Brief regering : Voortgangsbrief inzake energiebesparing
30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid
Nr. 666 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2019
Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken met betrekking tot twee moties
en een toezegging op het gebied van energiebesparing:
– Motie van Eijs inzake belemmeringen voor verduurzaming bij VvE’s (Kamerstuk 35 000 VII, nr. 59);
– Motie Akerboom inzake regelingen ook voor lage temperatuursystemen en isolatie (Kamerstuk
35 000 VII, nr. 66);
– Toezegging over btw op teruglevering zonnepanelen scholen.
Daarnaast ga ik in deze brief in op het jaarverslag van het NEF. Na afronding van
het Klimaatakkoord zal ik u uitgebreider informeren over het uitvoeringsprogramma
van het akkoord.
Motie van Eijs – belemmeringen voor verduurzaming bij VvE’s
Tijdens het wetgevingsoverleg van 12 november 2018 (Kamerstuk 35 000 VII, nr. 78) is de motie van Eijs (Kamerstuk 35 000 VII, nr. 59) aangenomen die vraagt om zoveel mogelijk belemmeringen voor het verduurzamen van
appartementen weg te nemen door de volgende punten aan te pakken.
1. Btw voor VvE’s bij zonnepanelen
Mede namens de Staatssecretaris van Financiën kan ik u over dit onderdeel van de motie
het volgende antwoorden. Tussen particuliere zonnepaneelhouders en Verenigingen van
Eigenaren (VvE’s) met zonnepanelen bestaan verschillen voor de btw, vanwege de activiteiten
van VvE’s en hun rechtsvorm. Deze verschillen betreffen de mate van het recht op aftrek
van voorbelasting en de toepassing van de kleineondernemersregeling (KOR).
VvE’s beheren de gemeenschappelijke gedeelten van een gebouw en behartigen de gemeenschappelijke
belangen van de eigenaren. Voor deze activiteiten blijven ze buiten de heffing van
btw en hebben ze geen recht op aftrek van voorbelasting. Wanneer VvE’s zonnepanelen
laten plaatsen, hoeven ze dus geen btw te voldoen over de opwekking van stroom voor
de liften of de verlichting van de gemeenschappelijke ruimten. Over stroomleveringen
tegen vergoeding aan bijvoorbeeld de energiemaatschappij moeten VvE’s wel btw afdragen.
De btw op de aanschaf van de zonnepanelen is dan aftrekbaar voor zover de zonnepanelen
worden gebruikt voor de levering van energie aan het net, maar niet voor het deel
van het gebruik voor de eigen beheeractiviteiten. Dit vloeit voort uit regelgeving
en jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en is onvermijdelijk.
Particuliere zonnepaneelhouders met niet-geïntegreerde zonnepanelen kunnen de volledige
voorbelasting op die zonnepanelen in aftrek brengen, omdat zij als enige activiteit
de levering van energie aan het net hebben. Deze levering is belast met btw. In tegenstelling
tot VvE’s, zijn particuliere zonnepaneelhouders dan ook btw verschuldigd over het
eigen gebruik van de opgewekte stroom. Door toepassing van de KOR blijft de afdracht
van btw bij de meeste particuliere zonnepaneelhouders beperkt tot de btw die is verschuldigd
in het aangiftetijdvak van de aanschaf van de zonnepanelen.
Eén van de verschillen tussen particuliere zonnepaneelhouders en VvE’s wordt vanaf
1 januari 2020 opgeheven. De KOR is nu voorbehouden aan natuurlijke personen. Vanaf
1 januari 2020 wordt de KOR gemoderniseerd en rechtsvormneutraal. Hierdoor ontstaat
een regeling die beter aansluit bij het beoogde doel: een vereenvoudigde vrijstellingsregeling
voor kleine ondernemers, ongeacht de rechtsvorm, om daarmee hun administratieve lasten
te verlichten. Vanaf de genoemde datum kunnen ook VvE’s ervoor kiezen om de KOR toe
te passen, mits voldaan aan alle voorwaarden (zoals de omzetgrens van 20.000 euro
op jaarbasis). Deze VvE’s zijn dan voor al hun in Nederland verrichte activiteiten,
waaronder de stroomleveringen aan de energiemaatschappij, vrijgesteld van btw, het
doen van btw-aangifte en de bijbehorende administratieve verplichtingen.
2. NEF: openstelling voor woningen met minder dan 10 woningen
In het ontwerpKlimaatakkoord is aangekondigd dat er een Warmtefonds zal worden opgericht.
Op dit moment zijn daarover gesprekken gaande. De optie van openstelling van het fonds
voor VvE’s met minder dan 10 woningen wordt daarin meegenomen. De uitwerking van het
Warmtefonds en de financiering van VvE’s wordt ook met het NEF besproken. Ik verwacht
hier voor het einde van het jaar uitsluitsel over.
3. NEF: leningen voor VvE’s met looptijd 30 jaar beschikbaar
Het NEF biedt sinds begin 2019 financiering met een looptijd van 30 jaar aan VvE’s
voor grootschalige energiezuinige renovaties. Met deze langere looptijd van de financiering
is het voor VvE’s eenvoudiger om te zorgen dat de maandelijkse baten van de investering
opwegen tegen de kosten. Door het bespreken van deze mogelijkheid met het NEF en de
invoering ervan begin 2019, heb ik tevens voldaan aan mijn toezegging uit het Dertig
leden debat van 13 april 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 73, item 8) op dit punt.
Met het bovenstaande voldoe ik aan onderdeel 1 t/m 3 de motie van het lid van Eijs
(Kamerstuk 35 000 VII, nr. 59). Het laatste onderdeel van deze motie «samen met VvE Belang onderzoeken hoe besluitvorming
binnen VvE’s over de verduurzaming kan worden bespoedigd» vraagt meer tijd en zal
ik in een aparte Kamerbrief beantwoorden. Tijdens het AO Energiebesparing /Energieprestatie
van gebouwen d.d. 21 februari 2019 heb ik reeds aangegeven dat ik het woord verduurzaming
in deze motie zo opvat, dat dit ook de aanleg van laadpalen inhoudt (Kamerstuk 30 196, nr. 637).
Motie Akerboom – regelingen ook voor lage temperatuursystemen en isolatie
Tijdens het wetgevingsoverleg van 12 november 2018 (Kamerstuk 35 000 VII, nr. 78) is de motie Akerboom (Kamerstuk 35 000 VII, nr. 66) aangenomen die vraagt om te onderzoeken of de regelingen voor energiebesparende
maatregelen ook specifiek gebruikt kunnen worden voor lage temperatuursystemen en
isolatie.
Conclusie van de verkenning is dat dit in de kern al het geval is. De afgelopen jaren
heeft het Kabinet hiervoor veel mogelijk gemaakt. Zo biedt de tijdelijke regeling
hypothecair krediet extra leenruimte in hypotheken voor energiebesparende maatregelen
die zich terugverdienen (waaronder isolatie, warmtepompen, zonneboilers, zonnecellen
of een combinatie daarvan). Naast de mogelijkheden voor financiering via de hypotheek
bestaat ook het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) dat laagrentende consumptieve
leningen (zonder hypotheek) aanbiedt. Het NEF biedt mogelijkheden om isolatie, lage
temperatuurafgiftesystemen en warmtepompen te financieren. Tot slot is eind 2018 aangekondigd
(Kamerstuk 32 813, nr. 263) dat de regeling Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) ook zal worden verbreed
naar isolatie, zodat er voor particulieren ook langjarig een subsidieregeling beschikbaar
komt voor isolatie.
Toezegging – btw op teruglevering zonnepanelen scholen
Aan de heer Stoffer heb ik bij het AO van 21 februari 2019 over energiebesparing/energieprestatie
van gebouwen toegezegd dat het kabinet terug komt op het btw-vraagstuk bij scholen
(Kamerstuk 30 196, nr. 637). Mede namens de Staatssecretaris van Financiën kan ik u daarover het volgende antwoorden.
Scholen die zonnepanelen op hun daken leggen, moeten over de stroom die ze terugleveren
aan het net, btw betalen, en dat in tegenstelling tot particulieren. De door scholen
aangeschafte zonnepanelen wekken elektriciteit op die zowel wordt aangewend voor eigen
gebruik van de school als voor de levering aan het elektriciteitsnet. Over de vergoeding
die scholen van de energiemaatschappij ontvangen voor de netlevering zijn zij btw
verschuldigd. Hiermee samenhangend moeten zij voldoen aan administratieve verplichtingen,
waaronder het doen van btw-aangifte. Onder de huidige regelgeving is er geen mogelijkheid
om scholen buiten deze verplichtingen te houden. Zij kunnen geen gebruik maken van
de kleineondernemersregeling (hierna: KOR) die uitsluitend openstaat voor natuurlijke
personen.
De KOR wordt per 1 januari 2020 aangepast naar een vrijstelling met ontheffing van
administratieve verplichtingen. De regeling komt dan ook beschikbaar voor rechtspersonen.
Voor scholen met zonnepanelen betekent dit dat zij per 1 januari 2020 kunnen kiezen
om de nieuwe KOR toe te passen, mits wordt voldaan aan de overige voorwaarden voor
die regeling (zoals de omzetgrens van 20.000 euro op jaarbasis, waarbij de van btw
vrijgestelde onderwijsdiensten niet mee tellen). Ze zijn dan geen btw meer verschuldigd
over de netleveringen en hoeven geen btw-aangifte meer te doen. Scholen kunnen zich
vanaf 1 juni 2019 aanmelden bij de Belastingdienst voor de toepassing van de nieuwe
KOR per 1 januari 2020.
Jaarverslag NEF: stijging vraag naar financiering van het NEF
Bijgevoegd treft u tevens het jaarverslag aan van het NEF over het jaar 20181. U kunt hierin zien dat het NEF in 2018 voor ruim 113 miljoen euro aan nieuwe leningen
voor energiebesparende maatregelen heeft uitgezet bij eigenaar-bewoners en VvE’s.
Dat is ongeveer zoveel als in 2016 en 2017 samen. Het NEF blijft sterk groeien. Om
de groei van het NEF en de bovengenoemde 30-jarige leningen voor VvE’s mogelijk te
maken is eind 2018 en begin 2019 in totaal 40 miljoen euro aan Rijksgeld aan het fonds
toegevoegd, zoals eerder was aangekondigd in de begrotingsbesluitvorming voor 2018.
Het NEF wordt gefinancierd met een mix van publiek en privaat geld. Om het budget
van het NEF op het benodigde niveau te krijgen, vult het NEF het overheidsgeld aan
met middelen van de Rabobank, de ASN Bank en de Council of Europe Development Bank.
In totaal verwacht het NEF met de huidige middelen ongeveer 600 miljoen euro aan financiering
uit te kunnen zetten.
In 2019 wordt nog een bedrag van 2 miljoen euro vanuit de begroting van het Ministerie
van I&W aan het NEF toegevoegd om de financiering van laadpalen voor elektrische auto’s
voor VvE’s mogelijk te maken. Verder is in overleg met het Ministerie van OCW een
bedrag van 1 miljoen euro aan het NEF toegevoegd. Met dit geld wordt een pilot mogelijk
gemaakt die verduurzaming van scholen financiert.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties