Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Raemakers, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 16 april 2019, over het bericht ‘Veel ziekenhuiszorg heeft geen enkel nut’
29 248 Invoering Diagnose Behandeling Combinaties (DBCs)
Nr. 317
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juni 2019
Eind februari heb ik u een brief1 gestuurd over het plan van aanpak van het recentelijk gestarte programma Zorgevaluatie
en Gepast Gebruik. Met deze brief heb ik u meegenomen in de doelstellingen van het
programma, welke problemen het programma beoogt aan te pakken en de ambities van de
partijen van het Hoofdlijnenakkoord Medisch-Specialistische Zorg 2019–2022 om zorgevaluatie
en gepast gebruik van zorg naar een hoger plan te tillen. Ook heb ik in deze brief
aangegeven waar wat mij betreft de focus van het programma de komende jaren dient
te liggen om tot effectieve resultaten te komen. Op korte termijn leveren de partijen
van het Hoofdlijnenakkoord het plan van aanpak voor het meerjarenprogramma op. U ontvangt
mijn reactie hierop na de zomer.
In het artikel «Veel ziekenhuis zorg heeft geen enkel nut» in de Volkskrant van 14 april
geeft de kwartiermaker van het programma een nadere toelichting op het programma en
de ambities van partijen. In het artikel benoemt de kwartiermaker diverse aspecten
van de probleemanalyse en geeft hij inzicht in hoe partijen gezamenlijk willen toewerken
naar een systeem waarin het evalueren van zorg veel meer dan nu is ingebed in de (zorg)praktijk
van alledag.
Zowel het programma als ook het artikel in de Volkskrant hebben diverse reacties opgeroepen.
Ook heeft uw Kamer mij verzocht voor de begrotingsbehandeling te informeren over het
programma2.
Het programma heeft als doel om alle partijen in de zorg (zorgverleners, zorgaanbieders,
zorgverzekeraars, patiënten, overheid) te verbinden aan een afgestemde kwaliteitscyclus
van agenderen, evalueren en het implementeren van zinnige zorg. Het is van belang
dat de zorgsector op grotere schaal gaat onderzoeken welke behandelingen, geneesmiddelen
en technologie wel of niet van toegevoegde waarde zijn, voor welke patiënt en tegen
welke kosten. Het is belangrijk dat zorg in het basispakket hiertoe op grote schaal
wordt onderzocht. Met de inzet op meer en meer continue evaluatie van zorg wordt een
bijdrage geleverd aan de kwaliteit van zorg en de beheersing van de zorgkosten.
Om dit te bereiken beoogt het programma een proactieve leer- en verandercultuur tot
stand te brengen, waarbij alle partijen in de zorg over vijf jaar vanuit de dagelijkse
zorgverlening direct bijdragen aan de benodigde kennis of behandelingen wel of geen
nut hebben voor de patiënt. En waarbij alle partijen er ook voor zorgen dat ze deze
kennis in de praktijk brengen.
Ik hecht er waarde aan te benadrukken dat het belangrijk is om het vraagstuk wat zinnige
zorg is, genuanceerd te blijven benaderen. Het programma heeft niet als doel om een
concrete lijst op te leveren van behandelingen die kunnen worden geschrapt uit het
basispakket. Het is in veel gevallen niet zo dat zwart op wit is te zeggen welke behandelingen
altijd of nooit effectief zijn. Een behandeling die voor de ene patiëntgroep niet
werkt, kan voor een andere groep wel weer werken. Wat wel essentieel is, is dat er
bij alle nieuwe en bestaande zorg grondig onderzoek wordt gedaan naar de effectiviteit
als deze onvoldoende bekend is. Minstens net zo belangrijk is om als eenmaal bekend
is welke behandelingen voor welke patiënten zinnig zijn en welke behandelingen voor
welke patiënten niet, dat dit ook daadwerkelijk leidt tot aanpassingen in de dagelijkse
praktijk. Concrete acties die de veldpartijen vanuit het programma vanaf 2020 bijvoorbeeld
zullen inzetten zijn:
• De implementatie van uitkomsten uit reeds afgerond evaluatieonderzoek (zoals die uit
het ZonMw Doelmatigheidsonderzoeksprogramma) aanjagen en monitoren
• Het ontwikkelen en onder de aandacht brengen van tools en spiegelinformatie voor alle
partijen om tot betere implementatie te komen
• Zorgen dat er vanaf 2020 elk jaar een groeiend aantal zorgevaluatiestudies van start
gaat, met steeds kortere voorbereidingstijd.
Het evalueren van zorg vergroot de effectiviteit van de geleverde behandelingen en
voorkomt dat we onnodig gebruik maken van schaarse middelen.
Het programma Zorgevaluatie en Gepast Gebruik draagt op die manier bij aan de betaalbaarheid
van de zorg en de arbeidsmarktproblematiek. Het gaat hier om de juiste, effectieve
zorg, op de juiste plek en voor de juiste patiënt. Over de voortgang van de bredere
beweging van «De juiste zorg op de juiste plek» zal ik u voor de zomer informeren.
Ik ben positief over de constructieve samenwerking die de partijen van het Hoofdlijnenakkoord
rond dit ingewikkelde vraagstuk met elkaar zijn aangegaan en ik kijk uit naar de meerjarenplannen
die partijen, waaronder VWS, nu gezamenlijk afronden om daarna concreet mee aan de
slag te gaan.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg