Brief regering : Technologie en ondernemerschap; de hoogste tijd voor een nieuwe impuls
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 374
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2019
Nederland staat op een tweesprong. Nieuwe technologieën bieden ongekende kansen om
ons dagelijks leven te verbeteren en te bouwen aan een toekomstbestendige economie,
waar iedereen aan kan deelnemen. Innovatieve startups en scale-ups spelen daarbij
een belangrijke rol. Tegelijkertijd is het niet vanzelfsprekend dat de kansen worden
benut. We hebben een unieke mogelijkheid om deze kansen te verzilveren. Dat gaat niet
vanzelf en vergt een extra inspanning met bijzondere aandacht voor doorgroei van innovatieve
bedrijven.
Deze brief is een vervolg op de brief «Stand van zaken startup en scale-up beleid»
van 21 december 2018 over de maatregelen die dit kabinet neemt voor startups en scale-ups.
Hierin heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de nieuwe aanpak van StartupDelta
in het startupbeleid vanaf 1 juli 2019. In deze brief zal ik ingaan op de rijksbrede
ambitie van het kabinet, wat er op basis van verschillende analyses nodig is en welke
maatregelen het kabinet neemt om het klimaat voor startups en scale-ups te verbeteren.
1. Nederland als wereldspeler
In de brief van 21 december 2018 heb ik toegelicht waarom een sterk ondernemersklimaat
voor startups en scale-ups belangrijk is voor economische groei en het oplossen van
maatschappelijke vraagstukken, zoals de klimaat- en energieopgave.1 Er wordt ook wel gesproken over een «vierde industriële revolutie»2 gedreven door technologische ontwikkelingen, die niet alleen de manier waarop we
ons geld verdienen, maar alle aspecten van onze samenleving ingrijpend zullen veranderen.3 Denk bijvoorbeeld aan toepassingen van biotechnologie op landbouw om grootschalige
voedselproductie te organiseren. Of in de gezondheidszorg, waar kunstmatige intelligentie
kan bijdragen aan betere preventie en medische diagnostiek.
Internationaal is technologie steeds meer een onderdeel van een bewuste geopolitieke
strategie om invloed en macht te vergroten. Onze toekomstige welvaart, welzijn en
technologische autonomie worden bepaald door hoe wij omgaan met de kansen, die nieuwe
technologieën bieden. En hoe wij omgaan met eventuele negatieve aspecten. Er zijn
nog nooit zoveel technologische oplossingen binnen handbereik geweest voor onze maatschappelijke
uitdagingen, maar de concurrentie met andere landen, waar overheden actief mee investeren
is ook nog nooit zo sterk geweest. De enorme bedragen die landen als de VS en China
– maar ook buurlanden als Duitsland en Frankrijk4 – investeren in sleuteltechnologieën zijn moeilijk te evenaren. Als we kijken naar
de top-20 grootste technologie bedrijven ter wereld, dan zien we dat de VS en China
domineren met digitale platformbedrijven, zoals Apple, Amazon, Google, Microsoft,
Facebook, Tencent en Alibaba.5 Het grootschalige gebruik van digitale kanalen gebouwd en gehost door grote Amerikaanse
en Chinese technologiebedrijven, brengt nieuwe vraagstukken met zich mee op het gebied
van veiligheid, datagebruik, ethiek en privacy.
Door gericht te kiezen en slim te investeren in cruciale en vitale technologieën kan
Nederland op een aantal technologiegebieden voorop blijven lopen. In de brief over
het missiegedreven innovatiebeleid die ik op 26 april jl. aan uw Kamer heb gestuurd,
heb ik een aanpak aangekondigd voor grote onderzoeksprogramma’s in sleuteltechnologieën.
Excellent onderzoek met aandacht voor kennisbenutting en marktcreatie is de basis
waarop we voortbouwen. Hier een succes van maken door technologiebedrijven voort te
brengen, waarmee we autonomie ten aanzien van onze normen, waarden en welvaart kunnen
houden, is de volgende stap. Daar is ondernemerschap voor nodig en de ambitie en om
de beste te willen zijn. Startups en scale-ups spelen hier een grote rol, want de
succesvolle scale-ups van vandaag zijn de wereldspelers met maatschappelijke impact
van morgen.6
Ambitie
Een sterk klimaat voor startups en scale-ups is cruciaal voor de aanwas en doorgroei
van technologiebedrijven. Daarom staat het kabinet achter de ambitie, dat het Nederlandse
startup en scale-up ecosysteem zich ontwikkelt tot één van de vijf sterkste ecosystemen
ter wereld en het sterkste binnen Europa. In de op 9 mei jl. uitgebrachte internationale
ranglijst is het Nederlandse ecosysteem wereldwijd gestegen van de 19e naar de 15e positie en binnen Europa op de 5e positie blijven staan7. De stijging wordt gedreven door de groei van het aantal startups, de groei van investeringen
in startups en enkele grote «exits». Ondanks dat Nederland met een stijging van 4
plaatsen de snelste stijger binnen deze ranglijst is, ligt er nog een stevige uitdaging
om onze top-5 ambitie te realiseren.
2. Analyse; waar is Nederland sterk en waar kan het beter?
Om te groeien hebben startups toegang tot talent, kapitaal, markten, kennis en de
overheid nodig. In eerdere kamerbrieven8 is aangegeven welk beleid is gevoerd om de toegang te verbeteren en wat in de uitvoering
hiervan o.a. met inzet van StartupDelta is bereikt. Het meest recent heb ik u geïnformeerd
in mijn brief «Stand van zaken startup en scale-up beleid».9 Hierin heb ik aangeven dat er in Nederland relatief veel startups zijn, maar dat
er relatief weinig startups doorgroeien tot scale-ups
en vervolgens tot grote bedrijven met maatschappelijke en economische impact. Hierdoor benutten we onze mogelijkheden
onvoldoende en scoren we lager in de Genome ranglijst dan je zou verwachten op basis
van de aanwas van startups.
Gebrekkige toegang tot technisch en digitaal talent, tot financiering in de vroege
fase en de latere fases zijn belangrijke knelpunten die Nederlandse startups ervaren.
Daarnaast hebben Nederlandse startups in vergelijking met startups uit het buitenland
minder toegang tot de netwerken waarmee de internationale mogelijkheden verwezenlijkt
kunnen worden. Nederlandse startups en scale-ups ervaren de volgende groeiuitdagingen:
Het vinden van personeel («talent»)
Het is voor startups moeilijk om personeel met digitale en technische vaardigheden
te vinden en aan te trekken. Binnen Europa is Nederland het land waarin vacatures
voor software-ontwikkelaars het moeilijkst in te vullen zijn. In Nederland staat 46%
van de vacatures voor een software-ontwikkelaar langer dan 60 dagen open.10
Ten opzichte van andere bedrijven is het voor startups en scale-ups extra moeilijk
om personeel aan te trekken, omdat zij vaak geen hoge, vaste salarissen kunnen betalen.
Voor hen is het nodig om mensen te motiveren om voor hen te gaan werken, door personeel
te laten meedelen in succes.
Het aantrekken van kapitaal
Voor startups en scale-ups is het nodig om voldoende kapitaal aan te kunnen trekken
om te kunnen groeien. Ondanks dat de beschikbaarheid van kapitaal de laatste jaren
in Nederland sterk is verbeterd, is het in bepaalde levensfases lastig om financiering
aan te trekken. Dit is voor startups zo in de vroege fase, waarin het risico voor
veel private investeerders nog te groot is en voor scale-ups in de late fases, omdat
er in Nederland weinig grote fondsen zijn die forse bedragen over een langere periode
kunnen financieren.11 Dit is met name een belemmering voor startups en scale-ups die actief zijn op het
terrein van sleuteltechnologieën12. Scale-ups in deze sector zijn vaak kennis- en kapitaalintensief en hebben daardoor
meer tijd en middelen nodig om een technologie naar de markt te brengen. Ook vereist
de beoordeling van het economische potentieel van deze bedrijven gespecialiseerde
kennis van de investeerders. Een ander punt van aandacht is dat in Nederland investeringsrondes
niet altijd goed op elkaar aansluiten door het gefragmenteerde financiële landschap.
Het omzetten van kennis in ondernemerschap
Nederland is goed in het ontwikkelen van hoogwaardige kennis. Internationaal scoren
we daar hoog in. De afgelopen jaren is vanuit het rijk en de regionale samenwerkingspartners
geïnvesteerd in versterking van de valorisatie-infrastructuur, zodat deze kennis ook
wordt benut en maatschappelijke en economische impact genereert. Daarbij is o.a. gewerkt
aan een ondernemende cultuur binnen de kennisinstellingen. Studenten en onderzoekers
worden vanuit de Knowledge Transfer Offices (KTO’s) van de kennisinstellingen geholpen
bij kennisoverdracht naar bestaande bedrijven of bij het opbouwen van een onderneming
en het vinden van de juiste partners en financiers. In de brief over de evaluatie
van het valorisatieprogramma is aangegeven dat een flinke slag is gemaakt.13 Tegelijkertijd is duidelijk dat er meer inspanningen nodig zijn om samenwerking tussen
bedrijfsleven, investeerders en kennisinstellingen te versterken, de KTO’s te professionaliseren
en te werken aan versterking van de positie van valorisatie als volwaardige kerntaak
van de universiteiten (naast onderzoek en onderwijs).
Internationale netwerken en markten
Met een sterk netwerk is het makkelijker om een onderneming te starten, om klanten,
partners en investeerders te vinden en om goed gebruik te maken van de geboden ondersteuning.
Het Nederlandse ecosysteem is één van de best verbonden ecosystemen.14 De relaties tussen ondernemers, investeerder en adviseurs zijn goed ontwikkeld. Dit
helpt startups in hun groei tot op zekere hoogte. De Nederlandse markt is beperkt,
dus om verdere groei te realiseren is het voor startups noodzakelijk om al in een
vroeg stadium internationaal actief te zijn. Hiervoor hebben startups contacten met
buitenlandse klanten, partners of investeerders nodig. Onderzoek toont aan dat startups
met een sterk internationaal netwerk sneller groeien.15 Tegelijkertijd blijkt dat Nederlandse startups en scale-ups voor wat betreft het
internationale netwerk achterblijven ten opzichte van buitenlandse startups. De Hertie
School of Governance adviseert Nederland om naast de generieke maatregelen om het
ecosysteem te versterken, met een nationaal groeiprogramma de doorgroei van scale-ups
tot innovatieve koplopers te stimuleren.16 Daarnaast liggen er kansen binnen de internationaliseringsagenda en netwerken van
de topsectoren.
3. Rijksbrede aanpak voor startups en scale-ups
Het beleid voor startups en scale-ups bestaat uit maatregelen die het ecosysteem op
verschillende gebieden versterken. Ieder ministerie heeft – vaak in samenwerking met
een ander ministerie – een verantwoordelijkheid in het realiseren van de top-5 ambitie.
Het kabinet heeft de afgelopen jaren al veel bereikt. Door ons financieringsinstrumentarium
is meer risicokapitaal beschikbaar gekomen. Met StartupDelta is een impuls gegeven
aan het verbinden van initiatieven en het internationaal beter op de kaart zetten
van Nederland. Gezien de uitdagingen die er nog liggen om de ambitie te bereiken,
is het tijd voor een stevige impuls. Het Kabinet zal de komende tijd een aantal maatregelen
treffen, met name om de knelpunten voor doorgroei op te lossen:
Het vinden van personeel («talent»)
Van leerlingen wordt verwacht dat zij actuele kennis en vaardigheden ontwikkelen.
Daarom wordt door leraren, schoolleiders en andere onderwijsprofessionals vanuit Curriculum.nu
gewerkt aan een toekomstgericht en samenhangend curriculum. Digitale geletterdheid
is één van de ontwikkelgebieden en behoort tot de basis die een leerling nodig heeft
om te kunnen functioneren in de samenleving. Digitale geletterdheid omvat een brede
kijk op digitale vaardigheden, zoals ICT basisvaardigheden, mediawijsheid en informatievaardigheden.
In het kader van de recent gelanceerde digitaliseringsagenda primair en voortgezet
onderwijs17 gaan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en ik, samen met de PO-Raad,
VO-Raad18 en Kennisnet in gesprek met het bedrijfsleven. Inzet is om publiek-private samenwerking
tussen onderwijs en bedrijfsleven te bevorderen, onder meer bij het versterken van
digitale vaardigheden bij leerlingen en leraren.
Het kabinet is zich bewust van de sterke groei van instroom van studenten bij technische
opleidingen in het hoger onderwijs (die heeft geleid tot een «numerus fixus» bij bepaalde
opleidingen). Het advies van de adviescommissie bekostiging hoger onderwijs en onderzoek
(commissie Van Rijn) aan de Minister van OCW betreft de herziening van de bekostiging
hoger onderwijs en onderzoek, waaronder knelpunten in bekostiging van het bèta en
technisch onderwijs. Uw kamer zal voor de zomer de kabinetsreactie hierop ontvangen.
Zelfs als alle studenten in Nederland vanaf nu technisch of digitaal opgeleid worden,
dan nog is er niet genoeg personeel om de huidige vacatures op te vullen. Naast de
diverse maatregelen om krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken19, kan talent ook van buiten de landsgrenzen worden aangetrokken. De Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid (SZW), de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (JenV)
en ik zullen daarom in pilotvorm een verblijfsregeling creëren voor essentiële personeelsleden
van een startup, afkomstig van buiten de EU. Uw Kamer zal hier binnenkort over worden
geïnformeerd via een separate brief. Ons doel is om deze regeling voor de zomer van
2020 in werking te laten treden. Een andere maatregel die wordt genomen door de Minister
van SZW, is de vrije toegang tot de arbeidsmarkt voor partners van buitenlandse zelfstandigen,
die waarschijnlijk begin 2020 gerealiseerd zal zijn. Dankzij deze regelingen wordt
Nederland een aantrekkelijkere vestigingsplaats voor startup ondernemers en internationaal
talent dat voor startups wil werken.
Samen met de Staatssecretaris van Financiën heb ik de verkenning van aanpassing van
de fiscale regeling voor aandelenopties opgepakt. Reden voor deze verkenning is dat
de belastingheffing in de huidige regeling plaatsvindt op het moment dat de aandelenoptie
wordt uitgeoefend, terwijl er sprake kan zijn van incourante aandelen en er ook niet
altijd liquide middelen voorhanden zijn om aan de belastingheffing te voldoen. Doel
is te komen tot een regeling, waarbij het moment van belastingheffing wordt verplaatst
van het moment van uitoefenen van de aandelenopties, naar het moment van vervreemding
van de met de aandelenopties verkregen aandelen. Dit zou het voor talent aantrekkelijker
moeten maken om voor een startup of scale-up te werken. De aanpassing van de regeling
wordt uitgewerkt en opgenomen in een wetsvoorstel met als streven een inwerkingtredingsdatum
op 1 januari 2021. De regeling wordt onder meer getoetst op budgettaire gevolgen,
Europeesrechtelijke aspecten en uitvoerbaarheid.
Het aantrekken van kapitaal
Een goede toegang tot durfkapitaal voor de vroege fase is zowel van belang voor de
mogelijkheden van startups om te kunnen groeien als voor het vestigingsklimaat voor
startups in Nederland.
De evaluaties van diverse risicokapitaalinstrumenten die onlangs zijn uitgevoerd laten
zien dat de toegang tot kapitaal door de overheidsinterventies in de vroege fase succesvol
zijn geweest.20Omdat er nog steeds onvoldoende toegang tot kapitaal lijkt te zijn in de vroege fase
en in het licht van initiatieven in omringende landen om durfkapitaal te stimuleren,
zal ik breed verkennen of er nog aanvullende acties mogelijk zijn om in deze fase
durfkapitaal te stimuleren. Het kabinet kiest hierbij niet voor een fiscale regeling,
omdat deze gepaard zal gaan met hoge kosten als deze een brede toepassing kent of
problematisch is in de uitvoering als deze wordt beperkt tot een kleine doelgroep.
Het kabinet blijft de stimulering van durfkapitaal in het buitenland in de komende
jaren volgen. De Staatssecretaris van Financiën en ik hebben StartupDelta gevraagd
om ons actief te voorzien van informatie hierover.
Om beschikbaarheid van kapitaal in de latere fases te vergroten, werkt het kabinet
aan de oprichting van Invest-NL. Invest-NL zal onafhankelijk zijn en zelf het investeringsbeleid
bepalen. Het kabinet is in gesprek met Invest-NL om te bezien of fondsvorming voor
ondernemingen op het gebied van sleuteltechnologieën kan worden bevorderd. Daarnaast
is vanuit de topsector HTSM is het initiatief genomen voor het opzetten van een investeringsfonds
voor scale-ups.
Dit najaar zal ik in de SEED-capital regeling een tender organiseren voor duurzaamheid
fondsen21. Hiervoor zal ik € 20 miljoen beschikbaar stellen. Deze tender zal complementair
zijn aan de activiteiten die Invest-NL als zij actief wordt op dit terrein gaat ontplooien.
Ook voor de toegang tot kapitaal is het van belang dat iedereen eerlijke kansen heeft.
Het aantal startups onder leiding van een vrouw die financiering krijgen is laag22. In de beantwoording van de vragen23 d.d. 5 april 2019 hebben de Minister van OCW en ik daarom toegezegd verder onderzoek
te laten doen naar het aantal aanvragen en afwijzingen omtrent investeringsfondsen.
Ook zal er aandacht zijn voor hoe diversiteit van de investeringscommissies van de
overheid kan worden vergroot. Op de Global Entrepreneurschip Summit (GES 2019) zal
een evenement georganiseerd worden, waarin dit onderwerp over het voetlicht wordt
gebracht.
Het omzetten van kennis in ondernemerschap
In de beleidsreactie op de evaluatie van het Valorisatieprogramma hebben de Minister
van OCW en ik aangegeven dat kennisoverdracht en benutting van kennis onverminderd
belangrijk is. Daarbij is aangegeven dat in het beleid voor onderzoek en innovatie
meer aandacht wordt besteed aan impact. Twee voorbeelden hiervan zijn de Nationale
Wetenschapsagenda, die kennis teruggeeft aan de maatschappij, en het nieuwe missie
gedreven topsectoren- en innovatiebeleid. In dit nieuwe missie gedreven topsectoren-
en innovatiebeleid wordt expliciet aandacht besteed aan marktcreatie, kennisbenutting
in de kennis- en innovatie agenda’s en het betrekken van startups en scale-ups.
De eerdergenoemde commissie Van Rijn is gevraagd om de Minister van OCW te adviseren
over onderzoeksbekostiging van universiteiten in relatie tot onderzoeksinspanningen,
wetenschappelijke kwaliteit en impact.
Daarnaast ondersteunen de Minister van OCW en ik kennisbenutting en impact met specifieke
instrumenten, zoals de «Thematische Technology Transfer» (TTT) regeling (verwijzing
brieven 11 en 21 december 2018). De regeling is op 1 februari 2019 gepubliceerd. De
mogelijkheid om aanvragen in te dienen sluit op 3 juni a.s. Op basis van de ervaringen
die met de eerste tranche zijn opgedaan, is het kabinet bereid om te bezien of een
uitbreiding van de regeling met een tweede tranche wenselijk is.
Er is een beweging gaande, waarbij kennisinstellingen zelf ambitie tonen om te investeren
in versterking van de valorisatie-infrastructuur. Dit is een positieve ontwikkeling,
die de Minister van OCW en ik omarmen. Wij zullen over ontwikkelingen in dit kader
in gesprek blijven met de kennisinstellingen.
Op 20 februari jl. hebben de vereniging van universiteiten (VSNU) en NFU, de federatie
van universitair medische centra (UMC’s), een brief aan de Tweede Kamer gestuurd met
de titel «valorisatie met ambitie», waarin zij aangeven welke initiatieven zij nemen.
Hieruit blijkt dat de universiteiten en UMC’s deze oproep met veel inzet oppakken.
Een concreet initiatief dat dit voorjaar is gestart is de ontwikkeling van een zogenaamde
«sciencefinder» waarin StartupDelta met de 4TU, TNO, NWO en binnenkort ook met de
VNSU samenwerkt, gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
(EZK). Het doel daarvan is om voor bedrijven inzichtelijk te maken waar binnen de
kennisinstellingen relevante kennis aanwezig is. Het draagt daarmee bij aan de samenwerking
tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen.
Betere dienstverlening overheid
Er zijn veel publieke instrumenten (regionaal, nationaal en Europees), die startups
en scale-ups zouden kunnen helpen met groei. Om deze bedrijven beter hun weg te laten
vinden heb ik de Fastlane pilot gestart bij de Rijksdienst voor Ondernemerschap (RVO.nl).
Hierin zal RVO.nl proactief zoeken naar startups en scale-ups, die potentie hebben
om internationale markten te gaan bedienen. Bedrijven worden gescout middels data-analyse,
via het organiseren van bijeenkomsten op de hubs en interne doorverwijzing. De groeikans
van de scale-up wordt als basis genomen en vervolgens wordt gekeken hoe betere dienstverlening
vanuit de overheid deze groei kan ondersteunen en versnellen. Deze pilot geeft inzicht
waar kansen en/of knelpunten zijn in de doorgroei van Nederlandse startups en scale
ups en hoe RVO.nl daarbij kan faciliteren.
Het kabinet draagt er zorg voor dat we als overheid niet alleen startups ondersteunen,
maar ook steeds meer met ze samenwerken. Het gaat hierbij om nieuwe manieren van samenwerken
met de markt, wetenschap én met startups. Het Startup in Residence (SiR) programma
is een nieuwe werkwijze, waarbij een overheidsorganisatie interactief de samenwerking
met startups aangaat om maatschappelijke (beleids)vraagstukken op te lossen. Na de
zomer start een interbestuurlijk SiR programma, waarbij EZK, het Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(BZK) en de gemeente Den Haag gezamenlijk een aantal randvoorwaarden en oproepen voor
op te lossen vraagstukken organiseren, zodat er een efficiëntieslag kan plaatsvinden
en we beter gebruik kunnen maken van elkaars ervaringen en netwerken. Voorbeelden
hiervan zijn een training voor ambtenaren in de manier van werken van startups en
de recent door de Staatssecretaris van BZK afgeronde pilot «Aanbesteden op 3 A4»,
waarmee het programma toegankelijker gemaakt wordt voor startups.
Andere voorbeelden waarbij de overheid gebruik maakt van de werkwijze van startups,
zijn het Innovatiebudget en de Digicampus onder de Agenda Digitale Overheid24. Met het Innovatiebudget wordt onder coördinatie van de Staatssecretaris van BZK
€ 18 miljoen geïnvesteerd van 2019 tot en met 2021 in innovatieve oplossingen voor
de digitale overheid. De Digicampus is een initiatief waarbij overheid, wetenschap
en bedrijfsleven samen oplossingen creëren en uitproberen voor vraagstukken op het
gebied van de digitale samenleving. Startups hebben in deze samenwerking een belangrijke
plek om buiten de gebaande paden, in een regelvrije ruimte in gesprek te gaan, te
experimenteren en nieuwe kennis te ontwikkelen. Hierdoor kan de overheid op een innovatieve
manier blijven werken aan een digitaliserende samenleving.
Internationale netwerken en markten
Het kabinet werkt aan betere toegang voor Nederlandse startups en scale-ups tot internationale
netwerken, kapitaal, talent en markten. De handels- en innovatie-afdelingen van de
posten in het buitenland helpen startups en scale-ups aan toegang tot zogenoemde startup-
en scale-up-hubs. En binnen Nederland kunnen startups en scale-ups zich oriënteren
op buitenlandse markten bij de business development coaches met landenexpertise van RVO.nl.
Slecht 13,4% van de internationaal actieve Nederlandse ondernemers is vrouw.25 Samen met de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS)
wil ik vrouwelijke oprichters van startups en scale-ups stimuleren om internationaal
actief te worden, o.a. door het zichtbaar maken van vrouwelijke rolmodellen.
Begin dit jaar zijn zes prioritaire, internationale, grootstedelijke gebieden («hubs»)
geïdentificeerd, waar Nederlandse startups en scale-ups goed zouden kunnen opschalen.
Het gaat om San Francisco/Los Angeles, New York/Boston, Singapore, Berlijn, Parijs
en Londen. In deze gebieden worden lokale netwerken ontsloten, om Nederlandse startups
en scale-ups in contact te brengen met voor hen interessante partijen, zoals mentoren,
potentiële samenwerkingspartners of klanten. Waar dat nog niet is gebeurd, worden
in deze prioritaire hubs uiterlijk in 2020 zogenoemde startup liaison officers aangesteld. StartupDelta zal hen actief voorzien van informatie over de kansen en
behoeften van Nederlandse startups in deze hubs op de gebieden kapitaal, talent en
markten. Reguliere handels- en innovatiemissies en gespecialiseerde missies naar strategische
startupbeurzen in het buitenland blijven bestaan.
Om de netwerken tussen Nederland en Silicon Valley (San Francisco) te versterken neemt
het kabinet een aantal maatregelen. Zo heeft de Minister van BHOS heeft eind maart
samen met de VSNU en het Consulaat-generaal het initiatief «Holland in the Valley»
gelanceerd. Hiermee wordt Nederlandse topstudenten de mogelijkheid geboden om stages
te lopen bij Nederlandse bedrijven in Silicon Valley. Tot slot organiseren de VSNU,
AcTI en StartupDelta een competitie voor academische startups, genaamd «10 pioneering
innovations from Science». Hierbij wordt aangesloten op een recent initiatief van
de EU. Ik ondersteun de competitie door de prijswinnaars een groeiprogramma in de
VS te laten doorlopen. Tijdens de Global Entrepreneurship Summit (GES) op 4 en 5 juni
in Den Haag zal ik de winnaars een podium geven.
Samen met de Minister van BHOS heb ik een zogenoemde Dutch Spirit Branding voor startups ontwikkeld. Deze branding positioneert Nederland als een aantrekkelijk ecosysteem voor buitenlandse startups,
investeerders en technisch talent. Tegelijkertijd brengt het veelbelovende Nederlandse
startups en scale-ups onder de aandacht in het buitenland. Voor deze branding is een
toolkit met promotiemateriaal ontwikkeld. Op de Innovation Expo tonen we tweejaarlijks
de Nederlandse innovatiekracht in duurzame, slimme en sociale doorbraken voor de maatschappelijke
uitdagingen waar we nu en in de toekomst voor komen te staan.
Ook de topsectoren hebben een internationaliseringsstrategie gericht op het aantrekken
van talent, innovatiesamenwerking, export en/of acquisitie. Daarnaast bieden de topsectoren
ook een ingang tot een Internationaal netwerk voor de Nederlandse bedrijven. Daarin
wordt in het vervolg explicieter aandacht aan startups en scale-ups besteed.
De Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) houdt zich bezig met het aantrekken
van buitenlandse bedrijven naar Nederland. Zoals aangekondigd in de brief van de Minister
van EZK over de bijdrage van buitenlandse bedrijven aan onze economie26, werkt de NFIA op dit moment in het kader van «Invest in Holland» samen met haar
regionale partners (steden en Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen) aan een nieuwe
acquisitiestrategie voor de periode 2020–2025. Hierbij wordt ook gekeken op welke
wijze startups, scale-ups en buitenlandse investeringsfondsen een mogelijk onderdeel
van deze strategie kunnen zijn. In de uitwerking wordt aansluiting bij en samenwerking
met de Topsectoren en StartupDelta gezocht.
Vervolg op StartupDelta
Om de ambities waar te maken, is een stevige impuls nodig. Het kabinet ziet hier een
taak voor StartupDelta. Constantijn van Oranje heeft aangegeven dat hij zich ook na
medio 2019 als «special envoy» wil blijven inzetten voor de versterking van het klimaat
voor startups en scale-ups. Gelet op de ervaringen in de eerdere periodes gaat het
om een aanpak die niet alleen gericht is op de fase waarin een startup begint, maar
vooral gericht is op doorgroei: van startups naar scale-ups en van scale-ups naar
bedrijven met een grote maatschappelijke en economische impact. Op basis van de analyse
van het Nederlandse startupecosysteem zal de nadruk liggen op de thema’s kapitaal,
talent en markt in relatie tot snelle groei. Technologie speelt een belangrijke rol
in de groeipotentie van deze bedrijven. Belangrijk is dat daarbij rekening wordt gehouden
met de mogelijkheid dat iedereen in de maatschappij kan aansluiten op deze ontwikkeling
en dat er aandacht is voor de negatieve aspecten van technologie. Bij deze nieuwe
focus past een nieuwe naam: TechLeap.NL.
4. TechLeap.NL als motor voor groei
TechLeap.NL wordt door het kabinet gezien als een logische partij om het voortouw
te nemen in het versterken van de Nederlandse startup en scale up ecosysteem. Daarom
zal het kabinet TechLeap.NL in staat stellen om de inzet te vergroten; op het verbinden
en activeren van regionale en nationale partijen, op het aantrekken van internationale
partijen en op het promoten van Nederland in het buitenland. Het programma van TechLeap.NL
zal bestaan bestaat uit de volgende twee onderdelen:
Een «expertisecentrum», waarin TechLeap.NL kwalitatief en kwantitatief onderzoek zal
doen op basis van een eigen database, diverse (inter)nationale bronnen en goede voorbeelden.
De kennis die op deze manier vergaard wordt, zal voor iedereen beschikbaar zijn; naast
startups en scale-ups ook bijvoorbeeld voor groeiprogramma’s en investeerders. Op
basis van deze kennis zal het «expertisecentrum» publieke en private partijen voorlichting
geven over vraagstukken rondom snelle opschaling en hen stimuleren om in samenwerking
de activiteiten verder te ontwikkelen. Het expertisecentrum heeft ook een signalerende
rol. Het kan trends en ontwikkelingen bij de overheid onder de aandacht brengen, evenals
eventuele knelpunten in wet- en regelgeving.
Een nationaal groeiprogramma, waarin jaarlijks ongeveer 50 veelbelovende Nederlandse
scale-ups toegang wordt geboden tot internationale netwerken op de gebieden kapitaal,
talent en markt op het hoogste niveau. Hiermee zal de relatieve afstand worden verkleind,
die zij hebben ten opzichte van buitenlandse groeibedrijven. Dit kan gerealiseerd
worden door een bundeling van krachten, organiseren van netwerk- en voorlichtingsbijeenkomsten
en door samenwerking met bestaande netwerken van private en publieke partijen, zoals
het samen met de Europese Commissie gestarte programma «Ideas from Europe», ScaleupLab,
NLGroeit, NLinBusiness en het TechniekPact. Hierbij zal het leren van gelijken (het
zogenaamde «peer to peer» leren) gefaciliteerd worden. TechLeap.NL zal daarnaast relaties opbouwen met jaarlijks
ongeveer 250 potentiële scale-ups om vast te stellen wat voor hun doorgroei nodig
is en hen te verbinden met relevante partijen. De kennis en ervaringen opgedaan in
het nationale groeiprogramma zijn relevante input voor het «expertisecentrum».
Ik heb TechLeap.NL gevraagd om de voorstellen in de komende maanden uit te werken
in een concreet meerjarenplan. De uitvoering daarvan zal ik te zijner tijd evalueren
op onder meer doeltreffendheid en doelmatigheid
5. Afsluiting
Alleen met een stevig pakket maatregelen en een enthousiaste en eendrachtige samenwerking
is Nederland in staat om tot de top van de wereld te behoren, als het gaat om startup
en scale-up ecosystemen. Het kabinet heeft zich aan dit doel gecommitteerd. Voor de
uitvoering hiervan stelt het kabinet een bedrag van € 65 miljoen beschikbaar binnen
de EZK=-begroting voor de periode t/m medio 2023.27 Hiervan is € 50 miljoen voor het nieuwe programma van TechLeap.NL (€ 35 miljoen voor
het expertisecentrum en het nationale groeiprogramma; € 15 miljoen voor initiatieven
vanuit het ecosysteem, waarbij ik mij over de inzet van de middelen zal laten adviseren
door o.m. TechLeap.NL) en € 15 miljoen voor flankerend beleid van EZK.
Ik verwacht dat de hier beschreven maatregelen een belangrijke bijdrage gaan leveren
aan het behalen van de doelstelling. Deze maatregelen zijn onderdeel van een doorlopende
agenda, waarin het kabinet blijvend aandacht geeft aan wat er nodig is om technologische
kansen te verzilveren en het klimaat voor startups en scale-ups te verbeteren.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Bijlage 1. Tabel met overzicht van de in de brief genoemde maatregelen voor startups
en scale-ups
Een nieuw programma voor startups en scale-ups.
Een «kennis- en activatiecentrum», waarin TechLeap.NL kwalitatief en kwantitatief
onderzoek zal doen op basis van een eigen database, diverse (inter)nationale bronnen
en goede voorbeelden.
Nationaal groeiprogramma, waarin veelbelovende Nederlandse scale-ups toegang wordt
geboden tot internationale netwerken op de gebieden kapitaal, talent en markt. Daarnaast
zal TechLeap.NL relaties opbouwen met ongeveer 250 potentiële scale-ups.
Toegang tot talent
Pilot met verblijfsregeling voor essentiële personeelsleden van startups en scale-ups
Vrije toegang arbeidsmarkt voor partners van buitenlandse zelfstandige
Verkenning van aanpassing van de fiscale regeling voor aandelenopties
Digitaliseringsagenda primair en voortgezet onderwijs: publiek-private samenwerking
onderwijs en bedrijfsleven voor digitale vaardigheden bij leerlingen en leraren.
Toegang tot kapitaal
Seed-capital tender voor duurzaamheid fondsen die investeren in startups
Oprichting Invest-NL voor vergroten durfkapitaal in latere fases voor scale-ups.
Verkend wordt of door Invest-NL fondsvorming voor startups en scale-ups op het gebied
van sleuteltechnologieën kan worden bevorderd.
Opzetten van een investeringsfonds voor scale-ups op initiatief topsector HTSM
Verkenning stimulering durfkapitaal in de vroege fase voor startups
Aandacht voor vergroten diversiteit investeringscommissies van overheid.
Onderzoek naar aanvragen en afwijzingen investeringsfondsen met oog op diversiteit.
Evenement over diversiteit bij investeringen bij Global Entrepreneurschip Summit 2019.
Het omzetten van kennis in ondernemerschap
Thematische Technology Transfer» (TTT) regeling: De regeling staat tot 3 juni open.
Op basis van de ervaringen wordt bezien of een uitbreiding van de regeling met een
tweede tranche wenselijk is.
In het nieuwe missie gedreven topsectoren- en innovatiebeleid wordt expliciet aandacht
besteed aan kennisbenutting en worden startups en scale-ups meer betrokken.
Ontwikkeling Sciencefinder bij TechLeap.NL om voor bedrijven inzichtelijk te maken
waar binnen de kennisinstellingen relevante kennis aanwezig is.
Toegang tot de overheid
Interbestuurlijk StartupinResidence programma, waarbij overheidsorganisaties interactief
de samenwerking met startups aangaan om maatschappelijke (beleids)vraagstukken op
te lossen.
Innovatiebudget voor innovatieve oplossingen voor de digitale overheid.
Digicampus: initiatief waarbij overheid, wetenschap en bedrijfsleven samen oplossingen
creëren en uitproberen voor vraagstukken op het gebied van de digitale samenleving.
Fastlane pilot bij RVO om met betere dienstverlening vanuit de overheid groei van
scale-ups te ondersteunen en versnellen.
Internationale netwerken en markten
Ondersteuning startups en scale-ups door handels- en innovatie-afdelingen bij de posten
in het buitenland.
Reguliere handels- en innovatiemissies en gespecialiseerde missies naar strategische
startupbeurzen.
Business development coaches met landenexpertise van RVO ondersteunen startups en
scale-ups bij het oriënteren op buitenlandse markten.
Aanstellen zes startup liaison officers in prioritaire hubs om Nederlandse startups en scale-ups in contact te brengen met
voor hen interessante partijen, zoals mentoren, potentiële samenwerkingspartners of
klanten.
Explicieter aandacht voor startups en scale-ups in internationaliseringsstrategie
van de topsectoren.
Competitie voor academische startups «10 pioneering innovations from science» georganiseerd
door StartupDelta, de VSNU en AcTI. EZK biedt aan de 10 prijswinnaars deelname aan
een groeiprogramma in de VS.
Holland in the Valley: Nederlandse topstudenten krijgen de mogelijkheid om stages
te lopen bij Nederlandse bedrijven in Silicon Valley.
Dutch Spirit Branding om Nederland te positioneren als een aantrekkelijk ecosysteem
voor buitenlandse startups, investeerders en technisch talent.
Zichtbaar maken van vrouwelijke rolmodellen.
Nieuwe NFIA acquisitiestrategie voor de periode 2020–2025: verkennen op welke wijze
startups, scale-ups en buitenlandse investeringsfondsen onderdeel kunnen zijn van
deze strategie.
Indieners
-
Indiener
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat