Brief regering : Rechtmatigheidsonderzoek curatoren MC Slotervaartziekenhuis
31 016 Ziekenhuiszorg
Nr. 235 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2019
In het algemeen overleg over de stand van zaken van de ziekenhuisfaillissementen van
25 april jl. (Kamerstuk 31 016, nr. 228) heb ik uw Kamer een brief toegezegd waarin ik uiteenzet wat de curator van het MC
Slotervaartziekenhuis kan onderzoeken wat niet door de andere lopende onderzoeken
afgedekt zou worden. Deze vraag wordt relevant op het moment dat er een faillissementsakkoord
gesloten wordt tussen de failliet en de schuldeisers, waarbij een 100% uitkering aan
de schuldeisers wordt gedaan. In zo’n geval is er geen tekort waardoor de aanleiding
voor het onderzoek vervalt. In deze brief voldoe ik deze toezegging.
Onderzoek door de curator
Op grond van de Faillissementswet beziet de curator bij het beheer en de vereffening
van de failliete boedel of er sprake is van onregelmatigheden die het faillissement
hebben veroorzaakt, de vereffening van de failliete boedel bemoeilijken of het tekort
in het faillissement hebben vergroot (artikel 68, tweede lid, sub a Faillissementswet).
De curator doet in andere woorden dus onderzoek naar de oorzaken en achtergronden
van een faillissement. De voornaamste reden hiervoor is dat de curator er, namens
de schuldeisers, op moet toezien dat er zo veel mogelijk geld in de boedel komt zodat
de schulden afgewikkeld kunnen worden. Indien iemand aansprakelijk gehouden kan worden
voor het ontstaan van het faillissement, dan kan een eventuele schadevergoeding immers
worden gebruikt om schulden af te betalen. Mochten er concrete aanknopingspunten zijn
voor een verdenking van kennelijk onbehoorlijk bestuur, dan zullen de curatoren passende
maatregelen in gang zetten. Zo kan door de curator een vordering voor hoofdelijke
aansprakelijkheid van de bestuurder worden ingesteld, na daartoe te zijn gemachtigd
door de rechter-commissaris.
De gefailleerde is verplicht de curator inlichtingen te verschaffen en moet de curator
uit eigen beweging inlichten over feiten en omstandigheden waarvan hij weet of behoort
te weten dat deze voor de omvang, het beheer of de vereffening van de boedel van belang
zijn (artikel 105 Faillissementswet). Ook moet de gefailleerde direct de administratie
en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers volledig overdragen
aan de curator (artikel 105a, tweede lid Faillissementswet). De curatoren hebben bij
het uitvoeren van het rechtmatigheidsonderzoek op basis van de Faillissementswet dus
inzicht in de gehele administratie van het ziekenhuis. Onderzoek door de curatoren
zal antwoord geven op vragen omtrent oorzaken van het faillissement en kennelijk onbehoorlijk
bestuur. Het onderzoek van de curatoren overlapt desalniettemin deels met enkele andere
onderzoeken.
Overige onderzoeken
Naast het onderzoek van de curatoren lopen er, zoals eerder gemeld aan uw Kamer in
de brief van 30 november 20181, drie andere onderzoeken naar de faillissementen van de ziekenhuizen:
1. Onderzoek commissie Van Manen
Het onderzoek van de onafhankelijk commissie faillissementen ziekenhuizen onder leiding
van Prof. J.A. van Manen (hierna: commissie Van Manen) richt zich op de gang van zaken
rondom beide faillissementen en de lessen die hieruit kunnen worden getrokken. De
commissie Van Manen onderzoekt onder meer hoe het mogelijk was dat de financiële positie
van MC Slotervaart niet inzichtelijk was en uiteindelijk veel slechter was dan gedacht,
gezien het feit dat er al jaren sprake was van structurele financiële problemen. Ook
de commissie Van Manen is gevraagd wat de invloed is geweest van het (hoge) aandeel
flexibele contracten op het verloop van de faillissementen. Hierin vertoont het overlap
met het onderzoek van de curatoren. De commissie wint voor de beantwoording van deze
vragen inlichtingen in bij de betrokken partijen, zoals het Ministerie van VWS, zorgverzekeraars
en curatoren. De commissie Van Manen is een onafhankelijke onderzoekscommissie en
doet geen tussentijds geen uitspraak over de voortgang. De commissie streeft ernaar
het eindrapport voor december op te leveren.
2. Gezamenlijk onderzoek door de IGJ en de NZa
Het onderzoek naar eventuele onbehoorlijke bestuurlijke en/of financiële constructies
van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
richt zich daarbij in het bijzonder op mogelijke belangenverstrengeling in relatie
tot gelieerde instellingen. Het onderzoek wordt verricht op basis van de Wet kwaliteit,
klachten en geschillen zorg (Wkkgz), de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) en de
Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). Daarbij gebruiken de toezichthouders de Governancecode
in de zorg als breed gedragen veldnorm. Aanvankelijk werd voorzien dat dit onderzoek
zes tot acht maanden in beslag zou nemen. Het verkrijgen van benodigde informatie
neemt echter substantieel meer tijd in beslag dan was te voorzien waardoor de afronding
van dit rapport thans tegen het einde van het jaar wordt verwacht.
3. Onderzoek door de OVV
Het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) richt zich op de wijze waarop
is omgegaan met patiëntveiligheid. De OVV stelt op eigen initiatief onderzoeken in
en heeft verregaande bevoegdheden voor het doen van onderzoek. Zo is bij wet bepaald
dat iedereen verplicht is alle medewerking te verlenen aan de onderzoekers bij de
uitoefening van hun bevoegdheden. Aangezien de OVV specifiek onderzoekt hoe de patiëntveiligheid
is gewogen voor en tijdens het faillissementsproces, vertoont dit onderzoek naar verwachting
echter weinig overlap met het onderzoek naar de oorzaken van het faillissement.
Faillissementsakkoord
Als de meerderheid van de concurrente crediteuren, die gezamenlijk ook de helft van
de uitstaande schulden vertegenwoordigen, instemt met een faillissementsakkoord is
deze bindend voor alle concurrente crediteuren. De rechter moet het faillissementsakkoord
vervolgens nog goedkeuren. Een gevolg hiervan is dat de schuldeisers (grotendeels)
worden afbetaald. Het ligt in de rede dat de curator zijn activiteiten zal staken.
Dit laat echter de onderzoeken van de IGJ en NZa, de OVV en de commissie Van Manen
onverlet. De onderzoekers wenden zich immers dan tot het dan te vormen nieuwe bestuur
van het Slotervaartziekenhuis, bijvoorbeeld ten aanzien van het opvragen van benodigde
informatie. Het verdient opmerking dat het faillissementsakkoord alleen betrekking
heeft op het MC Slotervaartziekenhuis. Het rechtmatigheidsonderzoek door de curator
van de MC IJsselmeerziekenhuizen zal ook in geval van een faillissementsakkoord voor
het MC Slotervaartziekenhuis worden uitgevoerd omdat daar, ondanks de doorstart met
St. Jansdal, mogelijk een tekort in de boedel zal overblijven.
Conclusie
De curator is goed geëquipeerd om onderzoek te doen naar de oorzaken van het faillissement
en naar wanbestuur omdat de curator de gehele administratie in kan zien. Een dergelijk
onderzoek kan echter enkele jaren in beslag nemen. Daarvoor, tegen het einde van het
jaar, verwacht ik de resultaten van het onderzoek van zowel de commissie Van Manen
naar de gang van zaken rondom de faillissementen als van het gezamenlijke onderzoek
van de IGJ en NZa naar mogelijke onbehoorlijke bestuurlijke en/of financiële constructies
en in het bijzonder belangenverstrengeling.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg