Brief regering : Monitor zorginkoop wijkverpleging
29 689 Herziening Zorgstelsel
Nr. 984
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 mei 2019
Hierbij stuur ik u de NZa monitor «contractering wijkverpleging 2019»1. De NZa brengt met de jaarlijkse monitor het inkoopproces in de wijkverpleging in
kaart, geeft daarbij de voortgang aan en handvatten voor het contracteerproces. De
NZa heeft zowel naar algemene wijkverpleging als naar specifieke zorgvormen zoals
palliatieve zorg, medische kindzorg en casemanagement dementie gekeken. Nieuw aan
de monitor contractering wijkverpleging 2019 is de aandacht voor de afspraken die
partijen hebben gemaakt over het bevorderen van contracteren in het hoofdlijnenakkoord
wijkverpleging 2019 – 2022 (Kamerstuk 29 689, nr. 911).
De NZa signaleert diverse positieve ontwikkelingen.
De NZa concludeert dat, in vergelijk met voorgaande jaren, de gecontracteerde aanbieders tevredener zijn over het contracteerproces, en dan met name over de vermindering van de administratieve lasten.
Inmiddels maakt een groot deel van de zorgaanbieders afspraken met de zorgverzekeraars
over «zorgplan = planning = realisatie, tenzij». Dat levert voor aanbieders meestal
een vereenvoudiging van de administratieve lasten op, omdat zorgverzekeraars van hen géén dubbele registratie verwachten.
Partijen maken werk van het delen van stuurinformatie voor de contractering met elkaar, maar de landelijke kaders bevatten nog onvoldoende
bruikbare data.
Alle zorgverzekeraars geven aan dat zij de OVA (overheidsbijdrage aan de arbeidsvoorwaardenontwikkeling)
volledig in de contractprijzen hebben vertaald. Hiermee is motie Kerstens (Kamerstuk 29 689, nr. 953) afgedaan. De NZa ziet in de praktijk een gemiddelde stijging van 3,38% in het afgesproken
tarief; dit is een totaaluitkomst, mede beïnvloed door (individuele) doelmatigheidsafspraken.
De NZa brengt ook een aantal verbeterpunten naar voren.
Zorgverzekeraars kunnen de voorwaarden voor bijcontractering beter communiceren en aanvragen tijdiger afhandelen. Zorgaanbieders kunnen hun verzoeken
tot (bij)contractering beter documenteren en op het juiste moment indienen.
Er zijn nog geen wachtlijsten voor de algemene wijkverpleging maar het aantal patiëntenstops neemt toe. In 2018 heeft 19% van de aanbieders een patiëntenstop afgegeven wegens
onzekerheid over bijcontracteren, en 14% wegens personeelskrapte. Zolang patiënten
bij andere aanbieders in de regio terecht kunnen, bedreigen patiëntenstops de toegankelijkheid
van de zorg niet, maar de NZa blijft dit monitoren. De vier zorgverzekeraars die te
maken hebben gehad met patiëntenstops in verband met het bereiken van het budgetplafond,
geven aan dat deze patiëntenstops in ieder geval niet golden voor zorg die geen uitstel
duldt zoals palliatieve terminale zorg; zorglevering hiervan was volgens de zorgverzekeraar
geborgd. Ik ga ervan uit hiermee de motie van Van der Staaij en Dik-Faber afdoende
te hebben beantwoord (Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 62).
Er worden nog maar beperkt afspraken over innovatie gemaakt.
Zorgverzekeraars kunnen de voordelen van gecontracteerde zorg en nadelen van niet-gecontracteerde
zorg beter aan hun verzekerden communiceren. Ook kunnen zij zich nog meer inspannen dat doorverwijzers richting de gecontracteerde zorg verwijzen.
Zorgverzekeraars kunnen de wachtlijsten voor casemanagement dementie nog beter monitoren. Zorgaanbieders van casemanagement
dementie moeten hun wachttijden registreren en tijdig bij zorgverzekeraars knelpunten
benoemen.
Zorgverzekeraars werken onvoldoende samen bij onplanbare zorg en bij wijkgerichte preventie, ook niet als personeelstekorten hier wél om vragen.
De monitor van de NZa is onderdeel van de afspraken die in het hoofdlijnenakkoord
zijn gemaakt om contractering te bevorderen. Daarbij is afgesproken dat de NZa jaarlijks
in haar monitor over het inkoopproces voor de wijkverpleging en de GGZ zal rapporteren
over de ontwikkelingen in het contracteerklimaat.
De NZa geeft aan dat zorgverzekeraars in 2019 voor het eerst in jaren een daling verwachten
in de kosten van de niet-gecontracteerde zorg. Dit wordt vooral gerealiseerd via de
machtigingsprocedure, het cessieverbod en door minder betaalovereenkomsten te sluiten.
Hiermee geven zorgverzekeraars invulling aan de afspraken uit het hoofdlijnenakkoord.
Vektis gaat op basis haar gegevens het aandeel niet-gecontracteerde zorg in de wijkverpleging en GGZ monitoren.
Ik ben verheugd dat de tevredenheid over het contracteringsproces bij zorgaanbieders
groter is geworden ten opzichte van voorgaande jaren. Uit de monitor ontstaat het
beeld dat partijen serieus aan de slag zijn gegaan met de afspraken die gemaakt zijn
in het hoofdlijnenakkoord wijkverpleging om de contractering te verbeteren. Tegelijkertijd
blijkt uit deze monitor dat er nog verbeterpunten zijn. Ik ga er van uit dat partijen
met de aanbevelingen van de NZa aan de slag zullen gaan.
Zoals in het hoofdlijnenakkoord wijkverpleging is afgesproken zal ik de uitkomsten
van de monitors binnenkort bestuurlijk met partijen bespreken. Dat geldt op termijn
ook voor de bevindingen van Vektis.
De NZa zal ook de komende jaren het contracteerproces in de wijkverpleging en de naleving
van de afspraken uit het hoofdlijnenakkoord blijven monitoren. Na de zomer ontvangt
u van mij de eerstvolgende rapportage van Vektis.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.