Brief regering : Stand van zaken van de twee nieuwe regelingen Sport die per 1 januari zijn ingegaan
30 234 Toekomstig sportbeleid
Nr. 216
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juni 2019
In het Wetgevingsoverleg Sport van november jongstleden heb ik u toegezegd om u voor
het Algemeen Overleg Sport te informeren over de stand van zaken van de twee nieuwe
regelingen Sport die per 1 januari zijn ingegaan (Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 113).
De Subsidieregeling Bouw en Onderhoud Sportaccommodaties en Sportmaterialen kent momenteel
839 aanvragen voor een totaalbedrag van 51,5 miljoen euro. Het verloop van de uitputting
is volgens verwachting en inmiddels hebben al ruim 200 aanvragers de middelen ter
beschikking. Deze regeling is voor sportverenigingen en niet winst beogende eigenaren
van sportaccommodaties anders dan gemeenten. Ik ben dan ook verheugd om te zien dat
de sportverenigingen zeer tevreden zijn met het gemak waarmee zij een aanvraag in
kunnen dienen.
De aanvraagtermijn voor de Specifieke Uitkering Stimulering Sport voor gemeenten is
op 1 juni gesloten. Ik ben zeer tevreden met het resultaat dat 346 van de 355 gemeenten
een aanvraag hebben ingediend. Zij hebben in totaal voor een bedrag van 228 miljoen
euro aangevraagd.
Ik heb bij het opstellen van de regeling deze in overleg met de gemeenten zo ingestoken
dat de gemeenten hebben kunnen inventariseren wat volgens hen de met btw belaste kosten
zijn die zij voor sport hebben. Het gaat dan om de kosten die niet via btw teruggaaf
of het btw compensatiefonds zijn te compenseren.
Hiermee heb ik een gelijk speelveld willen creëren tussen de gemeenten die eerder
btw vrijgesteld of btw belast sportaccommodaties ter beschikking hebben gesteld.
Momenteel ben ik met mijn collega, de Staatssecretaris van Financiën, de aanvragen
aan het analyseren. Wij verwachten u eind van de zomer te kunnen informeren over de
uitkomsten.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg