Brief regering : Voortgang Roadmap Digitaal Veilige Hard- en Software
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 618
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juni 2019
In een steeds meer verbonden samenleving is de digitale veiligheid van essentieel
belang voor het vertrouwen in de digitale economie. De opkomst en ontwikkeling van
het Internet of Things (IoT) leidt wereldwijd tot een versnelling van de digitalisering voor bedrijven en
consumenten. Juist omdat de digitale wereld en de fysieke wereld steeds meer verweven
raken, zijn de mogelijke gevolgen van digitale kwetsbaarheden ingrijpend. Het is belangrijk
dat ICT-producten en -diensten digitaal veilig zijn: iedereen moet ze veilig en vertrouwd
kunnen gebruiken. De digitale veiligheid van ICT-producten en -diensten komt niet
vanzelf tot stand. Het kabinet heeft hiervoor met publieke en private partijen in
2018 de Roadmap Digitaal Veilige Hard- en Software (hierna: de roadmap) opgesteld
(bijlage bij Kamerstuk 26 643, nr. 535). De roadmap is onderdeel van de Nederlandse Cyber Security Agenda (NCSA)1.
In deze brief informeer ik u over de voortgang van de implementatie van de roadmap
en de inzet voor de komende periode. Een schematisch overzicht is opgenomen in de
bijlage. De maatregelen in de roadmap zijn in de eerste plaats erop gericht om de
markt zo te prikkelen dat het algehele niveau van digitale veiligheid van hard- en
software en IoT wordt verhoogd. Het afgelopen jaar zijn belangrijke stappen gezet
en veel zaken zijn nog in wording. Wel is al duidelijk dat door de inzet van veel
partijen op veel fronten de koers is ingezet naar grotere digitale veiligheid van
hard- en software en IoT.
Wettelijke eisen, toezicht en aansprakelijkheid
Met het stellen van wettelijke minimum digitale veiligheidseisen kunnen onveilige
IoT-apparaten van de markt worden gehaald en geweerd. Toezicht en handhaving geven
aanbieders een prikkel om zich aan wet- en regelgeving te houden. Met een beroep op
het aansprakelijkheidsrecht kunnen burgers en bedrijven schade door digitale onveiligheid
verhalen. Dat biedt een financiële prikkel voor aanbieders om ICT-producten en -diensten
veilig te houden.
Minimum digitale veiligheidseisen: de Radio Equipment Directive
Nederland maakt zich in de EU sterk voor het stellen van wettelijke minimum digitale
veiligheidseisen aan IoT-apparaten via de Europese richtlijn voor radioapparatuur
(de Radio Equipment Directive, RED). Op termijn gaan die gelden voor alle IoT-apparaten in de Europese markt. Producten
die niet aan de minimumeisen voldoen, kunnen dan van de markt worden geweerd en gehaald.
Het Agentschap Telecom (AT) houdt hier in Nederland toezicht op. Op initiatief van
Nederland wordt momenteel in EU-verband gekeken naar de invulling van de eisen. De
Europese Commissie zal in 2019 een impact assessment uitvoeren. Nederland zal de komende
periode een aanjagende rol blijven vervullen om ervoor te zorgen dat de minimum digitale
veiligheidseisen in 2020 van kracht worden.
Veiligheidsupdates in het consumentenrecht
Op 15 april heeft de Europese Raad de richtlijn over overeenkomsten voor de levering
van digitale inhoud en diensten (richtlijn digitale inhoud) en de richtlijn over overeenkomsten
voor de verkoop van goederen (richtlijn verkoop van goederen) aangenomen. Ze introduceren
nieuwe regels die de aan- en verkoop van goederen en digitale inhoud over de grenzen
heen veiliger en gemakkelijker maken. Tijdens de onderhandelingen is gepleit voor
maximumharmonisatie van de richtlijn verkoop van goederen, zodat in Europa overal
dezelfde garantieregels gelden; deze inzet is conform de motie van de leden Van den
Berg en Van der Lee2. Hiervoor was in de Europese Raad echter weinig steun. Resultaat van de onderhandelingen
over de garantietermijn is dat de lidstaten een termijn van minimaal twee jaar moeten
hanteren in hun nationale recht (minimumharmonisatie). Wat betreft cybersecurity is
een verplicht updateregime voor digitale inhoud en tastbare goederen met een digitaal
element onderdeel van beide richtlijnen. Consumenten hebben hiermee recht op (veiligheids-)updates
zolang zij die redelijkerwijs mogen verwachten. Dit betekent dat in heel Europa een
uniform beleid gaat gelden voor veiligheidsupdates bij consumentenaankopen. Deze norm
gaat in de praktijk ingevuld worden.
Toezicht
Ik ben in gesprek met de Autoriteit Consument en Markt (ACM), de Autoriteit Persoonsgegevens
(AP), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en AT over hun rol bij het
bevorderen van de digitale veiligheid van IoT-apparaten. Daarbij is vooral gesproken
over de vraag of de toezichthouders de juiste bevoegdheden hebben om, in combinatie
met het aangekondigde beleid, effectief op te treden. Het voorlopige beeld is dat
de AP en de NVWA hiertoe voldoende bevoegdheden hebben. ACM en het AT zijn in afwachting
van bevoegdheden die aan hen worden toegekend via de richtlijnen digitale inhoud en
verkoop van goederen (ACM) en de RED (AT). Ik zet het gesprek met de toezichthouders
voort om gezamenlijk naar synergie te blijven zoeken en aandacht te houden voor de
digitale veiligheid van IoT-apparaten.
Aansprakelijkheid
In EU-verband wordt gesproken over het aansprakelijkheidsrecht in het licht van nieuwe
technologieën. Nederland neemt deel aan een expertgroep over de richtlijn productaansprakelijkheid
(85/374/EEG). De expertgroep is ingesteld door de Europese Commissie. Hieraan nemen
lidstaten, private vertegenwoordigers en wetenschappers deel. De Europese Commissie
verwacht voor de zomer met richtsnoeren te komen over de toepassing van de richtlijn
productaansprakelijkheid, als er sprake is van nieuwe technologieën. Hierin zal aandacht
zijn voor software als onderdeel van een product. Aan de hand van de richtsnoeren
van de Europese Commissie kan worden bezien welke vervolgstappen wenselijk zijn.
Standaarden en certificering
De digitale veiligheid van ICT-producten en -diensten (inclusief IoT) gedurende de
hele productlevenscyclus kan verbeterd worden met veiligheidsstandaarden. Met certificering
kan een ICT-leverancier duidelijk maken dat hij aan die standaarden voldoet. Deze
transparantie in de markt stimuleert de vraag naar veilige ICT-producten en -diensten.
Nederland maakt zich sterk voor effectieve standaarden. In de EU zet Nederland in
op de bundeling en harmonisatie van bestaande initiatieven en voor de ontwikkeling
van cybersecurity-certificering.
Cybersecurity-certificering in de EU: de Cyber Security Act
Eind 2018 hebben de Europese Raad en het Europees Parlement een akkoord bereikt over
de Europese Cyber security Act (CSA). Deze verordening creëert een Europees stelsel van cybersecurity-certificering
voor ICT-producten, -diensten en -processen. De verordening is op 7 juni jl. gepubliceerd.
Er geldt een nationale implementatietermijn van twee jaar na publicatie voor het aanwijzen
en inrichten van een nationale autoriteit die onder meer toezicht houdt op de naleving
van de verordening. Na inwerkingtreding eind juni kan de Europese Commissie samen
met de Lidstaten certificeringschema’s voor ICT-producten, -diensten en -processen
ontwikkelen. Certificering is voor ICT-leveranciers in de eerste instantie op basis
van vrijwilligheid, maar de Europese Commissie zal voor eind 2023 aangeven welke schema’s
alsnog in de EU verplicht worden via aanvullende wetgeving. Nederland blijft, conform
de motie van het lid Paternotte c.s.3, pleiten voor verplichte cybersecurity certificering in de EU.
De ontwikkeling van Europese certificeringschema’s zal naar verwachting dit jaar starten.
Nederland zet zich de komende periode in op de voortvarende ontwikkeling en implementatie
van cybersecurity-certificeringschema’s, onder meer door Nederlandse initiatieven
en expertise te koppelen aan Europese trajecten. Zo neemt Nederland actief deel aan
een werkgroep gevormd door de Europese Commissie voor de ontwikkeling van een Europees
cloud certificeringschema. Clouddiensten zijn een centraal element van ICT-producten
en diensten. Samen met onder meer Duitsland en Oostenrijk heeft Nederland een aanbeveling
opgesteld voor een Europees cloud certificatieschema met een reeks beveiligingsvereisten
en de wijze waarop daarover verantwoording wordt afgelegd door een ICT-leverancier.
Deze aanbeveling bouwt voort op het Nederlandse publiek-private raamwerk Partnering Trust4 en het Duitse Trusted Cloud. Beide raamwerken zijn de afgelopen jaren in eigen land ontwikkeld en wederzijds
erkend.
Standaardisatieorganisaties zoals het Nederlandse NEN en de Europese CEN/CENELEC spelen
een belangrijke rol in de ontwikkeling van gedragen standaarden in de markt. Om een
leidende rol te spelen in deze ontwikkelingen vervult Nederland de komende drie jaar
het voorzitterschap en het secretariaat van de CEN/CENELEC werkgroep over digitale
productveiligheid. De werkgroep is begin 2019 van start gegaan met onder meer een
verkenning van IoT-standaarden. Dit om te bezien welke internationale standaarden,
al dan niet na aanpassing, als Europese normen kunnen worden overgenomen en waar aanvullende
Europese normen nodig zijn. Daarbij wordt ook gebruik gemaakt van Nederlandse kennis
en expertise, zoals een handreiking voor de digitale veiligheid van IoT-apparaten
ontwikkeld door het Centrum voor Informatiebeveiliging en Privacybescherming (CIP)5. Voor expertise buiten de EU zal via het Global Forum on Cyber Expertise (GFCE) de samenwerking worden gezocht met Singapore voor het uitwisselen van kennis
en ervaringen.
Nationale ontwikkelingen
De ontwikkelingen in Nederland staan niet stil. In opdracht van mijn ministerie en
het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) ontwikkelt het Centrum voor Criminaliteitspreventie
en Veiligheid (CCV) in samenwerking met diverse private partijen een cybersecurity
risicomodel voor (mkb-)bedrijven inclusief passende beschermingsmaatregelen, een certificeringsschema
voor cybersecuritydiensten en een lijst met eisen die bedrijven kunnen stellen aan
deze dienstverleners.
Om de ontwikkeling van veilige software te stimuleren in de hele productlevenscyclus
is het afgelopen jaar door de Secure Software Alliance (SSA) een kader gepubliceerd voor softwareontwikkelaars6. De komende periode zet de SSA in op pilots om de methodiek toe te passen bij bedrijven.
Ook wordt de samenwerking gezocht met hogescholen en universiteiten om in ICT-opleidingen
veilige softwareontwikkeling te stimuleren.
Inkoopbeleid van de overheid
De overheid kan met haar inkoopbeleid de vraag naar digitaal veilige ICT-producten
en -diensten stimuleren. Zij is namelijk een belangrijke gebruiker. Door cybersecurity-criteria
op te nemen in het inkoopbeleid moeten leveranciers van de overheid voldoen aan deze
eisen. Hierdoor ontstaat een prikkel voor aanbieders om digitaal veilige producten
en diensten op de markt te brengen. Ook geeft de overheid hiermee het goede voorbeeld.
Zoals aangegeven in de roadmap (bijlage bij Kamerstuk 26 643, nr. 535) en in de brief van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(BZK) over het verhogen van informatieveiligheid bij de overheid7, wordt onderzocht welke aanvullende cybersecurity inkoopeisen voor de overheid nodig
zijn. Als onderdeel van het tweejarig ondersteuningsprogramma voor overheden van de
implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) is begin dit jaar
een expertgroep gestart om cybersecurity inkoopeisen te formuleren voor verschillende
segmenten. Alle overheden (Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen) dragen bij
aan de inhoudelijke uitwerking van de betreffende inkoopsegmenten. Het eerste segment,
veilige softwareontwikkeling, is voor de zomer gereed. Het gehele traject zal eind
2020 leiden tot een uitwerking van alle relevante ICT-inkoopsegmenten. De doelstelling
is om deze cybersecurity inkoopeisen te gaan hanteren voor alle overheidslagen als
onderdeel van BIO.
Cybersecurity onderzoek
Voor het veiliger maken van ICT-producten en -diensten is innovatie essentieel. Dcypher
heeft in 2018 een nieuwe Nationale Cybersecurity Research Agenda (NCSRA III) gelanceerd.
Deze agenda vormt een leidraad op het gebied van onderzoek en innovatie bij het realiseren
van de ambities zoals beschreven in de NCSA. Er lopen momenteel verschillende tenders
in de research and development-fase de SBIR cybersecurity. Een aantal van deze projecten heeft onder meer de beveiliging
van hard- en software en IoT-apparaten tot doel en worden in 2019 afgerond. Het kabinet
stimuleert open source encryptie met extra middelen in het kader van de NCSRA III.
Het Ministerie van JenV heeft hiervoor een bedrag van € 410.000 ter beschikking gesteld.
Ook wordt via de Nationale Wetenschapsagenda ingezet op cybersecurity onderzoek. Zo
is via de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een brede
nationale cybersecurity onderzoeksoproep gepubliceerd van 5,5 miljoen euro, en wordt
een oproep uitgewerkt in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) van 5,15
miljoen euro. Daarnaast is afgelopen jaar een verkenning gestart naar hoe de kennis
en innovatie ambities van het kabinet zo goed mogelijk in publiek-private samenwerking
kunnen worden vormgegeven. Ik ben daarover met vertegenwoordigers van uit de overheid,
het cybersecurity bedrijfsleven en het kennisveld in gesprek. U zal hierover per brief
nader over worden geïnformeerd. Tot slot wordt ook gewerkt aan een stevige verankering
van cybersecurity binnen het missie gedreven innovatiebeleid.
Bewustwording
Gebruikers zijn zich vaak onvoldoende bewust van de risico’s die ze lopen of ze overschatten
hun veiligheid. Weten wat je kunt doen en laten zijn belangrijke bouwblokken voor
burgers en (mkb-)bedrijven om hun eigen digitale veiligheid in handen te nemen. De
overheid stimuleert bewustwording over cybersecurity en cybercrime door middel van
campagnes. In 2019 wordt in samenwerking met het Ministerie van JenV ingezet op het
bieden van handelingsperspectieven gericht op gedragsverandering. Doordat de ministeries
van JenV en Economische Zaken en Klimaat (EZK) hun campagnes in samenhang ontwikkelen
wordt het gewenste effect vergroot. Daarbij wordt rekening gehouden met gedragswetenschappelijke
inzichten. Eind mei is een grote publiekscampagne gestart met als thema phishing. Deze campagne maakt deel uit van de integrale aanpak cybercrime8. In oktober zal een vervolg aan deze campagne worden gegeven waarbij de focus zal
liggen op de digitale veiligheid van IoT-apparaten. In oktober zal eveneens de jaarlijkse
Europese Cybersecurity Maand plaatsvinden waarin verschillende initiatieven zullen
plaatsvinden, waaronder Alert Online.
Testen op digitale veiligheid
Met de opmars van IoT is het van belang om inzicht te krijgen in het digitale veiligheidsniveau
van producten die op de markt zijn. In dat kader heeft AT onderzoek uit laten voeren
naar de digitale veiligheid van 22 apparaten in de categorieën slim speelgoed, IP-camera’s,
routers, slimme sloten, babymonitors en slimme thermostaten. De resultaten van het
onderzoek worden binnenkort gepubliceerd. Daarnaast ontwikkelt en implementeert de
Consumentenbond samen met een aantal internationale partnerorganisaties een testprogramma
van verbonden apparaten. Het programma spitst zich toe op een aantal voor consumenten
belangrijke aspecten rond digitale veiligheid en privacy. De eerste ervaringen worden
nu opgedaan. Het is goed dat maatschappelijke organisaties dergelijke initiatieven
nemen. Dit draagt bij aan transparantie in de markt rondom de digitale veiligheid
van IoT-apparaten.
Monitor besmette IoT-apparaten en het opschonen van besmettingen bij gebruikers
Zoals ik eerder in de roadmap heb aangegeven (bijlage bij Kamerstuk 26 643, nr. 535), is honderd procent digitale veiligheid niet realiseerbaar. Het kan niet worden
uitgesloten dat producten worden gecompromitteerd. Inzicht in gevallen van besmetting
van IoT-apparaten stelt partijen in staat om maatregelen te treffen. Dit biedt fabrikanten
bijvoorbeeld de mogelijkheid om een veiligheidsupdate uit te brengen. Verkopers kunnen
overwegen om producten uit de schappen te nemen en gebruikers om producten te updaten
of af te schakelen. Aanbieders van internettoegang kunnen een belangrijke rol spelen
om consumenten te bereiken om maatregelen te nemen. Hiertoe is de afgelopen jaren
een succesvolle werkwijze ontwikkeld door de vereniging Abuse Information Exchange9. Om aan het hierboven geschetste proces invulling te geven is een monitor voor besmette
IoT-apparaten opgezet. Met subsidie van mijn ministerie zal de TU Delft de aankomende
twee jaar metingen verrichten naar besmette IoT-apparaten in Nederland. Langs twee
sporen wordt opvolging gegeven aan de resultaten. Het Digital Trust Center zal in gesprek gaan met fabrikanten en andere stakeholders over korte termijnmaatregelen
die zij kunnen nemen om besmette apparaten veilig te maken. Door besmettingsinformatie
over apparaten te delen met Abuse Information Exchange kunnen internetaanbieders hun klanten informeren zodat besmettingen worden opgeschoond.
De monitor draagt met deze publiek-private werkwijze bij aan een schoner Nederlands
internet en spreekt aanbieders aan op hun verantwoordelijkheid voor de digitale veiligheid
van hun producten in aanloop naar Europese wettelijke maatregelen voor de langere
termijn.
Tot slot
Het verhogen van de digitale veiligheid van hard- en software en IoT is een complex
en grensoverschrijdend vraagstuk. Oplossingen voor de langere termijn vragen om een
internationaal georiënteerde aanpak, in de eerste instantie in Europa. Het is van
belang te bezien welke maatregelen Nederland alvast kan nemen en hoe we vanuit Nederlandse
publieke en private expertise actief bijdragen aan internationale oplossingen voor
de toekomst. Met het geheel aan maatregelen in de roadmap en de inzet van veel partijen
zijn wij op de goede weg. Ik blijf komend jaar inzetten op de realisatie van de maatregelen
om het algehele niveau van digitale veiligheid in de markt van hard- en software en
IoT te versterken.
Hoogachtend,
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
BIJLAGE: SCHEMATISCH OVERZICHT VAN ROADMAP DIGITAAL VEILIGE HARD- EN SOFTWARE
Wettelijke eisen, toezicht en aansprakelijkheid
Stand van zaken
Op initiatief van Nederland wordt momenteel in EU-verband gekeken naar de invulling
van wettelijk minimum digitale veiligheidseisen voor IoT-apparaten onder de Radio
Equipment Directive (RED). De Europese Commissie zal in 2019 een impact assessment
uitvoeren.
Op 15 april jl. heeft de Europese Raad de richtlijnen digitale inhoud en verkoop van
goederen aangenomen. Consumenten krijgen hiermee recht op (veiligheids-)updates zolang
zij die redelijkerwijs mogen verwachten.
Dialoogsessies vinden plaats met toezichthouders AT, ACM, AP en NVWA over welke rol
zij kunnen spelen op het gebied van IoT. AP en de NVWA hebben voldoende bevoegdheden.
ACM en het AT zijn in afwachting van bevoegdheden via de richtlijnen digitale inhoud
en verkoop van goederen (ACM) en de RED (AT).
Vooruitblik
Nederland zal de komende periode een aanjagende rol blijven vervullen om ervoor te
zorgen dat de minimum digitale veiligheidseisen in 2020 van kracht worden onder de
RED.
Start van de implementatie van de richtlijnen digitale inhoud en verkoop van goederen.
Voortzetting dialoogsessies met toezichthouders voor synergie.
De Europese Commissie verwacht voor de zomer met richtsnoeren te komen over de toepassing
van de richtlijn productaansprakelijkheid.
Standaarden en certificering
Stand van zaken
De Europese Cyber Security Act is op 7 juni jl. gepubliceerd. Deze verordening creëert een Europees stelsel van
cybersecuritycertificering voor ICT-producten, -diensten en -processen.
Samen met onder meer Duitsland en Oostenrijk heeft Nederland een aanbeveling opgesteld
voor een Europees cloud certificatieschema.
Begin 2019 is onder Nederlands voorzitterschap en secretariaat een werkgroep gestart
van CEN/CENELEC voor digitale productveiligheid.
In opdracht van JenV en EZK ontwikkelt CCV een cybersecurity risicomodel voor (mkb-)bedrijven
inclusief passende beschermingsmaatregelen, een certificeringsschema voor cybersecuritydiensten
en een lijst met eisen die bedrijven kunnen stellen aan deze dienstverleners.
Door de Secure Software Alliance (SSA) is in 2018 een kader gepubliceerd voor veilige
softwareontwikkeling.
In 2018 is een handreiking voor de digitale veiligheid van IoT gepubliceerd door CIP
waaraan onder meer IBM, Philips, Centric, Lancom, DXC, Rijkswaterstaat, ECP en EZK
hebben bijgedragen.
Vooruitblik
De implementatie van de CSA zal starten. Er geldt een termijn van twee jaar voor het
aanwijzen en inrichten van een nationale autoriteit die onder meer in Nederland toezicht
gaat houden.
De ontwikkeling van Europese certificeringschema’s zal naar verwachting dit jaar starten.
Nederland zet in op de voortvarende ontwikkeling en implementatie van cybersecurity
certificeringschema’s.
De CEN/CENELEC werkgroep voor productveiligheid zal op basis van een verkenning van
IoT-standaarden bezien welke Europese normen nodig zijn.
SSA zet in op pilots voor veilige softwareontwikkeling bij bedrijven en samenwerking
met kennisinstellingen om veilige softwareontwikkeling bij ICT-opleidingen te stimuleren.
Inkoopbeleid van de overheid
Stand van zaken
Begin 2019 is een expertgroep gestart om cybersecurity inkoopeisen te formuleren voor
verschillende segmenten. Het eerste segment, veilige softwareontwikkeling, is voor
de zomer gereed.
Vooruitblik
Het gehele traject zal eind 2020 leiden tot een uitwerking van alle relevante ICT-inkoopsegmenten.
De doelstelling is om deze cybersecurity inkoopeisen te gaan hanteren voor alle overheidslagen
als onderdeel van BIO.
Cybersecurity onderzoek
Stand van zaken
In 2018 is de derde Nationale Cybersecurity Research Agenda (NCSRA III) gepubliceerd.
Er lopen verschillende tenders in de research and development-fase de SBIR cybersecurity.
Het kabinet stimuleert open source encryptie met extra middelen in het kader van de
NCSRA III. Het Ministerie van JenV heeft hiervoor een bedrag van € 410.000 ter beschikking
gesteld.
NWO heeft een brede nationale cybersecurity onderzoeksoproep gepubliceerd van 5,5
miljoen euro.
Er is verkenning gestart naar hoe de kennis en innovatie ambities van het kabinet
zo goed mogelijk in publiek-private samenwerking kunnen worden vormgegeven.
Vooruitblik
In het kader van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) wordt een onderzoeksoproep uitgewerkt
van 5,15 miljoen euro.
Een stevige verankering van cybersecurity binnen het missie gedreven innovatiebeleid.
Bewustwording
Stand van zaken
Bewustwordingscampagnes vinden plaats voor bedrijven en consumenten (JenV/EZK). Eind
mei is een campagne gestart tegen phishing.
Vooruitblik
In oktober wordt een vervolg aan de campagne gegeven gericht op de digitale veiligheid
van IoT-apparaten.
Testen op digitale veiligheid
Stand van zaken en vooruitblik
AT heeft onderzoek uit laten voeren naar de digitale veiligheid van 22 apparaten in
de categorieën slim speelgoed, IP-camera’s, routers, slimme sloten, babymonitors en
slimme thermostaten. De resultaten van het onderzoek worden binnenkort gepubliceerd.
De Consumentenbond ontwikkelt en implementeert samen met een aantal internationale
partnerorganisaties een testprogramma van verbonden apparaten op digitale veiligheid
en privacy.
Monitor besmette IoT-apparaten en het opschonen van besmettingen bij gebruikers
Stand van zaken en vooruitblik
Monitor besmette IoT-apparaten is opgezet in samenwerking met TU Delft, DTC en internetaanbieders
via Abuse Information Exchange.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat