Brief regering : Evaluatie Onafhankelijke Geschilleninstantie Zorgcontractering
29 689 Herziening Zorgstelsel
Nr. 1000 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2019
Hierbij stuur ik u de evaluatie van de Onafhankelijke Geschilleninstantie Zorgcontractering1 zoals toegezegd in de Kamerbrief van 3 oktober 2016 (Kamerstuk 29 689, nr. 774).
Aanleiding evaluatie
• Op 2 juni 2016 heeft een groot aantal branche- en beroepsorganisaties van uitvoerders
van de Zorgverzekeringswet (Zvw) en Wet langdurige zorg (Wlz) en Zorgverzekeraars
Nederland (ZN) het Convenant Onafhankelijke Geschilleninstantie voor Geschillenoplossing
en -beslechting Zorgcontractering ondertekend. Met dit convenant is de Geschilleninstantie
Zorgcontractering opgericht. Deze Geschilleninstantie heeft als doel om het contracteerproces
tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders te verbeteren. Geschillen kunnen zien op
zowel de precontractuele als contractuele onderhandelingsfase. Beoogd wordt een snel,
laagdrempelig en effectief alternatief te bieden voor een procedure bij de civiele
rechter.
• Het Ministerie van VWS is geen convenantspartij en speelt geen rol bij de financiering,
inrichting en uitvoering van de Geschilleninstantie. Deze geschilbeslechting is een
privaatrechtelijke aangelegenheid. Het is aan de convenantspartijen om onderling hierover
afspraken te maken.
• De Geschilleninstantie wordt uitgevoerd door het Nationaal Arbitrage Instituut (NAI).
Er zijn drie vormen van geschilbeslechting: mediation, bindend advies en arbitrage.
• In het convenant is afgesproken dat er twee jaar na de inwerkingtreding van het convenant
een evaluatie zal plaatsvinden. Deze evaluatie heb ik in januari 2019 ontvangen van
de Begeleidingscommissie van de Geschilleninstantie. Na ontvangst van de evaluatie
zijn hierover gesprekken gevoerd met de Begeleidingscommissie. Deze Begeleidingscommissie
bestaat uit vier bestuurders die de volgende convenantspartijen vertegenwoordigen:
zorgverzekeraars, eerstelijnszorgaanbieders, tweedelijnszorgaanbieders en Wlz-uitvoerders
en Wlz-aanbieders. Deze commissie is tevens gesprekspartner voor het NAI voor wat
betreft praktische aanpassingen in de werkwijze van de geschillenbeslechting.
Kernpunten evaluatie
• Tot en met september 2018 zijn er zeven zaken aangebracht bij de Geschilleninstantie.
• Volgens de Begeleidingscommissie kan het relatief geringe aantal zaken erop duiden
dat er mogelijk de volgende drempels worden ervaren:
1. De te sluiten overeenkomst tussen partijen over de te benoemen arbiters;
2. De wederzijdse instemming met de gang naar de Geschilleninstantie kan een struikelblok
zijn omdat één van de partijen vindt dat de Geschilleninstantie niet het geschikte
instrument is om het geschil op te lossen.
3. De duur en de kosten van de procedure van de Geschilleninstantie;
4. Zorgaanbieders zouden de voorkeur geven aan een procedure bij civiele rechter. Voor
zover bekend, gezien de publicaties van uitspraken, lopen er echter bij de civiele
rechter bijna geen zaken.
• Daarnaast sluit ik niet uit dat de volgende aspecten ook een rol spelen bij het relatief
geringe aantal zaken dat is ingebracht bij de Geschilleninstantie:
1. De Geschilleninstantie is nog onbekend bij zorgaanbieders en zorgverzekeraars.
2. De problemen in het contracteerproces zijn minder groot dan verwacht.
3. Partijen lossen hun geschillen over de contractering onderling op.
• Overigens behandelt de Geschilleninstantie tot dusver geen Wlz-geschillen. Zorgverzekeraars
hebben in hun hoedanigheid van uitvoerders van de Wlz (zgn. zorgkantoren) de Geschilleninstantie
niet bevoegd verklaard Wlz-geschillen te behandelen, omdat het de vraag is of de beroepsprocedure
bij het NAI tijdens de precontractuele fase voldoet aan de formele voorwaarden die
gelden op grond van de aanbestedingsregels. Hierover wordt door de Begeleidingscommissie
nog extern advies ingewonnen.
• Door het geringe aantal zaken is het volgens de Begeleidingscommissie niet mogelijk
om zeggen wat de precieze oorzaak is. De vraag of de Geschilleninstantie zijn doel
bereikt, namelijk om een snel, gelijkwaardig, laagdrempelig en effectief alternatief
te bieden voor een procedure bij de civiele rechter, is op dit moment dan ook niet
te beantwoorden.
Vervolg
De Begeleidingscommissie ziet naar aanleiding van de evaluatie enkele punten om te
verbeteren. Om de bekendheid van de Geschilleninstantie te vergroten zal ik het onderwerp
onder de aandacht brengen in de bestuurlijke overleggen van verschillende zorgsectoren
die door het Ministerie van VWS georganiseerd worden. Tevens zal ik vragen aan de
betrokken partijen om de mogelijkheid van de Geschilleninstantie optimaal benutten.
Ook zal de Begeleidingscommissie zelf het bestaan van de Geschilleninstantie nogmaals
bij haar leden onder de aandacht brengen.
Vanwege het geringe aantal zaken dat tot nu toe is aangebracht, heeft de Begeleidingscommissie
besloten om in 2020 een nieuwe evaluatie uit te voeren.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Indieners
-
Indiener
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg