Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid De Graaf, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 22 mei 2019, over het bericht dat in Kapelle een terreurverdachte is opgepakt

Nr. 518 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juni 2019

Tijdens de regeling van werkzaamheden van d.d. 22 mei 2019 (Handelingen II 2018/19,
nr. 85, item 7) heeft uw Kamer verzocht in te gaan op het bericht «Terreurverdachte opgepakt in
Kapelle»1. Met deze brief voldoe ik, mede namens de staatsecretaris van Justitie en Veiligheid,
aan dit verzoek. Over de berichtgeving zijn tevens Kamervragen gesteld door de leden
De Graaf, Fritsma en Wilders (allen PVV)2. De beantwoording hiervan wordt tegelijkertijd aan uw Kamer gestuurd.

De aangehouden man verblijft sinds 2014 in Nederland en is in het bezit van een verblijfsvergunning
asiel voor bepaalde tijd. Het strafrechtelijk onderzoek tegen hem is begonnen met
informatie van de Duitse politie, die beschikte over verklaringen van getuigen tegen
de man. Dit onderzoek heeft geleid tot de aanhouding van de verdachte op 21 mei dit
jaar. Betrokkene wordt verdacht van deelname aan een terroristische organisatie en
het plegen van een oorlogsmisdrijf.

De verdachte is op 24 mei jl. voorgeleid aan de rechter-commissaris bij de rechtbank
in Den Haag en zit sindsdien in voorlopige hechtenis. Er is nog immer sprake van een
lopend strafrechtelijk proces en daarom kan ik verder niet ingaan op de verdere details
van deze casus.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus