Brief regering : Wmo-toezicht - Openbaarmaken van toezichtsrapporten Wmo 2015
29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning
Nr. 297 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juni 2019
Tijdens het VSO «Gezond vertrouwen in ontwikkeling van het Wmo-toezicht» is een motie
door het Kamer lid Hijink1 ingediend (Handelingen II 2018/19, nr. 53, item 3). Tijdens de stemmingen heeft uw Kamer deze motie aangenomen. In de motie wordt de
regering verzocht te verkennen hoe rapportages van lokale toezichthouders met betrekking
tot de kwaliteit van Wmo-beleid, openbaar gemaakt kunnen worden.
Na het VSO van 13 februari 2019 ben ik in overleg getreden met onder andere de VNG,
de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en het Ministerie van Binnenlandse
Zaken. Samen hebben wij geconstateerd dat het zoveel als mogelijk openbaar maken van
rapportages van lokale toezichthouders een groot goed is en tevens een kwaliteitsimpuls
zou zijn voor de kwaliteit van het Wmo-beleid, de uitvoering en de handhaving daarvan.
Zoals ook door de motie wordt verwoord is openbaarmaking van rapportages van lokale
toezichthouders van groot belang om zichtbaar te maken waar zaken niet lopen zoals
deze zouden moeten lopen, om zodoende als bestuur van fouten te kunnen leren en bij
te sturen en om gemeenteraden in staat te stellen hun controlerende taak uit te oefenen.
Met deze brief informeer ik uw Kamer over het proces dat ik voor ogen heb om te komen
tot (1) een goede handreiking voor gemeenten en (2) mijn voornemen openbaarmaking
van Wmo-toezichtrapportages (wettelijk) te verankeren in de Wmo 2015.
Toezicht en openbaarmaking
Toezicht is selectief, slagvaardig, samenwerkend, onafhankelijk, professioneel en transparant. Een goede toezichthouder legt uit waarom hij toezicht houdt
en maakt de keuzes in het toezicht inzichtelijk. Waarborgen van zijn onafhankelijkheid
worden vastgelegd. De toezichthouder maakt zijn bevindingen zoveel mogelijk actief
openbaar en verantwoordt zich achteraf over de keuzes en de behaalde resultaten.
Het is van belang dat gemeenten zich blijven ontwikkelen in het gemeentelijk opdrachtgeverschap
en dat het gemeentelijk toezicht op de Wmo 2015 verder wordt geprofessionaliseerd,
als basis voor een lerende en lokale praktijk. Het openbaar maken van toezichtsrapporten
is hierbij helpend:
– Cliënten, inwoners en professionals kunnen zien hoe aanbieders beoordeeld worden op
de kwaliteit van de door hen geleverde ondersteuning.
– Men kan tevens zien op welke onderdelen extra geïnvesteerd zou moeten worden.
– Aanbieders, cliënten en inwoners kunnen hierdoor ook open het gesprek met de gemeente
en elkaar voeren over mogelijke verbeteringen.
– Als de rapporten/bevindingen openbaar zijn, kunnen colleges ook inzichtelijk maken
waarom handhavende maatregelen zijn genomen.
– Het stelt gemeenten én aanbieders in staat te laten zien hoe gewerkt wordt aan het
verbeteren van de kwaliteit van zorg en ondersteuning.
Artikel 8 van de Wet openbaarheid bestuur (Wob) geeft bestuursorganen de opdracht
uit eigen beweging, informatie over beleid, de voorbereiding en de uitvoering daaronder
begrepen, te verschaffen zodra dat in het belang is van een goede en democratische
bestuursvoering. De Wob benoemt echter ook (absolute) uitzonderingsgronden en beperkingen
ten behoeve van situaties waarin het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen
andere, met name genoemde belangen.
In lijn met deze door de Wob geëxpliciteerde afweging dient ook voor elke afzonderlijke
gemeentelijke toezichtrapportage te worden bezien of er belangen zijn die zich verzetten
tegen volledige of gedeeltelijke openbaarmaking. Zorgvuldigheid is daarom van groot
belang. Een verplichting tot openbaarmaking vraagt wetswijziging en – als onderdeel
daarvan – een verdere verkenning. De voorbereidingen voor deze wetswijziging zal ik
starten. Tegelijkertijd wil en zal ik in lijn met de motie, in nauwe samenspraak met
VNG, openbaarmaking van gemeentelijke Wmo-toezichtsrapportages als vertrekpunt ook in de periode voorafgaande aan de wetswijziging al
zoveel mogelijk bevorderen.
In de praktijk zie ik steeds meer gemeenten die proactief kiezen voor het openbaar
maken van Wmo-toezichtrapportages. Gemeenten zien dat openbaarmaking helpt het lerende
vermogen te vergroten en de lokale kwaliteit van ondersteuning te versterken. Vanuit
deze gedachte werkt het instrument van openbaarmaking in optima forma. Uit een rondgang
van de VNG langs gemeenten en Wmo-toezichthouders blijkt dat gemeenten en toezichthouders
positief staan tegenover het openbaar maken van Wmo-toezichtrapporten. Dit past immers
bij een transparante en lerende overheid. Wel wordt het van belang geacht, gezien
het mogelijke gevoelige karakter van rapporten en de gevoelige informatie die een
rapportage kan bevatten, de processen en abstractieniveaus (welke informatie kan wel
openbaar gemaakt worden en welke informatie niet) rondom openbaarmaking nader met
elkaar te verkennen.
Ik wil gemeenten graag ondersteunen het proces rondom openbaarmaking uit te lijnen
en dit zo zorgvuldig maar ook zo praktisch mogelijk in te richten. Zodoende is het
niet nodig voor alle gemeenten om zelf het «spreekwoordelijke» wiel uit te vinden
en wordt de drempel om tot openbaarmaking te besluiten zoveel mogelijk verkleind.
Werken aan een handreiking
Veel gemeenten en toezichthouders zien openbaarmaking als een wenselijke ontwikkeling.
Het laat immers zien hoe gewerkt wordt aan verbetermaatregelen en het stelt aanbieders
in staat van elkaar te leren. Openbaarmaking van rapporten is een belangrijk middel
voor de ontwikkeling van professionaliteit en kwaliteit. Daarnaast stelt het burgers
in staat zorgaanbieders te beoordelen op basis van onafhankelijk onderzoek.
De afgelopen periode hebben verschillende gesprekken plaatsgevonden met gemeentelijke
toezichthouders. De wenselijkheid van openbaarmaking is in deze gesprekken telkens
benadrukt door de toezichthouders en een aantal toezichthouders heeft zich inmiddels
gemeld om mee te denken over (het proces omtrent) openbaarmaking. Hieronder vindt
u een eerste inventarisatie van toezichthouders die met de VNG willen meedenken over
openbaarmaking.
Toezichthouder
Gemeenten
GGD Rotterdam-Rijnmond
Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis,
Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam,
Schiedam, Vlaardingen en Westvoorne
GGD Gelderland-Zuid
Berg en Dal, Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Heumen, Maasdriel, Neder-Betuwe,
Nijmegen, Tiel, Zaltbommel, West-Betuwe, West Maas en Waal en Wijchen
GGD Brabant-Zuidoost
Asten, Bergeijk, Best, Bladel Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo,
Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-De Mierden,
Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre
GGD Gelderland-Midden
Arnhem, Barneveld, Doesburg, Duiven, Ede, Lingewaard, Nijkerk, Overbetuwe, Renkum,
Rheden, Rozendaal, Scherpenzeel, Wageningen, Westervoort en Zevenaar
Samenwerkingsverband NMD (Noord en Midden Drenthe)
Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo
GGD Noord- en Oost Gelderland (alleen regio Achterhoek)
Aalten, Apeldoorn, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Doetinchem, Elburg, Epe, Ermelo,
Hattem, Harderwijk, Heerde, Lochem, Montferland, Nunspeet, Oldebroek, Oost Gelre,
Oude IJsselstreek, Putten, Voorst, Winterswijk en Zutphen
De komende periode zal een groep toezichthouders onder leiding van de VNG het proces
rondom openbaarmaking van Wmo-toezichtsrapporten nader uitwerken. Daarnaast is er
bij de IGJ veel kennis over toezicht en openbaarmaking. Ook van deze kennis wil ik
nadrukkelijk gebruik maken. De uitwerking moet in de loop van 2020 leiden tot een
complete handreiking ten behoeve van openbaarmaking van toezichtsrapportages Wmo 2015.
Mijn verwachting is dat ik aan het einde van het eerste kwartaal van 2020 deze handreiking
ook aan uw Kamer kan versturen.
De VNG gaat in meet-ups in het kader van Wmo-toezicht in het land ook de nodige aandacht
besteden aan openbaarmaking en het effect hiervan op de lerende praktijk benadrukken.
Tevens zal de VNG na publicatie van de handreiking (alle) gemeenten adviseren de handreiking
te implementeren.
In de handreiking wil ik ook aandacht besteden aan een traject tot wettelijke verankering
van het openbaar maken van Wmo-toezichtrapportages. De eerste verkenning heeft opgeleverd dat een verplichting op zichzelf mogelijk
is, maar dat het ter uitwerking van die verplichting wel noodzakelijk is in de praktijk
mogelijke belemmeringen in de uitwerking van de verplichting vooraf te onderzoeken
en waar nodig weg te nemen. Het geschetste proces met betrekking tot de handreiking
zal hierin helpend zijn.
Ik denk dat de periode tot aan publicatie van de handreiking voldoende tijd biedt
deze nadere verkenning met gemeenten en toezichthouders uit te voeren. In de brief
waarmee ik de handreiking aan de Kamer zal aanbieden, wil ik dan ook helderheid geven
over het beoogde tijdpad van de wettelijke verankering.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport