Brief regering : Rapportage Vreemdelingenketen
19 637 Vreemdelingenbeleid
33 042
Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA)
Nr. 2499 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 mei 2019
Vorige week is naar aanleiding van de publicatie van de Rapportage Vreemdelingenketen
2018 (Kamerstuk 19 637, nr. 2493) commotie ontstaan. Kern van de kritiek was dat ernstige feiten moeilijk vindbaar
waren. Dit leidde tot discussie of deze cijfers zouden zijn verdoezeld. Ik heb in
een brief aan de Kamer en in reacties in de media erkend dat de manier van presenteren
ongelukkig was (Kamerstukken 19 637 en 33 042, nr. 2498). Ik heb daar aan toegevoegd dat het nooit de bedoeling is geweest om over de cijfers
onduidelijkheid te laten bestaan.
Mijn doel is altijd geweest: volledige transparantie. Juist die grotere mate van transparantie
was reden voor een nieuwe opzet van de Rapportage Vreemdelingenketen. Van meet af
aan was mijn doel om volledige openheid te geven over de gegevens rond alle openbare
orde incidenten met asielzoekers. Dat is noodzakelijk want alleen door dat inzicht
te bieden kan er draagvlak blijven voor de opvang van vluchtelingen. Hier is het fout
gegaan. Door de wijze van rapporteren in top tien vorm, zijn juist de ernstigste incidenten
onderbelicht gebleven.
De afgelopen dagen heb ik een reconstructie laten maken van de precieze discussie
binnen mijn ministerie. Daaruit is mij gisteravond gebleken dat de nu gebleken tekortkomingen
van de rapportage tijdens deze besprekingen wel degelijk zijn gesignaleerd. Op verschillende
momenten hebben medewerkers van het ministerie opgemerkt dat de categorisering zoals
voorgesteld zou leiden tot vragen en opmerkingen. Die bevindingen hebben echter niet
geleid tot aanpassingen in de rapportage. Er is dus op het ministerie onder mijn politieke
verantwoordelijkheid een verkeerde afweging gemaakt.
Er is geen aanwijzing dat dit met een bewuste bedoeling is gebeurd. Maar de verkeerde
afweging weegt politiek zwaar, zeker ook in het licht van het belang dat uw Kamer
terecht aan dit onderwerp hecht.
Voordat ik aan de gang van zaken mijn conclusie verbind hecht ik er zeer aan daarover
spoedig, zo mogelijk vandaag nog, verantwoording in uw Kamer af te mogen leggen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
M.G.J. Harbers
Indieners
-
Indiener
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid