Brief regering : Ontwerp van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI)
34 682 Nationale Omgevingsvisie
Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juni 2019
Mede namens de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister
van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Staatssecretaris van Defensie,
de Minister voor Medische Zorg en Sport en de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport bied ik u hierbij het ontwerp van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI)
aan1. Ook stuur ik uw Kamer hierbij de PlanMER (en de daarbij behorende stukken)2.
De ontwerp-NOVI is de langetermijnvisie van het kabinet op een duurzaam perspectief
voor onze leefomgeving, zoals bedoeld in de nieuwe Omgevingswet. De ontwerp-NOVI benoemt
nationale belangen en opgaven in de fysieke leefomgeving welke in samenhang met elkaar
worden afgewogen. Waar de opgaven vragen om een geïntegreerde benadering, komen deze
samen in vier prioriteiten: ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie, duurzaam
economisch groeipotentieel, sterke en gezonde steden en regio's en toekomstbestendige
ontwikkeling van het landelijk gebied.
Om de beleidskeuzes op een heldere en voorspelbare manier te maken, hanteert de ontwerp-NOVI
drie afwegingsprincipes, die helpen bij het prioriteren van de verschillende belangen
en opgaven:
1. vraagstukken in samenhang bekijken en afspreken zoveel mogelijk oplossingen te zoeken
in slimme combinaties;
2. kenmerken en identiteit van een gebied centraal stellen;
3. problemen niet doorschuiven naar tijd en plaats.
Bestaande nota’s en beleidsterreinen worden in de NOVI op strategisch niveau verbonden.
In sommige gevallen gaat het bestaande beleid op in de NOVI, in andere gevallen is
er alleen sprake van een inhoudelijke koppeling en blijft het beleid zelfstandig bestaan.
Het verschijnen van de NOVI betekent niet het einde van andere nota’s en visies die
de fysieke leefomgeving betreffen. Waar deze beleidskaders naast een sectorale, ook
om een integrale benadering vragen, worden deze als uitwerking van de NOVI beschouwd.
Als onderdeel van een cyclisch proces kan de NOVI jaarlijks geactualiseerd worden.
Niet elk jaar even grootschalig, maar er wordt wel steeds gekeken of er nieuwe opgaven
zijn die een geïntegreerde aanpak vragen.
Het is onmogelijk, en ook onwenselijk, om alle keuzes voor de fysieke leefomgeving
in een keer te maken. Bovendien liggen in het omgevingsbeleid veel verantwoordelijkheden
bij de medeoverheden. De NOVI geeft een kader en richting waar dat kan, vervolgkeuzes
in gebiedsprocessen op alle schaalniveaus zijn nodig. Het Rijk zal in die processen
actief participeren daar waar nationale belangen aan de orde zijn en bij het vinden
van oplossingen deelname van het Rijk wenselijk is.
Provincies, gemeenten, waterschappen, maatschappelijke organisaties en inwoners van
ons land hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de ontwerp-NOVI. Met de publicatie
van de ontwerp-NOVI hoop ik het maatschappelijk debat met deze partijen in alle openheid
voort te zetten. De NOVI geeft zo ook ruimte om samen te bouwen aan een veiliger,
gezonder, mooier en duurzamer Nederland.
De ontwerp-NOVI bestaat uit twee delen. Het eerste deel is de hoofdtekst van de ontwerp-NOVI.
Het tweede deel bevat toelichting op de hoofdtekst, in de vorm van gedetailleerde
uitwerking, kwantitatieve onderbouwing en aanvullend kaartmateriaal. De ontwerp-NOVI
wordt gepubliceerd op een website. Om die reden is de tekst in twee delen opgesteld,
waarbij het tweede deel te raadplegen is door verder te klikken naar meer informatie.
Hierdoor is het tweede deel niet helemaal zelfstandig leesbaar, maar moet het gelezen
worden als aanvullende informatie op het eerste deel. Aanvullend wordt er een achtergronddocument
opgesteld, waarvan de gebiedsbeschrijvingen reeds beschikbaar zijn en hierbij bijgevoegd3.
PlanMER
Ter ondersteuning van de besluitvorming over de NOVI wordt de procedure van de milieueffectrapportage
doorlopen. Bijgaand treft u het in deze procedure opgestelde milieueffectrapport (PlanMER)
aan4. Het PlanMER en ook de bij het PlanMER bijgevoegde passende beoordeling geven inzicht
in milieu- en andere omgevingseffecten van het in de NOVI voorgestelde beleid.
Met het opstellen van het PlanMER is vroeg begonnen. Hierdoor kon de ontwerp-NOVI
op verschillende momenten vanuit PlanMER met tussenresultaten worden ondersteund.
Voorafgaand aan het opstellen van het PlanMER werd twee keer advies ingewonnen bij
de Commissie voor de milieueffectrapportage (Commissie m.e.r.). In april 2016 bracht
de Commissie advies uit over het beoordelingskader en beoordelingssystematiek. In
juli 2018 werd advies uitgebracht over de voor het PlanMER opgestelde Notitie Reikwijdte
en Detailniveau (NRD). De Commissie zal ook nog advies uitbrengen over het PlanMER
zelf.
Het voornemen voor het opstellen van de NOVI en het daarvoor opstellen van een PlanMER
is op 19 april 2018 ter kennisgeving verschenen in de Staatscourant en Volkskrant.
Ook de aan Nederland grenzende landen werden geïnformeerd. Op deze kennisgeving werden
16 zienswijzen ontvangen. In bijgevoegde Nota van antwoord5 leest u hoe met deze zienswijzen in NOVI en het PlanMER is omgegaan.
Moties en toezegging
Op 28 mei 2019 zijn drie moties aangenomen die betrekking hebben op het beschermen
van landschappelijke kwaliteiten (Kamerstuk 34 682, nrs. 11, 17 en 19), respectievelijk ingediend door de leden Smeulders, Laan-Geselschap, en Ronnes en
Dik-Faber. In hoofdstuk 4 van de ontwerp-NOVI wordt als onderdeel van de prioriteit
«toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied» geschetst hoe het kabinet
vorm wil geven aan dit thema, waarmee tevens is aangegeven hoe het deze moties wil
uitvoeren.
In het Algemeen Overleg over de NOVI op 24 april 2019 (Kamerstuk 34 682, nr. 26) heb ik u toegezegd uw Kamer te informeren over het monitoren van de NOVI en de landschappelijke
effecten. Eind 2019 zal het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) aangeven met welke
indicatoren de doelstellingen van de NOVI gemonitord zullen worden. Dit doet ze in
samenwerking met het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, de Rijksdienst voor Cultureel
Erfgoed en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ik zal uw Kamer hierover informeren.
Deze effectmonitor zal tevens dienen als de monitor van de maatschappelijke doelstellingen
van de Omgevingswet en als monitor van het PlanMER. De landschappelijke effecten zullen
ook in beeld worden gebracht als onderdeel van met de nog op te stellen landschapsmonitor,
zoals eerder geadviseerd door het College van Rijksadviseurs. Hiermee wordt ook uitvoering
gegeven aan de op 28 mei 2019 aangenomen motie Van Eijs / Dik-Faber (Kamerstuk 34 682, nr.16).
De motie Dik-Faber (Kamerstuk 32 813, nr. 204) is van belang in de ontwerp-NOVI. In voorliggend ontwerp wordt onder meer naar aanleiding
van deze motie een voorkeursvolgorde zon pv geïntroduceerd om zonnepanelen met oog
voor de kwaliteit van de leefomgeving in te passen. Deze voorkeursvolgorde maakt onderdeel
uit van een breder maatregelenpakket dat in het kader van bovengenoemde motie Dik-Faber
c.s. ontwikkeld wordt en vervolgens zal worden meegenomen in de Regionale Energiestrategieën.
De gehele aanpak in reactie op deze motie Dik-Faber volgt in een separate brief aan
uw Kamer. De opgenomen voorkeursvolgorde voorziet tevens in de motie Van Gerven (Kamerstuk
34 682, nr. 22) waarin de regering wordt verzocht zorg te dragen dat natuurgebieden in laatste instantie
kunnen worden aangewezen als gebieden waar duurzame energie kan worden opgewekt. Ook
op de toepassing van deze voorkeursvolgorde in het kader van de motie Dik-Faber c.s.
inzake het toetsen van nieuwe zonneparken op natuur- en landbouwgronden aan de op
handen zijnde zonneladder (Kamerstuk 34 682, nr. 20) wordt in de hierboven aangekondigde brief ingegaan.
Met de aanbieding van de ontwerp-NOVI beantwoord ik de motie van lid Albert de Vries
c.s. (PvdA) over de instandhouding van recreatieve fiets-, wandel en vaarnetwerken
en hoe deze afspraken doorwerken in provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies (Kamerstuk
33 962, nr. 127). Voor de instandhouding van die netwerken zijn we gemeenschappelijk als overheden
verantwoordelijk. Dit is als zodanig ook opgenomen onder het nationaal belang «waarborgen
van een gezonde en veilige fysieke leefomgeving». In de op te stellen omgevingsagenda’s
zal een beeld worden gegeven van de wijze waarop nationale, provinciale en lokale
omgevingsvisies en doelen op elkaar aansluiten.
Ook wordt hiermee de motie beantwoord waarin lid Van Brenk (50PLUS) de Minister van
Infrastructuur en Waterstaat verzocht het voetgangersbeleid terug te laten komen in
de NOVI (Kamerstuk 29 398, nr. 594). Gedurende de totstandkoming van de ontwerp-NOVI is regelmatig overleg geweest tussen
de verschillende departementen en andere partijen, mede met betrekking tot mobiliteit,
waaronder de voetganger. In de ontwerp-NOVI is lopen als volwaardige vervoerswijze
opgenomen en wordt ingezet op goede voetgangersinfrastructuur waarbij ook veiligheid
van groot belang is.
In het traject van ontwerp- naar vastgestelde NOVI zal een uitvoeringsagenda worden opgesteld, waarin nader zal worden ingegaan op de uitvoering van nog
een vijftal moties met betrekking tot de NOVI die op 28 mei 2019 zijn aangenomen (Kamerstuk
34 682, nrs. 13, 14, 15, 18 en 24).
Terinzagelegging en definitieve versie
Het maatschappelijk debat over de NOVI wordt de tweede helft van dit jaar in volle
vaart doorgezet. Onderdeel van dit maatschappelijk debat is ook de formele terinzagelegging
van de ontwerp-NOVI, van 20 augustus 2019 tot en met 30 september 2019. Gedurende
deze periode kunnen burgers, organisaties en medeoverheden zienswijzen indienen op
de ontwerp-NOVI en het PlanMER. Er zullen informatiebijeenkomsten georganiseerd worden
in elke provincie om belangstellenden kennis te laten maken met de NOVI. Daarnaast
zal er op elk provinciehuis en op het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
de mogelijkheid zijn om de ontwerp-NOVI, het PlanMER en relevante documenten fysiek
in te zien. Bij de terinzagelegging zal het volledige achtergronddocument bij de NOVI
beschikbaar zijn, waarin naast gebiedsbeschrijvingen ook trends en ontwikkelingen
staan.
Verder werkt het PBL aan een ex ante evaluatie van de NOVI. In deze evaluatie wordt
de effectiviteit van het voorgestelde beleid tegen het licht gehouden. Ook dit rapport
zal bij de terinzagelegging beschikbaar zijn.
De ingediende zienswijzen dragen bij aan de definitieve versie van de NOVI, welke
ik eind 2019 wil publiceren. De definitieve versie komt als structuurvisie uit onder
de bestaande Wet ruimtelijke ordening. Zodra de Omgevingswet in werking treedt (naar
verwachting 1 januari 2021), zal deze structuurvisie gelden als een Omgevingsvisie,
zoals in de nieuwe wet bedoeld.
In de definitieve NOVI zal ook een uitvoeringsagenda worden opgenomen. Met de koepels
van medeoverheden ben ik in gesprek om met de definitieve versie van NOVI toe te werken
naar samenwerkingsafspraken over hoe we als overheden gezamenlijk invulling geven
aan het omgevingsbeleid.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Indieners
-
Indiener
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.