Brief regering : Doorlooptijden CBR
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 732 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juni 2019
Sinds begin dit jaar heb ik het toezicht op het CBR aangescherpt. Als onderdeel van
dit aangescherpte toezicht heb ik het CBR gevraagd maatregelen te treffen om de lange
doorlooptijden tegen te gaan, de klantenservice uit te breiden en mij maandelijks
te rapporteren. Daarnaast heeft het CBR diverse voorrangs- en spoedprocedures ingevoerd
om de gedupeerden zoveel mogelijk tegemoet te komen. Bovendien heb ik het CBR gevraagd
om te prioriteren op afloopdatum van het rijbewijs. Ten slotte zijn er door het CBR
meerdere procedures ingericht om burgers met extra of dubbele kosten tegemoet te komen.
Ondanks deze inzet moet ik helaas constateren dat uit de analyses van het CBR en Galangroep
blijkt dat ook aan het einde van jaar de problemen nog niet opgelost zijn en te veel
mensen met een verlopen rijbewijs worden geconfronteerd. Met alle gevolgen van dien
voor bijvoorbeeld hun werk en mantelzorg. Tevens zijn er andere groepen, zoals examenkandidaten
en chronisch zieken, die door de aanhoudende drukte bij het CBR in de knel beginnen
te komen.
Wat mij ook zorgen baart, is dat door de aanhoudende problemen bij het CBR inmiddels
de verkeersveiligheid om twee redenen onder druk kan komen te staan. Ik zie dat door
de aanblijvende hoge werkvoorraad mensen die zich tussentijds zelf melden voor een
medische keuring dreigen onder te sneeuwen. Dit is vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid
een risicocategorie die juist prioriteit zou moeten krijgen. Dit betreft mensen van
wie het rijbewijs niet is verlopen en die nog niet de leeftijd van een verplichte
keuring hebben bereikt, maar die zich bijvoorbeeld na een operatie melden bij het
CBR voor een keuring van hun medische rijgeschiktheid. Daarnaast bestaat het risico
dat mensen uit angst voor vertraging bij het verlengen of verkrijgen van hun rijbewijs
in toenemende mate in de verleiding kunnen komen de eigen verklaringen niet (volledig)
naar waarheid in te vullen. Hierdoor zouden mensen met een onterechte verklaring van
medische geschiktheid een (nieuw) rijbewijs kunnen krijgen.
Tegen deze achtergrond onderzoek ik de mogelijkheid om de regelgeving voor de huidige
75+ doelgroep aan te passen door een administratieve verlenging van rijbewijzen met
maximaal een jaar. Zo kan ruimte worden gecreëerd voor het CBR om zich prioritair
te richten op de meest risicovolle groepen. Hiermee kan een groot deel van de mensen
met een verlopen rijbewijs worden geholpen.
Het idee is om vanuit een risico-gestuurde benadering de groep mensen die hier gebruik
van maken langs de volgende voorwaarden te beperken:
• het huidige rijbewijs is voor de normale termijn afgegeven;
• het rijbewijs is niet gevorderd door de politie;
• er is geen sprake van categorie CDE-rijbewijs (i.v.m. Europese wetgeving);
• er zijn geen relevante beperkende rijbewijscodes met een medische achtergrond van
toepassing; en
• zij blijven onverkort meewerken aan het verkrijgen van het oordeel over hun medische
rijgeschiktheid.
Deze administratieve verlenging zou worden geregistreerd in het rijbewijsregister,
waardoor mensen niet met een ongeldig rijbewijs rijden. Hiermee wordt ook voorkomen
dat zij het rijbewijs tussentijds moeten omwisselen, dat zou extra lasten en kosten
met zich meebrengen.
Met deze mogelijke wijziging wil ik zorgen dat het CBR de prioriteit legt bij de mensen
die zich zelf gemeld hebben en dat het CBR deze mensen snel uitsluitsel biedt. Om
te stimuleren dat mensen die van deze regeling gebruik maken zich zelf melden zal
het CBR een brief sturen. Hierin worden zij opgeroepen zich te melden als zij vermoeden
dat ze een beperking hebben die veilig rijgedrag in de weg staat. We zullen hiervoor
wijzen op de beschikbare informatie en bijvoorbeeld de online zelfscan voor senioren.
We zullen nadrukkelijk wijzen op risico’s van progressieve chronische aandoeningen
waarbij de rijgeschiktheid snel verslechtert. Ook zal ik de artsenfederatie vragen
of zij de voorlichting aan risicogroepen willen intensiveren. Het CBR zal de informatievoorziening
hierover aan de doelgroep intensiveren. Dit geldt vooral voor beperkingen met een
hoog risicoprofiel zoals aan het gezichtsveld.
Het Verbond voor Verzekeraars geeft aan dat deze oplossing praktisch uitvoerbaar is.
Dat betekent dat deze regeling geen problemen qua verzekerbaarheid oplevert voor de
doelgroep.
De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeerveiligheid (SWOV) geeft aan dat deze
oplossing gegeven de omstandigheden niet onverstandig is voor de verkeersveiligheid
en een opmaat kan zijn naar een beter systeem in toekomst, waarbij melden over de
hele looptijd een centrale rol krijgt.
In het licht van de vergrijzing is het immers van belang om op lange termijn een duurzaam
systeem te ontwikkelen met betrekking tot de beoordeling van de (medische) rijgeschiktheid.
In plaats van het huidige systeem waarbij de periodieke keuring enkel gebaseerd is
op leeftijd en niet op medische indicatie wil ik onderzoeken of het mogelijk is om
over te gaan op een meer risicogeoriënteerde aanpak waarbij een actieve meldingsplicht
gedurende de looptijd van het rijbewijs het uitgangspunt is. In deze mogelijke systeemwijziging
wil ik bezien in hoeverre de rijgeschiktheid gedurende de looptijd van het rijbewijs
kan worden beoordeeld.
Onvoldoende medische besliscapaciteit blijft een knelpunt in het proces voor het krijgen
van een verklaring van geschiktheid. Daarom heb ik het CBR opdracht gegeven om nog
voor het reces een plan van aanpak aan te leveren voor zowel het op korte termijn
uitbreiden van de medische besliscapaciteit als het structureel op orde krijgen ervan.
Het aangescherpte toezicht blijft onverminderd van kracht.
Om voor de korte termijn de administratieve verlenging mogelijk te maken moet het
Reglement rijbewijzen worden aangepast, dit kost circa 6–9 maanden. Voordat ik deze
wetswijziging in gang zet wil ik er uiteraard ook van verzekerd zijn dat het CBR hiermee
de problemen in de doorlooptijden van de medische verklaringen oplost én daarmee ruimte
heeft om zich te richten op de risicogroepen. Onderdeel van het onderzoek naar de
hierboven beschreven maatregel is dat ik het CBR gevraagd heb een uitvoeringsanalyse
uit te voeren. Daarbij verwacht ik ook dat het CBR inzichtelijk maakt wat het beeld
is per doelgroep eind 2019 en wat men doet om dit te verbeteren. Daarbij zal ik met
de Minister van Justitie en Veiligheid de juridische- en handhavingsconsequenties
bezien. Ik wil de duur van deze voorziening zo beperkt mogelijk houden.
Gezien de urgentie onderzoek ik ook de mogelijkheid om vooruitlopend op het ingaan
van de AMVB deze werkwijze alvast toe te passen. Hierbij moeten de aansprakelijkheidsrisico’s
worden afgewogen.
Het is ook belangrijk dat burgers zelf tijdig hun aanvraag voor verlenging van het
rijbewijs blijven indienen. Sommige bestuurders zullen meer tijd nodig hebben omdat
zij nog onderzocht moeten worden door één of meer medisch specialisten. In de brief
die zij van de RDW ontvangen waarin vermeld wordt dat het rijbewijs afloopt, wordt
hierop ook gewezen. Mensen ontvangen deze brief 19 weken voor de verloopdatum van
hun rijbewijs.
Ik zal uw Kamer voor het zomerreces informeren over de verdere uitwerking van deze
mogelijke oplossing en het plan van aanpak van het CBR ten aanzien van de medische
capaciteit.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat