
In het kader van fraudepreventie wordt vanuit de versterkte handhavingsstrategie mest
ingezet op gedragsverandering en communicatie. Door middel van bijvoorbeeld een nitraatapp
krijgen ondernemers meer inzichten de grond- en oppervlakte waterkwaliteit rondom
hun bedrijf en de invloed van hun eigen handelen hierop.
Met de handhavingsstrategie geef ik mijn inzet weer om, samen met de partners in het
publieke domein, de naleving van de mestregelgeving te verbeteren. Daarnaast is er
ook het sectorplan van aanpak «Samen werken in een eerlijke keten» om fraude met mest
tegen te gaan. Een voortvarende uitvoering van het sectorplan acht ik cruciaal, aangezien
de aanpak van fraude immers in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de sector
zelf is. Ik blijf dan ook nauwlettend toezien op de voortgang van dit proces, welke
ook is opgenomen in deze monitor.
Monitor Handhaving Overige Onderdelen 2018
Naast de controles in het kader van de derogatiebeschikking en de versterkte handhavingsstrategie
mest, hebben de NVWA en RVO.nl ook overige toezichts-, handhavings- en uitvoeringsactiviteiten
in het kader van het mestbeleid uitgevoerd. De «Monitor Handhaving Overige Onderdelen
Mestbeleid 2018» rapporteert de resultaten van deze activiteiten in 2018. In 2018
zijn op basis van de administratieve en fysieke controles van RVO.nl en de NVWA 2.258
bestuurlijke sanctiemaatregelen opgelegd.
Monitor Fosfaatrechtenstelsel 2018
Met de monitor fosfaatrechtenstelsel rapporteer ik conform de voorwaarden uit de staatssteunbeschikking die verbonden is aan het fosfaatrechtenstelsel (C(2017)
8483, artikel 138–140). In deze rapportage ga ik in op het totaal aantal rechten in
de markt, de verdeling van de fosfaatrechten tussen grondgebonden en niet-grondgebonden
bedrijven, het aantal verhandelde en afgeroomde rechten en de stand van zaken omtrent
bezwaar en beroep. Ook ga ik in op de stand van zaken wat betreft de handhaving van
fosfaatrechten. Voor veel van de gegevens komen de cijfers neer op een nulmeting,
omdat het hier gaat om het eerste jaar dat het fosfaatrechtenstelsel in werking is
getreden. Voor wat betreft bezwaar en beroep is wel een zo recent mogelijk beeld gegeven
over de ingediende, afgehandelde en nog openstaande zaken.
Definitieve cijfers fosfaat- en stikstofexcretie 2018
Op 28 juni 2019 publiceert het CBS de definitieve fosfaat- en stikstofexcretie door
de Nederlandse veestapel in 2018.
De totale fosfaatexcretie door de veestapel als geheel is in 2018 verder gedaald tot
162,0 miljoen kg, ruim onder het plafond van 172,9 miljoen kg. Ook de afzonderlijke
sectoren blijven ieder onder het sectorale fosfaatproductieplafond. De daling van
de nationale fosfaatexcretie komt grotendeels op conto van de melkveehouderij.
De totale stikstofexcretie door de veestapel als geheel daalt in 2018 naar 503,5 miljoen
kg. Daarmee komt de nationale stikstofexcretie onder het plafond van 504,4 miljoen
kg, terwijl deze zich in 2017 nog boven het plafond bevond. De stikstofexcretie door
de melkveehouderij bevindt zich nog wel boven het sectorale plafond, maar is wel met
13,6 miljoen kg (4,5%) gedaald ten opzichte van 2017.Ik heb bovendien met de Europese
Commissie de afspraak gemaakt dat bij de definitieve fosfaat- en stikstofexcretiecijfers
gerekend mag worden met de gemiddelde fosfor- en stikstofgehaltes in het ruwvoer over
de voorgaande vijf jaar, met weglating van de twee meest extreme jaren. Op die manier
wordt het effect van extreme weersomstandigheden, zoals die zich vorig jaar voordeden,
op de fosfaat- en stikstofexcretie gedempt. Bij toepassing van deze middeling komt
de melkveehouderij op een stikstofproductie van 277,4 miljoen kg en daarmee ook onder
het eigen sectorale stikstofplafond.
Definitieve fosfaatexcretie per sector
Plafond
2017
2018
Melkvee
84,9
86,6
78,7
Varkens
39,7
37,5
37,7
Pluimvee1
27,4
27,5
25,9
Overig2
20,9
17,4
19,8
Totaal
172,9
169,0
162,0
X Noot
1
In 2017 inclusief eenden, in 2018 exclusief eenden
X Noot
2
In 2017 exclusief eenden, in 2018 inclusief eenden
Definitieve stikstofexcretie per sector
Plafond
2017
2018
2018 na 5-jaarsmiddeling
Melkvee
281,8
303,5
289,9
277,4
Varkens
99,1
97,4
96,8
nvt
Pluimvee1
60,3
58,9
56,7
nvt
Overig2
63,2
52,4
60,2
nvt
Totaal
504,4
512
503,5
489,9
X Noot
1
In 2017 inclusief eenden, in 2018 exclusief eenden
X Noot
2
In 2017 exclusief eenden, in 2018 inclusief eenden
Doordat de fosfaatexcretie zich behoorlijk onder het plafond bevindt, zien we vooral
voor de melkveehouderij dat de stikstofexcretie de beperkende factor is geworden als
het gaat om de benutting van de ruimte binnen de productieplafonds. De aangekondigde
sectoraanpak om de stikstofproductie naar beneden te brengen blijft daarmee onverminderd
relevant (Kamerbrief 33 037 nr. 355, d.d. 24 mei 2019).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit