Brief regering : Toegezegd gesprek met de RPO en stand van zaken uitvoering motie van het lid Sneller c.s. over de NLPO-plannen voor een pilot voor een lokaal toereikend media-aanbod (Kamerstuk 35000-VIII-132)
32 827 Toekomst mediabeleid
Nr. 154 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juni 2019
Op 16 mei jl. vond het AO Streekomroepen plaats. In reactie op vragen van de Kamerleden
Sneller (D66), Van der Molen (CDA), Aartsen (VVD), Kwint (SP) en Westerveld (GL) zegde
ik tijdens dat AO toe uw Kamer begin juni een stand-van-zakenbrief over de motie van
het lid Sneller c.s.1 te sturen. Verder zegde ik uw Kamer toe in die brief de uitkomsten mee te nemen van
het door het Kamerlid Aartsen gesuggereerde gesprek met de stichting Regionale Publieke
Omroep (hierna: RPO).
Eerder ontving ik op 2 april jl. uw brief met kenmerk 2019Z06517 over het verzoek van onder andere het lid Kwint zoals dat in het ordedebat van 2 april
jl. gedaan is. Ook in die brief vroeg u mij om uw Kamer een brief te sturen over de
stand van zaken van de motie van het lid Sneller. In mijn antwoordbrief van 26 april
jl. schreef ik dat ik ernaar streef begin juni uw Kamer te informeren over de uitvoering
van de motie van het lid Sneller c.s.2
Met deze brief doe ik bovenstaande toezeggingen gestand. Het eerste deel van deze
brief gaat over de uitkomsten van het toegezegde gesprek met de RPO. Het tweede deel
gaat over de uitvoering van de motie van het lid Sneller c.s., en schrijf ik mede
namens de Minister van BZK.
Uitkomsten gesprek RPO
Naar aanleiding van het AO Streekomroepen is er een gesprek geweest met de RPO. Tijdens
dat gesprek zijn twee onderwerpen besproken: de nieuwe subsidieregeling voor regionale
omroepen die sinds 1 april open is3 (naar aanleiding van vragen van het lid Aartsen) en de pilot met regionale vensterprogrammering
die sinds 1 april loopt (naar aanleiding van een vraag van het lid Van der Molen).
Het lid Aartsen vroeg mij tijdens het AO om met de RPO te bespreken in hoeverre het
mogelijk is om de subsidieregeling voor regionale omroepen zo te wijzigen dat ook
streekomroepen een aanvraag kunnen doen. Mede naar aanleiding van het gesprek met
de RPO ben ik voornemens met ingang van 2020 de regeling aan te passen om duidelijk
te maken dat regionale publieke omroepen en lokale publieke omroepen (en/of streekomroepen)
gezamenlijk een subsidieaanvraag in kunnen dienen, waarbij de regionale omroep te
allen tijde het initiatief behoudt en als penvoerder optreedt. Dit vloeit voort uit
het feit dat de nieuwe subsidieregeling voor regionale omroepen de zogenoemde «frictiekostenregeling
B» heeft vervangen.4
Het lid Van der Molen (CDA) sprak tijdens het AO Streekomroepen de wens uit om de
lopende pilot met regionale vensterprogrammering langer door te laten lopen dan de
nu geplande drie maanden van april 2019 tot en met juni 2019. Ik heb van de RPO vernomen
dat de eerste ervaringen positief zijn en dat zij positief staat tegenover het verlengen
van de pilot. Ik ben daarom voornemens om op korte termijn mogelijk te maken dat de
betrokken partijen tot het eind van dit kalenderjaar door kunnen gaan met de pilot,
mits zij binnen de reeds beschikte bijdrage van € 1.5 mln. blijven. Daarnaast verzoek
ik de betrokken partijen om, conform de subsidievoorwaarden, uiterlijk 30 september
een evaluatie aan te leveren over de eerste drie maanden van de pilot (april tot en
met juni 2019) en deze na afloop van de pilot aan te vullen met nieuwe resultaten
en ervaringen.
Stand van zaken motie Sneller c.s.
In het wetgevingsoverleg over de Mediabegroting op 3 december jl. (Kamerstuk 35 000 VIII, nr. 149) heeft uw Kamer de motie Sneller c.s. ingediend (Kamerstuk 35 000 VIII, nr. 132). Deze motie verzoekt mij en de Minister van BZK «de plannen van de NLPO voor een
dergelijke pilot te valideren en om te onderzoeken of, en zo ja, hoe wij de plannen
van de NLPO voor een pilot met verschillende streekomroepen binnen de huidige budgettaire
kaders van BZK en OCW kunnen faciliteren».
Het tweede deel van de motie verzoekt het kabinet te onderzoeken of wij de plannen
van de Stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroepen (hierna: NLPO) voor een pilot
met streekomroepen binnen de huidige budgettaire kaders van BZK en OCW kunnen faciliteren.
Inmiddels is duidelijk dat dit binnen de huidige budgettaire kaders van BZK en OCW
niet mogelijk is.
Tegelijkertijd gelooft het kabinet in het belang van lokale publieke omroepen en de
kansen die verdere samenwerking tussen regionale en lokale publieke omroepen biedt
voor het vergroten van de kwaliteit en professionaliteit van lokale journalistiek.
Ik kondig daarom in mijn Kamerbrief «Visie toekomst publiek omroepbestel: waarde voor
het publiek» (hierna: visiebrief) aan dat het kabinet incidenteel € 15 mln. in totaal
voor de jaren 2019–2021 beschikbaar zal gaan stellen voor verdere versterking van
deze samenwerking tussen regionale en lokale publieke omroepen. De benodigde dekking
wordt deze zomer binnen de bestaande budgettaire kaders ingepast en verwerkt in de
Miljoenennota.5
In de visiebrief staat tevens dat een deel van dit bedrag wordt aangewend voor de
pilot rond streekomroepen, conform de motie Sneller c.s. Dit omdat het kabinet erkent
dat de vorming van streekomroepen bij kan dragen aan de professionalisering van het
lokale omroepveld. Ik acht het van belang om nogmaals te benadrukken dat het primaire
doel hierbij niet is om noodlijdende omroepen overeind te houden. De bekostigingsverantwoordelijkheid
voor lokale publieke omroepen ligt bij gemeenten.
Het eerste deel van de motie Sneller c.s. verzoekt het kabinet de pilotplannen van
de NLPO te valideren. Daar heeft het kabinet ten dele uitvoering aan kunnen geven.
In het pilotvoorstel dat door de NLPO op 16 maart 2018 aan OCW en BZK is aangeboden,
staan 16 streken gedefinieerd als «pilot-streken». In die streken zijn echter tientallen
lokale publieke omroepen actief die door het Commissariaat voor de Media zijn aangewezen
voor het verzorgen van media-aanbod in de meer dan 70 gemeenten in die streken. De
16 «pilot-streken» lijken daarmee niet altijd samen te vallen met één streekomroep.
Dat maakte het verkrijgen en analyseren van de juiste financiële gegevens lastig.
Op basis van analyse van gevalideerde jaarrekeningen van de lokale publieke omroepen
die in de 16 «pilot-streken» actief zijn, concludeer ik dat in sommige gevallen er
sprake is van een financieel zorgelijke situatie, maar in veel gevallen ook niet.
Gelet op de visiebrief waarin het kabinet middelen voor de pilot rondom streekomroepen
conform de motie van het lid Sneller c.s. (Kamerstuk 35 000 VIII, nr. 132) aankondigt, ga ik, in overleg met de Minister van BZK, de NLPO en de VNG, bezien
hoe de middelen voor de pilot rond streekomroepen het beste kunnen worden ingezet
conform de motie Sneller c.s. in samenhang met de subsidieregeling voor regionale
omroepen. Ik zal uw Kamer informeren over de uitwerking van de inzet van deze middelen.
Een afschrift van deze brief stuur ik aan de RPO en NLPO.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media