Brief regering : Verslag van de Europese Raad van 20 en 21 juni 2019 en geannoteerde agenda voor de informele Europese Raad van 30 juni 2019
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1468
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2019
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, het verslag aan van de Europese
Raad van 20 en 21 juni 2019. Dit verslag dient tevens als geannoteerde agenda voor
de informele Europese Raad van 30 juni 2019.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Verslag van de Europese Raad van 20 en 21 juni 2019
Op 20 en 21 juni vond een Europese Raad (ER) plaats die heeft gesproken over de Strategische
Agenda, het Meerjarig Financieel Kader, klimaat, desinformatie en externe betrekkingen.
Aan het begin van de bijeenkomst vond een gedachtewisseling plaats met de voorzitter
van het Europees Parlement (EP), de heer Tajani. En marge van de ER vonden ook een
ER artikel 50 (Brexit) en een Eurotop plaats. De Europese Raad heeft het besluit genomen
op 30 juni opnieuw informeel bijeen te komen ten behoeve van nadere besluitvorming
over de benoemingen van topposities bij de EU-instellingen. Dit verslag dient daarom
tevens als geannoteerde agenda voor de bijeenkomst op 30 juni.
De Minister-President sprak tijdens de Europese Raad zijn afschuw en medeleven uit
in verband met de moord op de Duitse CDU-politicus Walter Lübcke. Hij sprak zich uit
tegen extremisme en geweld en hij riep de lidstaten op zich gezamenlijk teweer te
stellen tegen dergelijk gevaarlijk extremisme. Hiermee werd invulling gegeven aan
de motie van de leden Asscher en Van Ojik over een gemeenschappelijke inzet om extremisme
tegen te gaan.
Strategische Agenda
De Europese Raad heeft de prioriteiten voor de EU voor de komende jaren vastgesteld
in de Strategische Agenda 2019–2024.1 Over de inhoud hiervan was grote mate van overeenstemming tussen de lidstaten. De
inhoudelijke behandeling verliep dan ook vlot. Regeringsleiders spraken hun waardering
uit voor de constructieve wijze waarop de tekst tot stand is gekomen. Ook riepen lidstaten
op tot eensgezindheid in de implementatie van de overeengekomen prioriteiten. Voor
Nederland reflecteert de Strategische Agenda de essentiële punten, in lijn met de
vijf prioriteiten uit de Kamerbrief betreffende de Staat van de Europese Unie 2019,
en de aandacht voor het functioneren van de EU (Kamerstuk 35 078, nr. 1). De Minister-President kon daarom instemmen met de tekst, met de kanttekening dat
een kleinere omvang van het college, zoals ook vastgelegd in het Verdrag van Lissabon,
de Commissie effectiever kan maken. Hij sprak zich verder uit voor goede opvolging
en implementatie van de gestelde prioriteiten. De Europese Raad is op een later moment
teruggekomen op de kwestie van een kleinere omvang van de Commissie, maar daar bestond
geen draagvlak voor.
Benoemingen topposities EU-instellingen
Zoals uw Kamer bekend, hebben de regeringsleiders en staatshoofden stilgestaan bij
de selectie van kandidaten voor topposities bij de EU-instellingen, in het bijzonder
de voordracht van de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie. Ondanks lang onderhandelen
is nog geen akkoord bereikt over een kandidaat die over voldoende draagvlak beschikt
om het voorzitterschap van de Commissie te bekleden, en evenmin over een pakket van
benoemingen dat de verscheidenheid van lidstaten, politieke stromingen en de genderbalans
in de EU reflecteert. Hoewel de voorzitter van de Europese Raad het voornemen had
geuit besluiten te nemen over meerdere benoemingen, spitste de discussie zich vooral
toe op de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie. De besluitvorming over de benoemingen
bleek ook deze keer weer buitengewoon complex, een akkoord vereist voldoende draagvlak
in zowel de ER als in het Europees Parlement. Het bereiken van een akkoord vergt zorgvuldigheid
en tijd.
Deze week zullen de consultaties dan ook worden voortgezet met het Europees Parlement
en tussen lidstaten. Tevens is de verwachting dat hierover nadere gesprekken plaatsvinden
tussen Europese regeringsleiders in de marge van de G20 Top in Osaka (28–29 juni).
De uitkomsten van deze gesprekken zullen worden meegewogen tijdens de informele Europese
Raad op 30 juni.
De voordracht van kandidaten en besluitvorming over benoemingen zijn gebaat bij een
bepaalde mate van beslotenheid, ten behoeve van de onderhandelingen tussen alle betrokken
partijen en ter bescherming van de kandidaten zelf. Daarom kan in dit verslag niet
nader worden ingegaan op de onderhandelingsdynamiek zoals die op 20 en 21 juni plaatsvond.
Wel kan worden benadrukt dat Nederland tijdens de besprekingen de voorkeur is blijven
uitdragen dat de kandidaat-voorzitter van de Europese Commissie een slagvaardig persoon
moet zijn met de juiste kwaliteiten om de agenda voor de komende vijf jaar adequaat
te kunnen uitvoeren. De kandidaat-voorzitter van de Commissie moet in staat zijn concrete
invulling te geven aan de prioriteiten uit de Strategische Agenda, ook wat betreft
de effectieve aansturing van de Europese Commissie.
Meerjarig Financieel Kader
De Europese Raad besprak de voortgang in de onderhandelingen over het nieuwe Meerjarig
Financieel Kader (MFK). Het krachtenveld was op nagenoeg alle openstaande onderwerpen
sterk verdeeld. De Nederlandse inzet is gericht gebleven op een modern en financieel
houdbaar MFK dat de lasten eerlijk verdeelt. De kabinetsappreciatie van de Commissievoorstellen
(Kamerstuk 21 501-20, nrs. 1349 en 1379) en de relevante BNC-fiches vormden de basis voor de Nederlandse inbreng.
De toon van het MFK-debat werd gezet door het Roemeense voorzitterschap dat bij de
aftrap van de beraadslagingen haar aanpassingen in het onderhandelingsdocument bestempelde
tot één van de grootste successen van de afgelopen maanden. Nederland sprak waardering
uit voor de inspanningen van het voorzitterschap, maar tekende tegelijkertijd aan
dat er nog steeds een kloof overbrugd moet worden om tot een aanvaardbare basis voor
verdere onderhandelingen te komen. Nederland onderstreepte dat de Roemeense «negotiating box» nog te onevenwichtig is en vooruit loopt op onderhandelingen die nog moeten plaatsvinden.
Voorbeelden daarvan betreffen de focus van onderzoek en innovatie, methodes van fondsenallocatie
en aanpassingen in de eigen middelen.
Verschillende lidstaten sloten zich bij Nederland aan en spraken zich uit tegen een
ongeclausuleerde verwelkoming van de «negotiating box», hetgeen weer een reactie ontlokte van andere lidstaten die juist aandrongen op
expliciete verwelkoming van de box. Uiteindelijk konden alle lidstaten leven met een verwelkoming in meer algemene zin
van het werk dat door het Roemeense voorzitterschap is verzet, en een verzoek aan
het Finse voorzitterschap de «negotiating box» uit te werken. Een discussie over de timing van de onderhandelingen leidde uiteindelijk
niet tot aanpassing van de conclusies. Veel lidstaten benadrukten de «sense of urgency» in de onderhandelingen en hechtten aan de ambitieuze doelstelling de onderhandelingen
eind 2019 te voltooien.
Klimaat
De Europese Raad sprak uitgebreid over de klimaatambities van de EU. Doel was onder
andere te komen tot een gezamenlijke EU-inzet ten behoeve van de VN-Klimaattop in
september dit jaar. De discussie richtte zich vooral op de noodzaak de balans te bewaren
tussen enerzijds een ambitieus klimaatbeleid en, anderzijds, de gevolgen voor de burgers
en de concurrentiepositie van de EU en haar lidstaten. Een aantal lidstaten gaf aan
verdere analyses nodig te hebben en nationale plannen te moeten ontwikkelen om de
doelstelling van klimaatneutraliteit in 2050 op realistische wijze te kunnen halen.
Een grote groep landen, waaronder Duitsland, heeft zich dit keer voor het eerst aangesloten
bij de ambitieuze groep lidstaten waar Nederland al deel van uitmaakte en zich duidelijk
uitgesproken voor het 2050-doel. Nederland riep in de discussie op de ambities ondubbelzinnig
overeind te houden, op zo’n manier dat het ook economische groei oplevert. Een juiste
benadering zal een grote stimulans kunnen betekenen voor groene technologie, voor
nieuwe banen en een moderne economische inrichting. Na een lange discussie kon er
echter geen consensus worden gevonden over het noemen van het jaartal 2050 in de raadsconclusies,
en is gekozen voor «in lijn met het Parijs akkoord». In de voetnoot bij deze paragraaf
is wel opgenomen dat een grote meerderheid van de lidstaten vasthoudt aan klimaatneutraliteit
in 2050.
De Europese Raad nodigt de Commissie en de Raad uit om te werken aan de voorwaarden,
aan stimulerende maatregelen en aan een kader dat het mogelijk maakt om een transitie
naar een klimaatneutrale EU in lijn met het akkoord van Parijs zeker te stellen terwijl
tegelijkertijd het Europees concurrentievermogen behouden blijft. Zo’n kader moet
eerlijk en sociaal gebalanceerd zijn en rekening houden met de specifieke omstandigheden
in de lidstaten. Zij moeten eigenstandig kunnen besluiten over hun energiemix en daarbij
voortbouwen op de maatregelen die al overeengekomen werden om het 2030 reductiedoel
te behalen. De Europese Raad sprak af dat vóór het eind van het jaar de richting wordt
vastgesteld om begin 2020 de EU Lange Termijn Strategie aan te nemen en in te dienen
bij de UNFCCC. De Europese Raad riep in dit kader ook de Europese Investeringsbank
op meer activiteiten te ontplooien om klimaatactie te ondersteunen.
De leiders spraken verder af dat zij gecommitteerd zijn aan een actievere mobilisatie
van internationale private en publieke financieringsbronnen en dat zij een tijdig,
ordelijk en succesvol proces van bijstorting in het Groen Klimaatfonds zullen verzekeren.
Desinformatie en hybride dreigingen
De Europese Raad nam conclusies aan over desinformatie, met name over het versterken
van weerbaarheid van de Europese samenlevingen. Hij verwelkomde de aankondiging door
de Commissie om de uitvoering van de Code of Practice te evalueren. In een toelichting over de Europese verkiezingen werd het gezamenlijke
rapport van de Europese Commissie en Hoge Vertegenwoordiger Mogherini toegelicht.
Dat rapport geeft een breed overzicht over het verloop van de verkiezingen. Het kabinet
heeft de rapportage verwelkomd.
Voor Nederland is van belang dat de bestrijding van desinformatie primair een taak
is van niet-gouvernementele actoren zoals onafhankelijke media, maatschappelijk middenveld,
online platforms en wetenschappers. Als desinformatie wordt verspreid door statelijke
(of daaraan gelieerde) actoren en de politieke of economische stabiliteit of nationale
veiligheid bedreigen, is een reactie van nationale overheden wel gegrond. Daarbij
moeten fundamentele rechten zoals de vrijheid van meningsuiting te allen tijde worden
gewaarborgd.
De Europese Raad verwelkomde de aanname van het EU cybersancties regime, dat mede
door Nederland geïnitieerd is. Dit regime maakt nu deel uit van een gezamenlijke diplomatieke
EU-respons (instrumentarium voor cyberdiplomatie), waar Nederland zich sinds zijn
EU-voorzitterschap in 2016 voor heeft ingezet. De Europese Raad riep lidstaten op
verdere maatregelen te treffen om de veiligheidscultuur ten aanzien van cyber en hybride
dreigingen te versterken, ter bescherming van de EU’s informatie en communicatienetwerken.
Extern
MH17
Tijdens de Europese Raad heeft Nederland aandacht gevraagd voor het feit dat komende
maand het vijf jaar geleden is dat vlucht MH17 werd neergeschoten door een Russische
BUK-raket. Hierbij kwamen alle 298 inzittenden, inclusief 196 Nederlanders om het
leven. Ook wees Nederland op de persconferentie van het Joint Investigation Team (JIT) van 19 juni jl. waarin bekend werd gemaakt dat vier personen in staat van beschuldiging
zijn gesteld. Nederland vroeg en kreeg brede steun in de Europese Raad, die tevens
de Russische Federatie opriep zijn medewerking te verlenen aan het onderzoek en zijn
vertrouwen uitsprak in de onafhankelijkheid en het professionalisme van het juridisch
strafrechtelijk onderzoek en de juridische procedures die in het verschiet liggen.
Sancties Russische Federatie
De Europese Raad sprak tevens over de technische roll-over van de economische en financiële
sancties tegen Rusland tot en met januari 2020. Vanwege het feit dat er nog steeds
geen sprake is van volledige implementatie van de Minsk-akkoorden, stemde de Europese
Raad, conform het Nederlandse standpunt, in met het verlengen van de sancties.
Straat van Kertsj
De Europese Raad riep de Russische Federatie op de Oekraïense zeelieden onvoorwaardelijk
vrij te laten, de geconfisqueerde schepen te retourneren en vrije doorvaart door de
Straat van Kertsj te garanderen.
Turkse gasproefboringsactiviteiten in de Oost-Middellandse Zee
De Europese Raad veroordeelde de recente, Turkse gasproefboringsactiviteiten in de
Oost-Middellandse Zee, sprak daar zijn grote zorg over uit en betreurde het dat Turkije
nog niet heeft gereageerd op de herhaalde oproepen van de Unie deze activiteiten te
staken. De Europese Raad riep Turkije op terughoudendheid te betrachten, de soevereiniteit
van Cyprus te respecteren, en sprak zijn steun uit voor Cyprus. De Europese Raad benadrukte
de directe negatieve consequenties die deze illegale activiteiten hebben voor de EU-Turkse
betrekkingen. De Europese Raad zal ontwikkelingen nauwgezet blijven volgen en nodigde
de Commissie en EDEO uit op korte termijn zorg te dragen voor de uitwerking van opties
voor passende maatregelen, inclusief sancties.
Eurotop
En marge van de Europese Raad vond een Eurotop plaats, ter opvolging van de eerdere
top op 14 december jl.
De Eurotop verwelkomde de progressie die is geboekt in de Eurogroep in inclusieve
samenstelling van 13 en 14 juni 2019. Er was brede steun voor de voortgang in de aanpassingen
van het ESM-verdrag conform de conclusies van de Eurotop van december jl en de wens
om het gehele ESM-verdrag inclusief de onderliggende regelgeving in december 2019
af te ronden.
De Eurotop heeft kennis genomen van het akkoord in de Eurogroep ten aanzien van de
kenmerken van het begrotingsinstrument voor convergentie en concurrentievermogen (BICC).
Belangrijke elementen daarin zijn voor Nederland de nadruk op hervormingen en de aansluiting
van de investerings- en hervormingsplannen op het Europese Semester. De Eurotop heeft
verder, met het oog op het verzekeren van de autonome beslissingsbevoegdheid van de
Eurozonelidstaten, de Eurogroep en de Commissie verzocht verder te werken aan alle
openstaande onderhandelingspunten; de Eurotop heeft tevens de Eurogroep verzocht spoedig
te rapporteren over de geschikte financieringsopties voor het instrument. Daarbij
is aangegeven dat al deze elementen voortvarend opgepakt moeten worden om in staat
te zijn de omvang van de BICC in de context van het volgende MFK vast te stellen.
Nederland houdt daarbij vast aan financiering van het instrument onder het MFK.
Tenslotte wordt de Eurogroep gevraagd technisch verder te werken aan de versterking
van de BankenUnie.
Brexit
In de conclusies van de ER Artikel 50 op 10 april jl. is opgenomen dat de EU27-regeringsleiders
tijdens de ER Artikel 50 van juni een tussenstand opmaken van de vooruitgang van de
onderhandelingen met het VK. Commissievoorzitter Juncker en ER-voorzittter Tusk konden
kort zijn over de huidige situatie. Gezien de lopende procedure van verkiezing van
een nieuwe leider van de Conservatieve partij, en daarmee van de leider van de Britse
regering, is er sinds 10 april 2019 geen sprake geweest van verdere onderhandelingen.
Beide voorzitters hebben bij de persconferentie na afloop van de ER aangegeven uit
te kijken naar de samenwerking met de nieuwe VK regeringsleider. De doelstelling blijft
te komen tot een terugtrekkingsakkoord dat zekerheid kan bieden aan betrokken burgers
en het bedrijfsleven. Daarbij is nogmaals onderstreept dat over het terugtrekkingsakkoord
niet meer zal worden onderhandeld. Wel kan nog worden gekeken naar de tekst van de
politieke verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen, als dit behulpzaam
is voor het Britse interne parlementaire proces en past binnen de relevante eerdere
posities en richtsnoeren van de ER Artikel 50. Ten slotte heeft Commissievoorzitter
Juncker kort verwezen naar de voorbereidingen op EU niveau in het geval van «no deal»
zoals ook vermeld in de laatste Commissie-Mededeling van 12 juni. Uw Kamer ontvangt
nog voor het zomerreces een appreciatie van deze mededeling en de stand van zaken
van de Nederlandse voorbereidingen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken