Brief regering : SER-advies inzake klimaatakkoord industrie
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 337 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juni 2019
Het kabinet heeft op 13 maart jl. aangekondigd om te komen met een definitief pakket
aan klimaatmaateregelen, waaronder een verstandige en objectieve CO2-heffing om te zorgen dat bedrijven hun CO2-uitstoot daadwerkelijk terugdringen op een zodanige wijze dat we voorkomen dat bedrijven
naar het buitenland vertrekken (Kamerstuk 32 813, nr. 307).
Onlangs heb ik de SER gevraagd om de mogelijkheden te verkennen om een akkoord te
bereiken over het klimaatbeleid voor de industrie, mits dat binnen de kaders van de
kabinetsvariant blijft zoals aangekondigd in de brief aan uw Kamer van 13 maart jl.
(behalen CO2-reductie, oog voor concurrentiepositie en binnen de budgettaire kaders) en op instemming
kan rekenen van alle partijen. Het kabinet heeft aan de SER advies gevraagd, omdat
er signalen (o.a. van ondernemingsraden) zijn ontvangen dat er ten aanzien van de
vormgeving van de heffing en de lastenverdeling zorgen zijn over eventuele arbeidsmarkteffecten
en de regionale verdeling daarvan. Om een evenwichtige keuze te maken, stelt het kabinet
juist een advies vanuit deze invalshoek op prijs. Dit advies (en de aanvraag) bied
ik uw Kamer hierbij aan1.
Het kabinet zal het SER-advies samen met de rapporten van de planbureau’s en PricewaterhouseCoopers
(separaat aan uw Kamer aangeboden) gebruiken om te komen tot besluitvorming op dit
onderdeel van het definitieve klimaatakkoord. Het kabinet streeft naar een akkoord
in juni.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat