Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de responstijden van de ambulances in het dorp Woerdense Verlaat, gemeente Nieuwkoop
29 247 Acute zorg
Nr. 284 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 mei 2019
Op 1 mei heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) mij
gevraagd te reageren op een brief die zij heeft ontvangen van de dorpsraad Woerdense
Verlaat. De brief gaat over de responstijden van de ambulances in het dorp Woerdense
Verlaat, gemeente Nieuwkoop.
Volgens de briefschrijvers worden «bijna alle ambulance spoedritten naar Woerdense
Verlaat, buiten de norm van de aanrijtijden van de ambulance uitgevoerd, dus buiten
de 16 minuten.» De oplossing is volgens de briefschrijvers simpel: «De ambulance die
net buiten onze gemeente (op de Geerkade) staat kan makkelijk binnen 5 minuten op
de plek van bestemming zijn.» Toch wordt deze ambulance volgens de dorpsraad niet
ingezet voor Woerdense Verlaat. Ook wordt als oplossing genoemd dat de regiogrens
verschoven kan worden, zodat Woerdense Verlaat bij de regio Utrecht zou gaan horen.
De brief eindigt ermee dat «Het signaal dat naar de inwoners wordt afgegeven is dat
de spoedzorg in Woerdense Verlaat blijkbaar niet belangrijk genoeg is, om dit ook
hier binnen de vastgestelde kwaliteitsnormen te regelen.»
Ik vind het belangrijk dat de dorpsraad zo betrokken is bij de beschikbaarheid van
ambulancezorg in Woerdense Verlaat. De conclusie van de dorpsraad dat de spoedzorg
in Woerdense Verlaat blijkbaar niet belangrijk genoeg is om dit ook voor hen binnen
de vastgestelde kwaliteitsnormen te regelen, is onjuist. De vastgestelde kwaliteitsnorm,
de 15-minutennorm1, geldt niet voor separate gemeenten, wijken of dorpskernen, maar voor de gehele (veiligheids)regio.
Overal meer ambulances neerzetten om de norm op dorpsniveau te behalen is gezien doelmatigheids-
en kwaliteitsoverwegingen geen oplossing.
Ik heb begrepen dat de Regionale Ambulancevoorziening (RAV) Hollands Midden in maart
dit jaar een presentatie heeft gegeven aan de dorpsraad over de inrichting en uitdagingen
van de ambulancezorg in de regio Hollands Midden en specifiek in het dorp Woerdense
Verlaat. Vervolgens heeft de RAV Hollands Midden het voorstel van de dorpsraad – om
te bezien of er structurele afspraken gemaakt konden worden over de ambulance op de
Geerkade – actief opgepakt. De RAV Hollands Midden heeft over de (on)mogelijkheden
transparant gecommuniceerd met de dorpsraad. Onder andere is toegelicht dat vanuit
de meldkamers op een kaart inzichtelijk is waar welke ambulances beschikbaar zijn.
Indien er een melding komt vanuit Woerdense Verlaat en er een ambulance van de RAV
Utrecht dichterbij is, dan wordt de ambulance van de RAV Utrecht gestuurd. Indien
de meldkamer Hollands Midden geen ambulance van de RAV Utrecht op de kaart kan zien,
is deze te ver van het grensgebied Utrecht-Hollands Midden verwijderd. Er wordt dan
een ambulance vanuit Hollands Midden ingezet, aangezien die er sneller zal zijn. Het
is goed om hier te benadrukken dat de RAV Utrecht en RAV Hollands Midden al jaren
werken met een burenhulp convenant dat het mogelijk maakt de snelst beschikbare ambulance
in te zetten bij A1-indicaties2.
De optie van het verschuiven van een regiogrens die door de dorpsraad wordt genoemd,
biedt geen oplossing voor dit vraagstuk. Bij een melding uit Woerdense Verlaat wordt
zoals gezegd al gekeken welke ambulance, ongeacht regiogrens, vanuit de RAV Hollands
Midden of vanuit de RAV Utrecht het snelst aanwezig is. Bovendien zorgen beide RAV’s
er nu al voor dat de beschikbare capaciteit zo goed mogelijk wordt ingezet in de gehele
(veiligheids)regio, zodat het grootst aantal inwoners binnen 15 minuten bereikt kan
worden. Dit doen zij continu met behulp van dynamisch ambulance management3. Tevens wijs ik u erop dat voor toepassing van de Tijdelijke wet ambulancezorg (Twaz)
het grondgebied van Nederland is verdeeld in regio’s overeenkomstig de verdeling bedoeld
in artikel 8 van de Wet veiligheidsregio’s.
In het Algemeen Overleg van 3 april jongstleden hebben wij uitgebreid gesproken over
de aanrijtijden van de ambulancezorg in Nederland (Kamerstuk 29 247, nr. 283). Toen, en ook in mijn brief van 29 maart jongstleden4, heb ik aangegeven dat ik goede en tijdige ambulancezorg van groot belang vind. Daarom
blijf ik met alle betrokken partijen de komende periode streven naar het behalen van
de wettelijke 15-minutennorm. Daarbij houd ik oog voor het bredere kwaliteitskader
van de ambulancezorg, aangezien tijdigheid maar één aspect is van kwaliteit. In gesprek
met Ambulancezorg Nederland (AZN), Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de toezichthouders
(de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ))
heb ik de ambitie uitgesproken om te blijven werken aan verdere verbetermogelijkheden
en – maatregelen, waardoor de responstijden stap voor stap blijven verbeteren.
Het is van belang dat in gemeenten zelf op het vlak van burgerhulpverlening ook acties
kunnen worden ondernomen. Bijvoorbeeld door te investeren in het netwerk van burgerhulpverleners,
door het gebruik en de beschikbaarheid van AED’s te faciliteren en door het werven
en opleiden van vrijwilligers voor de burgerhulpverlening te stimuleren. Ik ben dan
ook verheugd dat de gemeente Nieuwkoop dit ook doet en hiervoor de hulp heeft ingeschakeld
van HartslagNu. Hier kan de inzet van inwoners, gecombineerd met professionele zorgverlening
(ambulancezorg, maar ook de brandweer first responder) verschil maken.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg