Brief regering : Verlenging subsidiemodules Innovatiekredieten, SEED Capital en Vroegefasefinanciering
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 371 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 14 mei 2019.
De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling
nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig
leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 13 juni 2019.
De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden
gedaan dan 14 juni 2019 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in
de vorige volzin bedoelde inlichtingen.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 mei 2019
In de Comptabiliteitswet 2016 is bepaald dat subsidieregelingen een vervaltermijn
van maximaal vijf jaar bevatten. De subsidiemodules Innovatiekredieten, Seed capital
technostarters en Vroegefasefinanciering van de Regeling nationale EZ-subsidies hebben
een vervaldatum van 1 juli 2019. Om hieronder vermelde redenen ben ik voornemens deze
vervaldata voor deze subsidiemodules te verlengen tot 1 juli 2024.
De subsidiemodules zijn positief geëvalueerd en deze beleidsevaluaties zijn dan ook
de basis voor de voorgenomen verlenging van de vervaldata van de subsidiemodules.
De resultaten van de beleidsevaluaties zijn toegezonden aan de Tweede Kamer in de
brief van 4 februari 2019 over de Financieringsmonitor en evaluaties diverse financieringsinstrumenten.1
Innovatiekredieten
In titel 3.9 van de Regeling nationale EZ-subsidies is de subsidiemodule Innovatiekredieten
opgenomen. Het Innovatiekrediet is voor de ontwikkeling van veelbelovende en uitdagende
innovaties met een uitstekend marktperspectief. Dit wordt gedaan door subsidie te
verstrekken in de vorm van een krediet voor risicovolle technische en klinische ontwikkelingsprojecten,
waarin nieuwe producten, processen of diensten worden ontwikkeld. Het Innovatiekrediet
kan worden gebruikt voor projecten die een positieve bijdrage leveren aan de Nederlandse
economie en technisch innovatief en uitdagend zijn. De evaluatie, uitgevoerd door
SEO Economisch Bureau en Technopolis, laat zien dat de meeste bedrijven die gebruik
maken van het Innovatiekrediet bedrijven zijn met hoger opgeleid personeel en hogere
investeringen in R&D dan gemiddelde WBSO-bedrijven. Het Innovatiekrediet bereikt dus de groep innovatieve mkb’ers. Bovendien
volgt uit econometrische analyses in de evaluatie dat het Innovatiekrediet leidt tot
meer R&D-inspanningen van de bedrijven die een Innovatiekrediet ontvangen. Naar aanleiding
van de positieve uitkomst van de evaluatie ben ik voornemens de vervaldatum van deze
subsidiemodule te verlengen tot 1 juli 2024.
Seed capital technostarters
Met de subsidiemodule Seed capital technostarters, opgenomen in titel 3.10 van de
Regeling nationale EZ-subsidies, wordt beoogd de onderkant van de Nederlandse risicokapitaalmarkt
te stimuleren en te mobiliseren om investeringen te doen in technostarters.2 Om deze investeringen te bevorderen, wordt met deze subsidiemodule de risicorendementsverhouding
voor private kapitaalverschaffers verbeterd, zodat zij profiteren van een verhoging
van het rendement in combinatie met een verlaging van het risico. De subsidiemodule
biedt participatiefondsen de mogelijkheid een renteloze lening van de Nederlandse
staat te verkrijgen voor het verkrijgen van participaties.
Uit de evaluatie van deze subsidiemodule (Evaluatie SEED Capital-regeling, Groeifaciliteit
& Dutch Venture Initiative, Rotterdam School of Management, Erasmus Centre for Entrepreneurship
van de Universiteit Rotterdam en Dialogic) volgt dat de participatiefondsen zonder
de subsidiemodule in minder bedrijven zouden hebben geparticipeerd en minder middelen
bij andere investeerders zouden hebben opgehaald, of zelfs helemaal niet zouden hebben
kunnen investeren. Dit zorgt ervoor dat technostarters aan investeringen kunnen komen.
De onderzoekers hebben ook aangegeven dat de subsidiemodule goed functioneert en er
weinig verbeterpunten zijn. Om het marktfalen aan de onderkant van risicokapitaalmarkt
te kunnen blijven adresseren, ben ik voornemens de vervaldatum van deze subsidiemodule
te verlengen tot 1 juli 2024.
Vroegefasefinanciering
Op grond van de subsidiemodule Vroegefasefinanciering, die is opgenomen in titel 3.16
van de Regeling nationale EZ-subsidies, kunnen ondernemers een risicodragende geldlening
afsluiten om de stap van onderzoek (of idee of concept) naar een commercieel product
(of proces of dienst) dat geschikt is voor de markt, te onderzoeken. De Vroegefasefinanciering
kent vier submodules:
1. MKB-ondernemer (paragraaf 3.16.2);
2. Innovatieve starter (paragraaf 3.16.3);
3. Haalbaarheidsstudie TO2-innovatieve starter (paragraaf 3.16.3a), en
4. Academische innovatieve starter, hbo-innovatieve starter en TO2-innovatieve starter
(paragraaf 3.16.4).
De evaluatie van deze subsidiemodule (Evaluatie Vroegefasefinanciering, KplusV, 12 oktober
2018) wijst uit dat de subsidiemodule haar beoogde rol voor ondernemers vervult, omdat
zij een unieke doelgroep weet te bereiken die anders niet aan financiering kan komen.
Ondernemers die financiering vanuit de Vroegefasefinanciering ontvangen, hebben meer
«proof-of-concepts» gerealiseerd dan ondernemers die zijn afgewezen voor de deelname
aan de subsidiemodule. De positieve uitkomst van de evaluatie en het feit dat private
financiering in de vroege fase grotendeels afwezig is, vormt de reden voor de verlenging
van de subsidiemodule. Ik ben dan ook voornemens de vervaldatum van deze subsidiemodule
te verlengen tot 1 juli 2024.
Tot slot
In overeenstemming met artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 leg
ik de regeling die strekt tot wijziging van de tijdstippen waarop de subsidiemodules
vervallen aan u voor en zal ik deze regeling niet eerder vaststellen dan 30 dagen
na verzending van deze brief.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat