Brief regering : Hoofdlijnen Beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld
34 952 Investeren in Perspectief – Goed voor de Wereld, Goed voor Nederland
Nr. 66 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juni 2019
Met deze brief wordt u geïnformeerd over de hoofdlijnen van het beleidskader «Versterking
Maatschappelijk Middenveld», dat, in lijn met de BHOS-nota «Investeren in Perspectief»
(Kamerstuk 34 952, nr. 1), zich richt op het versterken van de stem van het maatschappelijk middenveld.
Allereerst wordt het belang geschetst van een sterk maatschappelijk middenveld. Daarna
volgt de doelstelling van het kader met de bijbehorende uitgangspunten. Tot slot worden
de verschillende programma’s onder het nieuwe beleidskader uiteengezet.
Belang van een sterk maatschappelijk middenveld
Een sterk maatschappelijk middenveld vormt, tezamen met een legitieme en effectieve
overheid en een verantwoordelijk bedrijfsleven, de basis voor een goed functionerende
inclusieve samenleving. Het zijn vaak maatschappelijke organisaties die burgers een
stem geven en hen vertegenwoordigen. Door lobby en beïnvloeding roepen maatschappelijke
organisaties overheden en bedrijfsleven op hun verantwoordelijkheid te nemen voor
een duurzame en inclusieve uitvoering van de Sustainable Development Goals (SDGs), het naleven van internationale mensenrechten-standaarden en het verstevigen van het sociale contract tussen burgers en
overheid. Waar nodig kaarten maatschappelijke organisaties onrecht en ongelijke machtsverhoudingen
aan en roepen zij politieke en economische instituties ter verantwoording over hun
beleid en naleving van mensenrechtenverdragen. Versterking van het maatschappelijk
middenveld in derde landen draagt ook bij aan de openheid van samenlevingen en versterking
van democratie en rechtsstatelijkheid in die landen. Dat is ook direct in het (economische)
belang van Nederland. Maatschappelijke organisaties kunnen echter steeds moeilijker
dit werk doen. Wereldwijd staat de ruimte voor het maatschappelijk middenveld in toenemende
mate onder druk. In meer dan honderd landen worden de vrijheden van vereniging, vergadering
en meningsuiting sterk ingeperkt, bijvoorbeeld door middel van bureaucratische restricties
of door openlijk geweld.1 Dit raakt niet alleen maatschappelijke organisaties zelf, maar alles waar zij voor
staan, zoals naleving van mensenrechten, inzet op gendergelijkheid, corruptiebestrijding
of milieubescherming. De toenemende druk op maatschappelijke organisaties vraagt om
een aanpak die nauw aansluit bij de lokale situatie en waarin de lokale organisaties
meer zeggenschap hebben over de manier waarop Nederland kan bijdragen. Deze steun
wordt overigens door (onvrije) derde landen steeds vaker (onterecht) bestempeld als
ongewenste buitenlandse beïnvloeding. Daarom moet Nederland steeds vaker openheid
geven over de gesteunde programma’s.
Doelstelling Beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld
Nederland is een van de weinige donoren die het maatschappelijk middenveld in zijn
onafhankelijke rol steunt en die een belangrijke pleitbezorger is voor meer ruimte
voor maatschappelijke organisaties. De huidige Nederlandse aanpak gericht op het versterken
van het maatschappelijk middenveld in zijn rol als pleiter en beïnvloeder krijgt waardering
van de OESO.2 Het kabinet blijft dan ook inzetten op steun aan het versterken van het maatschappelijk
middenveld in deze rol, zoals in gang gezet in het huidige beleidskader Samenspraak
en Tegenspraak (1 januari 2016–31 december 2020 (Kamerstuk 33 625, nr. 104)). In het nieuwe beleidskader zal, nog meer dan voorheen, de nadruk liggen op de
ruimte voor maatschappelijke organisaties en de bijdrage die zij leveren aan het behalen
van de SDGs.
Het overkoepelende doel van dit beleidskader is een krachtig maatschappelijk middenveld
dat vanuit een mensenrechtenbenadering de stemmen en behoeften van burgers vertolkt
en hiermee bijdraagt aan verbetering van het sociale contract tussen burgers en overheid,
en aan een inclusieve en duurzame samenleving.
Onder het maatschappelijk middenveld worden naast Niet-gouvernementele organisaties (Ngo’s) ook Community Based Organisations (CBO’s), sociale bewegingen, vakbonden, religieuze organisaties, belangenverenigingen,
diaspora organisaties, media en culturele instellingen verstaan.
Het nieuwe beleidskader wordt ontwikkeld met gebruikmaking van geleerde lessen uit
evaluaties, behaalde resultaten en consultaties met maatschappelijke organisaties.
Te noemen zijn: diverse linking en learning bijeenkomsten met partnerorganisaties, Mid Term Reviews van de programma’s, onderzoeken via NWO-WOTRO naar de assumpties van de Theory of Change van Samenspraak en Tegenspraak3, en het nog niet afgeronde IOB-onderzoek naar het concept «strategisch partnerschap».
Geleerde lessen zijn onder andere: er is meer focus op lokale zeggenschap nodig, het
schakelen tussen lokaal, nationaal en internationaal niveau verhoogt de effectiviteit
van de inzet, gender moet sterker in alle programma’s worden geïntegreerd, netwerkvorming tussen organisaties
is essentieel voor resultaatbereiking, het werken met een Theory of Change is van belang en vergroot de benodigde flexibiliteit en langdurige inzet is onontbeerlijk
met het oog op lange-termijn sociale veranderingen. Voor de behaalde resultaten verwijs
ik naar de resultatenrapportages van 2017–20184.
Om nog krachtiger op bovengenoemde aanpak in te zetten worden met ingang van januari
2021, verschillende programma’s met gedeelde beleidsuitgangspunten samengebracht onder
één overkoepelend kader Versterking Maatschappelijk Middenveld. Dit is onderverdeeld
enerzijds in Power of Voices5, bestaande uit Power of Voices Partnerships, Voice en het Accountability Fund en anderzijds het SDG5-fonds, bestaande uit Leading from the South; Female Leadership Program;6
Women, Peace and Security7 en het SRHR Partnership Fund.8 Om de inzet van het kabinet op vrouwenrechten en gendergelijkheid extra te benadrukken
vormen de laatste vier programma’s een nieuw SDG5-fonds, waarmee de Nederlandse prioriteit
op dit gebied expliciet zichtbaar wordt. In schema levert dit het volgende beeld op:
Beleidsuitgangspunten voor dit kader
Mensenrechtenbenadering en SDGs
Leidend voor het nieuwe beleidskader zijn de mensenrechtenbenadering en de SDGs. Mensenrechten
vormen het fundament voor menselijke waardigheid en vrijheid. Tevens zijn zij de basis
voor een open en vrije samenleving. Een goed functionerende inclusieve samenleving
is een basis voor welvaart, stabiliteit, groei en ontwikkeling. Mensenrechten, waaronder
de rechten van vrouwen en meisjes, zijn essentieel voor het behalen van de SDGs. De
SDGs ambiëren bovenal verbetering te realiseren voor hen die het meest zijn achtergesteld.
Ruimte voor het maatschappelijk middenveld
Vanwege de toenemende druk op fundamentele vrijheden en rechten stelt het kabinet
in dit nieuwe beleidskader het belang van ruimte voor het maatschappelijk middenveld
nog centraler. Deze ruimte verschilt per land, per thema en per type organisatie.
In landen waar de ruimte voor het maatschappelijk middenveld onder druk staat, zal
het verbeteren hiervan onderdeel moeten zijn van de programma’s. Er zijn verschillende
strategieën mogelijk om met deze krimpende ruimte om te gaan. Gedacht kan worden aan
inzet op digitale ruimte en veiligheid, het steunen van sociale bewegingen en/of grassroots organisaties en het vormen van internationale coalities. Diplomatieke vertegenwoordigingen
en Nederlandse maatschappelijke organisaties kunnen in dergelijke situaties steun
en rugdekking bieden aan lokale organisaties en mensenrechtenverdedigers.
Meer zeggenschap van lokale organisaties
Meer zeggenschap van lokale maatschappelijke organisaties vergroot hun legitimiteit
en daarmee de kracht om in de voor hun specifieke context een onafhankelijke rol te
vervullen. Daarnaast zorgt meer zeggenschap en eigenaarschap van lokale organisaties
voor effectievere en duurzame inbedding van de programma’s in de lokale context. Zo
worden lokale veranderingsprocessen ondersteund die bijdragen aan het behalen van
de SDGs en het naleven van afspraken uit mensenrechtenverdragen. Het beleidskader
moedigt daarom samenwerkingsverbanden aan waarin lokale organisaties zeggenschap krijgen.
Daadwerkelijke zeggenschap is alleen mogelijk als deze vanaf het begin van de programma’s
gewaarborgd is. Dit betekent dat besluitvorming over doelen, verantwoordelijkheden,
financiering en verdeling van middelen een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid
is, waar organisaties in het samenwerkingsverband op gelijkwaardige wijze invulling
aan geven. Dit kan, in de samenwerking tussen Nederlandse en lokale organisaties,
betekenen dat de Nederlandse organisaties een andere rol gaan vervullen, gericht op
innovatie, verbinding en beïnvloeding op internationaal niveau.
Gendergelijkheid, vrouwenrechten en inclusiviteit
In lijn met de BHOS-nota «Investeren in Perspectief» (Kamerstuk 34 952, nr. 1) vormen vrouwenrechten en gendergelijkheid een rode draad door het nieuwe beleidskader.
Het bevorderen van vrouwenrechten en gendergelijkheid betekent gelijke rechten, kansen
en uitkomsten voor iedereen. Belangrijk hiervoor is de betrokkenheid, niet alleen
van vrouwen maar ook van mannen. Duurzame inclusieve ontwikkeling is alleen mogelijk
als iedereen de kans heeft hiervan te profiteren en aan mee te doen (Leave no one behind). Dit betekent ook het actief betrekken van bijvoorbeeld mensen met een beperking,
LHBTI en religieuze en etnische minderheden. Gendergelijkheid, vrouwenrechten en inclusiviteit
zijn dus sterk met elkaar verbonden. Het gaat in al deze gevallen om het recht van
eenieder op gelijkwaardige participatie in de samenleving op sociaal, economisch en
politiek terrein.
Strategisch Partnerschap
Binnen dit beleidskader gaat het Ministerie van Buitenlandse Zaken onder Power of Voices Partnerships en het SRHR Partnership Fund strategische partnerschappen aan met maatschappelijke organisaties. De ervaringen
die zijn opgedaan in de huidige programma’s tonen aan dat samenwerking in deze vorm
effectief kan zijn om sociaal, politieke en economische veranderingen te bewerkstelligen.
Daarbij geldt dat een partnerschap meer is dan een subsidierelatie. De wijze waarop
deze strategische relatie vorm krijgt, kan verschillen. Van belang is dat er een gemeenschappelijk
doel is waar alle partijen vanuit kracht en expertise op inzetten. Hierover vindt
overleg plaats tussen de partijen in vorm van dialoog en gezamenlijke leermomenten.
Geleerde lessen en ervaringen wijzen uit dat er niet altijd overeenstemming hoeft
te zijn over wijze waarop wordt bepleit en beïnvloed. Gebleken is dat de kracht van
de samenwerking zit in de verscheidenheid en ruimte voor eigen identiteit, inzet en
expertise.
Innovatie
Het is van belang dat maatschappelijke organisaties adaptief zijn aan de veranderende
omgeving waarin zij werken. Met het nieuwe beleidskader worden organisaties dan ook
uitgedaagd om te blijven innoveren door middel van nieuwe samenwerkingsverbanden,
nieuwe financieringsvormen en het gebruik van (digitale) technologieën. Crowdfunding en lokale fondsenwerving zijn goede en bewezen voorbeelden van innovatie. Deze dragen
bij aan het vergroten van de legitimiteit van deze organisaties, omdat ze aantonen
dat er lokale en andere vormen van financiering zijn dan alleen van overheden. Deze
legitimiteit van lokale organisaties is essentieel voor het creëren van ruimte om
de stem van de achterban te laten horen. Een ander voorbeeld zijn digitale technologieën
zoals open data en sociale media, die maatschappelijke organisaties kansen bieden
om meer mensen te bereiken, informatie te verzamelen en wereldwijd in contact te staan
met anderen. Voor informele organisaties en sociale bewegingen zijn deze technologieën
onmisbaar geworden voor het behalen van hun doelen: het verbinden van mensen rond
een specifiek thema over landsgrenzen en door verschillende tijdzones heen. Daarbij
krijgt weerbaarheid van maatschappelijke organisaties op de negatieve aspecten van
digitalisering aandacht in de innovatie-agenda.
Geografische spreiding
Conform de BHOS-nota zal de inzet via dit beleidskader zich voor een belangrijk deel
richten op de focusregio’s en -landen. Inzet in overige lage-, lage midden- en hoge
middeninkomenslanden blijft beperkt mogelijk. Tevens zal voor de nieuwe partnerschappen
worden gezocht naar aansluiting bij de desbetreffende Nederlandse meerjarige landenstrategieën
(MLS).
Versterking Maatschappelijk Middenveld: de verschillende programma’s
Voor elk programma worden specifieke subsidiecriteria opgesteld. Het totaalbudget
voor Power of Voices, inclusief Voice en Accountability Funds, is 210 miljoen Euro per jaar met een looptijd van vijf jaar. Het totaalbudget
voor het SDG5 fonds is 82 miljoen Euro per jaar, voor vijf jaar. De programma’s starten
januari 2021.
Versterking Maatschappelijk Middenveld
Programma
Budget (5 jaar)
Power of Voices
Power of Voices Partnerschappen
925 miljoen EUR
Voice
36 miljoen EUR (3 jaar)
Accountability fonds
75 miljoen EUR
SDG 5 fund
Leading from the South
60 miljoen EUR
Female Leadership Program
95 miljoen EUR
Women, Peace, Security
40 miljoen EUR
SRGR Partnerschap Fonds
215 miljoen EUR
Power of Voices
Het programma Power of Voices Partnerschappen, voorheen de Strategische Partnerschappen binnen Samenspraak en Tegenspraak, volgt
bovengenoemde beleidsuitgangspunten en heeft in beginsel een brede thematische insteek,
zoals verwoord in de BHOS-nota. Netwerkvorming en samenwerking van organisaties op
lokaal, nationaal, regionaal en internationaal niveau wordt aangemoedigd. Er worden
maximaal 25 partnerschappen geselecteerd.
Voice is gericht op het versterken van de stem van de meest gemarginaliseerde, gediscrimineerde
en uitgesloten groepen en kent verschillende doelgroepen: mensen met een beperking;
LHBTI; inheemse groepen en etnische minderheden; kwetsbare groepen die op basis van
leeftijd worden gediscrimineerd (jongeren en ouderen) en vrouwen die te maken hebben
met misbruik, uitbuiting en/of geweld. Het programma is actief in tien landen in Afrika
en Azië en biedt subsidies aan diverse organisaties en bewegingen. Uit de Mid Term Review is gebleken dat Voice de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen bereikt en versterkt. Daarom
wordt Voice, conform huidige overeenkomst, met drie jaar verlengd, vanaf januari 2021.
Met het Accountability Fonds steunen Nederlandse ambassades lokale maatschappelijke organisaties rechtstreeks
in hun werk op het gebied van pleiten en beïnvloeden. Dit fonds ondersteunt de kabinetsinzet
voor meer directe steun aan en zeggenschap van lokale maatschappelijke organisaties.
Daarom wordt dit fonds onder het nieuwe beleidskader voortgezet. Ook organisaties
die opkomen voor rechten van religieuze minderheden kunnen bij ambassades voorstellen
indienen.
SDG5-fonds
Met het SDG5-fonds geeft het kabinet, in lijn met de BHOS-nota, prioriteit aan een
geïntegreerde en stevige inzet op vrouwenrechten, gendergelijkheid en keuzevrijheid.
Hiermee wordt bijgedragen aan het bevorderen van politieke participatie en leiderschap,
economische empowerment, het tegengaan van gendergerelateerd geweld, participatie in vredesprocessen en seksuele
en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR). De inzet krijgt vorm in vier complementaire
programma’s, namelijk: het Female Leadership Fund, het Women, Peace and Security Program, Leading from the South en het SRGR Partnerschap Fonds.
Het Female Leadership Program richt zich op het versterken van leiderschap, participatie en empowerment van vrouwen. Dit is in lijn met het huidige FLOW, dat zich richt op economische en
politieke participatie en het tegengaan van geweld tegen vrouwen en meisjes. Vrouwenrechtenorganisaties
zijn cruciaal voor het bevorderen van vrouwenrechten en gendergelijkheid, maar deze
organisaties worden wereldwijd structureel onder gefinancierd. Daarom zal het Female Leadership Program enkel vrouwenrechtenorganisaties financieren. In lijn met de verhoogde kabinetsinzet
op vrouwenrechten en gendergelijkheid zullen er in plaats van de huidige tien, maximaal
vijftien partners worden geselecteerd.
Women, Peace and Security richt zich in (post-)conflictgebieden op de betekenisvolle participatie van vrouwen
in conflictpreventie, conflictbeslechting, vredesopbouw, besluitvorming over (humanitaire)
hulp en wederopbouw. Daarnaast richt het programma zich op de preventie en uitbanning
van sexual and gender based violence (SGBV) in deze gebieden. Thematisch is Women, Peace and Security een voortzetting van het huidige programma Vrouwen Vrede en Veiligheid 2016–2019.
Dit programma draagt naast de inzet op het gebied van vrouwenrechten en gendergelijkheid
ook bij aan SDG16: rechtvaardige, vreedzame en inclusieve samenlevingen. Het aantal
partnerschappen zal worden verhoogd van acht partners onder het huidige programma
naar maximaal twaalf.
Leading from the South versterkt lokale, nationale en regionale vrouwenrechtenorganisaties, -bewegingen
en -netwerken via vier regionale vrouwenfondsen, te weten Africa Women’s Development Fund, International Indigenous Women’s Forum, Fondo de Mujeres del Sur en Women’s Fund Asia. Ze hebben expertise in het verstrekken van financiering, gericht op het versterken
van de capaciteit op het gebied van pleiten en beïnvloeden, aan kleine vrouwenrechtenorganisaties.
Nederland is met dit programma een voortrekker op het gebied van directe financiering
aan vrouwenrechtenorganisaties. Ook dit programma ondersteunt de kabinetsinzet voor
meer directe steun aan en zeggenschap van lokale vrouwenrechtenorganisaties en wordt
daarom onder het nieuwe beleidskader voortgezet.
Het SRGR Partnerschap Fonds investeert in keuzevrijheid op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid
en rechten. Keuzevrijheid biedt grip op eigen toekomst en draagt bij aan gendergelijkheid
en empowerment van vrouwen en meisjes. Specifiek richt het fonds zich op betere informatie
en meer keuzevrijheid over hun seksualiteit voor jongeren en op meer respect voor
de seksuele en reproductieve rechten van iedereen, met name voor mensen van wie deze
rechten niet worden erkend.9 Hiermee wordt naast SDG5 ook bijgedragen aan SDG3: het bevorderen van goede gezondheid.
Het aantal geselecteerde partnerschappen, maximaal zeven, blijft gelijk ten opzichte
van het huidige SRGR Partnerschap Fonds.
Tijdslijn
Het nieuwe beleidskader «Versterking Maatschappelijk Middenveld», met de bijbehorende
subsidiekaders, wordt op dit moment ontwikkeld. Het streven is om het beleidskader
aan het eind van de zomer gereed te hebben voor publicatie.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.